KRONIEK VOOR BEESEL, BELFELD EN SWALMEN - 1480-1489

laatst opgeslagen: dinsdag 23 juli 2024 CTRL+F = zoeken CTRL+C = kopiëren ALT+TAB = wisselen

© Loe Giesen, Reuver 1983-2024

 

1480

15 februari 1480

"des anderen daeghes nae sent Valentins dagh martyris"

SWALMEN EN ASSELT ‑ Wilm van Vlodorp, ridder, erfvoogd van Ruremunde en drost te Monfort, Dirck van Oist en voorts gemene schepenen, kerkmeesters en gemene kerspellieden en onderdanen van kerspel en gerecht van Assel en Swalmen, oorkonden dat wijlen Arnoldt hertog van Gelre etc. hen toestemming heeft gegeven tot de verkoop van maximaal 25 bunder uit de gemeinte van het kerspel, om te gebruiken tot herstel van de kerk te Swalmen, die arm is en reparatie behoeft.

Daarom verklaren de oorkonders dat zij met gezamenlijke goedkeuring aan de prior en convent van de Carthuisers te Ruremunde een stuk erf en gemeinte te Swalmen voor Bekerhoef gelegen, hebben verkocht, groot ca. 1 morgen en met een korte zijde grenzend aan het erf van Peter Smeitz; plus alle stukken erf gelegen bij Wilre aan het erf van de Carthuisers, tot aan de Swalm ("bis in der Swalmen toe"). De (niet genoemde) overdrachtsom is reeds volledig betaald en besteed aan de reparatie van de kerk van Swalmen.

Verder verklaren de oorkonders dat zij noch hun nakomelingen de verkochte gemeinte voortaan ooit nog zullen gebruiken. De prior en het convent zullen deze grond voortaan in hun vrij bezit hebben, tiendvrij en zonder lasten in de vorm van diensten of gelden, uitgezonderd ½ Keulse witpenning van 1 bunder, jaarlijks te Monfort te betalen aan de hertog van Gelre. De prior en het convent zullen het land mogen gebruiken, omhekken ("tuinen") en afgrenzen ("beluicken") als hun eigen wettelijk eigendom.

Omdat deze afspraak mede door Wilhm van Vlodrop, ridder en erfvoogd voornoemd, als drost van het ambt Montfort en als nabuur bekrachtigd is en op diens advies en met diens goedkeuring heeft plaatsgevonden, wordt de akte door hem en Dirck van Oist voornoemd bezegeld. Johan Drabben, scholtis van het ambt Monfort, zegelt namens de schepenen, kerkmeesters, kerspellieden en ingezetenen van de dingbanken van Assel en Swalmen.

GA Roermond, Handschriften inv.nr. 15: Cartularium Schenck van Nydeggen, fol. 8-9. Afschrift door Bado de Gravia (openbaar notaris?).

Bevat mogelijk oudste vermelding van de Beeckerhof te Swalmen.

 

22 februari 1480

"auf st. Peters Tag cathedra"

WANKUM ‑ De broers Dederick, Goert en Elbert van Kessel genaamd Roffart en hun zwager Wilhelm van Wildenrath oorkonden dat hun broer respektievelijk zwager Johan van Kessel genaamd Roffart na deling van hun ouderlijke goederen nu de enige eigenaar is van de laten op de Nette.

Schaesberg-Krieckenbeck: Urk. 100.

 

27 maart 1480

VENLO ‑ Ten overstaan van richter en schepenen van Venlo dragen Hector Myleyn en Baetz, echtelieden, alsmede Derick en Zewith, kinderen van wijlen Gerat van Menss en Baetz voornoemd, een rente over van 1 malder rogge, gevestigd op een perceel grond van het klooster in Mewenvenne.

RHCL Maastricht, Klooster annunciaten Venlo, inv.nr. 59; regest nr.40.

Vgl. 20-11-1430 en 15-3-1485.

 

5 april 1480

ROERMOND ‑ Burgemeesteren, schepenen, raad en gemene burgers en ingezetenen van de stad Roermond verkopen een erfrente van 12 Rijnsgulden, af te lossen met 200 gelijke guldens, aan Jacob Tesser.

GA Roermond, Oud Archief, inv.nr. 483; regest nr. 783.

Getransfigeerd met een akte d.d. 20-7-1500 (regest nr. 932).

 

26 juni 1480

OFFENBEEK ‑ Johan Drabbe, richter, en alle schepenen van de dingbank van Biesel oorkonden, dat de kerkmeesters aan de Kruisheren te Roermond een stuk land verkocht hebben, gelegen aan de nieuwe weg te Offenbeck tussen de hof van de Kruisheren en de dijk.

RHCL Maastricht, Kruisheren Roermond, inv.nr. 82 (charter); regest nr. 169.

 

1480, z.d.

GELRE ‑ Johan Winter vernieuwt de leeneed van de hof genaamd ingen Geest met de laten en alle toebehoren, aan de Geestdorn in de Voogdij onder de jurisdictie van Nykercken voor de Yssemse poort buiten de stad Gelre gelegen. Het vruchtgebruik voor Agneze Ploenyss, zijn echtgenote, wordt bekrachtigd.

Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 2.

 

1480, z.d.

ALDENKERCKEN - Johan van Eyle Swederszoon vernieuwt de leeneed van Pannekoecksgoet, gelegen bij der Alderkircken.

Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 18.

 

 

1481

2 juni 1481

BAEXEM - Jan Bormans en Dederick Hillen, man en voogd van Kathrijn Bormans, verkopen een jaarrente van 5 rijnse guldens à 24 witpenning uit de hof Tgien Roede te Baexem aan Johan van Haelen, presentiemeester van het kapittel van Thorn.

Oorkonders: schepenen van Thorn.

Habets, Thorn blz. 413-414; Res Gestae nr. 2603.

 

26 augustus 1481

Huwelijkse voorwaarden tussen Johan van Meuwen Gerardszoon enerzijds en Margaretha Bormans, dochter van Daniel Bormans anderzijds. Tevens vermelding van Reijner Bormans, zoon van Daniel [en dus broer van Margaretha], Peter Bormans, oom van Daniel, en Reijner Bormans op ghen Aa.

Keverberg Aldenghoor inv.nr. 129; Res Gestae nr. 2604.

 

11 november 1481

WASSENBERG ‑ Werner van Palant, heer te Breydenbaent, ontvangt stad, land en ambt Wassenberg van Vincent graaf van Meurs en jonggraaf Dirk van Meurs.

G. van Bree: Regesten van akten betreffende Roermond en omgeving, nr. 1375; Urkundenbuch Mörs III N° 3909.

Vgl. regesten Reichsstadt Aachen II nr. 117: Arnoldus genaamd Parvus, burger te Aken, wordt beleend met een Brabants leengoed te weten een woning bij Linnich aan de Roer, genaamd Breitenbend.

Zie 25-8-1326.

 

1481, z.d.(?)

LAND VAN VALKENBURG ‑ Overeenkomst tussen Lambrecht van den Dryesche en diens schoonzoon Willem van Lyntzenich, gehuwd met Willemchen van den Dryesche. In deze overeenkomst wordt een deling aangehaald die vele jaren eerder werd gemaakt tussen Johan Palmen van der Hoeve en zijn zussen Geertruyt en Catharina, resp. abdis en kloosterjuffrouw van Hocht, Lysbeth, echtgenote van Johan van Eys, en Margaretha, gehuwd met ... van den Dryesche. Het betrof de goederen afkomstig van Johan van Wilre en diens vrouw Berten de Vorde. Johan Palme en zijn zusters waren in 1481 overleden. Bij deze deling kregen genoemde Geertruyt en Catharina een rente, die na hun dood eigendom zou worden van hun nichten Catharina en Heylwich van Beusdael en later half aan eerdergenoemde Margaretha en half aan Lysbeth van der Hoeve of hun erfgenamen. Het is over zijn aandeel in deze rente, dat Lambrecht van den Dryesch als zoon van Margaretha beschikte. Blijkens de akte van 1481 was Heylwich van Beusdael toen nog in leven en abdis van Hocht.

J.M. van de Venne: De abdissen van Hocht in de 2e helft der 15e eeuw. In: Maasgouw 53 (1933), blz. 43.

Johan van Wylre was eigenaar te Swalmen. Zie o.a. 15-1-1406.

Lambert van den Dryesche wordt tussen 1441 en 1447 meermalen genoemd als voogd en stadhouder van Valkenburgse lenen. (Zie J. Habets: De leenen van Valkenburg. In: Publications etc. 21 (1884) blz. 202; idem 22 (1885) blz. 164 en 287).

Palm van den Hove, voogd van Jutta, dochter van Hencken Crop, werd in 1391 beleend met het Valkenburgse leengoed te Overstrijthagen. (Habets o.c. 22 (1885), blz. 167).

De adelijke proosdij te St. Gerlach herdacht op 2 juli (z.j.) "Reineri Palm de Beusdael" (Publications 1869, blz. 176).

 

 

1482

11 januari 1482

LOBBERICH - Peter van Boicholt vernieuwt de leeneed van de hof to Broick, gelegen in het kerspel van Lobbroeck.

Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 49.

Zie 16-10-1473 en 1493, z.d.

 

12 januari 1482

LEUTH - Henrich van Barlo vernieuwt de leeneed van de hof te Leut in het kerspel van Leut gelegen tussen Willem Roos en Johan Ingenhuys, ten Gelderse rechten te verheergewaden.

Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 61.

Zie 18-10-1473.

 

8 april 1482

WESSEM - Vermelding van Goert van Offenbeck.

RHCL Maastricht, Schepenbank Wessem, inv.nr. 511, charter; Res Gestae nr. 2612B.

 

29 april 1482

BELFELD ‑ Coenrairt Pijll, richter, Willem van Belfelt, Heynrick van der Hoeven en alle schepenen van de dingbank Besell verklaren dat Mertijn Sheren de jaarrente van 2 malder rogge, die hem als huwelijksgave door Leonart van de Eycken geschonken was, heeft verkocht aan Derick van Belfelt, de zoon van Willem van Belfelt.

RHCL Maastricht, Kruisheren Roermond, inv.nr. 83.

Zie 29-11-1470 en 23-9-1482.

 

30 april 1482

"op sunte Jacobs avont apostoli"

Wilhem van Vloedorpe, erfvoogd van Roermond, stelt Emont van Baerle schadeloos.

RHCL Maastricht, Familiearchief Scheres-d'Olne, inv.nr. 669; charter.

Zie 16-1-1482.

 

9 mei 1482

VENLO ‑ Marcelis van Beringen en diens moeder Coenygunde ruilen 2 morgen land, gelegen bij het klooster Maryendael genaamd In die Oede naast het erf van Hubert van Hushaven, met voornoemd klooster tegen 3 erfmalder rogge die het klooster jaarlijks op St.-Andries (30 november) uit en van de hof en het erf van de gebroeders Jan en Peter van Beringen, gelegen in het kerspel Beesel, "geleendt" had.

Publications etc., 1948, blz. 304. Vgl. 4-9-1430 en 22-11-1461.

Volgens Limburgse Leeuw 1953 blz. 73 (Gen. Van Beringen) was Peter van Beringen de Oude, o.a. schepen van Venlo 1481-1485, gehuwd met Aleidis van Greffradt.

 

21 juni 1482

GREFRATH ‑ Engelbrecht van Eyl, Janszoon, en diens echtgenote Patza van Holtmoelen, die hun/haar dochter Dyrich (Theodora) in het klooster die Klause bij Hüls hebben laten intreden, wijzen als dote en kindsdeel 4 malder rogge jaarlijkse erfrente toe uit de hof op den Vorst in het kerspel Greveraed in het land van Geldern, losbaar met 60 rijnse guldens à 24 witpenning.

Mede bezegeld door Heinrich Spede, Arnoldszoon, neef van de oorkonder en leenheer van de hof op den Vorst, alsmede Johan van Eyl, broer van de oorkonder.

Kreisarchiv Viersen te Kempen: Archiv der Klause in Hüls, inv.nr. 28; met dank aan M. Flokstra.

 

31 augustus 1482

saterdaichs in profesto egidii

ROERMOND - De schout van Roermond voert de dochter van Neest Jenkens van Asselt uit de gevangenis in de toren voor het gerecht en beschuldigt haar van diefstal van 2 "houcken" (broeken ?), hetgeen zij bekende. Zij bidt om genade voor recht. Zij doet een oude oorvede en wordt daarna veroordeeld op door de scherprechter aan het gericht bij O.L. Vrouw (in het Zand) gegeseld te worden en afsnijden van beide oren en eeuwige verbanning uit het land van Gelre op 2 mijl afstand.

Res Gestae III nr. 494; Oirvedenboek p. 15.

 

maandag 23 september 1482

"des manendaighz nae Sent Matheusdach apostol et ewangeliste"

BELFELD ‑ Coenrairt Pijll, richter, Heyne van der Mazen, Wolfart Ghenen en alle schepenen van de dingbank Besell verklaren dat Derick van Belfelt een jaarrente van 2 malder rogge heeft verkocht aan de Kruisheren te Roermond.

G. van Bree: Regesten van akten betreffende Roermond en omgeving 858-1574, regest nr. 1389.

Zie 29-4-1482.

 

eind november 1482

"feria 3a post Huberti"

HORST - Thys Ghyskens vordert krachtens een schuldbrief van Willem van Wyssel betaling van een schuld van 100 rijnse guldens. Hiertoe heeft hij diens goederen gepand maar deze pandname is door Willem aangevochten. Deze acht zich niet verplicht om te betalen omdat deze schuld is aangegaan ter voldoening van overtredingen aan de landsheer die hem later zijn kwijtgescholden waarna de brief door schepenen van Blederich (Blerick) zou zijn gecancelleerd. Dit wordt door Thys tegengesproken en hij toont een (andere?) obligatie van 100 gulden ten laste van Willem, aangegaan voor schepenen van Horst, die eveneens geldig is. Willem toont twee kopieën: de ene is een salvegarde van hertog Kairle van Bourgognien toen deze met zijn troepen voor Nymegen lag, waarin deze Reyner van Broickhuysen diens goederen teruggeeft en zijn schulden wegens overtredingen kwijtscheldt; hierin wordt ook Willem genoemd. De andere kopie is genomen uit het register van de schepenbank Blederich, waarin staat dat drossaard Derick van der Horst van Willem 100 gulden vordert omdat deze de zijde had gekozen van hertog Adolph van Gelre.

Het hoofdgerecht te Roermond bepaalt dat de pandname rechtsgeldig is.

T. Janssen de Limpens: Geldersche wyssenissen van het hoofdgerecht te Roermond 1459-1487, blz. 292-293. Utrecht, 1953.

 

1482, z.d.

SWALMEN - Willem Lemmen heeft als voogd van zijn echtgenote een laatgoed, dat hij had ontvangen van de leenheer, verkocht aan Gerairt Portkens. Toen de verkoop is de kerk is aangekondigd heeft Grietken, dochter van Willems echtgenote uit haar eerder huwelijk met Johan van Gelre, deze verkoop aangevochten.

Grietken stelt dat zij recht heeft op dit goed omdat zij een wettig kind is en haar beide ouders het goed gezamenlijk in bezit hebben gehad. Zij eist van Gerairt de helft van het goed en, na overlijden van haar moeder, ook de andere helft. Gerairt meent dat zij hierop geen recht heeft omdat haar vader dit laatgoed nooit heeft ontvangen; Willem heeft dit wel ontvangen en gedurende 5 of 6 jaren in gebruik gehad. De nalatenschap van haar vader is met uitzondering van het omstreden goed reeds gedeeld. Grietken stelt dat Willem slechts het goed heeft verheven omdat dit in leen moest worden ontvangen. Als bewijs laat zij een erfbrief zien waarin de heer en vrouwe van Wyckray onder hun zegel verklaren dat de ouders van Grietken het goed in erfpacht hebben ontvangen. Drie getuigen verklaren dat Johan van Gelre weliswaar allerlei zaken met betrekking tot het laatgoed heeft geregeld, maar zij weten niet of hij het goed ook heeft ontvangen.

Gerairt Portkens toont twee gerechtsbrieven waarin staat dat Willem het goed heeft ontvangen. Dit wordt door Willem zelf bevestigd. Tevens verklaren drie anderen dat zij getuige zijn geweest toen Willem het goed verkocht en dat zijn vrouw Kathryne toen heeft gezegd dat Johan het goed nooit had ontvangen en dat Willem moest worden beleend omdat het goed anders zou terugvallen aan de leenheer.

Het hoofdgerecht te Roermond verklaart het verzet van Grietken gegrond en veroordeelt Gerairt om haar scheiding en deling te doen van het halve goed. Na het overlijden van de moeder zal moeten blijken wie recht heeft op de andere helft.

T. Janssen de Limpens: Geldersche wyssenissen van het hoofdgerecht te Roermond 1459-1487, blz. 293-295. Utrecht, 1953.

 

1482, z.d.

SWALMEN - Jannes Bytweggen heeft een 1 malder rogge erfpacht verkocht die verschuldigd is van Slebkens goed. Hierop heeft Geerken Slebkens deze erfpacht willen aflossen. Jannes heeft dit niet toegelaten, waarop Geerken zijn recht zoekt via de schepenbank. Op de normale verschijningsdatum heeft Jannes hierop de pacht gevorderd, hetgeen Geerken heeft geweigerd.

Jannes stelt dat de malder door zijn vader in diens huwelijk is gebracht waarna zijn ouders de pacht 40 of 50 jaar hebben ontvangen, waarbij hij nooit heeft horen zeggen dat deze pacht kon worden afgelost. Een man en vrouw hebben op verzoek van Geerken echter verklaard dat zij diens ouders wel eens hebben horen zeggen dat zij eeuwig losrecht zouden hebben voorbehouden bij de verkoop van de erfpacht.

De laatbank (waar dit alles kennelijk speelt) wordt uit de zaak niet wijs en verwijst Geerken naar de schepenbank van Zwalmen. Hier laat hij twee van zijn zussen onder eed getuigen. Deze getuigen worden echter door Jannes gewraakt omdat ze partijdig zouden zijn. Geerken werpt tegen dat een en ander alleen bij familie en vrienden bekend kàn zijn en hij niets heeft aan vreemden als getuigen.

Het hoofdgerech te Roermond is van mening dat de getuigen inderdaad partijdig zijn en niet mogen getuigen.

T. Janssen de Limpens: Geldersche wyssenissen van het hoofdgerecht te Roermond 1459-1487, blz. 295-296. Utrecht, 1953.

 

1482, z.d.

SWALMEN ‑ Na een eerder oordeel tussen Arnt Vynck en Heynken Kellener als voogd van Zweder van Redinchaven aangaande beslaglegging die door Arnt was gedaan op goederen van de joffer van Wyckray, waarbij Heynken voldoende heeft aangetoond dat deze beslaglegging niet behoorlijk is aangekondigd, heeft Heynken als voogd van Zweder voornoemd op zijn beurt beslag laten leggen voor een bedrag van 400 gulden, alles geheel volgens de regels. Nadat Heynken deze goederen in gebruik heeft genomen, heeft Arnt dit recht aangevochten omdat hij reeds een "open kommer" hierop had.

Het hoofdgerecht te Roermond bepaalt dat de laatste maar correct gedane beslaglegging zwaarder weegt dan de eerdere maar onjuist gedane.

T. Janssen de Limpens: Geldersche wyssenissen van het hoofdgerecht te Roermond 1459-1487, blz. 296-297. Utrecht, 1953.

 

1482, z.d.

ECHT ‑ Evert van Wilderade wordt na overdracht door Henrick Hack beleend met het leen van Besel onder Echt gelegen.

Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 84.

Zie o.a. 1444, z.d.

 

1482 of later, z.d.

SWALMEN - Maes Bertram klaagt dat Thysken Cledders ten onrechte bezit heeft genomen van een laatgoed dat in leen is ontvangen van Derick van Oist, omdat hij (klager) het goed binnen de voorgeschreven dertig dagen heeft verheven, zoals ook enkele laten getuigen. Thysken zegt dat hij het goed persoonlijk van Derick van Oist in leen heeft ontvangen vóór Maes, toen de vruchtgebruikster van he omstreden goed nog leefde, en dat hij het later (na haar overlijden) nogmaals heeft ontvangen. Bovendien is Thysken van mening dat Maes hem niet moet aanklagen voor de laatbank te Zwalmen maar voor de schepenbank van Besell, omdat het goed ook daar ligt en bovendien schatting verschuldigd is aan de heer van Monffoirt. Maes bestrijdt dit omdat het goed ook in Zwalmen moet worden verheven. Thysken slaagt er niet in om de brieven te tonen die zijn betoog moeten ondersteunen.

Het hoofdgerecht te Roermond bepaalt dat de zaak onder de competentie valt van de laten van Zwalmen, waar zij beiden het goed ontvangen hebben.

T. Janssen de Limpens: Geldersche wyssenissen van het hoofdgerecht te Roermond 1459-1487, blz. 310-311. Utrecht, 1953.

 

1482 of later, z.d.

BEESEL - Geerken Slebkens heeft als voogd van Driesken een proces aangespannen tegen Jutte Ludolffs inzake beslaglegging voor twee bedragen van respektievelijk 100 en 99 gulden. Tijdens de eerste zitting zijn de schepenen niet tot een uitspraak gekomen waarop een tweede zitting is geweest. Hier is Jutte niet verschenen waardoor de eis van Geerken is toegewezen tenzij Jutte kan bewijzen dat zij wettig verhinderd is geweest.

Als bewijs voert Jutte een open brief aan van de vicarius van Venlo, die verklaart dat Jutte gedurende meer dan 14 dagen ziek is geweest en van hem de H. Sacramenten heeft ontvangen uitgezonderd het H. Oliesel. Ook de naburen bevestigen dat Jutte ziek is geweest.

Geerken als voogd stelt dat met deze brief nog niet is bewezen dat Jutte haar verplichtingen niet heeft kunnen nakomen omdat zij op de grechtsdag te ziek zou zijn geweest. Iemand kan de Sacramenten ontvangen en volledig ter been zijn. De koster en de naburen hebben ook niet getuigd dat Jutte bedlegerig zou zijn geweest.

Het hoofdgerecht te Roermond acht deze ene brief onvoldoende bewijs voor wettige verhindering omdat er niet uit blijkt dat Jutte op de gerechtsdag ziek is geweest en de H. Sacramenten der sterven heeft ontvangen.

T. Janssen de Limpens: Geldersche wyssenissen van het hoofdgerecht te Roermond 1459-1487, blz. 311-312. Utrecht, 1953.

 

 

1483

dinsdag 18 maart 1483

"op dinstag nach dem Sontag Judica"

SWALMEN ‑ Adolff graaf in Nassaw, stadhouder-generaal van het land van Gelre en het graafschap Zutphen, oorkondt dat ridderschap en steden van het Kwartier van Ruremunde aan de hertog een pondschatting hebben toegestaan en overgedragen. De graaf heeft nu begrepen dat de onderdanen van Swalmen gewoonlijk geen pondschatting geven maar op verzoek en ter wille van de hertog desondanks een bedrag hebben gegeven. Namens de hertog oorkondt de graaf dat deze overdracht de onderdanen van Swalmen niet hinderlijk of schadelijk zal zijn voor hun oude rechten, gewoonten en "herkomen".

GA Roermond, Handschriftenverzameling inv.nr. 15: Cartularium Schenck van Nydeggen, fol. 23.

 

donderdag 20 maart 1483

"des donresdaighz nae sent Geertrudendach virginis"

ROERMOND ‑ Aernolt Neutkens en Johan Hyllen de Jonge, schepenen te Roermond, verklaren dat Gerairt Byn een erfrente van 15 rijnsguldens zoals vermeld in een akte van 5 januari 1475, die hiermee wordt getransfigeerd, heeft overgedragen aan Peter Dryevenair en Heynrick Geldoiffs als meesters van van de huisarmen binnen Roermond.

GA Roermond, Oud Archief, inv.nr. 1624, fol. IVvs; regest nr. 805.

 

7 mei 1483

HINSBECK ‑ Erfscheiding van de nagelaten goederen van Johan van Besel genaamd Reijde, schout van het ambt Krieckenbeck, en Katharina van Bocholtz, echtelieden (geen kinderen).

Arnt Vinck en Margaretha van Besel genaamd Reijde (wapen: 3 leeuwen, geplaatst 2 en 1), zwager en zus van Johan voornoemd, krijgen de goederen in het kerspel Hinsbeck in het ambt Krieckenbeck toegewezen. Kinderen uit het huwelijk van Arnt Vinck en Margaretha van Besel:

-   Sander Vinck

-   Godart of Goert Vinck. Aanwezig bij de erfscheiding. Huwt 1488 met Cornelia Spede, erfgename van het riddermatig goed Langeveld in het kerspel Wankum in het ambt Krieckenbeck, en weduwe van Tilman van Kessel.

-   Katharina Vinck. Huwt 1492 met Godart (III) van Nyvenheim, heer van Wylre (onder Venlo).

Maasgouw 21 (1899): E.Rozenkrantz: Geslacht Van Besel.

 

16 september 1483

in den jaer ons Hern duisent vierhondert dreiundetachentich op sint Lambrechtzaevent

MONTFORT - Wilhelm van Vlodrope, erfvoogd van Roermond, ridder, drossaard te Montfort, Dederich van Oist, heer te Hillenraede, en Frederich van Obbendorp, heer te Schinnen, verklaren dat de ingezetenen binnen de veste Montfort nooit pondschatting hebbem betaald noch diensten met de andere ingezetennen der dingbanken van het ambt Montfort hebben verricht, maar verplicht zijn, als de hertog van Gelder te Montfort komt, proviand aan te voeren, het gevolg te herbergen en voorts gedurende het gehele jaar op het kasteel diensten te verrichten.

Schepenen van Beesel, Sint Odiliënberg, Linne en Vlodrop verklaren eveneens dat die van Montfort nooit met hen pondschatting hebben gegeven of hebben gediend.

Medebezegelaar: Conraet Pijll, scholtis van Montfort.

RHCL Maastricht, Hof van Gelder te Venlo, inv.nr. 297, procesnr. 17; authentiek afschrift op papier (regest nr. 16).

 

13 oktober 1483

HINSBECK ‑ Goert Vinck, zoon van Arnt Vinck, als erfgenaam van zijn oom Johan van Besel genaamd Van Reide, wordt beleend met Muterkenshoff onder Hinsbeck gelegen.

Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 55.

Zie 1478 z.d. en 7-2-1532.

 

5 december 1483

"op Sent Nycolausavont"

Reyner van Tiechelen genaamd van Marick, als man en momber van zijn vrouw Jenne [van Assel]; Seets van Brede Johanssoon als man en momber van zijn echtgenote Margryete [van Assel Sandersdochter]; en Rabet van Dorsdale Arntzsone verklaren, dat zij de nalatenschap van hun schoonzus en nicht Margryete van Wachtendonck met hun drieën gelijkelijk zullen delen.

RHCL Maastricht, Familiearchief Scheres d'Olne, inv.nr. 2380; charter.

Zie Publ. etc., 13 (1876), blz. 244: op 1 september (z.j.) herdenking sterfdag van Renerus Tichlen en Anna de Assel, echtelieden; neef (neptis) van Margaretha de Dursdaell, geprofeste in het Munsterklooster te Roermond.

Zie idem, blz. 206: op 13 april (z.j.) overleed Margaretha de Wachtendonck, grootmoeder (avia) van Margaretha de Dursdaill, geprofeste in het Munsterklooster te Roermond.

Zie idem, blz. 208: op 19 april (z.j.) overleed Raboldus de Dursdaill, grootvader (avus) van Margarete de Dursdaill, geprofeste in het Munsterklooster te Roermond.

Zie idem, blz. 208: op 22 april (z.j.) overleed Arnoldus de Dursdall, vader (pater) van Margarete de Dursdall, geprofeste in het Munsterklooster te Roermond.

Zie idem, blz. 210: op 28 april (z.j.) overleed Raboldus de Dursdaill, broer van Margarete de Dursdaill, geprofeste in het Munsterklooster te Roermond, "de quo habuimus solempne servitum et quelibet virginium quartam vini et fraternitas beat marie virginis habuit dimidium aureum; habuimus et cereum tortum".

Zie idem, blz. 76: op 29 augustus (z.j.) overleed Hillegundis de Wachtendonck, echtgenote van Arnold de Dursdaill, moeder van Margarete de Dursdaill, geprofeste in het Munsterklooster te Roermond.

Vgl. Publ. etc., 1960-1961, blz. 21: Pieter van Krieckenbeeck genaamd Baerle, gehuwd vóór 1500 te met Ellis van Deursdaell, dochter van N. van Deursdaell en N. van Wachtendonck.

 

1483, z.d. ?

RIJKEL ‑ Dries Platvoet, hulder, wordt namens het klooster Maria Weide te Venlo beleend met de hof te Rijkel onder Beesel.

Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 104.

Zie 9-1-1474 en 6-7-1549.

 

1483, z.d.

ECHT ‑ Wilhelm Mousel wordt beleend met het leengoed genaamd van Alphen, groot 24 bunder, gelegen bij St.-Joost onder Echt, eerder in leen gehouden door Herman van Eynenborch. Reiner en Johan Mutsel houden hiervan 1/3 deel in leen.

Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 84.

 

 

1484

5 januari 1484

ROERMOND - Overleden: Gerardus Byns, burger te Roermond, gehuwd met Berte.

GA Roermond, Memories H. Geest, p. 91 (Res Gestae).

 

4 april 1484

"op sent Ambrosius dach des helighen bisscops"

SWALMEN ‑ De prior en het convent van de Reguliere kanunniken van het St.-Hieronymusklooster te Roermond verklaren, dat Dirck Clompenmekers aan hun convent een jaarlijkse cijns van 15 overlandse Rijnse guldens moet betalen, welke cijns gevestigd is op de hoeve van voornoemde Dirk in het gericht van Swalmen gelegen, en die vroeger toebehoorde aan wijlen Godert van der Masen. Daar de termijn van aflossing sinds 30 november l.l. verstreken is, staat het convent toe, dat deze termijn gedurende 5 jaar verlengd wordt, zodat de aflossing daarin alsnog zal mogen geschieden, mits betalende in hoofdsom 300 overlandse Rijnse guldens.

RHCL Maastricht, Archief van de H. Hieronymus der reguliere Kanunniken van de H. Augustinuscongregatie van Windesheim te Roermond, magazijnlijst nr. 10 (Kleinene archieven van kloosters en stichtingen); G. van Bree: Res Gestae I, nr. 1402.

Betreft Baxhof. Zie 30-5-1477, 20-4-1478, 1-5-1537 en 1560, z.d.

 

24 april 1484

"dess neesten daichs nae sent Jorisdaigh martelair"

ROERMOND ‑ Arnolt Neutkens, richter, Johan Hillen de Jonge en Robijn van Swalmen, schepenen te Roermond, verklaren dat Wyllem Passert (elders: Passart) een huis achter de Cloisterwant gelegen tussen de erven van kopers en verkopers, heeft verkocht aan Katheryne Verckens en haar kinderen, onder voorwaarde dat koper een erfrente van 2 Rijnsguldens aan de armen te Roermond ten laste van dit huis voor zijn rekening neemt.

GA Roermond, Oud Archief, inv.nr. 1624, fol. XIIIIvs; regest nr. 813.

 

11 juli 1484

HINSBECK ‑ Reiner van Holthusen, heer te Crieckenbeeck; Peter van Eggeroede; juffrouw Emont, echtgenote van Steven van Egeren; en Fije van Holthusen, weduwe van Arnt van Buren, als erfgenamen van Marie Collarts, worden beleend met de hof In genen Winckel te Hensbeke gelegen.

Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen, Overkwartier, blz. 70.

Zie 14-10-1473 en 28-8-1522.

 

22 juli 1484

HINSBECK ‑ Reynalt van Holthausen wordt beleend met de hof in genen Winckel in het kerspel Hinsbeck gelegen.

Schaesberg-Krieckenbeck: Urk. 71.

 

9 augustus 1484

GREFRATH ‑ De broers Johan en Karl Spede dragen hun leenhoven te Haerbeck, genaamd op ten Wier, in het kerspel Grevenrode, over aan Arnt en Sophia van Wachtendonck.

Schaesberg-Tannheim (II): Urk. 1279.

 

1484, z.d.

ECHT ‑ Willem van Vlodrop wordt na overdracht door Evert van Wilderade beleend met diens gedeelte van het leengoed genaamd van Besel onder Echt gelegen.

Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 84.

 

1484, z.d.

TEGELEN - Hoeve de Drumsel, groot 40 morgen, is eigendom van juffrouw Fey van Holthuysen.

Driessen, Tegelen blz. 112.

 

1484, z.d.

MONTFORT - Gerairt van Wilderaide, als voogd van zijn echtgenote, eist van Heynken Meykens een goed terug dat heeft toebehoord aan de ouders van zijn vrouw en op haar zou zijn verstorven. Heynken stelt dat hij het goed in erfpacht heeft ontvangen van heer Derick, zoon van Henne Luyten.

Gerairt roept Johan Heylwigen en "den clocker" op als getuigen, maar laatstgenoemde is inmiddels overleden. Johan Heylwigen verklaart dat hij getuige is geweest toen Heyne Hazen en zijn vrouw, waarvan Gerairt als voogd van zijn echtgenote erfgenaam is, het goed hebben verkocht aan Henne Luyten, de vader van heer Derick. Derick's ouders hebben het goed daarna jarenlang in bezit gehad, maar of de overdracht volgens landrecht heeft plaatsgevonden, is hem niet bekend. Nadat de moeder van heer Derick is overleden, is Henne Luyten nog tweemaal gehuwd geweest en is hij eigenaar gebleven. Drie getuigen verklaren dat zij zich niet herinneren dat de overdracht in de kerk is aangekondigd of voor schepenen heeft plaatsgevonden, hetgeen door de schepenbank zelf wordt bevestigd.

Op verzoek van Heynken Meykens verklaart de schepenbank dat heer Derick het goed na het overlijden van Henne Luyten als erfgenaam heeft ontvangen en daarna 7 of 8 jaar in bezit heeft gehad, waarna hij het in erfpacht heeft gegeven aan de gedaagde.

Het hoofdgerecht te Roermond wijst de vordering van Gerairt van Wilderaide af.

T. Janssen de Limpens: Geldersche wyssenissen van het hoofdgerecht te Roermond 1459-1487, blz. 318-319. Utrecht, 1953.

 

z.d., 1484 of later

SWALMEN - De pater van de Regulieren vordert tegen Henne Michels van Leuwen een verbod om over het erf te rijden van de hoeve te Zwalmen die eigendom is van de Regulieren. Gedaagde stelt dat hij en zijn ouders plus andere naburen reeds langer dan 50 jaar gebruik maken van deze weg, die volgens hem een nabuurweg is. De pater hoopt dat dit gebruik niet is gebaseerd op recht maar slechts uit nabuurschap wordt gedoogd, omdat de inwoners van Leuwen in een andere heerlijkheid wonen en niet onder de schepenbank van Zwalmen ressorteren. Vijf of zes getuigen hebben verklaard dat enkele inwoners van Leuwen over de hof wilden rijden maar hier hebben moeten keren; zij weten echter niet of dit terecht is gebeurd.

De pachter heeft verklaard dat hij tegen het rijden door inwoners van Leuwen over het erf heeft geprotesteerd, waarop die van Leuwen vroegen waarmee hij zich bemoeide; zij moesten hiervoor ook diensten doen voor het klooster. Tevens verklaart hij dat het veehek ("valderen") van de hoeve vroeger gesloten was, maar dat die van Leuwen het hebben opgetild, door zijn gereden, en het hebben teruggehangen. Toen de pachter hierover zijn beklag deed, zeiden die van Leuwen dat hij niet moest klagen omdat hij immers geen schade had geleden.

Op verzoek van Henne Michels verklaren zes of zeven getuigen, waarvan één 50 jaar en de anderen 40 en 30 jaar, dat zij vaker hebben gezien dat die van Leuwen over de hof voeren, maar zij weten niet of zij hiertoe recht hadden. Een vrouw getuigt dat zij en haar man meer dan 60 jaar op de hoeve hebben gewoond en dat die van Leuwen altijd over de hof hebben gevaren en nooit zijn omgekeerd. Vier schepenen van Zwalmen hebben getuigd dat zij vaak hebben gezien dat die van Leuwen over de hof voeren maar ook zij weten niet of dit ook mocht.

Het hoofdgerecht te Roermond draagt de pater op om zelf te bewijzen dat Henne niet gerechtigd is om over de hoeve te rijden.

T. Janssen de Limpens: Geldersche wyssenissen van het hoofdgerecht te Roermond 1459-1487, blz. 334-335. Utrecht, 1953.

Betreft vermoedelijk Schaerbroek of de hof op Graet, sinds respektievelijk 1461 en 1471 eigendom van het Reguliere klooster St.-Hieronymus te Roermond.

 

z.d., 1484 of later

ARCEN - Seger van Loen, als man en voogd van Geertrude (van Bueren), dochter van wijlen Willem van Bueren, vordert van zijn zwager Johan van Bueren het 1/3 deel van het goed dat is nagelaten door zijn schoonvader, alsmede het aan zijn vrouw toekomend erfgoed. Hij beroept zich op een scheiding en deling die de heer van Arssen en zijn zonen ten overstaan van diverse getuigen zouden hebben getroffen tussen klagers zwager Johan van Bueren en Kathryne, de moeder van klagers echtgenote. Daarnaast voert hij een akte van huwelijkse voorwaarden aan als bewijsstuk.

Johan van Bueren antwoordt dat in de huwelijksvoorwaarden van Seger van Loen is bepaald dat deze, als hij weer mee wilde erven van de nalatenschap van Willem van Bueren, hij eerst alle goederen weer moest inbrengen die hij bij het huwelijk had verkregen. Seger heeft verzuimd om dit binnen jaar en dag na het overlijden van Willem te doen, zodat hij volgens Johan van Bueren niets meer te vorderen heeft.

Op verzoek van Seger van Loen verklaren de heer van Arssen, Wynant Roelman en diens zoon Derick, Johan Hoen van den Broicke en Daem in ghen Huls, dat zij als getuigen aanwezig zijn geweest bij de scheiding en deling tussen Johan van Bueren en diens moeder Kathryne.

Het hoofdgerecht bepaalt dat Seger nog niet te laat is om de volgens huwelijksvoorwaarden verkregen goederen weer in te brengen en vervolgens mee te delen, daar de vruchtgebruikster nog leeft.

T. Janssen de Limpens: Geldersche wyssenissen van het hoofdgerecht te Roermond 1459-1487, blz. 347-349. Utrecht, 1953.

 

z.d., 1484 of later

SWALMEN - Steven Kapen, als voogd van zijn vader Johan Kapen, vordert van Leonart Jester een (laat)goed terug dat afkomstig is van een zekere Philips, die dit goed als vruchtgebruiker in gebruik had. De gedaagde beweert dat hij nader verwant is aan Philips dan Steven.

Op verzoek van Steven verklaren Thys Kremer en Sybe Kremer dat zij getuige zijn geweest bij de verzoening aangaande een doodslag van iemand genaamd Kytsken, welke verzoening heeft plaatsgevonden in het klooster van de Minderbroeders te Ruremunde. Johan Kapen heeft toen als verwante de "zwone" en het bijbehorende bedrag ontvangen en heeft een gedeelte van dit bedrag aan Huybken gegeven, de vader van Leonart. Omdat deze Huybken inmiddels overleden is hoopt Steven dat hij, als voogd van zijn vader, nader verwant is aan Philips.

Op verzoek van Leonart verklaren richter en schepenen dat Leonart aan vruchtgebruik Philips op diens sterfbed had gevraagd of hij wist wie het goed moest erven. Deze had geantwoord dat hij hierover niet kon oordelen omdat hij het goed bij het overlijden van zijn vrouw had overgedragen aan haar broers. Philips heeft gezegd dat hij niemand wist die nader verwant zou zijn dan Leonart. Deze verklaring wordt bevestigd door de pastoor en de koster, die eveneens getuige zijn geweest.

Jhelis Krompvoet en diverse vrouwen hebben getuigd dat Huybken, de vader van Leonart, bij de verzoening van voornoemde doodslag de "voetfall" in ontvangst heeft genomen, de dader in de armen heeft genomen en hem op zijn wang ("kynnebacke") heeft gekust; pas hierna is Johan Kapen verschenen. Zij hebben nooit anders gehoord of Leonart zou de naaste erfgenaam zijn van het goed.

Het hoofdgerecht te Roermond draagt Leonart Jester op om zelf nader te bewijzen dat hij een nader erfgenaam is dan Steven Kapen en diens vader.

T. Janssen de Limpens: Geldersche wyssenissen van het hoofdgerecht te Roermond 1459-1487, blz. 349-350. Utrecht, 1953.

 

maandag ... april, z.j., circa 1484 ?

"des maenendaghs nae den heiligen Palmtagh"

SWALMEN ‑ Adolph, jonggraaf ("jungh greve") tot Nassau, maarschalk etc, oorkondt dat de steden, Ridderschap en onderdanen van het Kwartier van Ruremunde een pondschatting hebben overgedragen aan Maximilian, aartshertog van Oostenrijk, Bourgondië, Brabant en Gelre, die zij van diens eerste inkomst verschuldigd waren.

De onderdanen van Swalmen hebben hiervoor in de plaats een zeker bedrag aan munten gegeven aangezien zij schatvrij zouden zijn.

Namens de hertog oorkondt Adolph van Nassau dat zij hiermee het bedrag hebben voldaan dat gelijk staat aan de pondschatting die de andere onderdanen in het land van Gelre aan de hertog hebben afgedragen bij zijn inkomst.

GA Roermond, Handschriften inv.nr. 15: Cartularium Schenck van Nydeggen, fol. 10.

Zie 18-3-1483. Zie ook R. van Schaïk: Belasting, bevolking en bezit in Gelre en Zutphen (1350-1550), blz. 67. Hilversum 1987.

 

 

1485

15 maart 1485

VENLO ‑ 

-   Hector Villayn, echtgenoot van Baetzen Vynck;

-   Derrick van Meenss;

-   Evard van Holtmuelen, echtgenoot van Seveth van Meenss (dochter van Baetzen voornoemd);

-   Wolter Seman, echtgenoot van Cristijnen Vynck;

-   Zander Vynck, leekbroeder in Sint Elisabeth;

-   Mery Vynck;

-   en Pauwels van Lomme als intestaat erfgenaam van zijn moeder Alvard Vynck zaliger;

oorkonden dat zij met goedvinden van familie en vrienden, met name

-   Johan Vynck, pater In der Weijden te Venlo;

-   Goeter van Kessel genaamd Roffaert;

-   Arnt Vynck, zoon van Zander;

-   Johan Seman, vader van Wolter voornoemd;

-   en Arnt Dailen;

scheiding en deling zijn aangegaan van goederen nagelaten door Johan Vynck en Seveth, echtelieden.

Broeder Zander Vynck in St.-Elisabethsdal ontvangt het huis op de Lomstraat, de "hollenschen camp" op de koolhof gelegen In der Weijden, alsmede enige rechten waaronder een rente op de tiende te Maasbree.

RHCL Maastricht, Klooster St.-Elisabethsdal te Nunhem, inv.nr. 492; regest nr. 78.

Zie 27-3-1480. Akte noemt mogelijk goederen of rechten in Beesel.

 

28 maart 1485

SWALMEN ‑ Ten overstaan van het gericht van Swalmen neemt Isabella van Oest, dochter van Derick van Oest, 6 bunder land en hooiland in pacht van (haar halfbroer) Dirck van Oest, bastaardzoon van Derick, voor 6 malder en 6 kop rogge jaarlijks.

Schloß Haag: inv.nr. 4231.

 

23 augustus 1485

VENLO ‑ Peter Houfft de oude, Ludolff Houfftman en Gerard Roffart, meesters van de broederschap van O.L. Vrouw te Venlo, bekennen dat zij van Billeken Bruyns, dochter van Cornelis, 100 gulden hebben ontvangen.

GA Venlo, Inventaris van de Archieven van de provisoren van de Tafel van de H.Geest; van het Bureau de Bienfaissance en het R.K. Armenbestuur te Venlo, inv.nr. 116.

Ludolf Houfftman was (mede?)eigenaar van een hoeve te Beesel-Leeuwen, vermoedelijk voorloper van hoeve de Zang.

 

20 september 1485

ROERMOND - Vermelding van:

-   Hille Moesberg, weduwe van Thijs Pusters;

-   Tuele Moesberg van Venray, als momber van Kathrijne Moesberg;

-   Weinandt Pijll van Herkenbosch gehuwd met Trine Moesberg;

-   Clare van Moesberg.

GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv.nr. 310, fol. 1 (Res Gestae).

 

22 december 1485

in ’t jaer ons Heren dusent vierhondertendevijfendetachtentich des anderen daichs nae sint Thomasdach apostell
Deken en kapittel van de H. Geestkerk te Roermond verklaren dat zij Willem van Vlodrop, ridder, erfvoogd te Roermond, en Cecilie van Elderen hebben toegestaan om te allen tijde met tweehonderd Rijnse gulden de rente van twaalf Rijnse gulden te mogen aflossen die zij ten laste van de hof te Asselt hadden verkocht.

RHCL Maastricht, Archief van het Kapittel van de H. Petrus te Sint Odiliënberg, sinds 1361 Kapittel van de H. Geest te Roermond, sinds 1569 Kathedraal Kapittel, inv.nr.322, eenvoudig afschrift op papier; regest 261.

 

27 december 1485

in ’t jair ons Heren dusent vierhondertsessendetachtentich op sent Johansdach apostoli et evangeliste

Johan Hillen en Lambrecht Pijll, schepenen te Roermond, verklaren dat Wilhem van Vlodrop, ridder, erfvoogd te Roermond, en Cecilia van Elderen al hun goederen tot onderpand hebben gesteld voor de betaling van een rente van twaalf Rijnse gulden die zij blijkens een schepenakte van Swalmen aan het kapittel van de H. Geest ten laste van de hof te Asselt hebben verkocht.
Medebezegelaars: Willem van Vlodrop, Cecilia van Elderen en Johan van Vlodrop, hun zoon.

RHCL Maastricht, Archief van het Kapittel van de H. Petrus te Sint Odiliënberg, sinds 1361 Kapittel van de H. Geest te Roermond, sinds 1569 Kathedraal Kapittel, inv.nr.255, origineel op perkament met 1 zegel; regest 262.

 

1485, z.d.

SWALMEN ‑ Dirck Tesser ontvangt het kluppelleen dat Gerrit Bijn vóór hem in leen had, te verheergewaden met de eerste jaarscharen; een jaerschaer voor het heergewaad, "so veel dat leen een jaer doen mag ende weert is".

Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen, Overkwartier, blz. 106-107.

Kennelijk bedraagt het heergewaad een jaaropbrengst. Zie 21-1-1474 en 1578, z.d.

 

1485, z.d.

BEESEL-LEEUWEN ‑ Gerrit die Grote, als erfgenaam van zijn vader Gerrit, wordt beleend met het leengoed de Schei te Beesel-Leeuwen.

Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 103.

Zie 1479, z.d. en 1515, z.d.

 

 

1486

10 januari 1486

ROERMOND - Vermelding van Heynrick Ghijsen den Scroder gehuwd met Trude van Kruchten, beiden wonend te Roermond.

GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv.nr. 310, fol. 2-2vs (Res Gestae).

 

woensdag 11 januari 1486

"des godesdage na Derthien dach"

ROERMOND - Akte van schadeloosstelling van Wilhem van Vloedorpe, erfvoogd van Roermond, ten behoeve van Emont van Baerle.

RHCL Maastricht, Familiearchief Scheres-d'Olne, inv.nr. 673; charter.

Zie 16-1-1477 en 30-4-1482.

 

29 januari 1486

GRAVE - Cornelis van Berghen, ridder, raadsheer en kamerling van de Rooms koning, als stadhouder van Cuyckse lenen, oorkondt dat leenman Evert van Wildenraede Dericss(oon) afstand heeft gedaan van de hof te Oeij met de heerlijkheid en alle toebehoren binnen het kerspel van Broickhuysenvorst gelegen, waarvan hij de oude leenbrief heeft teruggegeven. Op verzoek van Evert voornoemd wordt Seger van Bruyckhuysen Michielss(oon) beleend met hof, heerlijkheid en met de oude brieven, ten Cuyckse rechten te verheergewaden, waarna Seger de eed van hulde heeft afgelegd. De akte wordt mede bezegeld door de getuigende leenmannen Jan van Eyl Mathijss(oon), heer van Geisteren, en Willem van Aken.

RA Noord-Brabant, Archief Leenhof van Cuyck, inv.nr. 9, folio 60.

Zie 25-4-1449; vgl. 29-1-1487. Met dank aan M. Flokstra.

 

4 februari 1486

ROERMOND - Wendel Byns, begijn, draagt de erfrechten die zij zal hebben voor 600 rijnse guldens, te betalen op 22 februari, over aan haar broer Robijn van Zwalmen.

GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv.nr. 310, fol. 3vs (Res Gestae).

 

24 februari, z.d. (tussen 1480 en 1486)

"Obijt Theodoricus de Oost, pater Wilhelme et Johanne de Oost, priorisse, sororum, monstrarum commonialium."

Publications etc., 13 (1876), blz. 192; Necrologium Munster te Roermond.

 

8 maart (1486)

Z.P. - "Obijt Aleydis de Eggenraede, mater Wilhelme et Joanne de Oost, priorisse, sororum, nostrarum commonialium, de qua habuimus mappam altarium."

Publications etc., 13 (1876), blz. 196; Necrologium Munster te Roermond.

Jaartal volgens Ramakers blz. 137.

 

31 maart 1486

ROERMOND - Thijs Granners? de bakker en Stijne, echtelieden, verkopen een huis te Roermond aan Seetze van Brede en Margriet van Asselt, ook echtelieden.

GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv.nr. 310, fol. 5vs (Res Gestae).

 

23 april 1486

VENRATH - Gort van Beeck, zoon van Elisabeth van Kessel (en Godart van Beeck), is momber voor zijn minderjarige broers Wilhelm, Seger en Lenart van Beeck.

K. Mackes: Erkelenzer Börde und Niersquellengebiet. Mönchengladbach, 1985, blz. 190; Archiv von Spee, Heltorf, D5, 5.

 

21 mei 1486

ROERMOND - Johannes Poirtkens en Derick van Oist, bastaardzoon van wijlen Dederic van Oist, waren 34 bescheiden gouden rijnse guldens, de helft te betalen op Lichtmis a.s. en te halfvasten eerstkomend, schuldig aan jonkvrouw Van Eijll, kelnerin in O.L.V. Munster, ten behoeve van de kelnerij van het munster. Bij verzuim zouden zij te Roermond in leisting komen. Ze hebben nu de som betaald.

GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv.nr. 310, fol. 6vs (Res Gestae).

Zie idem 30-6-1487.

 

16 juni 1486

ROERMOND - Jacob Tesser wordt vermeld als eigenaar van een huis over de brug aan de Roer gelegen.

GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv.nr. 310, fol. 7vs (Res Gestae).

 

maandag 5 juni 1486

"des maene dachs nae octaaf des heiligen Sacraments"

RONCKENSTEIN ‑ Engelbrecht van Holtmoelen en Ysebeel van Bouchout, echtelieden, oorkonden dat zij hun molen te Offenbeeck onder de parochiekerk ("onder der keerspel kerken") van Besel vererfpacht hebben aan Maes Lucken voor een jaarlijkse erfpacht van 2 malder rogge "den beste Beselre maeten" plus 2 penningen, jaarlijks te voldoen op St.-Andries, doch uiterlijk vóór mei daaraanvolgend. Maes Lucken en zijn erfgenamen zullen de molen verheergewaden met 10 stuivers. Heynrich van der Seis (?) en Jaen van der Linden zijn als leenmannen getuige van de belening.

De akte wordt bezegeld door Engelbrecht van Holtmuelen, Ysebeel van Bouchout en door Heynrich van Baerle, die zegelt op verzoek van de leenmannen die geen eigen zegel hebben.

RHCL Maastricht, Hof van Gelder te Roermond, Processen 1676 ( inv.nr. 337 procesnr. 1388). Afschrift of concept.

 

1 september 1486

"op sent Egidius dach abbatis"

BEESEL-LEEUWEN ‑ Schepenen, gemene kerkmeesters en gemene naburen van het kerspel Besel oorkonden, dat Johan van den Walssberch aan hun kerk een jaarlijkse erfpacht van 4½ malder rogge heeft geschonken ten behoeve van een wekelijkse mis en 6 jaargetijden in de kerk te Besel, te houden tot heil en troost van de zielen van hem, van zijn ouders en van zijn vrienden.

Zoals in het kerkregister is aangetekend, heeft hij onderpanden gesteld voor deze schenking, te weten zijn goed aan de Walssberch met huis en hoeve en een kleine weide ("een beentken"), gelegen bij de hof van Gerairt Groten; een kamp genaamd Eynen Boenre, gelegen naast de kamp van Gerairt Groten en met een korte zijde grenzend aan het zand; de Egels Camp, eveneens 1 bunder groot, gelegen bij de heide en het erf van Gerairt Groten; en een stuk land genaamd de Gheer, groot 2 morgen, gelegen in het Molenveld tussen de karreweg en de Molenwech.

Schepenen, kerkmeester en naburen beloven dat zij ten eeuwige dage op elke woensdag op het heilige Kruisaltaar in voornoemde kerk een mis zullen doen lezen met kaarsen en vereiste handelingen. Bovendien zal jaarlijks op de woensdag voorafgaand aan Maria Geboorte (8 september) een vigilie worden gehouden met gezongen nachtelijke gebeden. De priester die de wekelijkse missen op woensdag voorgaat, zal ook deze jaardienst zingen; daarnaast zullen drie andere priesters eveneens elk een zielmis lezen.

De priester voor de wekelijkse missen op woensdag zal betaald worden met 4 malder rogge; van het resterende halve malder zullen de pastoor en de koster (ieder?) 1 vat krijgen, waarvoor zij mee zulen zingen in de wekelijkse missen en in het vigilie. Het resterende gedeelte zal gebruikt worden om de 3 priester op de woensdag voorafgaand aan Maria Geboorte te betalen.

Mocht het voorkomen dat een woensdagse mis, een van de zes jaargetijden of een jaardienst niet of niet naar behoren wordt verzorgd, en wordt deze ingebrekeblijving niet binnen 14 dagen gecorrigeerd, dan mag Johan van den Walssberch of diens erfgenamen deze erfpacht van 4½ malder weer terugnemen en er vrij over beschikken.

Coenrairt Pijll, scholtis van Besel, zegelt namens de schepenen, kerkmeesters en naburen, die geen eigen zegel hebben.

RHCL Maastricht, Schepenbank Beesel en Belfeld, inv.nr. 415; charter.

 

woensdag 5 juli 1486

"auf Gonsdach nächst nach O.L.V. Visitationis"

WANKUM ‑ De weduwe Sophia von Holthausen geboren Van Bueren (?) beleent Goert Roffart Goerts zoon met de laten etc. gelegen binnen het kerspel Wankum op de Nette.

Schaesberg-Krieckenbeck: Urk. 101.

Betreft Van Bueren geboren Van Holthuysen.

 

23 september 1486

Z.P.- Huwelijkse voorwaarden tussen Arnold Schenck, zoon van Johan Schenck van Nydeggen, en Isabella van Oest, dochter van wijlen Derick van Oest.

Isabella van Oest brengt in het huwelijk o.a. kasteel Hillenraad, de molen te Swalmen, de pastorie en 12 keurmedige goederen, alsmede de tol te Asselt, verpand aan Jacob Tessers, en de Maasweerd, verpacht aan meerdere personen. Felicitas en Alverda van Oest, zussen van de bruid, krijgen inkomsten uit een boerderij te Bedburdyck (D), zolang (hun tante) de vrouwe van Rijkholt en (hun grootouders) Peter van Eggerade en Alphert nog leven; twee zussen die in het klooster zijn, ontvangen geld uit de tienden te Luttelforst (D). Na overlijden van tante en grootouders zal de hof te Bedburdyck worden gedeeld door ridder Werner van den Bongaert resp. de drie zussen Van Oest. De gravin van Schauenburg behoudt het vruchtgebruik van het huis Krudenburg (bij Wesel, eerder eigendom van Goswin Stecke). Na haar overlijden doen de drie zussen, als erfgenamen van hun vader en van hun tante, de vrouwe van Rijkholt, aanspraken op haar erfenis.

Arnt Schenck brengt in het huwelijk inkomsten uit de tienden te Vierlingsbeek. Na het overlijden van Arnts vader, ridder Johan Schenck, zullen de goederen buiten de de heerlijkheid Walbeck gelegen gedeeld worden tussen Arnt en zijn broer Otto. Otto heeft, als oudste zoon, de eerste keuze tussen huis en heerlijkheid Walbeck en huis en ambt Middelaar; Arnt zal tevreden zijn met het andere deel.

De akte bevat nog verdere bepalingen, o.a. gekoppeld aan eventuele kinderen uit dit huwelijk, en wordt mede bezegeld door familie en vrienden.

1.   “In den name der heyligher drievoldicheit is up dach datum diss brieffs eyn witlick hylick ind hylixvurwairdt  bededinght ind geslaten overmits vrunden ind magen ind hylixdedingsslude van beyden sijden mit namen hyr nae beschreven tusschen Arnt Schincken van

2.  Nydeggen heren Johan Schinck van Nydeggen soen ind jonffrou Ysabell zelige Dericks aldste dochter van Oest, in manieren ende vurwerden als hyr nae beschreven volght. In den yrsten sall Arnt Schinck vurss. die vurss. jonffrou Ysabeell van Oest tot eenre witliker echter huyss-

3.  vrouwen ind bedgenoet hebben, ind die selve jonffrou Ysabell sall ter rechter medegaven brengen ind hebben dat huys to Hillenraide mit sijnen alingen toe ind ingehoir mitten voirborcht ind begraven bepaette wellen ind grafften, mitter visscherijen ind bongaert bij ind

4.  omme dat vurss. huys Hillenrade van aldts gelegen. Item den hoff bynnen Hillenrade mit drieindtsoeventich bonre lants onder die ploch, noch twelff koey, acht peerde weyen mitter vetocht. Item die moelen to Swalmen gheweerdicht op vier soemeren rogge ter weken ind

5.  negen pont kruydts dess jairs. Item enen hoff to Beedberdyckt. Item die erfftael ain enen thiende to Luttelvorst. Item die pastorye to Swalmen. Item to Swalmen twelff kuermundige guede. Item den thijns van gelt kaern, haver, hoenre ind gantss die to Hillenrade vallende iss

6.  alle jair opten sonnendach neest nae sunte Martyn in den wynter ind op sunte Stephaens dach. Item den Toll to Assell die nu versat is aen Jacob Tessert. Item die Maessweert gelijck die nu verpacht is an Ghoeyen der halffman to Hillenrade sijn deel voir dertich

7.  gulden, an Johan Lemen (?) sijn deell voir derthien gulden, Rommolt Perthyns sijn deell negen gulden, an Henrick van Assell sijn deel eenindtwintich gulden, ind alle dese vurss. guede renthen thijnss mit oiren alingen toe ind ingehoir ind voirt mit aller haven, groit ind

8.  kleyn nu tot Hillenrade gehoerende dair bij toe blijven tot behoiff Arnts ind jonffrou Ysabeell vurss., egeen stucken off punten van desen vurss. uytgescheiden. Ind soe dan uyt desen vurss. gueden ind renthen tsestich golden Rijnss gulden versat sijn ind weder to loissen staen, is

9.  bevorwairt dat Arnt Schinck die een helfft van den vurss. versatten tsestich Rijnssche gulden opten yrsten termijn der loissen weder loissen sall ind die ander helfft over een jair dairnae to loissen, dairtoe sall Arnt Schinck vurss. loissen den Toll to Asselt gelijck

10.   die versat is an Jacob Tessert in demme alsoe verre dat men ander loissen der vurss. tsestich Rijnss gulden ind oick den Toll komen kan. Ind wes Arnt Schinck vurss. alsoe loissende wurdt, dat sall an hem ind sijnen erven komen ind blijven, ind nyet in enniger deylingen

11.   staen. Ind Arnt vurss. sall van stonden an dat huys to Hillenrade mitten vurss. gueden, renthen, thijnss ind pacht so dat mit sijnre toe ind ingehoir gelegen iss, ouch die vurss. have mit sijnre huyssvrouwen vurss. anfanghen ind die rustelick ind vredelick sonder yemants

12.   bekroen besitten ind gebruycken. Ind soe dan die vurss. jonffrou Van Oest noch twee weerlike onbestaedde susteren heefft, sall Arnt vurss. die twee gesusteren, tot vollesten oire twyer kledinge, enen hoff geheiten den hoff toe Beedberdyckt so lange jonffrou Ffelicitas

13.   vrouwe to Ryckollt ind Peter van Eggenrade mit sijnre huyssvrouwen Alphert noch in leven sijn, Ind dair toe noch twelff Rijnssche gulden current laten gebruken, ind geven ind nyet vorder. Mede is bevorwairt toe wat tijden die jonffrou van Ryckollt ind Peter van

14.   Eggenrade ind sijn huyssvrouwen vurss. alsoe affgegaen ind verstorven sijn, dat onsse lieve here Got lange verhueden will, so sall alssdan ind nyet eer die vurss. renthen ind guede thijnss ind pacht vurss. tot Hillenrade gehoerende mit allen sulcken versterff als den dryen

15.   susteren Van Oest vurss. avermits dode der jonffrou van Ryckollt ind oick Peter van Eggenrade ind sijnre huyssvrouwen vurss. ankomen mach, dair toe sullen die drye gesusteren Van Oest vurss. gelijck ter deylingen staen, uytgescheiden dat Arnt Schinck mit sijnre

16.   huyssvrouwen vurss. tot oiren vordell als een aldste dochter to voeren uyt behalden sall dat huys to Hillenrade mitten voirborcht ind begraven bepaette wellen ind grafften, mitter visscherijen ind bongaert, gelijck oir zelige vader Derick van Oest als een aldste soen hier

17.   voirmails dat  te vorens uyt behalden hefft ind ouch alsulcke have als Arnt ind sijnre huyssvrouwen in tijt der deylingen toebehoiren sall. Mede iss bededinght toe wat tijden dat in maten vurss. tot der deylingen koemt, soe wess ind soe voill Arnt vurss. mit sijnre huyss-

18.   vrouwen ther deylingen vallen sall, dat sall Arnt vurss. mit sijnre huyssvrouwen mogen nemen ind kyesen an den vurss. erven ind gueden, in ind tot Hillenrade gehoerende, ind off Arnt ind sijnre huysvrouwen ind oiren erven vurss. mere ther deylingen viele dan die vurss. guede

19.   tot Hillenrade gehoerende uytbrengen muchten, sall Arnt, sijn huyssvrouwen ind oiren erven vurss. moigen nemen ind kiesen an den vurss. ankomende guede wair oen des genuegen sall, brechte die vurss. deylingh ouch  myn yt, soldt men den anderen tween gesusteren wijsen in die guede

20.   tot Hillenrade gehoerende, so voill die deylinge myn beliep off anders dair sij des seker weren, die bewijsonge staen sall tot koer Arnts ind sijnre huyssvrouwen vurss. Mede sall alssdan den vurss. hoff to Beedber komen die eyn helfft an heren Werner van den Bongaert, ritter, sijnre

21.   huyssvrouwen ind oiren erven ind die ander helfft an den dryen gesusteren Van Oest vurss. ind oiren erven. Ind die vurss. twelff gulden sullen alssdan quyt sijn ind nyet ther deylingen staen. Ouch als dair noch twe gesusteren int kloester sijn dair men enen thienden oirre

22.   twyer leven lanck mede gegeven heefft, geheiten die thiende to Luttelvorst, dat die vurss. thiende nae dode der cloester jofferen vurss. mede in die vurss. deylinge komen ind staen sall. Ind soe als die greeffynne van Schouwenbergh dat huys to Krudenborch myt

23.   sijnen alingen toe ind ingehoir in tochten besitt, ind die vurss. gesusteren Van Oest na dode der vurss. greeffynnen van wegen oirs vaders zeliger ind oick mede van wegen der jonffrou van Ryckollt dairan gerechticht sijn sullen, ind wess dair van koemt sall tus-

24.   schen den drien gesusteren to gelijker deylingen staen. Item iss bevorwairt dat Peter van Eggenrade ind sijn huyssvrouwen vurss. van oiren erven ind gueden die sij nu hebben off hernamails krijgen moigen, rede ind onrede, nyet dair van uytgescheiden, die een helfft sall laten

25.   komen als he ind sijn huyssvruwen beyde nyet en sijn, aen zelige Dericks kynder van Oest als die drie weerlike susteren Van Oest ind oiren erven, ind die ander helfft sall laten komen an heren Werner van den Bongaert, sijnre huyssvrouwen ind oeren erven, Ind nyemans van ...

26.   sijden an oerre helfft die eyn voir den anderen ennich fordell te hebben forder dan yementz mit recht geboort. Item were oick saicke dat Arnt ind sijn huyssvouwen Ysabell van Oest na den willen Gaidts geboirt van oen beyden geschapen kregen ind oire ennich van

27.   Arnt off jonffrou Ysabeell alssdan afflivich wurde, so solde die gheboirte ind kynder vurss. in oirs vaders ind moeders stede staen, in oiren versterff wes oen aenversterven mucht mede ghelijck die vader ind moeder gedaen solden hebben ter deylingen gaen. Item off dair ennich

28.   scholt bevonden wurde tot twehondert Rijnssche gulden current dragen, ind nyet forder, die sall Arnt Schinck betalen, ind dair tegen sall Arnt ind sijn huyssvrouwen hebben alle gereyt guet ind scholt die men Derick van Oest zeliger gedachten schuldich  bleven iss. Ind off die

29.   scholt hoiger ind groter befonden wurdt dan twehondert currente gulden, sall Arnt vurss. verfanghen opten mynsten schaden he kan. Ind wanner die twee onmundige gesusteren nae luyd deser hylixvurwerden tot oire deylinge oirss guedts komen, sullen se dair van van

30.   hastell (?) ind bewijssliker schaden gelijck mit Arnt ind sijnre huyssvrouwen ind oiren erven dragen ind betalen. Item offt geboirdt dat Arnt voir sijnre huyssvrouwen afflivich wurde, sonder geboirte van oen beyden geschapen, so solde sijn huyssvrouwen sijns guets gebetert sijn ind in tuchten

31.   hebben, die twehondert gulden dess jairs die bewesen sijn an den thienden ind gueden to Vierlincksbeke die Arnt nu an sij brengen sall ind wanneer her Johan Schenck nyet en iss, sal men oir die tucht vurss. verbeteren mit vijfftich der selver gulden dess jairs ind off

32.   jonffrou Ysabeell Arntz huyssvrouwen voir Arnt afflivich wurde, so sall Arnt ther tochten besitten dat huys to Hillenrade gelick dat in der fordell voir verkleert is mit twehondert Rijnssche gulden uytten renthen tot Hillenrade gehoerende. Ind als die jonffrou van Ryckollt

33.   ind Peter van Eggenrade ind jonffrou Alphert sijn huyssvrouwen nyet en sijn, sal men Arnt sijn tucht vurss. verbeteren mit vijfftich gulden, maken tsamen derdehalffhondert gulden, voir welke derdehalffhondert gulden tochts Arnt gewesen sall wesen an dat huys te Hillen-

34.   rade mit sijnen alingen erven, gueden, thijnss pechten toe ind ingehoir, nyet dairvan uytgescheiden. Item alle huyssrait dat desen drien gesusteren Van Oest van der jonffrou van Ryckollt ind Peter van Eggenrade ind sijnre huyssvrouwen vurss. ankomen sall, sullen die twee

35.   onmundige susteren Van Oest hebben ind nyet Arnt ind sijn huyssvrouwen. Item hier tegen sall Arnt Schinck vurss. van stunt an die vurss. jonffrouwen Ysabeell brengen tweehondert gulden tsiaers die bewesen sijn aen den thienden ind gueden to Vierlincksbeke ind die to

36.   behalden so lange sijn vader heren Johan Schinck, ritter, in leven were. Ind als her Johan vurss. na den willen Gaidts affgegaen ind verstorven sall sijn, alssdan sall Arnt Schinck mit sijnen brueder Ot Schincken gelijck ther deylinghen gaen, in sulcker mathen dat men alle erff

37.   ind guede gelegen buten der heerlicheit van Walbeeck, ind nyet tot Middeler en Hoeren, heren Johan Schinck toegehoerende, zementlicken nyet uytgescheiden, gelijck van den anderen deylen sall, to verstaen dat dat huys mitter heerlicheit van Walbeeck ind die guede die

38.   dair in ghelegen sijn tegen dat huys ind ampt to Middeler mit sijnen toe ind ingehoir geweerdicht sijn sall ind blijven. Ind off dat huys, ambt ind renthen to Middeler geloest wurde, so solde dat gelt dairvan komende vallen an den ghenen dair dat huys ind ampt

39.   van Middeler an gedeylt sall werden. Ind die een helfft van den vurss. nagelaten gueden sall blijven an dat huys to Walbeeck ind die ander helfft an dat huys to Middeler. Ind soe Ot Schink dan heren Johans aldste soen iss, sall hij als een aldste soen den koer

40.   hebben, bij wat huys ind helfft hij van den vurss. nagelaten gueden alssdan blijven will. Ind so wat huys ind helffte gelijck vurss. steet Ot alss dan kyesende wurdt, dair mede sall Arnt, sijn huyssvrouwe ind oiren erven to vreden sijn. Item iss mede bededinght off

41.   zaick were dat Arnt Schinck vurss. afflivich wurde en die vurss. jonffrou Van Oest sijn huyssvrouwen sonder echte blijvende geboirte van oen beyden gheschapen, soe soldt Arnt Schinck erven op Ot Schincken sijnen brueder ind sijnen erven ind nyet op sijnen vader

42.   off he alssdan waell in leven were, beheltlicken der jonffrouwen sijnre huyssvrouwen oirre tucht als vurss. is. Item iss mede bededinght dat Ot ind Arnt Schinck gebruederen als heren Johan Schinck, ritter, oiren vader, nyet en iss, inbrengen sullen alsulck erffftaill ind guet

43.   als oiren vader oen bij sijnen leven gegeven hedde ind alle achtergelaten scholt heren Johans ons vaders vurss. gelijck to betalen, worde oick heren Johan Schinck, ritter, oiren vader vurss. bij sijnen leven testament makende tot soe voell alss een jare renthe van sijnen guede

44.   draghen mucht, sullen Ot ind Arnt gebruederen sonder weygeringe dair in to doen, gelijck betalen. Oick synt vurwerden soe wat renthen dat Arnt Schinck loissende wurdt die uyt Hillenrade versat sijn, idsij den Toll to Asselt, die tsestich golden Rijnssche gulden

45.   siaeirs off anders, dat erffgenamen Dericks van Oest zelige dair erffloess an weren loissen moigen, in dien Arnt Schinck sonder echte gebuerte afflivich wurde. Mede iss bevorwairt soe alss die erven Maess van Oest zeliger gedachten mede van Hillenraide

46.   ghespraetten ind ghekomen sijn, offt dan zaick were dat die vurss. erven Maess van Oest tot ennigen tijtt mit recht om Hillenrade ind sijnen toebehoir ind gueden forderden ind wonnen, dat selve solden alssdan die drie gesusteren malckanderen gelijck helpen

47.   dragen. Were oick saick dat Arnt Schinck afflivich wurde eir jonfrou Ysabeell vurss. ind geboirte van oen beyden geschapen achter lieten ind die kynder ind die gebuerte dan sonder echte geboirte afflivich wurde eir jonffrou Ysabeell oire moeder vurss., so solden die

48.   kynder erven up Arnt Schincken erven, soe wes Arnt aen jonffrou Ysabeell bracht hed, mit alsulcken angheloeften gueden als Arnt angeloift heefft als vurss. steet, ind dess gelijken off jonffrou Ysabeell afflivich wurde eir Arnt vurss. ind erven van oen beiden geschapen

49.   achter lieten ind die kynder dan sonder echte gebuerte afflivich wurden, eir Arnt oiren vader, solden sij alssdan erven op jonffrou Ysabeels erven, beheltlicken Arnt ind jonffrou Ysabeell, wye van oen beyden levendich bleve, sijnre tucht gelijck dat allet vursscreven

50.   steet. Mede iss bevorwairt offt zaick were dat Arnt ind sijn huyssvrouwen vurss. ennich guet, idt were reet off onreedt guet, anworven ind sij dan beyde sonder echte ghebuert van oen beyden geschapen afflivich wurden, so solde dat angheworven guet vurss. to

51.   beyden tsijden even komen ind vallen, ten weer saicke dat sij dat bij oire twyer leven anders ordinnerden. Oick so sullen dese onmundighe gesusteren Van Oest tot oiren mundigen dagen desen hylixbrieff mit enen transfixbrieff mit oiren segelen besegelen

52.   bestedigen, confirmeren ind voir oen ind oeren erven gelaven to halden. Alle dese punten ind hylixvurwerden sementlick ind eyn ytlick bijsunder als vurss. is, hebben wij Johan Schinck van Nydeggen, ritter, here tot Walbeeck, Arnt ind Ot Schinck gebruedere,

53.   heren Johans soenen vurss. ind Wilhem van Schoenauwe van eenre, ind Peter Tusschenbroick die men noemt van Eggenrade, Ysabeell van Oest, Ffelicitas van Oest geheiten Van Vloedorp, wedue vrouwe to Ryckollt, Werner van den Bongaert, ritter, Reyner van

54.   Holthuysen, nu ter tijt drost slandts van Kriekenbeke van der anderre sijden, sementlick ind elck van onss vurss. bijsonder gelaifft ind gelaven voir ons ind onsse erven vast, stede ind onverbrekelick to halden ind to vollentrecken ind hebben dairom tot enen vasten tughe

55.   ind sekerheit der wairheit onsse segele elck voir ons vurss. an desen apenen brieff gehangen. Ind om merere ghetuge ind sekerheit alre punten ind  vurwerden vurss. heb ick Arnt Schinck vurss. gebeden Cristoffer van Wylaick, mijnen swager, Wynalt Schinck van

56.   Nydeggen, Engelbert van Brempt die Jonghe ind Johan Pyeck, ind ick Peter Tusschenbroick geheiten van Eggenrade heb gebeden als van wegen jonffrou Ysabeell van Oest dat mijnre dochter dochter iss, heren Robbert van Berch die men noemt Van Dorffendael, een here

57.   tot Sunte Cornelis Munster, Daem Speess van Bullussum ind Balden van Berch die men noemt Van Dorffendaell, dat sij oire segelen als vrunde, magen ind hylixdedingsslude hyr over onthaelt gebeden ind geroepen van beyden sijden an desen brieff hanghen willen,

58.   dat wij Cristoffer van Wylaick, Wynalt Schinck van Nydeggen, Engelbert van Brempt die Jonghe ind Johan Pyeck vurss. als van wegen ind om beden Arnt Schincken vurss., ons lieven swaghers ind guede vrunde, ind wij heren Robbert van Berch die

59.   men noemt Van Dorffendaell, Daem Spees van Bullussum ind Balden van Berch vurss. als vanwegen ende om beden Peter Tusschenbroicks als aldervader jonffrouwen Ysabeells van Oest vurss. bekennen als maghe, swegerlinghe ind vrunden, ind elck van ons bijsonder

60.   gheerne gedaen te hebben, ind hebben dairom malck onsse segele ther konden om deser vurss. beden wille an desen hylixbrieff gehangen. Gegeven int jair ons heren dusent vierhondert sessindtachtentich dess saterdagen neest nae Sunte Matheus dach apost. et evangeliste.”

Schloss Haag, inv.nr. 4426. Origineel op perkament. Dorso: ‘Houwelycx voorwaerde tuschen heer Arnold Schenck van Nidegen ende vroue Isabella van Oost ao 1486 in 9ber.’ Aan het vijfde zegel een transfixbrief door de zussen Felicitas en Alfert van Oest van dezelfde datum.
In hetzelfde dossier meerdere afschriften van deze akte, o.a. door G. Daemen, notaris te Roermond (z.d.) en een afschrift d.d. 14 december 1738. Tevens een verklaring d.d. 20 april 1704 door Jacob Hermans en Hendrick Honnen, schepenen te Afferden, dat een extract uit deze voorwaarden overeenkomt met het origineel.

De zussen Wilhelma en Johanna van Oest, dochters van Dirk van Oest en Aleid van Eggenrade, worden genoemd in het necrologium van het Munsterklooster te Roermond (zie 8-3-1486).

Uit dit huwelijk:

1.        Christoffel Schenck, Heer van Hillenraad, gesneuveld 1543 bij de Slag bij Düren. Tr. … 8-8-1528 met Anna van Vlodrop.

2.        Johan Schenck, Heer te Ophemert, drost te Middelaar, overl. … na januari 1556. Tr. 1) … 6-6-1549 met Isabella van Pieck van Isendoorn; 2) … met Johanna van Werdenburg.

3.        Maria Adelheid Schenck, overl. … 27-10-1530. Tr. … met Herman van Wachtendonck, drost van Cranenburg, die 1537 a1s Kleefs landmaarschalk de vereniging van de landen Kleef, Gulik en Marck ondertekende en 1540 voor hertog Willem als bruidswerver naar Johanna, Koningin van Navarra werd gezonden.

4.        Anna Schenck, religieuse en ziekenzuster in het klooster Maria Munster te Roermond, overl. …-3-1570.

5.        Ermgardis Schenck, geprofest bij de nonnen te Nijmegen, overl. … 25-4-...

6.        Theodoricus, lid van de Duitse Orde in Lijfland, overl. … 29-9-1550.

Zie ook H. Ferber, Geschichte Der Familie Schenk van Nydeggen; Adolf Steffens, Bijdragen tot de geschiedenis van Asselt en Swa1men in Publ. de la soc. hist. et arch. dans de duché Limbourg XXXI 1894, 279; M.J. Janssen, De pandheeren en drosten van Middelaar in Maasgouw (1900) 45. Verzijl.

 

23 september 1486

Z.P. - De zussen Felicitas en Alverda van Oest verklaren dat zij accoord gaan met de huwelijksvoorwaarden diezelfde dag opgemaakt tussen Arnt Schenck van Nydeggen en hun zus Isabella van Oest.

“Wyr Felicitas van Oest ind Alfert van Oest gesuesteren doen kont ind bekennen vur onss ind onsse

erven, soe een wetlich hylich overmytz den magen ind vrunden toe beyden sijden gerampt,

bededingt ind geslaten is tusschen den eerbaren Arnt Schynck van Nydeggen an eyne ind unss

liever suster Ysabell van Oest an dye ander sijde, bekennen wyr Felicitas ind Alfert vurgemelt dat

sulke bedenghde hylix vurwerden onss ganss ind alyngh lieff is ind waill toe willen was ind ys,

ind habben dairomme gelaifft ind gelaven vur onss ind onsen erven, sulke vurgemelte hilixvurwerden

nae inhalt des hilixbryffz dair desen onsen transfixbreyff doir gesteken is in allen punten

waer, vast, stede ind onverbrelick toe halden, toe doen ind toe vollentrecken, soe vuell des onss

off onssen erven antreffen mach off antreffende mach werden in ennygerleywijss, sonder  alle

argelyst ind hebben dyss toe oerkonde der rechter waerheyt malck onssen segel vur onss

ind onssen erven onder an desen transsefixbreyff gehangen. Gegeven in den jair onss heren

dusent vierhonder sessendtachtentich op saterdach nae synt Matheus dach evangelyst.”

Schloss Haag, inv.nr. 4426. Origineel op perkament; hoort als transfix bij huwelijksvoorwaarden van dezelfde datum.

 

1 oktober 1486

"op S Remijs dach"

ROERMOND - Willem van Vlodrop, erfvoogd etc., en zijn vrouw Cecilia van Hamel en van Elderen; hun zonen Gerart en Johan van Vlodrop, en hun dochter vrouwe van Groesbeeck.

RHCL Maastricht, Hof van Gelder te Roermond, Gerechtelijke stukken, Port. 328 (1599); eenvoudig afschrift op papier. Proces pastoor van het Begijnhof te Roermond tegen de voogd aldaar.

 

22 november 1486

Johan von Eyl enerzijds en Johann von dem Horrick met zijn vrouw Johanne von Eyl anderzijds, delen onder zich de nagelaten goederen van hun ouders Johan van Eyl, ridder, en Agnes von Dript. Hierbij krijgt Johan o.a. huis Gastendonck met toebehorende landerijen en inkomsten, en de andere partij krijgt o.a. landerijen en renten in de kerspelen Swalmen, Aspell, Melongen (Millingen) en Rheinberg.

Kreisarchiv Viersen te Kempen: A III 5 (Föhl) nr. 44. Bron: AR Inv.409 Reg. 340; met dank aan Marcel Dings.

 

z.d., 1486 of later

VENLO - Johan van Lomme, als voogd van zijn moeder, klaagt over Peter van Eggenray, Reyner van Holthusen en Steven van den Egeren naar aanleiding van een beslaglegging ("kommer"). Gebel van Holthuysen, de zus van Johans moeder, is krachtens huwelijkse voorwaarden getrouwd geweest met wijlen Reyner van Holthusen, waarbij werd bepaald dat Gebel 500 Arnhemse gulden zou inbrengen die door Reyner moesten worden belegd op onroerende goederen, die vervolgens zouden gelden gelijk de andere onroerende goederen die Gebel van haar ouders zou krijgen, zodat Reyner hiervan het vruchtgebruik zou hebben. Na diens overlijden zou het goed terugvallen aan de erfgenamen van voornoemde Gebel. Peter, Reyner en Steven hebben het goed nu in bezit genomen als erfgenamen van Reyner van Holthuysen, maar Johan van Lomme eist als voogd van zijn moeder, als erfgename van wijlen zijn tante Gebel, nu de 500 Arnhemse gulden die in de huwelijkse voorwaarden zijn overeengekomen.

Peter van Eggenray, Reyner van Holthuysen en Steven van den Eger antwoorden hierop dat zij deze huwelijkspenning niet hoeven te betalen. Als het bedrag is belegd op onroerend goed, dan zouden zij geen verder verweer voeren. Volgens de gedaagden is dat echter niet het geval en omdat Gebell na het overlijden van haar man Reyner, haar kinderen en kleinkinderen, 10 tot 12 jaar eigenaresse is geweest van alle roerende en onroerende goederen, tot aan haar overlijden, betreft het volgens hen een schuld die moet worden overgenomen door haar erfgenamen.

Het hoofdgerecht te Roermond bepaalt dat de vordering van Johan van Lomme als voogd van zijn moeder niet terecht is, omdat Gebel van Holthuysen na het overlijden van haar man Reyner ook deze schuld heeft geërfd en de huwelijkspenning had moeten beleggen. Kan Johan van Lomme bewijzen dat dit geld wèl belegd is, dan kan hij zich met succes op het beding van de huwelijksvoorwaarden kunnen beroepen.

T. Janssen de Limpens: Geldersche wyssenissen van het hoofdgerecht te Roermond 1459-1487, blz. 358-360. Utrecht, 1953.

Vgl. 9-8-1478.

 

1486, z.d. ?

SWALMEN - Boedelscheiding tussen Johan van Eijll en Johan van den Horrich, echtgenoot van Johanna van Eijll, van de nagelaten goederen hun (schoon)ouders Johan van Eijll, ridder, en Agnes van Dript, waaronder de hof te Wylre onder Swalmen.

Esther Koch: De kloosterpoort als sluitpost?

Bijbehorende diskette, bestand norbertinessenklooster Keizerbosch te Neer:

41. Eijll, Theoderica van, 1486, + wrsch. voor 1505, april 4

(Eeijll) In 1505 koopt het klooster Keizerbosch een rente van 1,5 malder rogge. Een malder zal besteed worden ten behoeve van de jaargetijde van Theoderica van Eijll, en een halve malder voor de jaargetijde van Jan van Middehovig (1). Waarschijnlijk is dat Theoderica voor de aankoop van deze rente reeds gestorven is.

Volgens de necrologia laat zij het klooster een malder rogge jaarlijks na en 70 gulden. De Munsterabdij van Roermond heeft zij twee gulden geschonken (2).

Zij is dochter van Johannes van Eijll en Agnes van Dript, die in 1440 zijn gehuwd (3) en zuster van Agnes van Eijll moniale in de Munsterabdij en Eva van Eijll moniale te Bedburg. Zij worden herdacht in het necrologium van de abdij te Roermond. Hun kinderen zijn: Johanna, geheten van den Horrich (gehuwd); Dirk; Eva, moniale in Bedburg; Theoderica, moniale in Keizerbosch; Johan; Agnes, moniale in de Munsterabdij, sterft in 1524; Maria, religieuze in Marienboom; Bernard, welke mogelijk in 1479 sterft (4). In de magescheid uit 1486 wordt nog Elisabeth religieuze in Hagenbusch genoemd (5).

In 1486 vindt er een boedelscheiding plaats tussen Johan van Eijll en Johan van den Horrich, echtgenoot van Johanna van Eijll, van de nagelaten goederen hun (schoon)ouders Johan van Eijll, ridder, en Agnes van Dript. Deze zijn in dat jaar of kort daarvoor overleden. Johan van Eijll en Johan van den Horrich verdelen al de onroerende goederen. Hierbij wordt bepaald dat Johan van Eijll zal hebben: het huis op Gastendonck met de voorburcht, de visserij, en alle toebehoor met de daarbij gelegen hoeve; lijfgewingoederen, cijnzen en pachtgoederen. Johan van den Horrich en zijn vrouw Johanna van Eijll ontvangen: het goed te Wijlre in de kerspel Swalmen met alle toebehoor, het goed Overrijn, met name de hof te Mollener, de hof te Avendoop met toebehoor, de slach geheten de Hettersche maat, waarvan aan Arnt Soelmergenswijf jaarlijks 6 gulden betaald moet worden, het zesde deel van de tienden in de Vynne, en het derde deel van de Buerenhoeve, het goed op de Bremegeist, de tijns binnen Meurs en 2 gulden. Voorts lijfgewingoederen, cijnzen en pachten. Van deze goederen zullen Johan van den Horrich en Johanna de `cloesterjonfferen' zusters van Johan en Johanna van Eijll een ieder de volgende jaarrenten betalen voor zo lang zij leven en niet langer: Eva, moniale te Bedburg ontvangt 12 currente gulden; Elisabeth te Hagenbusch 7,5 malder rogge, 2 vette ganzen en 5 hoenen; Derikje te Keizerbosch 10 malder rogge en Agnes te Roermond eveneens 10 malder rogge (6). Naar alle waarschijnlijkheid zijn de overige kinderen van Johan van Eijll en Agnes van Dript, Maria, Dirk en Bernard, die in het necrologium van Roermond worden genoemd in 1486 al overleden.

Zij is in ieder geval overleden wanneer in 1519 Agnes en haar zuster Eva van Eijll afstand doen van hun rechten op de Gastendonck (7).

Van Eijll is een minsterialengeslacht (8).

(1)       Cart.I, fol. 35r-36r, ook AAA, Sec. II, inv. no. 128, orig. oork d.d. 1505, april 4.

(2)      Necrol. I, fol. 29r, 19 dec; Necrol.II, fol. 89r, 19 dec; J.B. Sivré, Het necrologium van der adellijke abdij van O.L.Vr. Munster te Roermond, in: PSHAL, 13 (1876), pp. 169-280, 23 december.

(3)      RA Overijssel te Zwolle, Archief kasteel Rechteren, inv. no. 407.

(4)      Sivré, Necrologium Roermond, o.c., 23 december, 23 februari, 11 april, 8 mei, 11 mei, 17 mei, 19 mei, 13 juni, 17 juni, 28 juli.

(5)      RA Overijssel, Archief Kasteel Rechteren, inv. no. 409.

(6)      Ibid.

(7)      RA Overijssel, Archief kasteel Rechteren inv. no. 343.

(8)      Van Winter, AII, 21.

 

1486, z.d.

ROERMOND ‑ Steven van Venrade, hulder in plaats van Thijs Block, wordt (namens de stad Roermond) beleend met de gruit te Remund.

Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 65. Zie 16-10-1473 en 7-12-1570.

 

 

1487

29 januari 1487

Ten overstaan van de getuigende leenmannen Jan van Eyll en Willem van Aken doet Evert van Wildenrade Derics(oon) afstand van zijn leenrechten van de hof te Oeij met de heerlijkheid en alle toebehoren in het kerspel van Broeckhuysenvorst gelegen, waarna Zeger van Broickhuysen Michielssoen hiermee wordt beleend.

RA Noord-Brabant, Archief Leenhof van Cuyck, inv.nr. 9, folio 59; klad.

Het jaartal is waarschijnlijk onjuist; vergelijk 29-1-1486. Met dank aan Rinus Flokstra.

 

zondag 25 februari 1487

"op sonendach nae sint Catherinen dach"

SWALMEN ‑ Adolph graaf van Nassau, stadhouder van lenen, beleent Arnt Schenck van Nydeggen, heer te Hillenrath en diens vrouw, met het huis en de burcht Hillenraide en de heerlijkheid Swalmen, met het recht op het Elmpter Wald, met het veld Op dem Raet, met zijn "Graven" te Swalmen (die wijlen Derick von Oest van de hertog van Gelder had ontvangen), in tegenwoordigheid van Johan van Boedberg, erfmaarschalk, en Albert van Eylle, ridder.

Archief Schloss Haag, inv.nr. 2320.

RHCL Maastricht, Familie-archief Scheres d'Olne, inv.nr. 2355: handgeschreven inventaris Schloß Haag te Gelder 1805-1807, fol. 17.

 

23 juni 1487

ROERMOND - De prior en "gemeyne convent der canonicken regulieren sinte Jheronimus kloister" te Roermond verklaren, dat Heynrick van der Kraken hun verschuldigd is de som van 100 gulden, ieder van 20 stuiver, en hun daarvoor toegewezen heeft 5 gulden van 20 dier stuiver uit de 5 enkel bescheiden Rijngulden rente, welke hij beurt uit het huis van Dierick Clompenmeker, in de "scomekers strait", welke som hun bij testament door zijn broeder Lambert van der Kraken gelaten is "omme sijne memorie op vyf tiden des jaars te doin" en bekennen, dat zij die memoriën geregeld jaarlijks zullen houden "nae maniere" van hun orde en gewoonte van hun klooster.

RHCL, Aanwinsten 1927; Res Gestae III nr. 768.

Dirck Clompenmeker was eigenaar van de Baxhof te Swalmen.

 

29 juni 1487

SWALMEN ‑ Arnt Schenck van Nideggen wordt na het overlijden van Peter van Eggenrade beleend met de pondige Gelderse lenen de burcht te Hellenrade krachtens brief van huwelijkse voorwaarden en met de Alde Borch, behoudens het weduwerecht van joffer van Ryckelt.

Maasgouw 1880, blz. 209.

Zie 11-10-1477.

 

30 juni 1487

ROERMOND - Johannes Poirtkens en Derick van Oist, bastaardzoon van wijlen Dederic van Oist, waren 32? bescheiden gouden rijnse guldens, de helft te betalen op Lichtmis a.s. en te halfvasten eerstkomend, schuldig aan jonkvrouw Van Eijll, kelnerin in O.L.V. Munster, ten behoeve van de kelnerij van het munster. Bij verzuim zouden zij te Roermond in leisting komen. Ze hebben nu de som betaald.

GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv.nr. 310, fol. 17 (Res Gestae).

Zie idem 21-5-1486.

 

13 juli 1487

BEESEL-OUDDORP ‑ Conraet Pijll, scholtis van Montfort, Henric van der Masen, Gerart Slepken en de overige schepenen te Beesel, verklaren dat Jan Vinck, rector en pater van het klooster Maria Weide namens dit klooster, een huis in het dorp Beesel gelegen aan de straat die van Obroick komt, welk huis door Peter van der Masen de oude was geschonken aan het klooster, heeft overgedragen aan Sander Vincken Arentzson.

RHCL Maastricht, Maria Weide te Venlo, inv.nr. 39; voorheen magazijnlijst nr. 182; charter met zegel van Conraet Pijll.

 

7 augustus 1487

Akte van deling tussen de erfgenamen Schenck over de heerlijkheden Aerssen, Aefferden, Blijenbeck en Walbeck.

RHCL Maastricht, Dokumentatie D274: Inventaris van o.a. Bleijenbeek, Brempt, Hillenraad, nr. 59 ; depot onbekend (gedeelte verdwenen, vgl. ook Schloß Haag).

 

24 november 1487

PANHEEL / BAEXEM ‑ Ten overstaan van schepenen van Wessem, meier en laten van de dingbank te Panheel genaamd "in den Pasch" en voor schout en laten van de laatbank "tot ghen Neden" te Baexem, verkoopt Rut van den Eynde met toestemming van zijn echtgenote Mechtildis van Kessel een erfpacht van 20 malder rogge aan Henrich Kellener en diens echtgenote Elisabeth. De verkopers stellen tot onderpand de hof genaamd Groot Ensebroeck, 9 à 10 bunder land genaamd het Kopkensveld onder de laatbank "in ghen Neden", de tienden te Kelpen en 2 huizen en land te Wessem.

RHCL Maastricht, Familieacrhief de Meer d'Osen, inv.nr. 12; charter. Zie ook idem, inv.nr. 13 (19 maart 1491).

Zie 29 en 30 mei 1477.

 

2 december 1487

“op sonnendach nae Sanct Catherinen dach anno domini millesimo quadringentesimo octuagesimo septimo”

SWALMEN ‑ Adolf, Graaf van Nassau, stadhouder van lenen, beleent Arnt Schenck van Nydeggen met het huis en de burcht Hillenraad in de heerlijkheid Swalmen, met het recht op het Elmpterwoud, met de velden op den Raet en het Huis tot Swalmen.

Archief Schloss Haag, inv.nr. 2320; 18e eeuws afschrift - dorso “Relieff van t’huys Hillenrade ende heerlijckheydt Swalmen met alle hun toebehoor ende met recht op den Elmpterwalt etc. etc. de anno 1487”

“Wyr Adolff greve van Nassouwe, here tot Wiespadem, stadthelder generael uund van den leenen des landts van Gelre und der greveschap van Zutphen etc. dhoin kondt opentlich, dat op huyde datum s’brieffs tot ons koimen is und gebeden heifft dye eirbare Arnt Schenck van Nijddeggen, here to Hillenraide, dat wij hem van zijne uund zijner huysfrouwen wegen beleinen willen mit alsolicken herlicheyden uund guederen zo Derick van Oest selige van eynen hertoch voin Gelre entphangen unnd gedraigen hefft. So bekennen wij mit desen onssen open brieve, dat wij as stadthelder van denn leenen voirss. dem genanten Arnt von zijne uund zijner huysfrouwen wegenn mit desen hirnae beschreven herlicheyden uund guederen beleent hebben uund beleenen hon daermede in krafft s’brieffs, nemlichen mit dem huyse uund burch Hillenraide, mit der herlicheidt von Swalmen, mit dem rechte op Elmpterwalt, mit dem tobehoeren van Hillenraide unnd van oeren allen anderen rechten uund tobehoiren. Item mit dem velde geheyten op dem Raet mit zijnen tobehoiren uund mit zijnen huyse tot Zwalmen, uund mit eynen hoeffe gelegen voor dat vorgenoemde huyse, und soe heift die vorss. Arnt itzunt solche lehen van ons in stadt onss. allergnedigstem herenn des romischen konix entfangen, und dair over gewonlichen hulde und eyde gedaen, die gemelden leen getrouwelicken to verdienen, to vermannen / und to entfaen, so duck sich des noit geboeren sal, und allet dat darvan to doen dat eyne getrouwe leenman sijnen rechtenn leenheren van solicker leen wegen to doen schuldigh und pflichtich is; hirinne is uutgescheyden unns allergnedighsten heeren des romischen konix sijnen koniglicken majestaten mannen und eyns iglichen sijnes rechtes, und so sijne hiraver und ane gewesen dese nachbeschreven manne van leenen, namliche her Johann von Bodberg, erffmarschalck des landts van Gelre, und here Albert van Eijle, beyde ritter, urkunde dies brieffs mit onsen siegel versiegelt, und geven op sonnendach nae Sanct Catherinen dach anno domini millesimo quadringentesimo octuagesimo septimo - onderstont geschreven - hoc copia cum suo originali inviolabiter sigillata collationara  ad verbum […]tor ego, et erat signatum, libertus romer alias Pictoris pbr notarius publicus manu propria et sig. consueto - noch stondt hier onder geschreven - oick gecollationiert mit zijn rechte originael met eynen roeden uuthagenden zegel besegelt en concordiert mitt selven bij mij - en was ond. T. Roos”.

 

31 december 1487

"op Jaerssavont"

ROERMOND ‑ Aernolt Neutkens, richter, Thijs van den Grynde en Dederick Hyllen, schepenen te Roermond, verklaren dat Heynrick van Steghe met toestemming van zijn vrouw Heylwyghe van Osen een stuk land van ca. 5 morgen, gelegen achter de kapel van O.L.V. in 't Zand in de Oevelde tussen land van Derick Scholteden van Muggenbroick en Franck van Oeveren, met de korte zijden grenzend aan land van het gasthuis te Roermond en aan Wyllem van Muggenbroick, heeft verkocht aan Derick Scholteden en diens vrouw Heylicke Severyns.

Heynrick heeft het land geërfd van zijn broer Derick van Stege. Het goed is reeds belast met 2½ malder rogge en 1 sester gerst per jaar.

GA Roermond, Oud Archief, inv.nr. 1624, fol. XLVvs-XLVI; regest nr. 833. Getransfigeerd met akten van 31-12-1487 (regest nr. 834) en 26-2-1488 (regest nr. 838).

Voor Helwich van Osen vgl. 1472 (z.d.).

 

31 december 1487

"op Jaerssavontt"

ROERMOND ‑ Aernolt Neutkens, richter, Thys van den Grynde en Dederick Hillen, schepenen te Roermond, verklaren dat Heynrick van Steghe het goed, vermeld in de akte van 31 december 1487, heeft vrijgesteld van onderpand voor een erfrente van 7 Rijnsguldens die Sylle Koenetz ontving ten laste van 1/3 deel van het stenen huis dat wijlen Geraert van Stege toebehoorde, gelegen aan de Schoenmakerstraat op de hoek van de Steenweg. In plaats daarvan stelt Heynrick van Stege nu zijn recht en gedeelte van de molen genaamd de molen van Geraert van Stege, gelegen op de Roer boven de stadsvolmolen, als onderpand.

GA Roermond, Oud Archief, inv.nr. 1624, fol. XLVIvs-XLVII; regest nr. 834.

Geraert van Stege was eigenaar van een boerderij te Asselt. Zie 3-12-1464. Vgl. 28-11-1495 en 6-5-1496.

 

1487, z.d.

ECHT ‑ Willem van Vlodorp wordt na overdracht door Reiner Mutsel beleend met 1/3 deel van het leengoed genaamd Besel onder Echt gelegen.

Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 84.

 

1487, z.d.

ECHT ‑ Johan Mousel, als erfgenaam van zijn vader Willem, wordt beleend met het leengoed genaamd van Alphen, groot 24 bunder, gelegen bij St.-Joost onder Echt.

Na overdracht door Johan wordt Willem van Vlodorp, erfvoogd, hiermee beleend.

Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 84.

 

 

1488

9 mei 1488

ST.-ODILIËNBERG ‑ Eva van Brede, weduwe van Emont van Bairle, wordt beleend met de hof te Oeveren onder St.-Odiliënberg gelegen. Henrick Roes is haar hulder.

Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 71.

Zie 8-2-1474 en 1489 z.d.

 

8 maart 1488

ROERMOND - Vermelding Vullinck van Holtmolen de kistenmaker.

GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv.nr. 310, fol. 27 (Res Gestae).

 

8 maart 1488

ROERMOND - Sybrecht van Holtmolen en Heylwig van Broickhusen, echtelieden, verkopen twee huizen naast elkaar op de Swalmerstraat gelegen tussen de huizen van Jhelis Kremers en Gaidert Vogels, zoals Sybrecht die heeft geërfd van zijn ouders na deling met broers en zussen, aan zijn broer Henrick van Holtmolen, priester.

GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv.nr. 310, fol. 27vs (Res Gestae).

 

8 maart 1488

ROERMOND - Henrick van Holtmolen, priester, verkoopt een jaarrente van 3 rijnse gulden uit huis en erf op de Korte Dries gelegen tussen de huizen van Herbert van de Polle en Hellegont Hoift, losbaar binnen 6 jaar met 50 gelijke guldens, aan zijn broer Sybrecht van Holtmolen en diens echtgenote.

GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv.nr. 310, fol. 27vs (Res Gestae).

 

23 mei 1488

ROERMOND - Protocol van door betaling van gerechtskosten veroorkondende rechtshandelingen en verklaringen (o.a.):

-vonnis inzake Sybe Ruytsen van Assel.

GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv.nr. 20, fol. 30-31.

 

12 juni 1488

ROERMOND - Vermelding Heynrick Kellener en Lysabeth, echtelieden.

GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv.nr. 310, fol. 32.

 

27 juni 1488

SON ‑ Henricus, zoon van wijlen Godefridus de Meerlo ook genaamd Van den Hautart, draagt een grondrente van 4 overlandse rijnse gulden uit een grondrente van 54 gulden, die Wilhelmus de Rovere, zoon van wijlen Wilhelmus Brant Roevere, beloofd had te betalen aan Franco de Langel ten behoeve van Margarete, dochter van wijlen Wilhelmus Brant Rovere en weduwe van genoemde Godefridus en ten behoeve van hun kinderen Henricus en Wilhelmus Brant, gevestigd op de hoeve genaamd Ten Broick in de parochie Son, over aan Franco de Langel ten behoeve van het klooster Maria Weide.

Bezegelaars: Gerardus de Eyck en Godefridus Groetaert de Os, schepenen te 's-Hertogenbosch.

RHCL Maastricht, Maria Weide te Venlo, inv.nr. 152; charter.

 

29 juni 1488

ROERMOND - Johannes Poirtkens en Derick van Oist, bastaardzoon van wijlen Dederic van Oist, waren 34 bescheiden gouden rijnse guldens, de helft te betalen op Lichtmis a.s. en te halfvasten eerstkomend, schuldig aan jonkvrouw Van Eijll, kelnerin in O.L.V. Munster, ten behoeve van de kelnerij van het munster. Bij verzuim zouden zij te Roermond in leisting komen. Ze hebben nu de som betaald.

GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv.nr. 310, fol. 32.

Zie idem 30-6-1487.

 

24 juli 1488

WANKUM / GREFRATH ‑ Cornelia Spede van Langevelt, weduwe van Tyelman van Kessel, als erfgename van wijlen haar vader Johan, wordt beleend met het hofje op de Boenhoff in het kerspel Wanchem en met het goed genaamd Heethusen in het kerspel Greefrade. Hierbij wordt bepaald dat het leen zal vererven op eventuele kinderen uit haar aanstaande huwelijk met Goert Vinck, die zij tot vruchtgebruiker benoemt. Mochten er geen kinderen komen uit dit huwelijk, dan zal het leengoed op haar erfgenamen vererven, en niet op die van Goert.

Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 47-48.

Zie 7-5-1483 en 7-2-1532.

 

3 oktober 1488

ST.-ODILIËNBERG ‑ Willem van Vlodrop, heer te Leuth en Dalenbroeck, draagt ten overstaan van stadhouder en leenmannen van de hertog van Gelre, ten behoeve van het convent van het H. Graf te St.-Odiliënberg, het ¼ deel over van zijn hof genaamd Tgene Ouwen in het kerspel van Odiliënberg gelegen.

RHCL Maastricht, Magazijnlijst van het Klooster van het H. Graf der paters Sepulchrijnen te St.-Odiliënberg, inv.nr. 6; charter.

 

3 oktober 1488

ST.-ODILIËNBERG ‑ Hendrik van Kessel, als stadhouder van de hertog van Gelder, verklaart dat Willem van Vlodrop, erfvoogd van Roermond, met toestemming van zijn echtgenote Cecilia van Hamell en Elderen, de helft van de hof Tgeen Ouwen heeft verkocht aan broeder Johan van Aabroick, prior van Sint Petersberg, ten behoeve van het convent aldaar.

RHCL Maastricht, Magazijnlijst van het Klooster van het H. Graf der paters Sepulchrijnen te St.-Odiliënberg, inv.nr. 7; charter.

 

1488, z.d.

Huwelijkse voorwaarden tussen Hendrick van Hulst en joffer Peter Schenck van Nijdeecken.

RHCL Maastricht, Dokumentatie D274: Inventaris van o.a. Bleijenbeek, Brempt, Hillenraad, nr. N 18; depot onbekend (gedeelte verdwenen, vgl. ook Schloß Haag).

 

1488, z.d.

Gehuwd: Godert of Goert Vinck, zoon van Arnt Vinck en Margaretha van Besel genaamd Reijde, en Cornelia Spede, erfgename van het riddergoed Langenveld in het kerspel Wanckum (ambt Krieckenbeck), weduwe van Tilman van Kessel.

E. Rozenkrantz: Geslacht van Besel. In: Maasgouw 21, 1899.

 

1488, z.d.

Magescheid tussen de broers Johan Schenck, Wijnandt Schenck en Welman (?) Schenck.

RHCL Maastricht, Dokumentatie D274: Inventaris van o.a. Bleijenbeek, Brempt, Hillenraad, nr. N 36; depot onbekend (gedeelte verdwenen, vgl. ook Schloß Haag).

 

1488, z.d.

ELMPT ‑ Derck van Baexen wordt na overlijden van Gadert van Erp genaamd van Warrenborch beleend met de pondige leengoederen bestaande uit leen en laten te Elmt gelegen, zoals deze eerder in leen werden gehouden door de oude Reiner van Brempt en door Gadert voornoemd in leen werden gehouden in plaats van Beerten van Brempt, weduwe van Gadert voornoemd, en haar beide kinderen. Dirck zal deze leengoederen weer overdragen zodra Beerte of haar kinderen hierom vragen.

Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 109.

 

 

1489

16 januari 1489

BELLE ‑ Ulrich van Vischenych de jonge genaamd Van Belle wordt door zijn 'muhme' Styna voogdes te Belle, vrouwe te Werde, beleend met huis en heerlijkheid van de voogdij Belle.

Schaesberg-Tannheim (II): Urk. 1247.

 

8 mei 1489

OTTERSUM - Reinier van Holthuysen wordt namens zijn vrouw Johanna van Blitterswijck, dochter van Derick, beleend met de hof to Heyden te Ottersum en het goed genaamd Busserhuysen.

HStAD: Leenregister van het hertogdom Kleve, Band VIII (1974), blz. 241.

Beiden waren eigenaren van de hof Tgen Broeck te Beesel, zie 6-2-1476 en 12-5-1503.

 

11 juni 1489

VENLO ‑ Dirck van Drypt Janssoon wordt (als hulder?) beleend met de kamp genaamd Gruenwalt, gelegen te Venlo bij de wijher van de hertog.

Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 35-36. Zie 10-10-1473 en 1493, z.d.

Zie Publications etc. 13 (1876), Necrologium Munsterabdij Roermond, blz. 238: 6 augustus (z.j.) Obbijt Theodoricus de Dript, nepos domine Bele de Dript, nostre abbatisse.

6 augustus, z.j. Obbijt Johannes de Dript, filius predicti Theodorici, etiam nepos domine Bela iam dicte. (Idem.)

Zie ook Maasgouw 1893, nr. 2, blz. 6-7: Genealogisch fragment Van Dript. En Maasgouw 1920, blz. 77 en 90: Gegevens betreffende Dirk van Dript en de familie Van Keverberg, inzake het huis Ingen Steyg of In gen Steeg.

 

14 juni 1489

HINSBECK ‑ Gerrit van Goor, als erfgenaam van zijn vader Alert van Goor, wordt beleend met de hof genaamd Kesselerhoff in het dorp Hensbeke gelegen, die eertijds eigendom was van Sibert van Kessel.

Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 55-56.

Zie 1465, z.d. en 1493, z.d.

 

dinsdag 29 juli 1489

"op dynstach neist nae sent Jacobsdage des hilligen apostels"

Akkoord tussen Wilhem van Hoisteden, mede voor zijn vrouw Elisabeth van Baerle, (enerzijds?) en Eva van Brede, mede namens haar kinderen uit haar huwelijk met Emondt van Baerle.

RHCL Maastricht, Familiearchief Scheres-d'Olne, inv.nr. 670; charter. Bezegeld door Wilhem van Vlodorp, Clais van Zysse (?), Philips van Eyle, Heynrich van der Kraken, Johan Hillen en Willem van Hoisteden.

 

z.d., vóór 1 augustus 1489

SWALMEN-MIDDELHOVEN ‑ Het klooster Maria Weide heeft in het verleden 2 morgen land geruild met Peter Koynen. Op het perceel dat het klooster ontving rust een last van 1 vat haver. Kennelijk belooft nu Peter Koynen in aanwezigheid van Gelys Crompvoets, schepen te Swalmen, en Peter Scholmonts, broeder van het klooster, dat hij deze last van het voornoemde perceel, gelegen aan het Nederste Valderen, zal betalen.

RHCL Maastricht, Maria Weide te Venlo, inv.nr. 161; origineel op papier.

 

1 augustus 1489

SWALMEN-MIDDELHOVEN ‑ Ten overstaan van Derick van Oest, stadhouder namens Arent Schyncken, verklaren Graet Goert, Wilken Reynks, Jan Coenen Koenenz en Gerart Lemmen, laten te Swalmen, dat Jan Vinck, rector en pater van het klooster Maria Weide enerzijds, en Hanne te Wylre en zijn zwager Coen Conen, als erfgenamen van Peter Koenen anderzijds, dat in het verleden Peter Koenen twee stukken land van elk 2 morgen heeft geruild met het klooster. Het klooster verwierf een perceel aan de Venloesche weg. Peter Koenen verwierf een perceel genaamd der Hailwegh. De op deze percelen rustende lasten zijn niet in de ruil inbegrepen.

RHCL Maastricht, Maria Weide te Venlo, inv.nr. 162; origineel op papier; idem, inv.nr. 163, afschrift. Proces Maria Weide versus Emont Tymmerman c.s.

 

15 september 1489

MAASNIEL - De grenzen van de "bijfanck" der gemeente van Niell bij der Mazen (Maasniel) worden als volgt vastgesteld:

-   van de Bossvort bij Rutten de Scholtzen op het Broick over de rechte heideweg, naast Gien Beekgen aan Kaeffsvaeren;

-   vandaar in Keurstgenswijer;

-   op den Durren Struyck in de Beckstraete aan het land van Goltstein, genaamd de Holenther;

-   vandaar op de Berchbeurde op een eikeboom;

-   vandaar in de Roeyen Raeme;

-   vandaar in de Schuythegge;

-   verder in de Gruyttersse sloot;

-   vandaar op de Laeckwech;

-   verder op Lycops Vaerenpost;

-   vandaar op de Durrenstruyck aan de baand van Johan van den Gryent;

-   verder op de Hoegen Eik aan het gericht;

-   vandaar op Barsberch;

-   verder op Hoenreberch in de Opperslay;

-   verder in de Ruerstraet;

-   vandaar in de Bossvort bij Rutten voornoemd.

GA Roermond, inv.nr. 63 B, regest nr. 847; onderdeel van akte d.d. 3-1-1549.

Vgl. bosrol van 1585, z.d.

 

30 november 1489

Gegeven in den jare onss heren dusent vierhondert ende nygenendetachtentich op sunte Andryssdach

WELL ‑ Johan Schenck van Nydeggen, heer van Afferden, beleent zijn neef Johan van Oist met een erfpacht cijns in de heerlijkheid Well gelegen, welke moet worden voldaan door Jacob van de Vorsthof.

“Ick Johan Schynck van Nyedeggen heren tot Aefferden bekeenne ende doe to weten

oirkoende dryer mannne van leen hier na beschreven to weten Johan

Cup mijnss selffen man van leen, heren Johan … Geryt Geta… gebrudere alss

onthalden man Arnt van Blitterswick dat ick beleent heb ende beleen overmydts

desen teghenwoirdigen brieff Johan van Oist mijnen lieven neeff aen alsulc-

ken eerff pacht thijnss ho..e gelegen in der heerlicheit van Well ende Ja-

cob van den Forsthoff huyden dess dagess, den pachtz ende thijnss aff geldende

iss so voer dat guyt van aldss gelegen iss nyet dair aen uytgescheiden ende tot

sulcken rechten alss sijn voirvaderen dair myt beleent sijnt geweest van

mijnen voirvaderen te weten dat guyt te verhergeweyden myt vifftien inck-

gulden ende ander rechten dair toe die hij mij guytlicken ende waell betaelt

hefft ende oick hefft mij Johan van Oist mijnen neeff voirss. huldinge ende eyt

gedaen gelyck eyn leenman sijnen leenheren sculdich iss to doen. In oirkoenden

der waerheit heb ick Johan Schynck .. voirss. mijnen sigell onder aen

desen apenen brieff gehangen ende noch om me..re veestingen ende koenden

wyll hebben wij drye mannen van leen voirss. onsse sigelen bij sigell onss

lieven jonckeren ende leenheren sigell gehangen, Gegeven in den jare onss heren dusent

vierhondert ende nygenendetachtentich op sunte Andryssdach.”

Schloß Haag: inv.nr. 5002. Origineel op perkament, met 2 zegels.

De Vorsthof is gelegen te Aijen bij Bergen.

 

1489, z.d.

ST.-ODILIËNBERG ‑ Elisabet van Bairle, echtgenote van Willem van Hoichsteden, doet ten behoeve van Eva van Brede en haar erfgenamen afstand van haar rechten op de hof te Oeveren onder St.-Odiliënberg gelegen.

Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 71.

Zie 9-5-1488 en 4-8-1522.

 

1489, z.d. ?

EMMERICH ‑ Elbert van Eyl draagt, als echtgenoot van Margaretha van Titz, een te Swaenen in het kerspel Ymerich gelegen goed over aan zijn schoonzoon Adriaan van Boedberg en diens vrouw Adriana van Eyll.

Schloß Haag: inv.nr. 4146.

 

 

EINDE

 

< 1470-1479 HOME 1490-1499 >