KRONIEK VOOR BEESEL, BELFELD EN SWALMEN - 1510-1519

laatst opgeslagen: vrijdag 5 juli 2024

© Loe Giesen, Reuver 1983-2024

 

1510

13 (?) april 1510

OFFENBEEK ‑ Extract uit het register van het klooster van de Kruisheren te Roermond.

De Hoff tot Offenbeeck genaamd de Cleijn Hoeff is aan het klooster jaarlijks cijns verschuldigd, te weten 1 (?) alde groot en 2 hoenders. Bij verkoop heeft het klooster recht op de 12e penning.

RHCL Maastricht, SA Beesel en Belfeld, inv.nr. 29.

 

zondag 21 juli 1510

"in den jair onss hern duijsent vijfhondert und tijen op sondach post divisionis aplorum"

VENLO - Peter Wegge, richter, Derick van Menss en Henrich van Hushaven, schepenen te Venlo, oorkonden dat Fullinck van Kessel en Guede, echtelieden, "myt genocghnisse" van Evert van Holtmuelen "sijns swegerhern und vader" en zijn kinderen met namen Fullinck, Gerit, Jan [,] Ott en Anna, hebben bekend voor hun en hun erven, dat zij 2 malder 1 summer rogge, uitgaande van een bemd en erf "under Meuwen Venne gelegen ther eijnre zijden nest des cloisters erff under Oeijen und ter andere zijden nest Pauwels Putten wanner was Trijn Schencken toebehoerende", en nog 2 malder rogge, alles jaarlijks uit land en erf toebehorend aan Erme Visschers buiten de Texelporten gelegen tussen Henrick van Hushaven en Marsilis van Berongen, van welke rogge Derick van Mens voornoemd de oude akte heeft behouden omdat daarin meerdere pachten en tijnzen worden genoemd, hebben verkocht aan Gerart Bugell en diens erven. Gerardt en zijn erven zullen de pacht op St. Andries a.s. vrij ontvangen. Fullinck en Guede doen afstand van rechten; de kinderen van Evert beloven, mede namens hun minderjarige zus Baetz, dat zij eveneens afstand doen van hun rechten.

GA Venlo, Schepenbank Venlo, inv.nr. B2845; gecollationeerd afschrift door A. van der Smitzen.

Op de achterzijde akte d.d. 5-4-1664; zie aldaar.

 

23 oktober 1510

VENLO - Akte van huwelijkse voorwaarden tussen Gerard van Kessel genaamd Roffaert en Metgen de Groet, dochter van de Venlose schepen Gerard de Groet en weduwe van Otto van Wailwick.

Kinderen uit dit tweede huwelijk:

-   Gaert van Kessel genaamd Roffaert;

-   Thijs van Kessel genaamd Roffaert;

-   Baetzken van Kessel genaamd Roffaert, huwt Lenaert de Laet, schepen te Venlo.

GA Venlo, Schepenbank Venlo, charters afkomstig van het RHCL Maastricht, Doos 2, niet genummerd.

Zie ook Maasgouw 1940, blz. 64. Gerard de Groet was leenman van de Schei te Reuver.

 

1510, z.d.

LOBBERICH - Gaert van Boicholt, als erfgenaam van zijn vader Peter van Boicholt wordt beleend met de hof to Broick, gelegen in het kerspel van Lobbroeck.

Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 49.

Zie 1493, z.d. en 7-2-1532.

 

 

1511

16 januari 1511

BEESEL-OFFENBEEK ‑ Derck van Buren ontvangt het leengoed te Beesel, bestaande uit de molen te Offenbeeck, de laten en erven van de hof te Leuwen, en de visserij in de Maas onder Beesel die tot deze hof behoort.

RHCL Maastricht, Hof van Gelder te Roermond, inv.nr. 204, fol. 199vs.

Zie 30-1-1474, 1493 z.d. en 20-7-1520.

 

16 maart 1511

HERTEN / OOL ‑ Vidimus van overdracht door Willem Plucksax aan Johan van Wylre van een grondrente, groot 1 postulaatsgulden, ten laste van zijn percelen grond te Herten en Ool.

RHCL Maastricht, Inv. van het archief van het klooster Mariawee te Roermond, inv. nr. 54.

 

27 maart 1511

ROERMOND ‑ Coen Zegers wordt vermeld als meester van de huisarmen van Roermond.

G. van Bree: Res Gestae I, nr. 1608.

Vgl. 8-7-1519.

 

23 augustus 1511

"In profesto Bartholomei apostoli"

VENLO - Burgemeester en schepenen, raad, gemene burgers en ingezetenen van Venlo oorkonden dat zij een jaarlijkse erfrente van 30 gulden, te betalen met O.L.V. Hemelvaart [15 aug.] of binnen een maand daaraan volgend, te leveren te Venlo of binnen drie mijlen van deze stad, hebben verkocht aan Johan die Groot, diens vrouw Catheryn en hun erven.

VROA 1925-1927, blz. 633.

 

1511, z.d.

ECHT ‑ De heren van Ulenberge (St.-Odiliënberg) worden beleend met het leengoed genaamd to Alphen.

Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 84.

 

 

1512

28 augustus 1512

ROERMOND / THORN ‑ Schepenen van Roermond oorkonden, dat Derick van Zuchtelen, Mettele Bijns, Johan van Aldenhoven, Arnt Rovers, Goessen van Dulken, Vaes Boum, Johan van Kercken, Romolt Fleuten, Herbert van der Polle en Edewart van Nederhoeven, burgers van Roermond, de abdis van Thorn en de onderzaten van stift en land van Thorn 1700 Rijnse guldens hebben geleend, die op St.-Andries terugbetaald moeten worden, waarvoor personen te Thorn zich garant zullen stellen en desnoods in Roermond in leisting zullen gaan.

G. van Bree; regesten van akten betreffende Roermond en omgeving, nr. 1611.

 

 

1513

5 februari 1513

VENLO ‑ De provisoren van de broederschap van O.L. Vrouwe te Venlo dragen een jaarlijkse rente van 2 Gelderse gulden over aan Mercelis van Beringen, diens echtgenote Nese, en hun erfgenamen.

GA Venlo, Inventaris van de archieven van de provisoren van de Tafel van de Heilige geest, van het Bureau de Bienfaissane en het R.K. Armbestuur te Venlo, inv. nr. 166.

 

6 maart 1513

VENLO ‑ Dirrik van Menss, schepen van Venlo, en zijn echtgenote Lutgart dragen 'tot salicheyt oerer zielen' een erfpacht van 1 soemer rogge over aan de provisoren van het Allerheiligste Sacrament.

GA Venlo, Inventaris van de archieven van de provisoren van de Tafel van de Heilige geest, van het Bureau de Bienfaissane en het R.K. Armbestuur te Venlo, inv. nr. 167.

Vgl. 30 -8-1502.

 

1513, z.d.

ELMPT ‑ Ditgen van Elmpt, laatman, wordt beleend met de pondige leengoederen bestaande uit leen en laten te Elmpt gelegen.

Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 109.

 

 

1514

16 juli 1514

Z.P. - Meester Rutger van Erp, Rutgers zoon en zijn vrouw Elisabeth de Roover, dochter van wijlen Arnold, stichten een erfdeel op de langstlevende van hen. Rutger was in 1502 en 1514 schepen van Den Bosch.

H. de l'Escaille: Généalogie de la famille d'Erp. Overdruk uit: l'Annuaire de la Noblesse de Belgique (1883) p. 11; met dank aan Marcel Dings.

 

28 september 1514

Huwelijksvoorwaarden tussen Dederick van Boetzeler en Geirtruydt, dochter van wijlen Arnold van Ghoir en Alverda van Oest. Dederick brengt in: zijn huis te Boetseler in het land van Cleve bij Kalcker, met renten, cijnzen etc. (ook …

Verslagen omtrent ’s rijks oude archieven, 1910, blz. 428 (via Google Books, 2012; regest onvolledig).

 

donderdag 14 december 1514

"des anderen taghs pro[festo] Lucie"

TEGELEN - Ten overstaan van de leenmannen Johan van Tegelen en Lambert Mercator van Venloe wordt Goessen Mulner van Venlo beleend met de tiende in het Tegelerveld gelegen, zoals Goetzen voornoemd deze eerder heeft gekocht van jonker Evert van Holtmullen.

GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 1.

 

donderdag 14 december 1514

"des anderen dags nae S. Luciendach"

BLERICK - Ten overstaan van de leenmannen Johan van Tiegelen en Lambert Mercator wordt Walraeven van der Lind, "burger van Rurmond Henricks soen van der Linden genant die Graeve", beleend met de hof Tgenen Broick te Holtblerich gelegen in het kerspel van Blerick.

GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 9.

 

1514, z.d.

"gescheit in den jaer 1514"

BREYELL - Ten overstaan van de leenmannen Johan van Tiegelen en Johan van Kriekenbeck genaamd den Elssen wordt Heymans van Breyell beleend met 3½ malder rogge "nae inhalt des briefs die hij op die smael ziehend tot Natt inden kerspell van Breill geldende hefft, die toe Sprinckelhoven gehort."

GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 5vs.

 

1514, z.d.

NIEKERCK ‑ Gadert van Nyersdom genaamd Franssoes vernieuwt de leeneed van de Gruythof of hof Op den Dert onder Nykercken gelegen. Hiertoe behoren 45 kleine morgen zaadland en 6 morgen aan bemden en bossen.

Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 12.

Zie 5-10-1473 en 9-7-1547.

 

1514, z.d.

WEGBERG ‑ Evert van Bremt wordt beleend met een goed genaamd de Rosweide onder Wegberg gelegen, groot 60 morgen.

In dat zelfde jaar (niet noodzakelijk zelfde datum) wordt Sibert van den Bongart hiermee beleend.

Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 151-152.

Zie 3-3-1479 en 15-3-1532.

 

 

1515

4 februari 1515

ASSELT ‑ Huwelijkse voorwaarden tussen Gertrud van Vlodorp, dochter van Johan en van Adriana van Merode, en Ludger van Winckelhausen.

-   Gertrud brengt in: 1/3 van de tiende, pachten en renten op de Veluwe in de gerechten Nuwenkyrchen (Niekerk) en Putten (1/3 heeft ook haar zuster Marie, gehuwd met Rutger van Velbrück); en 80 Hornse guldens per jaar. Verpandt daarvoor zijn de hof te Asselt met toebehoren met de grienden die Lengen, die Beyss en de Breydeweerd. Gertrud heeft verder geen recht op ouderlijke nalatenschap.

-   Ludger brengt in de goederen te Kalkum en Morp met huis en hof met toebehoren en verdere bezittingen, die hij na deling met zijn broer Herman heeft verworven.

Dingslieden: Herman van Winckelhausen en Bernhard van Velbrück.

Zegelaars: Johan van Vlodorp, Ludger van Winckelhausen en de dingslieden.

G. van Bree: Res Gestae nr. 3188 A; Hatzfelt nr. 874.

 

16 februari 1515

ECHT ‑ Gaert van Gelesch, als erfgenaam van zijn vader Sander Stams (sic), wordt beleend met de hof van Arwinckel onder Echt gelegen.

Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 93.

Zie 31-1-1474 en 6-7-1544.

 

vrijdag 13 april 1515

des vrijdaichs nae den heilighen paesdach

ST.-ODILIËNBERG ‑ Egbert, Sibrecht en Otto van Holtmoelen, deurwaarder van Karel van Gelre, en Alet Spee, kloosterjuffer in het klooster van Keyserbosch, schenken een beemd, gelegen in het kerspel van Odiliënberg, aan de prior en het convent van Sint Petersberg.

RHCL Maastricht, Magazijnlijst van het Klooster van het H. Graf der paters Sepulchrijnen te St.-Odiliënberg, inv.nr. 9; charter.

GA Roermond, Oud Archief, inv.nr. 1583B; grosse op perkament, zegels verloren. (regest 1029A).

 

13 april 1515

ST.-ODILIËNBERG ‑ Egbert van Holtmoelen, Sybrecht van Holtmoelen, Oth van Holtmoelen en Alet Spee, kloosternon te Keyserbosch, oorkonden dat zij aan de prior van St.-Petrusberg van de orde van H. Graf te St.-Odiliënberg 1 morgen beemd aldaar geschonken hebben, gelegen naast Zeetse van Brey, genaamd Kurfelt, en naast dat van het convent, genaamd dat Ondert, en langs de Roer.

Publ. etc. 1889, blz. 220-221.

 

20 november 1515

Overlijdt Margaretha Meer de Doirsdail. De Kruisheren van Roermond houden haar jaargetijde.

Publ XC-XCI p 106; Res Gestae III nr. 1573.

 

1515, z.d.

BEESEL-LEEUWEN ‑ Bij het pand Beeselseweg 7 (oud nr. 239) was in 1966 nog een dwarsgebouwde schuur met korfboogpoort aanwezig, eerder behorend bij een op dat moment reeds gesloopte woning. Een gevelsteentje met opschrift "ANO 1515/PHIS/1529 MP" werd geschonken aan de gemeente in de persoon van dhr. A.P.H. Litjens.

C.A. Huygen: Inventarisatie met advies inzake de aesthetisch en cultuurhistorisch belangwekkende panden binnen de gemeente Beesel. Maastricht, 1966.

 

1515, z.d.

BAARLO ‑ Rense van Merwick, echtgenote van Gaert van Kessel, wordt na overdracht van het erfvoogdschap van haar oom Gerrit van Merwick beleend met het goed te Baerle, gelegen in het land van Kessel.

Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 140-141.

 

1515, z.d.

BEESEL-LEEUWEN ‑ Johan van Greverade en zijn broer(s), als erfgenamen van Gerrit die Grote, worden beleend met het leengoed Tgen Scheen (= de Schei) te Beesel-Leeuwen.

Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 103.

Zie 1485, z.d.

 

 

1516

11 maart 1516

Ghertrudis de Ghoir genaamd a Boitzler, verwant aan Wilhelma en Joanna de Oost, resp. priorin en non in de Munsterabdij te Roermond, overlijdt.

Publ. etc., 13 (1876), Necrologium Munsterabdij Roermond, blz. 197.

Zie 16-5-1492.

 

23 mei 1516

VENLO ‑ Cornelis van Besell en zijn echtgenote verkopen een erfcijns van 6 Hornse guldens, staande op een huis 'inder Weijden' te Venlo, aan Jan Leyendecker en diens echtgenote Deme.

GA Venlo, Inventaris van de archieven van de provisoren van de Tafel van de H. Geest; van het Bureau de Bienfaissance; en van het R.K. Armbestuur te Venlo, inv.nr. 176.

 

20 augustus 1516

op sint Bernardusdach abbatis

ROERMOND - Willem van Vrymershem verkoopt met toestemming van zijn vrouw Lisabette aan Johan van Lom en diens vrouw Margrieth van Vernich de erfrente vermeld in een akte van 10-4-1508 (regest 992) die hiermee wordt getransfigeerd, welke rente losbaar is met 50 guldens.

Oorkonders: Dederick van Cruchten, richter, Rabet van Dursdaell en Goddart van Nederhoeven, schepenen te Roermond.

GA Roermond, Oud Archief, inv.nr. 1426, fol. 51vs-52; afschr. (regest 1032).

 

 

zaterdag 22 november 1516

op saterdagh sta Elisabeth

KESSEL-EIK / BELFELD ‑ Lijst van cijnzen onder Kesseleijck behorend aan de familie Van Holthuijsen en die Fije van Bueren in 1484 aan Goertgen van Kessel had gegeven.

"Dit is alsulcken thijns, als die van Holthuijsen plegen te hebben ende joffr. Fije van Buren Göertgen van Kessel overmits dat gericht van Kessel gegeven heefft in den iaere van lxxxiiij, uijtgeschreven op't Nije, bij mich Gärt van Kessel der Jonge anno α xvj op saterdagh sta Elisabeth".

o.a.:

-   "Item Egbert van Holtmölen van ein stuck landtz aen de Tasbeek, dat Gärt van Holtmölen plagh to hebben ende Gärten van Kessel plagh to sijn.

-   Item Arnt van Lomme, nu der scholtis van Rurmunde van den gude tghen Ulant, dat heer Peteren van Kessel plagh to wesen ende dat cloister in der Oijen to Venlo halff to hoirt.

-   Item broder Sibert Buijck anno xxvij heeft aen der handt dat landt dat ontfangen hebbende van broder Jan Hoeftman, geheiten der Bosacker, daer dat goet van Sinter Claes binnen Venlo gelegen.

Dit sijn die thijnsen to Belffent opter Masen

-   Item Lietgen van Eijck iij hollantz placken.

-   Item Jan Neijen van denselven gude iij hollantz placken.

-   Item Met Ludalffs ein hollandtz plack."

RHCL Maastricht, Familiearchief Van Holthuijsen V 906, inv.nr. 1.

St.-Elisabethsdag viel in 1516 op woensdag 19 november; aangenomen is dat wordt bedoeld de zaterdag nà deze naamdag.

 

vrijdag 28 november 1516

(vrijdag na St.-Catharina Maagd)

VENLO ‑ Lenart van Beryngen verkoopt met toestemming van zijn kinderen Jutte en haar man Wolter Mesmeker, Lenart en Gaelent, aan Willem van Oeyen, schepen, en Lisbeth zijn vrouw, hun zwager en nicht, ¼ deel van hun molen genaamd Muizenmoelen, gelegen buiten de Laarpoort, waarvan zij nu ook het ander ¼ deel aan Gossen de Molenaar verkocht hebben.

GA Venlo, Oud Archief Venlo, inv. nr. 268.a.II. Vgl. 19-11-1601.

 

30 november 1516

Z.P. - Akte van deling van de nalatenschap van wijlen Peter van Tusschenbroich genaamd Eggerade en Alvert van Brempt tussen 1) hun dochter Catharina, weduwe van Werner van den Bongart en haar beide zonen Daem en Sibert van den Bongart enerzijds, en 2) de dochters van wijlen hun dochter Aleid, te weten ook wijlen Isabella van Oest, Felicitas van Oest en Alvert van Oest. De weduwe Van den Bongart en haar zonen ontvangen het goed genaamd de Hoeve te Wegberg, goederen te Cruchten, een hof te Klinkum en landerijen te Effelt. De erven Van Oest ontvangen de hof Eggerade in Holzweiler, de Neerhof in Holtum, de hof genaamd Voewinkel of Dammerhof in Willich en de Brempterhof in Bedburdick. Erfgenamen van wijlen Isabella van Oest zijn haar man Arnt Schenck, haar zonen Johan en Christoffel Schenck plus dochter Aleid Schenck. Evert van Brempt zegelt namens zijn vrouw Felicitas van Oest, Werner van Palant namens zijn vrouw Alvert van Oest. De akte wordt mede bezegeld door Dirk van den Boetzelaar als man van Geertruid van Ghoor, dochter van Alvert van Oest.

“In Goedes namen amen, kont kenlich ind uffenbaer sij alle den gheinen dy desen offenn brieff sullen siehn, hoeren oder leesen, dat uff huden daich datum dis eyn fruntlich vast stede

ind wislich magescheyt gemaicht ind geordyneirt is tusschen frauwe Katherynen van Tusschenbroich genant van Eggeroidt wedewe heren Wernerus seliger van den Bongart ritter

ind yrren eligen soenen mit namen Daem ind Sybert van den Bongart ind yere erven ain eyn, ind frauwe Katherynen vurss. susterAelheyden van Tusschenbroich genant van Eggeroidt

seliger naegelaessen dochtere mit namen Ysabeyl seliger, Felicitas ind Alvert van Oest gesusteren ind yre erven anderdeyls, daerkommende van alsulchen naegelaessen guederen ir zo beydenn

deylen na dode Peters van Tusschenbroich genant van Eggeroide ind Alvert van Breympt seliger, der vurgenanten Katherynen ind Aelheyden seliger vader ind moder ain erstorven ind gefallen

sijn in aller vogen ind manyeren hiernae beschreven volgt. In den irsten sal frauwe Kathrynen vurgemelt yere soene vurss. ind yere erven haven ind erfflich behalden dat ganze alonge goet in

dem keirspel van Wegberck in dem ampt van Ercklentz gelegen genant der hoff In gen Hove mitten zienden in dem keirspel vurss. mitten gerychuser zienden mitten o..wusscher zienden des eyn

deyl gelegen is in dem keirspel van Swalenbergh in der heirlicheyt van Wickroidt ind vort mit allen ind icklichen sijnen rechten, renthen ind zo gehoere, in hogen, in nederen, in nassen ind inn

druegen gelijch yre vader ind auchere seliger Peter van Tusschenbroich genant van Eggeroide ind yre moder ind auch frauwe seliger Alvert van Breympt dat selve huyss, hoff, erve ind

goet bis in yeren sterffdaich besessen haint mit sijnen ..eerden, artlande, busschen, broechen, beenden, heyden ind weyden mit kurmoden, capuynen, honnen, zijnss, zienden, pechten

ind pennunghs gelden, allet in den vurss. hoff gehoerende mit in ind uyssgelden overall niet dairvan uyssgescheyden so wy dat in dem vurss. keirspel ind in dem keirspel van Cruchten

gelegen is. Noch sal frauwe Katheryn vurss. ind yere soene vurgemelt oder yre erven haven ind behalden den hoff zu Clynckum mit sijnen zienden zo ind ingehoere mit in ind uyss-

gelden, dairzo eyn bentgen in dem lande van Wassenbergh zu Effelt gelegen ungefeirlich ainhalden dry morgen. Hier int..gam sullen dy vurgemelte gesusteren Van Oest ind yere erven

haven ind erfflich behalden den hoff zu Eggeroide in dem keirspell van Holtzwylre in dem lande van Gulich in dem ampt van Caster gelegen myt allen ind icklichen sijnen rechten

ind zo gehoere mit artlande, busschen, zijnsshonre ind pennongsgelde niet dairvan uyssgescheyden mitten selven artlande her Werner van den Bongart ritter seliger ind sijn huyssfr.

vurgemelt in den vurss. hoff gegolden haven. Noch sullen dy vurss. gesusteren ind yre erven haven ind behalden eynen hoff genant den Nyerenhoff in dem keirspell van Holtum gelegen in dem

borbam van Nuyss in dem stifft van Colne mit artlande, beenden, broechen, weyden, zijnsshonre ind pennonghsgelde mit in ind uyssgelden overal niet dairvan uyssgescheyden

Noch sullen dy vurss. gesusteren ind yere erven haven ind behalden eynen hoff genant Voewynckell off Dammerhoff in dem keirspell van Wylick in dem lande van Lynne ouch in dem

styfft van Colne gelegen mit alle sijn zo ind ingehoere mit in ind uyssgelden neit dairvan uyssgescheyden, dairtzo sullen dy vurss. gesusteren oder yere erven haven ind behalden eynen

hoff genant Breympter hoff zu Beidberdick in der heirlicheyt van der Dick gelegen mit sijn zo ind ongehoere wy dese vurgemelte hove ind gueder mit in ind uyssgelden gelegen sijnt neit

dairvan uyssgescheyden ind hy mit sullen dy vurgemelte frauwe Katheryn ind yre soene vurss. ouch dy gesusteren Van Oest baven genant ind yre erven gutlichen van gereyden ind

ongereyden gescheyden ind gedeylt sijn deser vurss. gueder halven so wes dairvan geweyst is. Vort alle punten ond furwarden vur ind nae in desen brieff begriffen, haven

frauwe Katheryn ind yre soene Daem ind Sybert van den Bongart vurss. , vort Arnt Schenck van Nydeggen van wegen Ysabeyl van Oest seliger sijn elige huysfrauw, Johann ind

Christoffel Schenck, Arnt Schencken ind Ysabeyl van Oest seliger naegelaessen soene vur sych ind Aelheyt yre wereltliche suster, Felicitas ind Alvert van Oest gesusteren

vurss. eyn yeder dem anderen gesychert ind geloefft, sicheren ind geloeven overmitz desen brieff bij yeren eren ind truwen in rechter eydstat vur sych ind yre erven vast

stede ind onverbruchlich zo halden ind zo vollentziehn dairweder neit zo doin in eynicherwijs sonder alle argelist dy erdacht sijn off werden mogen, dis zo orkunde

ind getzuge der wairheyt [… …]zer vaster stedicheyt so hain ich Kathryn van Tusschenbroich genant van Eggeroide vurgemelt umb gebrechtz wille mijns siegels gebeden

mijn lieve soene Daem ind Sybert van den Bongart dat sij yre segelle vur mich ind ouch vur sij selffs ind vur yre erven ain desen brieff hangen willen, dat wir

Daem ind Sybert van den Bongart gebrueder vurgemelt bekennen gerne gedain hain ind haven unse segelle vur unss moder ind mit vur unss selffs, unns ind unse erven

dairmit zo overtzugen ain desen brieff gehangen dat alle punten inhalt diss brieffs sych also cleirlichen ergangen ind mit unsen wyssen ind goeden willen alsoe geschiet

sijn ind so nu Arnt Schenck der vurss. dryer gesusteren eyn, nemlich Ysabeyl dy alste seliger vurgemelt zo eyner eliger huysfr. gehat dy selve van leven zor doet kom-

men is der selen Got almechtich barmhertzich sijn wille ind hait elige lijffserven, zo wyssen zweyn soene ind eyn wereltliche dochter van Arnt vurss. ind yre geschaffen

achter gelaessen, so hait Arnt Schenck Johan ind Cristoffel Schenck sijn soene vur sych ind Aelheyt yre wereltliche suster vurss. dese scheydone ind fruntliche dey-

longe inhalt diss brieffs gutlichen bewillicht ind zo gelaessen ind haven des zo getzuychenis der wairheyt der vurss. Arnt Schenck sijnen siegel vort Johan ind Cristof-

fell, Arntz vurss. soene, eyn yeder van in vur sych ind durch beeden yre suster Aelheyt vurss. umb gebrechtz wille yrs siegels sijnen siegel unden ain desen brieff

gehangen sij ind yere erven dairmit zo overtzugen. Vort so hain ich Everart van Breympt, droist zu Straelen as momber ind van wegen Felicitas van Oest mijner eliger

huysfr. ind ich Werner van Palant, droist slantz van Wassenbergh as momber ind van wegen Alvert van Oest mijner eliger huysfr. eyn yeder van unss beyden

sijnen siegel aller saichen ind punten baven geschreven zo getzuge unden ain desen brieff gehangen ind noch zo mere sycherheyt aller saichen vurss. sych also cleirlichen

[de rest van de tekst op afbeelding is afgedekt door het spatium; volgens een kopie (z.d.) door notaris G. Daemen in hetzelfde inventarisnummer luidt deze:]

ergangen ind geschiet sijn ind zo Dirich van Boetzeller, erffschenck des lants van Cleve ain Geirtruden van Ghoor, Alverten van Oest vurss. eliche dochter gehylicht die schier van leven zo doet kommen is der selen Godt almachtich genade, ind daervan elige lijfsserven behalden hat, soo bekennen ich Dirich van Boetzeller, erffschenck vurss. dat alle sachen ind puncten inhaldt diss brieff mit mijnen willen ind gueden wissen geschiedt sijn ind han dess zu gezuegeniss der waerheyt mijnen segel mich ind mijne erven daer mit zo overtzeugen unden ain desen brieff gehangen, datum in dem jair onss herren dusent voinffhondert ind seestzeen uff synt Andriesdach des heyligen apostels”

Schloss Haag, inv.nr. 46333. Origineel op perkament, met zegels van Daem van den Bongart, Sybert van den Bongart, Arnt Schenck, Johan Schenck, Christoffel Schenck, Everart van Breympt, Werner van Palant (afgevallen, insnijding echter aanwezig) en Dierich van Boetzeller in redelijke staat.

NB: de datum van de akte op het origineel is op de foto niet zichtbaar. Een andere versie van deze deling (in hetzelfde inventarisnummer, zie hieronder) geeft als jaartal 1518, doch dit lijkt onjuist.

Zie ook Karl-Josef Schmitz: Geschichte des Eggeratherhofes und seiner Beziehung zum Maas-Schwalm-Gebiet. In: Heimatkalender des Kreises Heinsberg, 1984; noemt als bron: HstAD Nesselrode nr. 1222. De aanwezigheid van het archiefstuk in dit depot wordt verklaard doordat Sophia van den Bongart, kleindochter van Peter van Eggenrade, vóór 1548 trouwde met Johan van Nesselrode.

 

30 november 1516

Z.P. - Akte van deling van de nalatenschap van wijlen Peter van Tusschenbroich genaamd Eggerade en Alvert van Brempt.

“In Goedes namen amen, kont kenlich ind uffenbair sij allen den gheinen dy desen brieff sullen siehn, hoeren oder lesen, dat uff huden daich datum dis eyn fruntlich vast stede ind wisslich maegescheyt gemaicht ind geordineirt is tusschen frauwe Katherynen van Tusschenbroich genant van Eggeroidt wedewe van den Bongart ind yeren eligen soenen myt namen Daem ind Sybert van den Bongart ind yere erven ain eyn, ind frauwe Katherynen vurss. susterAelheydenn van Tusschenbroich genant van Eggeraidt seliger naegelaessen dochtere myt namen Ysabeyl seliger, Ffelicitas ind Alvert van Oest gesustere ind yere erven anderdeyls, dair kommende van alsulchen naegelaessen guederen ir zo beyden deylen na doide Peterss van Tusschenbroich genant van Eggeroide ind Alvert van Breympt seliger, der vurgenanten Katherynen ind Aelheyden seliger vader ind moder ain erstorven ind gefallen sijn in aller foegen ind manyeren hernae geschreven volgt. In den eirsten sal frauwe Kathrynen vurss. yere soene vurg. ind yere erven haven ind erfflich behalden dat gantze alonge goet in dem keirspel van Wegberck gelegen genant der hoff In gen Hoeve mytten zienden in dem keirspell vurss. mytten gerychuser zienden des eyndeyls sleyt in dat keirspel van Beick mitten o..lbusscher zienden des eyn deyls gelegen is in dem keirspell van Swalenbergh ind vort myt allen ind icklichen sijnen rechten, renthen ind zogehoere, in hoegen ind nederen, in nassen ind in droegen gelijch yere vader ind auchere seliger Peter van Tusschenbroich genant van Eggeroide ind yere moder ind auch frauwe seliger Alvert van Breympt den selven hoff, erve ind goet bis in yeren sterffdaich besessen haint myt sijnen noyeren, artlande, busschen, broechen, beenden, heyden ind weyden myt kurmoden, capuynen, honre, zijnss, zienden, pechten ind pennonghs gelde, allet in den vurss. hoff gehoerende myt in ind uyssgelden oever all nyet dairvann uyssgescheyden so wy dat in dem vurss. keirspel ind in dem keirspel van Cruchten gelegen is. Noch sall frauwe Katherinen vurss. ind yere soene vurgemelt oder yere erven haven ind behalden den hoff zu Clynckum myt sijnen zienden zo ind ingehoere myt in ind uyssgelden, dairzo eyn bentgen in dem lande van Wassenbergh zu Effelt gelegen ungefierlich ainhalden dry morgen. Hier integenn sullen dy vurgemelte gesusteren Van Oest ind yere erven haven ind erfflich behaldenn den hoff zu Eggeraidt in dem keirspel / van Houltzwylre in dem lande van Guylich gelegen myt allen ind icklichen sijnen rechten ind zo gehoere myt artlande, busschen, zijnsshonre ind pennonghsgelde nyet dairvan uyssgescheyden mytten selven artlande her Werner van den Bongart seliger ind sijn huyssfrauwe vurgemelt in den vurss. hoff gegolden haven. Noch sullen dy vurss. gesusteren ind yere erven haven ind behalden eynen hoff genant denn Nyerenhoff in dem keirspell van Holt[en?] geleghen in dem borbam van Nuyss myt artlande, beenden, broechen, weydenn, zijnsshonre ind pennonghsgelde myt in ind uyssgelden oever all nyet dairvan uyssgescheiden. Noch sullen dy vurss. gesusteren ind yere erven haven ind behalden eynen hoff genant Voewynckel off Domerhoff in dem keirspell van Wylick in dem lande van Lynne gelegen myt alle sijn zo ind ingehoere myt in ind uyssgelden nyet dairvann uyssgescheiden, dairzo sullen dy vurss. gesusteren oder yere erven haven ind behalden eynen hoff genant Breympter hoff zo Beidberdick in der heirlicheit van der Dyck gelegen myt sijn zu ind ingehoere wy dese vurgemelte hove ind gueder myt in ind uyssgelden gelegen sijn nyet dairvan uyssgescheyden ind hy myt sullen dy vurgemelte frauwe Katherynen ind yere soene vurss. ouch dy gesusteren Van Oest baven genant ind yere erven guetlichen van gereiden ind ungereiden gescheiden ind gedeylt sijn deser vurss. gueder halven so wes dairvan geweyst iss. Vort alle puncten ind furwarden vur ind nae in deesenn brieff begryffen, haven frauwe Kathryn ind yere soene Daem ind Sybert van den Bongart vurss. , vort Arnt Schenck vann Nydeggen van wegen Ysabeill van Oest seliger, Johan ind Christoffel Schenck, Ysabeell van Oest seligher naegelaessen soene vur sych ind Aelheyt yere wereltliche suster, Ffelicitas ind Alvert van Oest gesustere vurss. eyn yeder dem anderen geseichert ind gelaefft, sicheren ind geloven oevermytz desen brieff bij yere eren ind truwen in rechter eydstat vur sich ind yere erven vast stede ind onverbruchlich zo halden ind zo vollentziehn dairweder nyet zo doin in eyncherwijss sonder alle argelist dy erdacht sijn off werden mogen, dis zo orkonde ind getzuge der wairheyt ind gantzer vaster stedicheit so hain ich Kathryn / [vervolgens lijkt een gedeelte te ontbreken] Got almechtich gnade, ind daervan elige lijfsserven behalden hait, so bekennen ich Derich van Boetzeller, erffschenck vurss. dat alle saichen ind puncten inhalt diss brieffs myt mijnen willen ind gueden wissen geschiet sijn ind hain dess zu getzuygniss der wairheit mijnen siegell mych ind mijn erven dae myt zo overtzugen unden ain desen brieff gehangen, datum in dem jair unss heren dusent voinffhondert ind achtzeen uff synt Andriesdaich des heyligen apostels

Ind up dat die wy vurg. also gehalden sal werden so haven dy parthyen hy baven genant dese zedule de…oft gelijch halden mit yrs selffs hant ind zeychent Johan van Breympt vur Arnt Schinck wegen gebrecktz wille sijner hantschrifft.

Ich Sijbe van den Bongart bekenne vur mych ind mijn moder und broder dat alle sachen boven geschreven wayr sijn orkon mijn hant.

Jan Schenck, Christoffel Schenck

Evert van Brempt

Werner van Palant

Derick van den Boetzeler”

Schloss Haag, inv.nr. 4633b. Origineel op papier.

Een bezegeld exemplaar van deze overeenkomst (in hetzelfde inventarisnummer) geeft als jaartal 1516. Gelet op de akte van 16 juni 1518 (zie aldaar), die in zekere zin een vervolg is op deze akte, lijkt een datering in 1516 correct.

 

1516, z.d.

BAARLO ‑ De kinderen van Gerrit Lueffs genaamd Kiespenninck worden beleend met de hof genaamd de Hoffacker te Baerle gelegen. Hun oom Herman Kiespenninck, doctor, is hun hulder.

Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 141.

Zie 1493 z.d. en 14-2-1538.

 

1516, z.d.

Magescheid tussen Catharina van Tusschenbroeck en consorten.

RHCL Maastricht, Dokumentatie D274: Inventaris van o.a. Bleijenbeek, Brempt, Hillenraad, nrs. N 14 en 33; depot onbekend (gedeelte verdwenen, vgl. ook Schloß Haag).

 

1516-1785

SWALMEN ‑ Stukken betreffende verpachting en cijnzen van de Aldenhof onder Swalmen.

RHCL Maastricht, Karthuizers te Roermond, inv.nr. 357.

 

 

1517

5 januari 1517

"altera truim regum"

ASSELT ‑ Johan van Vlodorp verheft ten overstaan van stadhouder Willem Pijll en de Hornse leenmannen Daniel van Nunen [Nunhem] en Gielis van Worst de hof te Asselt, zijnde een pondig leen (= met 15 goudguldens te verheergewaden).

Schloß Haag: inv. nr. 239; idem inv.nr. 261 fol. 56.

 

23 april 1517

VELDEN ‑ Jan van Lomme, burgemeester van Roermond, verkoopt met toestemming van zijn zoon Johan van Lomme en van zijn schoonzoon Dirick van Cruchten, scholtis te Roermond, een bemd van 5 roeden, gelegen in het gerecht van Velden aan de Maas tegenover Grubbenvorst naast land van jonker Derick van Dript, aan het klooster Trans Cedron te Venlo. Jan had deze grond aanvankelijk aan zijn dochter meegegeven (als dote), maar had het perceel later weer krachtens beschudrecht teruggekocht.

Maasgouw 1879, blz. 195.

Zie 12-5-1476 en 2-5-1506.

 

na 23 april 1517, z.d.

WELL ‑ Johan van Lom, schepen van Roermond 1517-1538, was gehuwd met Margaretha van Vernich of Verningen, weduwe van Herman Huseman. Hun dochter Mechtildis van Lom was gehuwd met Dirk van Cruchten, scholtis van Roermond 1472-1548. Hun zoon Dirk van Cruchten was overleden in 1559. Hij was gehuwd met Margaretha van Dursdael. Zijn zwager Christoffel van Dursdael was gehuwd met Anna van Nederhoven.

Uit het huwelijk van Dirk van Cruchten en Margaretha van Dursdael zijn zeven kinderen bekend:

1. Dirk van Cruchten, gehuwd met Elisabeth Hoeufft.

2. Gertrudis van Cruchten, gehuwd met Diederick Hoeufft.

3. Jan van Cruchten, gehuwd met Maria Heijster.

4. Raboth van Cruchten, gehuwd met Anna NN.

5. Katherina van Cruchten.

6. Anna van Cruchten, gehuwd met Adam van Olmissen genaamd Mülstro.

7. Mechtildis van Cruchten.

J. Verzijl: Huize de Roode Beeck te Well. In: Nedermaas 13 (1936), blz. 181-185.

 

5 mei 1517

Z.P. - Testament van Hendrick Schenck van Nijdecken.

RHCL Maastricht, Dokumentatie D274: Inventaris van o.a. Bleijenbeek, Brempt, Hillenraad, nr. N 96; depot onbekend (gedeelte verdwenen, vgl. ook Schloß Haag); idem D 273 nr. 24.

 

27 oktober 1517

Geven 1517 up den s. Synen und Inden avent.

HERTEN - Kwitantie door Raboth van Duyrsdael te Roermond en zijn echtgenote en Mechthild Kelleners, weduwe van Robyn van Swalmen, voor jonker Wilhelm van Vlodorp wegens 400 goudguldens als aflossing voor een rente van jaarlijks 24 gelijke guldens, gevestigd op de korentiende te Herten, zoals die door schoonvader Heinrich Kellener was opgemaakt. Bezegeld door oorkonders en schepenen van de dingbank Herten.

Landesarchiv NRW Abteiling Rheinland, AA 0607 / Odenkirchen AA 0607, nr. 224.

 

zaterdag 14 november 1517

des saterdaichz nae sent Mertijnsdaich episcopi

ROERMOND - Herman van den Berghe verkoopt met toestemming van zijn vrouw Griete aan Johan van Lomme en diens vrouw Margryet van Vernich een erfrente van 6 rijnsgulden gaande uit de volgende onderpanden:

-   een erfpacht van 15 malder rogge uit het huis op de Swalmerstraat 'tegen der Heggestraeten', eigendom van Wylhem van Vrymmershem, gelegen tussen die van wijlen Jelis Kremer en Gaedert Voegels, zoals deze erfpacht door verkopers vrouw is verworven van haar ouders bij deling tussen broers en zusters;

-   uit een huis in de Schoenmakerstraat, naast de poortweg van Willem Shanen, dat eertijds van Peter van der Mylen was en door verkoper van zijn moeder bij deling met zijn broer Johan van den Berge heeft verkregen;

-   uit 2/3 van het huis op de Swalmerstraat, gelegen tussen het huis 'in die Catt' en dat van Johan Ziegelers, zoals Griete van haar ouders heeft verkregen.

Aangezien van de erfpacht van 15 malder rogge er reeds 15 zijn belast, belooft verkoper deze vrij te zullen maken. Oorkonders: Dederick van Kruchten, richter, Dederick Vercken en Raebeth van Dorsdaele, schepenen te Roermond.

GA Roermond, Oud Archief, inv.nr. 1624, fol. CIIIIvs en CV; Cartularium van de huisarmen, afschr. (regest 1038).

 

1517-1720

ASSELT ‑ Papieren betreffende de beleningen met de Hof en Heerlijkheid Asselt.

Schloß Haag: inv.nr. 239.

 

 

1518

donderdag 11 februari 1518

"op Donnerdagh vor seint Valentins dach"

DÜLKEN - Ten overstaan van de leenmannen Johan van Tiegelen en Gylis to Kircken van Dulcken wordt Jencken toe Winckel beleend met een stuk land groot circa 3 morgen, gelegen boven Daniels land.

GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 12.

 

donderdag 11 februari 1518

"op Donnerdagh vor S Valentins dach"

DÜLKEN - Ten overstaan van de leenmannen Gylis to Kircken en Jenken to Winckell wordt Jan Daniels beleend met een stuk land genaamd Goeris Acker, groot circa 30 morgen

GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 12.

 

zaterdag 20 maart 1518

"saterdachs na den sondach Jerusalem"

BELFELD ‑ Hertog Caerle van Gelre geeft, na raadpleging en met toestemming van raden, ridderschap en onderdanen van Besell, toestemming voor de verkoop van 3 bunder gemeinte voor de bouw ("tot tymmeringe") van de kapel te Bellefelt.

Hertogelijk Archief Arnhem. Regest van een stuk, door de geërfden van Beesel en Belfeld overgeleverd t.b.v. een proces inzake het Meerlebroek.

Zie 30 november 1468.

 

vrijdag 21 mei 1518

"op frijdagh nae den sonnendagh exaudi"

VENLO / BEESEL - Derick van Mens en Henrick van Husshaven, schepenen te Venlo, oorkonden dat zij op de vrijdag voor Pinksteren ('op frijdagh nae den sonnendagh exaudi') een gezegelde en ongecanceleerde akte van huwelijksvoorwaarden hebben gezien, tussen Engelbert van Holtmolen en Bele van Mulrade.

Fürst zu Bentheimischen Archiv, Burg Steinfurt, Akten nr. 112, fol. 117-123."Copie van hijlicx voorwaerde annex bij requeste van jonker Baexen. Ehepacten zwischen Engelbert von Holtmolen en Bele von Mulrade". "Onderaen waeren hangende twee dobbele pergamente sterten waer van, soo het schijnt, door lanckheijt van tijde de segelen sijn verkommen."

Voor de volledige tekst van de huwelijksvoorwaarden zie 18-9-1472.

 

16 juni 1518

Z.P. / SWALMEN - Erfdeling tussen Arnt Schenck van Nydeggen en zijn kinderen Johan, Christoffel en Aleid Schenck uit zijn huwelijks met wijlen Isabel van Oest enerzijds, en de zussen Felicitas en Alverta van Oest anderzijds, van de nalatenschap van wijlen Derick van Oest alsmede die van wijlen Peter van Tüschenbroich genaamd Eggerade en Alverta van Brempt, de grootouders van Isabel, Felicitas en Alverta van Oest voornoemd.

Arnt Schenck ontvangt het huis Hillenraad met toebehoren; een huis op de Oliestraat te Roermond, afkomstig van Derick van Oest, dat reeds door hem is verkocht.

Felicitas en Alverta ontvangen het huis Eggerade in het kerspel Holzweiler zoals eerder aangekocht door wijlen ridder Werner van den Bongart en Catharina van Tüschenbroich genaamd Eggerade; de Niederhof bij Holzheim gelegen; de hof genaamd Voewynckel of Domerhof in het kerspel Willick gelegen; de Breympterhof te Bedburdyck in de heerlijck Dick gelegen; de halve oliemolen te Swalmen, afkomstig van hun tante Felicitas van Oest, vrouwe van Ryckelt; de helft van de Nieuwenhof te Swalmen bij de oliemolen gelegen plus de helft van de Oudborg (Naborch) en de helft van een bemd genaamd de Oude Maas, waarvan Engelbert van Pulheim de andere helft bezit namens zijn echtgenote en welke helft afkomstig is van de vrouwe van Ryckelt voornoemd; het ¼ deel van de tijns te Ryckel; een huis te Roermond in de Hegstraat, afkomstig van de vrouwe van Ryckelt;

Van een schuldvordering van Peter Weggen, scholtis te Venlo, afkomstig van Joannes van Worychem (Woudrichem), zal Arnt Schenck 1/3 deel betalen en de twee zussen het overige 2/3 deel. Daarom zullen Arnt Schenck, Everard van Brempt , drossaard te Straelen als man van Felicitas van Oest en Werner van Pallandt, drossaard van Wassenberg als man van Alverta van Oest, ieder 800 Hornse guldens betalen aan Johan Vogelsanck, scholtis te Venlo als erfgenaam van Johan van Woerchem.

De zussen Wilhelma en Johanna, kloosterjuffers te Roermond, behouden gedurende de rest van hun leven de tiende te Lüttelforst.

Getuigen: Arnt van Boichoult, ambtman te Grave, Johan Hagen, rekenmeester, Tilman van Düren kanunnik en deken te Wassenberg, en Coen Segers.

Eveneens is afgesproken tussen de zussen Felicitas en Alverta dat Felicitas de Niederhof en de Domerhof zal behouden, waartegen Alverta de hof te Bedberdick en het huis Eggerade zal bezitten. Gezamenlijk hebben ze de halve molen, beemd en Oudborg. Omdat Eggerade en Bedburdyck jaarlijks 4 goudgulden meer opbrengen dan Niederhof en Domerhof, zal Alverta jaarlijks van haar gedeelte van de halve molen 4 goudgulden geven aan haar zus Felicitas. Alverta zal verder het huis in de Hegstraat te Roermond behouden.

Omdat Derick van Boetzeler, erfschenck van het land van Kleef, gehuwd is geweest met Gertrudis van Ghoor, een dochter van Alverta van Oest, waarvan nakomelingen, geeft ook deze zijn goedkeuring aan bovenstaande deling.

In Goedes namen amen, kont, kenlich ind uffenbaer [sij den] ghenen dy desen offenen brieff sullen siehn, hoeren oder leesen, dat uff hud… d.. datum dis eyn fruntlich, vast, stede ind wijslich magescheyt gemaicht is …

d…ert is overmitz ind in bijwesen etzlicher frunden [ind maegen] hierunder getzeychent tusschen den vesten ind fromen Arnt Schenck van Nydeggen ind sijnen zweyn soenen mit namen Johan ind Cristoffel Schenck ind

Aelheyt yere beyder suster Arntz voerss. elige kynder van Ysabeyl van Oest seliger gedacht geschaffen am eyn ind Felicitas ind Alvert van Oest gesusteren ind yrs beyder erven anderdeyls dairkommende van alsulchen guederen

Dierich van Oest seliger dem Got genade … seliger Felicitas ind Alverden vurss. vader achter gelaessen hait, dairzo van sulchen [erven] ind goederen ir allenthalven van wegen ind na dode Peters van Tusschenbroich genant

van Eggeroide ind Alverden van Breympt seliger der genanter Ysabeyll, Felicitas ind Alverden vurgemelten gesusteren authere ind aut… selicher gedachtens van yre moder wegen ainerstorven ind gevallen sijn inn

aller vogen ind manyeren hiernae beschreven volgt. In den irsten sall Arnt Schenck vurgemelt … sych, sijn soene, dochter ind erven vurss. erfflich haven ind behalden dat huyss, erve ind goet zu Hellenroide myt allen und icklichen

synen zo ind ingehoere in hogen, in nederen, in nassen ind in druegen mit in ind uyssgelden gelijckswijs Arnt vurss. dat vurgemelte huyss […] ind goet bis ainher in dem gebruych besessen hait enre al niet dairvan uyssge-

scheyden, hier integem sullen dy vurgemelte gesusteren Felicitas in Alvert van Oest vur sych ind yre erven erfflich haven ind behalden dat huyss ind hoff zu Eggeraede in dem keirspel van Holtzwylre in dem lande van Gulich in dem

ampt van Caster gelegen mit allen ind icklichen sijnen rechten ind zogehoeren, mit artlande, weyen, busschen, zynsshonren ind pennong..gelde mit alsulchen artlande her Werner van den Bongart ritter seliger ind frauwe

Katheryn van Tusschenbroich genant van Eggeraide sijn huysfrauw saimen in den vurss. hoff gegolden haven. Noch sullen dy vurss. gesusteren ind yere erven haven ind behalden eynen hoff genant den Nyren Hoff in dem keirspel van

Holtum gelegen in dem Borbam? van Nuyss in dem styft van Colne mit artlande, beenden ind broechen, weyden, zynshonre ind pennonghsgelde, mit in ind uyssgelden niet dairvan uyssgescheyden.Noch sullen die vurss.

gesusteren Felicitas ind Alvert ind yre erven erfflich haven ind behalden eynen hoff genant Voewynckel off Domerhoff in dem keirspel van Wilick in dem lande van Lynne in dem styft van Colne gelegen mit alle

sijn zo ind ingehoere, mit in und uyssgelden niet dairvan uyssgescheyden. Noch sullen dy vurss. gesusteren vur sych und yre erven erfflich haven ind behalden eynen hoff genant Breympter Hoff zu Beydberdick in der

heirlicheyt van der Dick gelegen mit sijn zo ind ingehoere, mit in und uyssgelden, dairzo sullen dy vurss. gesusteren vur sych ind yre erven haven ind behalden dy halve aelymoelen zu Swalmen dy Neylken ytzmit

daich datum dis zo pacht haet in dem ampt van Momffort bij Ruyremunde gelegen, dy herkoemmen is van yre moenen wegen van Ryckelt genant Felicitas van Oest, yrs vader seliger suster, dairain en sal Arnt

Schenck oder sijn erven geyn heysschen off gesynnen haven. Dairzo den halven hoff zu Swalmen in den ampt van Momffort dieselffs gelegen genant der Nuwe Hoff by der aelysmoelen gelegen, mit der Alder Borch

halff, mit alle sijn zo behoere, mitten beenden halff, den Neylken vurgemelt ouch gepacht hait, genant dy Alde Mase dar Engelbert van Polem dat ander halfschet van hait, dairkommen van sijner huysfrauwen wegen dat herkommen

is van yre moenen vurss. wegen van Ryckelt, en sal Arnt Schenck oder sijn erven geyn heysschen off gesynnen am haven. Vort yre gedeylten van dem zynsse zu Ryckel, nemlich dat vierde deyll […] dy vurss. gesusteren

der frauwen van Dalenbroich yre gedeylten vort over gelaessen ind dy pennongen dairvan geburt haven, dat ouch herkommen is van yrs vader suster vurgemelt, yre moenen van Ryckelt [ …] dat huyss zu

Ruyrmunde opter Heggestraessen dat yre moenen van Ryckelt z[…]zait ind van yren wegen herkommen is en sal Arnt Schenck vurgemelt oder sijn erven geyn heysschen oder gesynnen dairain haven der gelychen

dat huyss opter Aelystraessen, dat Dierich van Oest seliger zo hoert [ind] Arnt Schenck vurss. verkoufft hait, en sullen dy vurss. gesusteren oder yere erven ouch geyn heysschen off gesynnen dairain haven ind alsulche

schoult as Arnt Schenck vurgemelt vordert ind vurbracht hait van Dierichs seliger testament van Oest ind sus anders schoultzhalven Dierich vurgemelt schuldich sulde sijn geweyst, ouch van etzlichen geloeffdenn

bryeven, sal machtloyss ind doet sijn, ind wes dairvan zo betzalen gebr..cht sal Arnt vurgemelt oder sijn erven betzalen. Ende eyner zedulen ind testamenten Arnt Schenck vurss. op daich datum dis overghevenn

hait, uyssgescheyden dy schoult dy Peter Weggen, schoultis zu Venloe erven vorderen lude brieff ind segell, herkommende van Johannes van Worychum wes sych befunde lude der brieff ind segell dat noch umbe-

tzailt were, sullen Arnt Schenck vurss. oder sijn erven eyn deyll, vort dy zwae gesusteren dy ander zwey deyll betzalen. So is der vurgemelte Arnt Schenck vur sych, Everart van Breympt, droist zu Straelen, vann

wegen Felicitas van Oest, sijner eliger huysfrauwen, Werner van Palant, droist slantz van Wassenbergh van wegen Alverden van Oest sijner eligen huysfrauw mit Johan Vogelsanck, schoultis zu Venloe als eyn erffgenaem

Johans van Woerchem seliger verdragen ind inder gutlicheyt geworden, dat sulche schoultbrieff he up Dierich van Oest seliger oder up sijn erven sprechen hait, machtloyss, doet ind van nyethenn ongefordert

sijn ind blijven sall. des sullen dy vurgemelte Arnt Schenck, Everart van Breympt ind Werner van Palant, droist vurss. dem gemelten Johan Vogelsanck, schoultis vurss., eyns gheven ind betzalen yeder eyn

achtzich hoirnss gulden lude der hantschryfte der schoultis vurss. van den genanten Arnt Schenck, Everart van Breympt ind Werner van Palant ontfangen hait, ind sal in den principailen schoultbrieff up

Dierich van Oest vurss. oder up sijn erven sprechen ainstont zo yeren henden overleveren. Vort alsulche vounfftzich goult gulden als Arnt Schencken vurss. zo geburden van sulchem goede in dem lande van

Wassenbergh genant Kochemer goet dat in den hoff zo Vairt geslagen is geweyst, dairdurch dat Engelbert vann Polem vurgemelt mit der frauwen van Dalenbroich zu Wassenbergh zo recht gestanden

ind im ind sijnen mitgedelingen in den manrechten zo erkant is ind Alvert van Oest vurss. eyn gedeylten ontfangen hait sal …wyss ind doet sijn, dergelychen sulche schoult as Arnt vurgemelt Alverden

van Oest schuldich is lude sijnre hantschryft sal ouch doet ind ongefordert sijn ind blijven. Ouch dat huyss zu Nuyss in der Juedegassen genant dat huyss zur Lyllyen dat verkoufft is ind Arnt Schenck vurss.

sijn gedeylten ain hatte, nemlich vounfftzich gulden dy Felicitas van Oest sijn swegersse ontfangen hait, sal ouch doet ind ongefordert sijn ind blijven, der gelychen sulche schoult as Arnt vurgemelt Felicitas vurss.

schuldich is, sal ouch gelijchermaessen ongefordert blijven. Ind zu Luttelfoirst in dem ampt van Bruggen lygt eyn zienden, den selven sullen dy zwae gesusteren Wilhelma ind Johanna, cloester joncffrauwen bin-

nen Ruyrmunde, yre leven lanck behalden, ind so yre eyn doetzhalven aiffgange, so sall sy leste levendige den zienden yre leven lanck behalden, ind na yre beyder dode sal der selve zienden weder vallen

ind sterven ain dy rechte erven, ind hymit sullen dy vurgemelte partthyen ind yere erven gutlichen van gereyden ind ongereyden gescheyden ind gedeylt sijn, over al niet dairvan uyssgescheyden, Vort alle punten ind

furwarden vur ind nae in desen brieff begriffen haven Arnt Schenck vurgemelt van wegen Ysabeil van Oest seliger sijner eliger huysfrauw, Johan ind Cristoffel Schenck, Arnt Schencken ind Ysabeil van Oest seliger

naegelaessen soene vur sych ind Aelheyt, yre wereltliche suster, vort Felicitas ind Alvert van Oest gesusteren eyn yeder den anderen gesichert ind geloefft, sycheren ind geloiven overmitz desen brieff bij yre

eren ind truwen in rechter eydstat vur sych ind yre erven vast, stede ind onverbrechlich zo halden ind zo vollentziehn, dairweder niet zo doin in eyncherwijs sonder alle argelist dy erdacht sijn off werden

mugen ind hybij ain ind over sijn geweist als frunde dairtzo gebeden mit namen der ereveste ind frome Arnt van Boichoult, amptman zu Grave, Johan Hagen, rechenmeyster, her Thilman van Duren, ca-

nunch ind dechen des consiliens van Wassenberg, ind Coen Segers. Noch ist vorder in desem fruntlichen maegescheyt gedadongt ind gefurwart tusschen den zweyn gesusteren Felicitas ind Alvert van

Oest vurss. dat Felicitas vurgemelt vur sych ind yre erven haven ind behalden sall den Nyeren Hoff ind den Domerhoff mit in und uyssgelden wy dy selve hoeve hyvur mit artlande ind yren zo behoere

geschreven ind genant stain, dairain niet uyssgescheyden, dairintga.. sal Alvert van Oest voirgemelt vur sych ind yre erven erfflich haven ind behalden den hoff zu Beidberdick ind dat huyss ind hoff zo Egger[oide]

mit allen ind icklichen yren rechten ind zo behoere mit in ind uyssgelden wy dy selve hove hy vur genant ind geschreven stain over all niet dairvan uyssgescheyden. Noch sullen dy zwae gesusteren Felicitas ind

Alvert van Oest vurss. onder sych gelijch haven dy halve moelen zu Swalmen ind dy benden ind den halven hoff zu Swalmen mit der Alder Borch halff wy dy moelen, beenden, halve hoff mit der Alder Borch

halff vurss. hy baven mit sijn zobehoere geschreven ind genan steyt niet dairain uyssgescheyden, ind so dy zweyn hove Eggeroide ind Beedberdick besser geacht sijn jairlixs vier goultgulden dan dy ander zwey

hove Nyeren Hoff ind Domerhoff, so ist mit onderscheyde gesprochen dat Alvert van Oest ind yere erven Felicitas van Oest ind yren erven jairlixs uyss yrem gedyltz van der halve moelen zu Swalmen gheven ind

hantreycken sall vier goltgulden off dy werde dairvur ind hymit sullen dy zwae gesusteren Felicitas ind Alvert van Oest vur sych ind yre erven van aller erfftzalen gereyden off ongereyden ouch van schoult sij bis zo

desen daigh zo zosamen zo doin gehat haven gescheyden ind gedeylt sijn ind blijven sonder eynige indracht dan Alvert van Oest vurgemelt ind yre erven sullen dat huyss zo Ruyremunde opter Heggestraessen haven ind erfflich

behalden, dar en sal Felicitas vurgemelt oder yre erven geyn heysschen off gesynnen ain haven ind dy vurgemelte gesusteren haven yeder eyn den anderen gesichert  ind geloefft vur sich ind yre erven dese vurs. scheydonge

vast, stede ind onverbrechlich zo halden sonder alle argelist ind dess zo urkunde der wairheyt aller vurgeroirter saichen sych also cleirlichen ergangen ind gehalden sullen werden, so hain ich Arnt Schenck vann

Nydeggen vurss. mijnen siegel vur mich ind vur Johan ind Cristoffel Schenck gebrueder eyn eyder van unss vur sych ind durch beden unser suster Aelheyt vurss. umb gebrecktz wille yrs segels sijnen siegell

unden ain desen brieff gehangen unss ind unse erven dairmit zo overtzugen, Vort so hain ich Everart van Breympt, droist zu Straelen as momber ind vanwegen Felicitas van Oest mijner eliger huysfrauw ind ich

Werner van Palant, droist slantz van Wassenbergh as momber ind  vanwegen Alverden van Oest mijner eliger huysfrauw eyn yeder van unss sijnen siegel aller punten ind furwarden vur ind nae in desenn

brieff begriffen ind gehalden sullen werden unden ain desen brieff gehangen Noch zo meer sycherheyt aller saichen vurss. sych also cleirlichen ergangen ind geschiet sijn ind so Dierich van Boetzeller, erffschenck

des lantz van Cleve ain Geirtruden van Ghoer Alverden van Oest vurss. elige dochter gehylicht dy selve vam leven zoe doet kommen is der selen Got almechtich gnade ind dairvan elige liffs erven behaldenn

hait, so bekennen ich Derich van Boetzeller erffschenck vurss. dat alle saichen ind punten inhalt diss brieffs mit mijnen willen ind goeden wijssen geschiet sijn id ouch also gehalden sullen werden wy vurgemelt ind

hain des zo gezuychenis der wairheyt mijnen siegel vur mych ind mijn erven unden ain desen brieff gehangen ind noch zo meer vesticheyt wille aller furwarden in desen brieff begriffen so hain wir

Arnt Schenck, Johan ind Cristoffel Schenck, Everart van Breympt, Werner van Palant ind Derich van Boetzeller vurgemelt [rest niet leesbaar wegens spatium, LG]

Schloss Haag, inv.nr. 4427.

De akte is in zekere zin een vervolg op de akte van 30 november 1516 (zie aldaar). De Eggerather Hof ligt ten noordwesten van Holzweiler onder Erkelenz. Literatuur: Karl-Josef Schmitz: Geschichte des Eggeratherhofes und seiner Beziehung zum Maas-Schwalm-Gebiet mit neuen Erkenntnissen zur Geschichte Wegbergs, in: Heimatkalender des Kreises Heinsberg 1984, blz. 66 e.v.

De Niederhof lag bij Holzheim, nu stadsdeel van Neuss.

Willich in de Kreis Vierssen

Bedburdyck maakt tegenwoordig deel uit van Grevenbroich en behoorde tot de heerlijkheid (herrschaft) Dyck.

Polem is mogelijk Pulheim ten noordwesten van Keulen.

Met de vrouwe van Dalenbroeck wordt vermoedelijk bedoeld Alveradis van Harff, overleden in 1523 en weduwe van Willem I van Vlodrop (overl. vóór 1500).

Voor de tienden te Lüttelforst zie 13-12-1469 en 11-7-1552.

 

7 augustus 1518

HEYEN - Lyffert van Wylick, bastaardzoon, wordt na aankoop van Ott van Holtmoelen en Lysbeth van Zeller, echtelieden, beleend met twee hoeven land te Heyen bij Gennep gelegen, leenroerig aan de heerlijkheid Goch.

HStAD: Leenregister van het hertogdom Kleve, Band VIII (1974), blz. 243.

Otto van Holtmoelen was heer van Tegelen. Lyffert van Wylck was de bastaardzoon van Christoffel van Wylick, heer van Grubbenvorst. Lyffert was gehuwd met Elisabeth van Schelberg (weduwe van Jacob van den Bongard, in leven burgemeester van Gennep) vóór 20 december 1515, want op deze datum verscheen het echtpaar voor de richter van Heijen wegens een erfgoed dat Henrick Spaenrebueck, heer tot Heijen, en zijn vrouw Art eerder gekocht hadden van Ott van Holtmullen en zijn vrouw Lysbeth van Zellar. Bron: Landesarchiv NRW Abt. Westfalen, Nichtstaatliches Schriftgut, Adelige Häuser: Gesamtarchiv Von Romberg, 8400 Haus Heyen, oorkonde 020 in de concept inventaris van M.P.J. van den Brand (op internet gepubliceerd onder Heyen).

Op 7 augustus 1518 werd Lyffert beleend met ‘tween hoeven landts’ in Heijen, die hij had gekocht van Ott van Holtmullen en diens echtgenote. Bron: E. Dösseler en F.W. Oediger, Die Lehnregister des Herzogtums Kleve (deel 8) (Siegburg 1974) reg. 325, f. 243. Aanvulling met dank aan Louis Schelberg, 2012.

 

6 december 1518

BRUNSWIJK - Gehuwd: Karel, hertog van Gelre (geboren te Grave 4 november 1467, begraven te Arnhem in de St.-Eusebiuskerk 15 juli (KAN NIET!)) en Elisabeth van Brunswijk, dochter van Hendrik de Middelste, hertog van Brunswijk-Lüneburg en Margaretha van Saksen, geboren 11 september 1494, gestorven te Geldern 2 april 1572 en begraven aldaar 20 april. Zij hadden geen kinderen.

Driessen, blz. 33.

 

woensdag 15 december 1518

"up guedessdach nae sint Lucien virginis"

VENLO - Derick van Menss en Henrick van Stalbergen, schepenen van Venlo, oorkonden dat Sijmon Otten en Aelheidt, echtelieden, met toestemming en goedkeuring van hun kinderen Henrick en Lijsbet, hebben verklaard dat deze beide kinderen een bedrag van 100 Hornse guldens, zoals Johan van Horn, bisschop van Ludick [Luik] deze voor datum van deze oorkonde heeft laten munten, of de waarde daarvan, binnen een jaar na het overlijden van hun ouders Sijmon en Aelheidt zullen betalen aan het klooster In der Weiden, wegens hun zus Aelheidt, dochter van Sijmon en Aelheidt, die in dit klooster "ingekleit unnd geprofessit is", zo deze zus resp. dochter dan nog leeft. Als Henrick en Lijsbet deze 100 gulden niet betalen binnen een jaar na het overlijden van beide ouders, dan zullen zij een jaarlijkse rente van 6 gelijke guldens betalen aan het klooster, totdat de volledige schuld is betaald, en een goed onderpand stellen binnen het gericht van Venlo.

GA Venlo, Schepenbank Venlo, inv.nr. B 2694 (proces Johan van Greefraedt c.s. tegen Judith de Haen c.s.), stuk Q fol. 49; eenvoudig afschrift op papier door Alart van Oehr.

Zie 2-12-1518.

 

zondag 20 december 1518

"up St. Thomass avent apostolis"

VENLO - Broeder Lennert Daelen, rector en pater, materse en procuratrice van het Reguliere klooster Maria Weide te Venlo, doen namens het klooster afstand van aanspraken of rechten op de nalatenschap van Simon Otten en Alheid, echtelieden, wegens het aandeel van kloosterjuffer Aelheid, dochter van Simon en Alheid voornoemd, die in het klooster is ingekleed en geprofest, uitgezonderd eventuele nalatenschap ontstaan door "einigen seidvalle", waarop het klooster onverkort recht behoudt, en behoudens hetgeen beloofd in de akte van 15 december 1518.

GA Venlo, Schepenbank Venlo, inv.nr. B 2694 (proces Johan van Greefraedt c.s. tegen Judith de Haen c.s.), stuk Q fol. 49vs.

Zie ook 15-12-1518.

 

1518, z.d.

Scheiding en deling tussen Arnoldt Schenck en zijn erfgenamen.

RHCL Maastricht, Dokumentatie D274: Inventaris van o.a. Bleijenbeek, Brempt, Hillenraad, nr. N 30; depot onbekend (gedeelte verdwenen, vgl. ook Schloß Haag).

 

1518, z.d.

BAARLO / MAASBREE ‑ Peter (Pastoirs) van Kessel, als erfgenaam van zijn broer Willem Pastoirs, wordt beleend met de hof genaamd Soetersbeke met toebehoren, gelegen te Baerle en Brede. Gerrit van Nuddelick, schepen te Swolgen, is zijn hulder.

Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 142.

Zie 1493 z.d. en 3-3-1539.

 

 

1519

24 april 1519

SWALMEN - Verkoop van huis en hof, laatgoed van Hilenraad, aan Lambert NN.

“Wy … Krieff stathelder der heerlickheyt van Hillenr[aedt …]

gesworen laaten der vurss. heerlickheyt, wy dat voir ons […]

beyder dochter, ende hebben […] onss vurss. allet alsulchen […]

dair Gossen vurss. oitgestorven ist, nyet dairan utgescheiden

laers toe plaich te hoeren, gelegen tusschen Wilhem […]

Trynnen der vurss. Gossen ende Byllickens dochter heer la[…]

ons vurss. stathelder ende laaten gherichtlich verkofft

vurss. heren Lambert da[..] an geërfft ende geguedt sonder

laetheren joncker Arnt Schenck ende yderen sijnss gueden […]

Annen Spee Henrich natuerlicke dochter van […]se se[…]

op dese huyssingh ende haeffstaet, soe wij die da[…]

vijfftich der vurss. gulden gyfft hy […]

[…] voir […] verdienden loen, ende al sonder argelyst

in die laetbanck van Hyllenraidt, So wy laaten

…s Kreff dem stathelder vurss. dat hij sijnen segel

wolde dat welck ich … Kruff vurss. umb beeden

yderen sijnsz gueden rechten, Gegeven in dem jair ons heeren

[onleesbaar]

[ander blad: …] blijven op huyss endt hoeff myttn landt soe

dat beseten hebben in hoegen yn l[…]gen […]

[…] ende yn wijdden sonder all argelyst dess […]

so sijn koemen Jan … Syben soen ende […]

zijden ende Jan vander Donck toe […]

[…] rechten ind laeten begert dat […]

[…] dat welck wij […]

yederen sijnen rechten Gegeven in den jair ons heeren xviiij dem xxiiij dach aprilis”

Schloss Haag, inv.nr. 259, fol. 1-2.

De beschadigde akte gaat vooraf aan een lijst van tiendplichtige landerijen (zie 20 april 1395) waarmee geen aantoonbaar verband is. De laatste regels lijken te wijzen op naasting.

 

8 juli 1519

MAASNIEL ‑ Coenraedt Zegher wordt vermeld als richter te Maasniel.

G. van Bree: Res Gestae I, nr. 1647.

Zie 27-3-1511.

 

15 september 1519

GRAVE - Deling van de nalatenschap van de echtelieden Henrick Otten en Aleid tussen de broers Henrick van Wailwick, priester, en Sander van Wailwick, gehuwd met Anne; de zwagers Henrick van Stalbergen en Adriaan Spierings; Clara van Stalborgh; Maryke Spierings en Aleid van Vlodrop, zussen; en Metken, weduwe van Otto van Wailwick en haar kinderen Jan, Metken en Henrick.

Heer Henrick ontvangt de bezittingen te Grave en betaalt aan zijn zus Elizabeth, wonend te Antwerpen, een geldsom eens. Tevens ontvangt hij de hof genaamd Schobbencamp.

De zwagers Henrick van Stalborgen en Adriaan Spierings ontvangen samen de hof genaamd Oevergeist en moeten recht van doorgang geven aan de broers Henrick en Sander van Wailwick.

De Nieuwe Camp zal door heer Henrick resp. Henrick van Stalbergen en Adriaan Spierings, ieder voor de helft, worden ontgonnen en beplant.

Sander van Wailwick ontvangt de twee kampen die hij reeds krachtens huwelijksvoorwaarden had ontvangen.

Zus Aleid van Vlodrop ontvangt enkele erfmalders rogge plus het bedrag dat zij reeds krachtens huwelijksvoorwaarden had ontvangen.

Jan van Wailwick, natuurlijke zoon van Otto van Wailwick, mag het leengoed behouden dat hem reeds eerder in aanwezigheid van zijn moeder was toegekend.

Schoonzus Metken en haar kinderen Jan, Henrick en Mecken ontvangen een geldbedrag, waartegen zij afstand doen van hun rechten op welke andere goederen dan ook. Als onderpand wordt gesteld de hof Dommelsvoort.

Getuigen: Jan van Aken, borgemeester, Jan Vervoort en Derick Vaix, schepenen te Grave.

Kondt ende kenlick sij allen luden die dit tegenwoirdige maigescheyt zullen sien off hoeren lese, dat wij Henrick van Wailwick, priester, ende Sander van Wailwick, gebruederen, myt Anne zijnre huysfrouwen, Henrick van

Stalborgen, Adriaen Spirinckx, gezwagers, Clara van Stalborgh, Maryken Spirinx myt Aleyt van Vlodrop, gesusteren, Metken van Wailwick, nagelaten huysfrouwe Otten van Wailwick zaliger, Jan horen soen, Metken

ind Henrick hair kynderen, hebben in bijwesen burgermeister, scepenen ind onsse vrunden een erffmaigscheydinge vryntlick ind eendrechtelick gemaict ind gehalden van alle gueden ind erfftaelen ons myt recht aen-

gestorven zijn van Henrick Ottenss ind Aleyt Otten onsse vader ind moider zaliger in manieren ind formen nabescreven. To weten als dat heer Henrick vurss. sall hebben ind behalden alle erffnissen ind gueden liggende in der

vrijheyt van den Graeff ende des sall hij wederomme betalen alle pachten, verschijnende op data diss brieffs ofte maigescheyts nae uitwijsinge der erffbrieven dair van sprekende, beheltelick achtenhalven golden gulden tsairs [des jaars?] ander

stat van den Graeff de welcke hij tot eenre erfmissen sall onderhalden zynder brueder ind susteren cons..entie dair van te ontlasten. Oick sall hij onsser suster Elizabeth t’Antwerpen eens uutreicken vijffindtseventich

Philippus gulden off de werde dair vuer. Ende des sall hij mede breken alle segelenbrieff hem gemaict sijn bynnen off buyten der stat van den Graeff. Item hij sall dair toe hebben ind behalden enen aligen hoff geheyten Scobbemcamp

vrij myt allen marslanden als dat bi den vurss. vrunden geordinert is, ende den selven hoff hem gesommeert sijnde op soevenhondert Philippus gulden. Item Henrick van Stalborgen ind Adriaen Spirinx gezwagers zullen hebben

ind behalden eenen alingen hoff geheyten den Oevergeist myt alle sulcke kempen ind marslande bi den selven vurss. vrunden geordineert sijn den selven hoff gesommeert zijnde op seventhiende halff hondert Philippus gulden vrij

Ende alle pachten dair uutgaende zullen sij oick betalen nae vermoigen segelen brieff dair van gemaict zijnde na datum dis magescheytz oick verschijnende. Ende sij sullen heer Henrick ende Sanders vurss. doer hoer kempen wegen

ind laten varen totten broick toe nae den mynsten schaide ende plochrecht van alsulcken kempen ind gueden als heer Henrick ind Sander vurss. van vader ind moider zaliger angedeylt sijn zonder becroenen offt

letsele Henrix van Stalbergen ende Adriaen Spirinx vurss. Item den Nyuwen Camp sullen heer Henrick ende Henrick van Stalborgen myt Adriaen Spirinx halff ind halff affgraven ende bepaeten dair yr gedeylt is, ende een

ygelick sall soe voel van den hagen hebben als zijn kempen gaen ind reycken ind een ygelick sijn haege te bewaeren, die een den anderen eghenen schaide te doen. Item Sander van Wailwick sall hebben zijnen

twee kempen de welcke onse moider zalige hem in hilixvuerwairden gegeven heft, den enen geheyten den Papenbeemde, den anderen liggende naest den marslant vurss. van welck Sander vurss. sall hebben zijnen

uutganck te varen nae den broick toe alst vurss. steyt, Ende des sall hij selver dragen allen kommer dairop staende, welcke twe kempen hem gesommeert sijn op vijffhondert Philippus gulden. Ende Aleyt van Vlodrop onsse suster

sall behalden in den irsten twelff malder roggen tsairs gerekent op twehondert golde gulden. Item vier malder roggen ter loess gerekent op viftich Philippus gulden. Noch dair toe derdehalff hondert Philippus gulden ind vierthien

de welcke onse moider zaliger hair in hilixvuerwairden gegeven heft summa vijffhondert Philippus gulden ind vierthien. Item want Sander ende Aleyt vurss. alleen noch bueren ind toehebben sullen rede pennungen

soe mach men oen gheven rede pennyngen off jairlixe pachten sess Philippus gulden vuer hondert te vesten ende sullen dairaff bekennen een euwige loesse ende den taeldach te staen op Sunte Remigius dach in october

in den jair van negenthiene. Item heer Henrick van Stalborgen, Sander ind Aleyt vurss. sullen alleen haeren zwager Adriaen Spirinck eens gheven viftich Philippus gulden van Arnts Groeten wegen zaliger

die men hem sculdich was. Item Jan van Wailwick, echte soen zalige Ott van Wailwick , sall hebben ind behalden een leenguet alsmen hem dat bewesen heft nae segge ind onderwyss der aldster van Gassel in tegen-

woirdicheyt zijns moiders ind voirder en sall hij off yemonts van hem hiernaemaels dat leen verder versuecken dan hij’tt op data dis brieffs aengevangen heft ind besittende is. Item dairtoe sal men noch gheven

Metken onse zwegersche myt haer kynderen seesshondert Horns gulden off de werde dair vuer, ende des sal Metken vurss. geloven te doen verthien hair kynderen van erffnisse ind guede dair sij to gerechticht

muchten wesen. Ende so langh als men hair die sesshondert Horns gulden nyet en betaelt, sullen sij hoeren pachtdach halden op Sente Remigius dach vurss. int jair van negenthiene ende van hondert Horns gulden

sess Horns gulden te betalen. Ende des sullen sij wederomme bekennen een euwige loesse sessinddertich Horns gulden tsairs te loessen ind te quyten myt sesshondert Horns gulden ind dan de selver penningen te beleggen

in behouff der kynderen. Item Metken vurss. mach oick kyesen een onderpandt wair sij uut geveest will wesen in behouff hoirre kynderen. Ende des gelaven wij vrunden, brueders, susters ind zwagers malkanderen

den ghenen de Metken dan vurss. onderpandt doen sall scaideloes te halden. Ende myt malkanderen to lijden ind dragen allen lasten, commer, hynder ende gedingen de welck op dese vurgenoemde ind gedeylde gueden

vorder muchen kommen ind spruyten dan wij se gedeylt hebben. Ende des laten wij ongedeylt staen den hoff de Demmelsfoirt tegen de vurss. pachten van sesshondert Hornss gulden hier naemaels dair mede te doen wat

ons dair van believen sall. Item een ygelick sall sie guet aenvangen als hij’tt vyndt ende alle verschenen pachten ende uutscolt vuer den gescheydach verschenen zijnde sullen sie gelick betalen. Item soe wie dese

scheydinghe ind ordinantie bij vrunden ind maigen vrundelick ind eendrechtlick gemaict sijnde wederspennich ofte contrary wolden wesen offte tegen doen off doen doen, sall vervallen sijn in een peen van hondert

rosennoebell te betaelen een dell der kircken van Sunte Elizabeth te Graeff, dat ander deell den heer van den lande ende dat dordedell den ghenen de bide vurss. maigescheydinge blijven willen. Mede ist bededinght

ind uutgesproecken off dair ennigen twist of schelingen ume gevyelen, dat sall altoes staen tot cleernisse der scheytsluyden, vrunden ind gueden mannen hier over, aen ind bij geweest zijn. Ende ingevall eens doede

een ander in de plaetse te kyesen. Ende want wij heer Henrick van Wailwick, Sander van Wailwick, gebruederen, Henrick Stalborgh, Adriaen Spirinx gezwagers myt Aleyt van Vlodrop, Metken van Wailwick

myt Jan, Henrick ind Mecken hore kynderen dit tegenwoirdige maigescheyt willen vast, erfflick ind euwelick onderhalden hebben. soe hebben wij Jan van Aicken indertyt burgermeister, Jan Vervoirt ind Derick Vaix

scepenen der stat van den Graeff gebeden dat sij dit tegenwoirdige maigescheyt over ons willen besegellen, dat wij Jan van Aicken, Jan Vervoirt ind Derick Vaix gerne gedaen hebben. Gegeven int jair ons heren

dusent vijffhondert ende negenthiene den vijfthienden dach van september.

Schloss Haag, inv.nr. 3706; origineel op perkament met drie zegels, beschadigd.

Deze akte is in deze kroniek opgenomen vanwege een mogelijke verwantschap met Elizabeth van Wailwick genaamd Otten (zie 16-1-1521).

 

17 oktober 1519

GELRE ‑ Elbert ingen Huls, lid van de orde van Carmeliten, als hulder in plaats van zijn vader Jan, vernieuwt de leeneed van de hof genaamd ingen Geest met de laten en alle toebehoren, aan de Geestdorn in de Voogdij onder de jurisdictie van Nykercken voor de Yssemse poort buiten de stad Gelre gelegen.

Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 2.

 

1519, z.d.

Huwelijkse voorwaarden tussen Johan Schenck en Billia Pieck.

RHCL Maastricht, Dokumentatie D274: Inventaris van o.a. Bleijenbeek, Brempt, Hillenraad, nr. N 25; depot onbekend (gedeelte verdwenen, vgl. ook Schloß Haag).

 

1519, z.d.

TEGELEN - Ten overstaan van de leenmannen Johan van Tiegelen en Lambert Mercator wordt Rutger Boeff beleend met de tiende en tijns binnen het kerspel van Tegelen gelegen, zoals deze hem door wijlen zijn vader, Rutger Boeff, zijn nagelaten.

GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 1.

 

1519, z.d.

ALDENKERCKEN - Tilman op den Berge vererft een goed genaamd Pannekoecksgoet, gelegen in de voogdij van Gelderland, in het kerspel van Alderkercken en in de buurtschap van Eyl gelegen tussen Gilberts hof en Berniersgoet, op zijn zoon Adrian op den Berge, die hiermee ten Gelderse rechten wordt beleend.

Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 18.

 

 

 

EINDE

 

< 1500-1509 HOME 1520-1529 >