KRONIEK
VOOR BEESEL, BELFELD EN SWALMEN - 1560-1569
laatst
opgeslagen: donderdag 3 oktober 2024 CTRL+F = zoeken CTRL+C = kopiëren ALT+TAB = wisselen
1560
donderdag 11 januari 1560
VENLO ‑ Stass Leyendecker en zijn echtgenote Anna dragen 15 roede Koolhof, gelegen "op gen Lar" te Venlo, over aan Hendrik Meeter en Jan van Roosteren, provisoren van de Armentafel van de H. Geest te Venlo.
GA Venlo, Inventaris van de archieven van de provisoren van de Tafel van de H. Geest; van het Bureau de Bienfaissance; en van het R.K. Armbestuur te Venlo, inv.nr. 236.
dinsdag 23 januari 1560
BEESEL - Ten overstaan van Lenart van Beeck en Buegel, schepenen te Venlo, verklaren Aelert uppe Camp van Bijsel, Thewus Greffradtz halffman en mr. Henrick van der Smytzen van Ruremunde op bevel van het gerecht, dat, "so sij besath sijn gewest van Johan van Stakenborg", dat zij aanwezig zijn geweest toen Dryssken der Muller tegen Stakenborg o.a. heeft gezegd: "Du besitz myner moeder gut", waarop Stakenborg had gezegd: "Ich besitz diener moeder voet". Dryssken had ontstemd gereageerd: "Du bosswicht". Stakenborg heeft nu een proces tegen Dryssken aangespannen wegens smaad.
GA Venlo, Schepenbankarchief Venlo inv.nr. B2669,fol. 34.
Getuigen betreft o.a. pachters hoeve de Kamp en de Schei, alsmede leenhouder van Klerkenhof te Rijkel.
Voor Stakenborg vgl. 17-6-1553, 17-10-1558, 6-12-1560 en 20-9-1563.
dinsdag 23 januari 1560
VENLO - Lenart van Beeck en Anna, echtelieden, verhuren een huis en erf in de Fleyssstrate gelegen, inclusief de 'farender erfftale', voor een periode van 50 jaar tegen een jaarlijks bedrag van 6 gouden gelderse rijders aan Adam van Beeck de zoon, mede ten behoeve van diens broers en zussen.
GA Venlo, Schepenbank Venlo, inv.nr. B2669, fol. 47.
maandag 29 januari 1560
ROERMOND ‑ Otto van Gale en Anna van Dursdall, echtelieden, dragen een erfrente van 23½ gouden overlandse Rijnse gulden van een hoofdbrief van 1 januari 1537 over aan Derick Repkens genaamd Klompenmaker, beneficiant van het Sylvester-altaar in de H. Geestkerk te Roermond.
GA Roermond, Oud Archief, inv.nr. 741.
Transfix van akte d.d. 1-1-1537.
zondag 18 februari 1560
MAASBREE ‑ Sybert van Bernsauw (leenheer te Maasbree) verklaart ten overstaan van zijn leenmannen van het huis Bree voldaan te zijn wegens de overdracht d.d. 4 oktober 1539 aan Leonart de Laet en diens echtgenote Beatrix, van zijn gedeelte van de hof Gaittenraidt te Hout-Blerick.
J.H. Hanssen: Lijst van niet-geïnventariseerde charter, zich bevindend in het RHCL Maastricht, doos I, nr. 25.
Zie 29-7-1565.
dinsdag 20 februari 1560
LOBBERICH - Anthonis Rouweel genaamd Ingenhuys, als erfgenaam van zijn broer Peter, wordt beleend met het goed genaamd Neetbroeck.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 53.
13 maart 1560
VENLO - Johan van Rosteren draagt een obligatie van 14 of 15 gulden ten laste van Johan Ploeniss over aan zijn broer Anderass [Andreas] van Rosteren.
Andriess van Rosteren slaat voor een bedrag van 50 goudgulden kommer aan het huis van Johan Planyss op de Judestraten gelegen, bewoond door Peter Class.
GA Venlo, Schepenbank Venlo, inv.nr. B2669, fol. 4.
18 maart 1560
Missive van het Hof aan Anna van Vlodrop, weduwe Schenk van Nideggen, dat zij op 11 mei voor het Hof moet verschijnen om tegen haar broeder Lutger te worden gehoord over de belening met de erfvoogdij van Roermond (zie no. 2839 d.d. 9-9-1559).
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 2964.
donderdag 9 mei 1560
NIJMEGEN - Landdag van Ridderschap en Steden te Nijmegen. Aanwezig o.a.: Johan van Holthuijsen to Besel.
RHCL Maastricht, Staten van het Overkwartier, inv.nr. 314. Extract uit het ridderboek.
Hierin tevens vermeldingen zonder verdere datum: 1565 - Johan van Holthuijsen; 1570 - Johan van Holthuijsen; 1576 - Johan van Holthuijsen toe Besell.
In dit dossier tevens Quartierdagen te Roermond waaruit blijkt dat Johan van Holthuijsen deze bijwoonde op 27-7-1591; 19-8-1591; 14-1-1592; 1-9-1592; 1-3-1594; 4-1-1596; 21-4-1596; 21-4-1596; 3-1-1598 en 31-7-1598.
Vermoedelijk ontleent Johan zijn recht op aanwezigheid aan zijn huwelijk met Helwich van Holtmeulen, dat in dat geval kort voor mei 1560 mag worden gedateerd. Beiden verpanden Nieuwenbroeck 30-11-1563.
zaterdag 11 mei 1560
ROERMOND ‑ Lutgart van Vlodorp wordt als erfgenaam van zijn broer Gerrit van Vlodorp beleend met zijn aandeel in de erfvoogdij van Roermond. Zijn echtgenote Wilhelma Ruters ontvangt het vruchtgebruik.
Anna van Vlodorp, weduwe van Christoffel Schenck van Nideggen, krijgt uitstel voor het afleggen van de leeneed (van haar aandeel).
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 64.
Zie 19-8-1559.
vrijdag 31 mei 1560
GELDERN-PONT - Loeff van Egeren Loeffszoon wordt na overdracht door Jacob in gen Haiff beleend met de hof te Keeckhem met de Borchstegen, de Aschorst met de Olygrave en de laten van Walbeke en van Pont die tot voornoemde hof behoren, zoals deze met alle andere toebehoren in de jurisdictie van Pont zijn gelegen. Zijn moeder Margriet in gen Haeff behoudt haar vruchtgebruiksrecht.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 5.
Zie 17-11-1550 en 17-5-1574.
6 juni 1560
SWALMEN - Brief van het Hof aan de hertog van Cleve, houdende klachten over voortgezette inbreuk door zijn onderdanen op het recht van de pandheer van Swalmen en Asselt.
Gelders Archief, toegangsnummer 0124, Hof van Gelre en Zutphen, Brieven van en aan Uitheemsen, inv.nr. 1070, No. 2535 (zie ook No. 2518).
11 juni 1560
Missive van het Hof aan de drost van Montfort, begeleidende een schrijven van de Kleefse regering over de afdoening der geschillen over de grenzen onder Swalmen.
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 3001.
woensdag 26 juni 1560
NIEUKERK - Albert van Huchtenbroeck krijgt uitstel voor het afleggen van de leeneed van de hof te Niersdom.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 3.
Zie 1550, z.d. en 26-8-1560.
woensdag 26 juni 1560
GELDERN - Albert van Huchtenbroeck krijgt uitstel voor het afleggen van de leeneed van het leengoed genaamd die Stove.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 3.
Zie 15-6-1553 en 26-8-1560.
6 juli 1560
Missive van het Hof aan de drost van Montfort, dat hij bijgaand schrijven van de hertog van Cleve moet bespreken met de weduwe te Hillenrade (weduwe Christoffel Schenck).
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 3011.
maandag 12 augustus 1560
BREYELL - Ten overstaan van de leenmannen Johan van Tiegelen en Johan van Sprinchoeven wordt Michael Agris, voor zichzelf en zijn consorten, als opvolgers van heer Peter van Bree, beleend met de Natter tiende.
GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 9vs.
woensdag 26 augustus 1560
NIEUKERK - Albert van Huchtenbroeck wordt als erfgenaam van zijn broer Steven van Huchtenbroeck beleend met de hof te Niersdom.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 3.
Zie 26-6-1560 en 4-7-1564.
woensdag 26 augustus 1560
GELDERN - Albert van Huchtenbroeck wordt beleend met het leengoed genaamd die Stove.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 3.
Zie 26-6-1560 en 3-11-1561.
dinsdag 1 oktober 1560
(St.-Remigius)
ROERMOND - Ten overstaan van Hushaven en Cruchten verklaren
- Johan van Greffraede met toestemming van zijn echtgenote Jutte;
- Huicho van der Kraicken met toestemming van zijn echtgenote Catharine;
- en Dede---
dat zij circa 12 roede land buiten de Nyelre Porten gelegen, zoals zij deze hebben geërfd van hun moeder Anne Hanen, verkopen aan heer Diedrich Haen, pastoor.
Huicho verklaart namens zijn vader Johan van der Kraicken en zijn twee broers Johan en Diedrich van der Kraicken dat zij deze overdracht zullen erkennen.
Pastoor Diederich Haen draagt vervolgens de rechten op 30 Robertusgulden jaarlijkse cijns gevestigd op de stad Roermond, 5 gulden brabants op het huis van Johan van Greffrait in de Schoemecherstraet gelegen en 10 goudgulden onder het gerecht van Sittart gelegen, zoals hij deze rechten heeft geërfd door overlijden van vruchtgebruikster Byn Balduwijnss, over aan Johan van Greffraede en Jutte voor de ene helft en aan Huicho van der Kraiccken en Catharine anderzijds, mede namens hun twee broers Johan en Dederich van der Kraicken, alles volgens overeenkomst van 10 november 1560 opgemaakt te Nijmegen.
GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, Overdrachten deel I, fol. 154-154vs.
Bevat nog aanvullende informatie niet overgenomen in dit regest. In verband met genoemde data controleren vóór publikatie.
Zie ook GA Venlo, Schepenbank Venlo, inv.nr. B 2694 (proces Johan van Greefraedt c.s. tegen Judith de Haen c.s.), fol. 55vs en 56 (rekenboek van Arnt Vinck), 1559: (z.d.) "Tho Biesell aen landt gekofft ungeferlich 1c xx gl brabants"; 1582? (z.d.): "Dat huiss in der Stijgen verkocht vor jc Philips daler to Ruremunde, hirvan kerk... betalt jc rider van dat huiss in die Schomeckerstraet".
dinsdag 15 oktober 1560
DÜLKEN - Ten overstaan van de leenmannen Coen to Liemes en Thomas im Wynckel wordt Arnt, zoon van wijlen Gerhart tho Reidt, beleend met land in de hof zu Reidt gehorend zoals dit vanouds leenroerig is geweest aan het huis Holtmullen.
GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 13.
zondag 27 oktober 1560
TEGELEN - Theis Roffertz heeft eertijds ten overstaan van stadhouder en leenmannen van het huis Holtmullen een tiende, leenroerig aan dit huis, overgedragen aan Lenhardt zu Laet, waarop deze Lehenhart vervolgens op 27 oktober 1559 is beleend. Heden zijn Gerardt Roffert en zijn zwagers Johan van Kessel, Johan Keer en Cornelis van Merwijck verschenen voor Frantz van Holtmullen en diens leenmannen Johan van Tiegelen en Wilhelm van Merwick als onthouden man van leen, en hebben deze overdracht bevestigd ("nach form der rechten betroint').
GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 3vs.
vrijdag 6 december 1560
BEESEL EN BELFELD ‑ Berbe Beckers, echtgenote van Paul Wevers, verklaart voor schepenen van Beesel op verleende aarde te Roermond onder eed, dat haar man een lening is aangegaan bij NN Stackelberch, met hun goed te Beesel als onderpand. Haar man is nu in Duyren overleden, maar Stackelboirch heeft haar op de Veltstrait en de Munsterstrait (te Roermond) aangesproken over zijn vordering op het goed te Beesel.
RHCL Maastricht, Schepenbank Beesel en Belfeld, inv. nr. 42 N, scan 2/200.
Vgl. 20-9-1563.
z.d., ca. 1560 (tussen aantekingen d.d. 12 december 1560 en 27
april 1561)
VENLO / BEESEL - Instructie ten behoeve van Johan van Holthuijsen betreffende brouwen.
"Instructie van idt ongeburligh voirnemen dess erentvesten Johan van Holthuysen, so sijn lieven van yeder tonn byers als hyr to Venlo gebrouwen in to Hensbeeck verdain wurdt 1 brabantsche stuiver".
- Tevens z.d.: aantekening inzake hertog Reijnalt, over de gruit en het biergeld te Venlo, en een jaarlijks bedrag van 75 oude schilden wegens een schuld van 2.000 gelderse schilden, krachtens obligatie van 1413.
- Tevens z.d.:
"Ind nadem Maria hertogin van Gulich ind Gelre der stat Venlo gegeven die
gruysse myt alle ur gerechticheit ind dat sy soll ... ind upbueren van yeder
vaet in behoeff der stat eyne alder groisse conings tornoyse ... eyns
besiegelden brieffs de dato iij c lxxix daenae die stadt Venlo
ur lieven jarlix to geven sich verbunde 1 c alde schilde in drie
termijnen. Daenae gekomen hertoch Reynolt in hefft alsulche alde schilde
erstlich anno iiij c xij bij de heren van Brochusen doen up... [doorgehaald: versath] ind daenae volgens
anno xiij so sijn ... der stat Venlo schuldich gewest".
GA Venlo, Schepenbankarchief Venlo inv.nr. B2669, fol. 51vs.
Voor de gruit te Venlo zie ook GA Venlo, akten d.d. 19-7-1379 (OA nr. 23), 23-7-1379 (OA nr. 24 en 25), 17-3-1412 (OA nr. 40: Reinoud IV verpandt de gruit voor 75 oude schilden aan Willem van Broichusen), 10-12-1413 (OA nr. 41: Obligatie groot 2.000 gulden door Reinald IV t.b.v. de stad Venlo, met als pand de rente groot 75 oude schilden).
1561
woensdag 15 januari 1561
Deling tussen de kinderen van Agnes Roffarts, te weten Gerard Rofferts enerzijds en Christina Rofferts, gehuwd met Johan Keer en Matthis van Kessel haar 'echte gebaeren zoon' bij Gerard van Kessel genaamd van Roffert anderzijds.
RHCL Maastricht, Van Merwijck / De Keverberg, inv.nr. 2-9; charter.
15 januari 1561
NIEUWSTADT / SWALMEN - Missive van het Hof aan de drost van
Montfort, houdende instructie, hoe hij zich moet gedragen in verband met de
bekentenissen van zekere ketterse snijder uit Nieuwstadt, genaamd Blasius.
Over de zaak van die van Schwalmen en Asselt en van het Echterwald kan men hem
vooralsnog niet antwoorden.
Gelders Archief, toegangsnummer 0124, Hof van Gelre en Zutphen, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 1052, No. 3079.
maandag 3 maart 1561
BEESEL-BUSSEREIND ‑ Hille Wolffs, als gevolmachtigde van haar man, broers en zussen, eist overdracht van 1/8 gedeelte ("vierdedeyll halff") van een hoeve te Beesel die Jelis van Zuitphen sinds enkele jaren in gebruik heeft.
In een proces voor de schepenbank Beesel tussen wijlen Reick in den Hann enerzijds en Wijlhem Beumers anderzijds, is uitgesproken dat eerstgenoemde het vruchtgebruik mocht behouden. Reick is vóór zijn eerste echtgenote Thrienen Moesbecks overleden, zonder wettige nakomelingen, waardoor het goed aan de naaste erfgenamen had moeten vervallen, te weten Claes Moesbecks en zijn zus Nees.
Reick heeft echter zijn tweede vrouw (?) Berbe aan deze erfgoederen getuchtigd, die op haar beurt Jelis van Zuitphen hieraan getuchtigd heeft.
GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv. nr. 485, procesnr. 3152.
Zie 13-10-1561.
maandag 24 maart 1561
BEESEL - Zeger van der Horst en Johan van der Horst, zonen van Conrad van der Horst en Maria Spee, ontvangen ¼ deel van de hof de Rade te Beesel. In 1563 of 1565 droegen zij al hun rechten op de Putting te Kessel over aan Johan van Holtmeulen.
L'Escaille: de heren van Baarlo. In: Publications etc., blz. 243.
Vgl.
14-4-1561.
zaterdag 29 maart 1561
"auff Saterdach Palmavent"
DÜLKEN - Ten overstaan van de leenmannen Thomas tho Winckel en Thonis Deckers wordt Peter Vleupesch door Frantz van Holtmullen beleend met het land dat Jan Wevers eerder in leen had ontvangen ten behoeve van zijn nagelaten kind Peter Wever blijkens het manboek.
GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 13.
maandag 14 april 1561
KESSEL ‑ De broers Seger en Johan van der Horst doen ten behoeve van Johan van Holtmeulen afstand van hun rechten op de hof genaamd Puteyck onder Kessel gelegen.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 146.
Zie 24-31561 en 30-5-1556.
vrijdag 25 april 1561
BEESEL ‑ Ten overstaan van Henrich Slabbert, Wilhelm Quijten en Wilhelm aen gen Beick, resp. richter en schepenen van Beesel, verklaart Johan van Holthusen dat hij
- ongeveer 4 morgen land, gelegen tussen het erf van This Borskens, land van het altaar te
Swalmen, de Rijkelre Kerckweich en de Maas;
- en een erfmalder rogge jaarlijks, gevestigd op de kleine weide
achter de moesgaard van Henrich Slabbertz gelegen,
voor een bedrag van 350 gouden Gelderse rijders heeft overgedragen aan Goirdt Slabberts (Gerlyngh Jaeckennsoenn) en Aleide, echtelieden.
Met recht van terugkoop binnen jaar en dag.
RHCL Maastricht, SA Beesel en Belfeld, inv.nr. 42; afschrift. Origineel was bezegeld door Lodwich in der Horst.
21 mei 1561
VENLO - Gort Roffertz, als voogd van zijn moeder Trynen; Gatzschack Krefftz gehuwd met Beel; en Aelethgen, verklaren mede voor hun zus Baetze in gen Oeij, dat zij een huis, nu bewoond door Kruppel Hans, gelegen naast de huizen die van Jacop van Twyst plachten te zijn en het huis van Tryn Roffertz, hebben verkocht aan Johan Ramecker en Griete, echtelieden. De aankopers zullen geen recht hebben op het Wolff End richting molen.
GA Venlo, Schepenbank Venlo, inv.nr. B2670, fol. 5.
maandag 9 juni 1561
HINSBECK ‑ Akte van belening door de Hollandse leenkamer van Rutger Spee van Pallant met de hof up ter Heyden onder Hinsbeck.
G. Venner: Inventaris van Losse Charters die in 1901 uit het voormalige Rijksarchief te Roermond werden verworven, inv.nr. 148; charter.
donderdag 17 juli 1561
BREYELL - Ten overstaan van de leenmannen Jan van Oe en Johan van Tiegelen wordt Peter Goebbels, zoon van wijlen Gaedert ingen Rae, mede voor zijn metgedelingen Frederich en Immel, door Frantz van Holtmullen beleend met de Natter tiende, behoudens de weduwe Jutt Steins gedurende haar leven het vruchtgebruik.
GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 7.
zaterdag 30 augustus 1561
LEUTH - Alijt Spee, weduwe (van Johan van Broickhuysen van Oijen), krijgt uitstel voor het afleggen van de leeneed van de hof ten Busch, groot omtrent 80 morgen land, en met het goed gelegen bij de Aldenkrieckenbeeck met alle rechten en toebehoren in het kerspel van Leut gelegen.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 59.
Zie 21-4-1556, 10-6-1556 en 26-2-1562.
zaterdag 6 september 1561
TEGELEN - Ten overstaan van de leenmannen Johan van Oide en Henrich van Esschaven draagt Johan van Tiegelen een tiende "wilche altzitz gehoirich ist gewest in dem hoeff ghen Boisch, darvann Wilhelm Vinck und Johan Vinck empfanger gewest sein und gebrucht haven", zoals Johan deze nu in leen houdt van Frantz van Holtmullen, over en op aan deze Frantz voornoemd. Hierna is Peter van Tiegelen ten behoeve van zichzelf en van zijn zwager Lambert Mullers en diens vrouw Trynen van Tiegelen door Frantz van Holtmullen beleend met de tiende in het Tegelerveld gelegen, "ein jair im Maesveldt und ein jar im Haenraider velde" met alle verdere gerechtigheid, alsmede met een koeweide achter 'der Est' gelegen en een kleine tiende daarbij behorend, alles zoals wijlen Johan Vinck deze leengoederen eertijds heeft ontvangen.
GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 3vs-4.
vóór 6 oktober 1561
Z.P. - Gehuwd: Willem aen de Beeck [overl. vóór 1596, vermeld als schepen te Beesel 1561-1572, eigenaar van een goed 'an gheenen bosch' te Beesel 1572] en NN.
Uit dit huwelijk:
1. Johan aen de Beeck, overl. vóór 7-4-1590. Tr. met Geertruid van Horn (zij hertr. Asselt 1590 met Willem Quijten).
2. Hendrick aen de Beeck, overl. vóór 23-5-1629. Gehuwd en kinderen.
3. Johanna (Jenne) aen de Beeck, overl. tussen 9-7-1629 en 18-12-1639. Tr. vóór 9-11-1600 met Arnoldus in den Vosch alias Vossius, overl. tussen 1-1-1626 en 10-8-1627. Uit dit huwelijk geen nakomelingen.
4. Leonardt an gen Beeck, overl. vóór 1612 zonder nakomelingen. Hij was gegoed te Echt.
maandag 6 oktober 1561
BEESEL ‑ Henrich Schlabbert, richter, Wilhelm Quitten, Wijlhelm aen gen Beeck, schepenen te Biessell, verklaren dat zuster Trincken Brellen, begijn van het Nieuwenhof te Roermond, 1 morgen land gelegen aen ghijn Eijcxken en met de korte zijden grenzend aan de openbare weg en aan de Rijckeler gemeinen Kijrckwech, heeft geschonken aan Gebele van der Masen, meesteres van de Nieuwenhof, ten behoeve van een arme begijn. De grond kan worden afgelost met 50 gulden Gelderse rijders.
Bij gebrek aan een zegel wordt door richter en schepenen niet gezegeld.
GA Roermond, Hss Linssen deel IV; cartularium Begijnhof Roermond.
maandag 6 oktober 1561
Dierick van Holthusen verkoopt een obligatie van 75 goudgulden, losbaar met 1500 gulden, aan Johan Raits van Frens en diens echtgenote Margriet van Anxtel.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 58.
maandag 13 oktober 1561
ROERMOND / BEESEL ‑ Voogdbenoeming.
Ten overstaan van richter en schepenen van Biessel stelt Johan van Lomme in de Brugstraet (te Roermond) advokaat Theiss Hamecher aan als zijn wettig voogd.
RHCL Maastricht, Schepenbank Beesel en Belfeld, inv.nr. 36, fol. 1.
Eerste en oudste aantekening in dit register.
'Vor richter unnd scheppen to Biessell hait Jan van Lomme in die Brugstraet tzo seinen wittigen momber gestalt Theiss Hamecher den vorsprecher, biss zo seinen widderrouff, gestalte ... allet tghene tho verantworden dat he nu ant recht to doen hait und kriegen mach.'
vóór 13 oktober 1561
Z.P. - Gehuwd: Reinerus Melis [burger te Roermond, vermeld 5-6-1563] en Margaretha Wolfs [wed. van Tilmannus Wolfs alias Moesbergs, waarvan minstens 7 kinderen].
maandag 13 oktober 1561
BEESEL-BUSSEREIND ‑ Heill Wolfs hoopt dat Jelis van Zuitphen tevreden is met de aan hem door de schepenbank (of Hof?) toegewezen schadeloosstelling. Voor diens klachten over de sloop van enkele goederen moet deze zich maar tot Reijnier Melis richten.
GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv. nr. 485, procesnr. 3152.
Zie 17-1-1561.
maandag 3 november 1561
GELDERN - Seger van Bodbergen, voor zichzelf en zijn mede-erfgenamen, wordt beleend met die Stoiff; zijn moeder Anna van Balveren behoudt haar vruchtgebruiksrecht.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 3.
Zie 26-8-1560 en 13-6-1564.
maandag 17 november 1561
BEESEL-BUSSEREIND ‑ Jelis van Zuitphen beroept zich op bevelschriften van het Hof en op het 25e artikel te Nijmegen opgesteld en later te Venlo bevestigd.
GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv. nr. 485, procesnr. 3152.
1561, z.d.
BREYELL - Ten overstaan van de leenmannen Adolff van Waldoiss en Johan van Sprinckelhoeven wordt Frantz van der Clee, mede voor zijn medeverwanten, door Frantz van Holtmullen beleend met de tiende genaamd de Natter tiende te Breyel gelegen.
GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 7.
z.d., rond 1561
BEESEL - Verklaring door Adolf van Waldoes genaamd
Baerle, scholtis te Breyell, over een rechtzaak tegen Dirk van Beringen met als
inzet erfgoed onder Beesel. Van Beringen heeft zich zonder zijn toestemming
laten vertegenwoordigen. De zaak wordt ter hoofdvaart gebracht.
“Ich Aloff van Waltdos genant Barle scholtis to Breiell heb to gerichts
recht gestanden in der dinckbanck to Beesel als umb myns elderliche
guets will, dair ich eyn recht bloet- ind erffgenaem ain byn, unteghen
eynen geheiten Derick van Beringen burger bynnen de stat Venlo
wilchur eyn freympder is, und geyn bloeyts bewant van syner
weghen off ouch van synre huysfr[ouwe] wegen, wilcher sich butther
klair an deser vurss. dinckbank Beesel erfonden hefft. So ich
dan gerichtlich mit dem vurss. Derick gestanden heb, hefft hye
gunstlichen van mich begert dat ich im ergunnen {toestaan} woldt dat he gericht-
lich eynen momber setten mucht wilchur dat banck recht myt vermach.
Dae up heb ich vur antwort gegeven neyn, ich en erguns umb
nyt, bij also ich byn ouch eyn diener myner heren van Synt Panthalion
bynnen der stat Coellen in ouner dienst und geschafften, moet ich
oer gehoirsam sijn, he sall dat recht also waer verwarden ind
waichten als ich. Darup hefft noch Beryngen vurss ein geleufflich
gerichtlich touseggen gedain in eygener personen montlich gespan-
nender back Ich en sall van sijnent wegen oirsaichen halven nyt
verraest werden, dat ich mijner heren geschafften sall trecken wair
mich des van noeden ys. Darbeneffen up dem gelouffen ind
touseggen hefft hij noch begert dat ich im des mombers consenteren
wuldt, dar op heb ich umb vur antwoirt gegeven Ja indem
mich gescheyt na inhalt sijns touseggen wie vurss. Her beneffen
dat neiste off dat twede gedinck herna synt wir beidt ontbleven
und die boegll (?) is sijn momber mit dem rechten vort gefaren und
vermeynt durch mijns outblijvens mich verraest to hebben want
dan Beryngen mich sijns touseggens aeffgeit so verhoefft ich
die momberschaiff sall ouch van iell und onwerdt sijn, der
Beryngen sall also vyll sijns oitblijvens versumpt hebben als ich
So wie dit toeseggen geschiet ys hebben scholtis und schepen
gerichtlich gehoirt und waell verstanden deser vurss. saicken und
puncten is der eirsame scheoen nyt wijss geweist und hevet gefairt
om sijn wytliche heufft zu Ruremondt des ich eyn guet be..gen
gehadt heb und stell mijn saick an Gott und dem rechten”
HCL Maastricht, SA Beesel en Belfeld, inv.nr. N scan 4/67.
Adolf van Waldoes wordt in 1561 genoemd als leenman van het huis Holtmeulen. Voor Dirk van Beringen zie ook 1545 (z.d.). De goederen lijken betrekking te hebben op de akte van 9-5-1482, mogelijk de Schei.
1562
12 januari 1562
Missive van het Hof aan Arndt van Nideggen, heer van Swalmen enz., houdende verzoek om bericht op het schrijven van de hertog van Cleve over geschillen tussen die van Swalmen en Beesel.
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 3224.
12 januari 1562
Brief van het Hof aan de hertog van Cleve in antwoord op een niet aanwezige brief over een grensgeschil tussen Swalmen en Beesel. Men heeft de heer van Hillenraedt verzocht inlichtingen te geven.
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan uitheemsen, inv.nr. 1070 nr. 2675.
vrijdag 16 januari 1562
"op sent Anthonisavent"
BEESEL ‑ Verpanding land.
Derick van gen Inde en Berbe, echtelieden, lenen van Jacob Neel en Catharina, ook echtelieden, een bedrag van 100 ridder gulden, elke gulden aan 24 stuivers gerekend, met als onderpand 5 morgen in de Schoolt naast Henrich Slabbertz en Druiden Bernardtz erf, grenzend aan de Schloesberg. Met recht van lossen.
RHCL Maastricht, Schepenbank Beesel en Belfeld, inv. nr. 36, fol. 1vs.
17 januari 1562
Missive van het Hof aan de drost van Montfort over een vordering op de erven van Ryck in den Haen door de schout van Beesel, die volgens de voogd van die erven onrechtmatig is.
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 3226.
donderdag 26 februari 1562
LEUTH - Alijt Spee (weduwe van Johan van Broickhuysen van Oijen) krijgt uitstel voor het afleggen van de leeneed van de hof ten Busch, groot omtrent 80 morgen land, en met het goed gelegen bij de Aldenkrieckenbeeck met alle rechten en toebehoren in het kerspel van Leut gelegen.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 59.
Zie 30-8-1561 en 20-7-1562.
10 maart 1562
VENLO - Loff Vriesen en Merry, echtelieden, verkopen twee jaarrenten, te weten een op pasen en een op pinksteren, aan Sander Vinck.
GA Venlo, Schepenbank Venlo, inv.nr. B2670, fol. 5vs bis.
Vgl. idem inv.nr. B2669 fol. 12 d.d. ca. 1560 z.d.: Anna Vincken heeft haar huis, gelegen op de Alde Merckt naast Loeff Vrijessen, voor jaarlijks 16 gelderse rijders verhuurd aan Gerling van der Graff en Meth, echtelieden.
zondag 15 maart 1562
BEESEL EN BELFELD ‑ Overdracht goederen in ruil voor levensonderhoud.
Ten overstaan van Jan Flegelss, richter, en Peter te Belven en Geisken an gen Loe, schepenen van Biessel draagt Druide Vervort al haar goederen over aan Goertgen van den Gasthuisshoef en diens vrouw Jutte, dochter van Druide voornoemd, op voorwaarde dat Goertgen en Juit resp. hun kinderen voornoemde Druide gedurende de rest van haar leven zullen onderhouden. Mocht Jutte eerder dan Druide overlijden en mocht Druide niet tevreden zijn over het onderhoud, dan zal Druyde deze goederen weer terug mogen nemen.
RHCL Maastricht, Schepenbank Beesel en Belfeld, inv.nr. 36, fol. 1.
'Hait Druide Vervort vor richter unnde scheppen van Biessell unnd gerichtlicher weijse sich aller ire gueder levendich doit gemacht unnd opgedragen Goertgen vanden Gasthuisshoef und Jutten sijner huissfr. der vorss. Druiden dochter, unnd ire bieder rechten liefserven, myt dieser furwerden dat Goertgen und Juit eluiden vorss. ofte ire kindere die vorgemelte Druide ire levenlanck eherlich und nae iren staet naeberlichs priess mit allen noittuirft onderhalden soellen, und auch diesen bescheid oft sach were Juit ire dochter aflijvich wurde, und sij mit der onderhaldongh van niet tho vreden were, so sall Druyde alle ire gueder weder moegen nhemen und selbst gebrouchen glieck sij suslang gedaen heft. Jan Flegelss richter, Peter te Belven und Geisken an gen Loe scheppen tho Biessel hebben hieroever gestanden.'
vóór 20 april 1562
Z.P. - Gehuwd: Hermannus van Kessel en Joanna up Slabbershoff [dr. van Ghijs Gruiten? en Elisabeth NN uit Belfeld].
maandag 20 april 1562
VENLO / BEESEL EN BELFELD - Ten overstaan van Verwer en Greffraed, schepenen te Venlo, verklaart Jan up Slabberts hoff, echtgenote van Hermannus van Kessel, pachter op Slabbartzhoff, onder ede dat zij een wettige dochter is uit het huwelijk van Ghijs Gruiten? en Lijsken, echtelieden wonend te Belfelt.
GA Venlo, Schepenbankarchief Venlo inv.nr. B2670, fol. 8 bis.
maandag 21 april 1562
VENLO - Ten overstaan van Huys en Greffraed, schepenen te Venlo, verkopen Kerstgen Kuper van Massese [Maashees] en Trijn, echtelieden, de helft van hun 'bant' in de Groenstrat gelegen, waarvan de andere helft toekomt aan de zus van Trijn voornoemd wonend op Gruysdonck, aan Henrick Boenenbecker en Hilliken, ook echtelieden.
GA Venlo, Schepenbank Venlo, inv.nr. B2670, fol. 11vs bis.
Zie 10-5-1585 voor bezittingen van Boenenbecker te Belfeld-Geloo.
dinsdag 2 juni 1562
BROEKHUIZEN / SWALMEN ‑ Pauwels Nebers en Korst Burgers, schepenen van het dwanggerecht te Broickhusenn, oorkonden dat op verzoek van Merten van Oien namens de heer van Hellenraidt en het gehele gerecht van Swalmenn door enkele getuigen onderstaande verklaringen zijn afgelegd:
- Goertgen Spoelen van der Horst heeft op
bevel ("durch dwanck des rechtenn") op verleende aarde onder eed
verklaard dat hij eertijds naar Swalmen is geweest om daar zijn doeken te
vollen. Gisken der Voeller heeft hem bij deze
gelegenheid overgehaald ("beschweirt") om hem te helpen om met zijn
kar en paard hout te halen op de Boesch. Toen zij halverwege op de Buisch waren
gekomen en hout aan het laden waren, verschenen de vorsters van Brugghen die
tegen Gisken zeiden: "Siet Gisken, hier suldt ir die bruecken
gelden". Daarop had Gisken geantwoord "Des en hoip ich niet".
Doch zij ontboden ("bescheiden") hem naar het huis van Truide van Oist te komen om daar een en
ander te regelen, waarin Gisken toezegde. Nadat de vorsters weer vertrokken
waren, keerden ze echter weer na korte tijd terug. "Ir hebt dair ein
uitlensche kair bei u, dair will mher om toe doin sin. Jedoch kompt dair bie
uns, und brengt den frembden man mit uch", zo zeiden ze tegen Gisken en ze
eisten 3 goudguldens van hem. Hoeveel de voller uiteindelijk gaf, weet Gaertgen
Spoelen echter niet.
De
volgende dag toen hij in de molen de doeken aan het vollen was, verscheen de
bode van Swalmen in de molen en eiste 100 rosennobelen van hem uit naam van de
heer (van Hillenraad). Hierop had Gairtgen Spoelen tegen Gisken den Voeller
gezegd: "Siet, ich en hebbe van diesen dingen niet geweten. Solle ich
durch uch in schaden unnd last komen? Dat stundt niet op reden. Untredt mi alst
behoirt". Uiteindelijk was Gairtgen echter zelf maar naar de scholtis
gegaan en deze om advies gevraagd. Deze had hem als antwoord gegeven dat hij de
volgende dag naar de vrouwe van Hellenraidt zou gaan om het over de zaak te
hebben. De volgende was de bode van Swalmen, Kouf genaamd, bij Gairtgen gekomen
en had hem voor scholtis en schepenen ontboden. Hier kreeg hij van de scholtis
kwijtschelding ("affscheidt"). "Siet Gaertgen, diewiell ir uch
beklaegt dat ir es unwetenn gedain hebt, so suldt ir ditmaill urer straiten
vairenn. Dan hedden uch die vorster van Bruggen mit genoemen, ir soldt niet
weten, woe dat ir vann dair soldt sein koemenn. Want die vorster van Bruggen
sein gehalden, wen sie op denn Buisch bruickbair finden, den moiten sie toe
Swalmen bringen, unnd ingelicker gestalt, wen die vorster van Swalmen vinden,
die moiten sie to Bruggen bringen". Na deze woorden van de scholtis was
Gaertgen ijlings uit Swalmen vertrokken.
GA Roermond, Handschriftenverzameling inv.nr. 15: Cartularium
Schenck van Nydeggen, fol. 32-33. Met bevestiging door Marten van Oien.
Maarten van Oijen van Broekhuizen was leenman van de Wielerhof te Swalmen. Het origineel was bezegeld door scholtis Johan van Wick namens de schepenen die geen zegel hebben.
vrijdag 5 juni 1562
VENLO / RIJKEL - Ten overstaan van Lom en Verwer, schepenen van Venlo, verklaart Peter Kettelbuter, burger van Venlo, oud 62 jaar, onder ede dat hij tussen 1511 en ca. 1520 heeft gewoond op "der Rickeler hoff in den keerspel van Bysel gelegen" en gedurende deze tijd nooit heeft vernomen dat die van Swamen in den Merler Broick onder de Steynwegh ooit flaggen gehouwen of turf gestoken hebben.
GA Venlo, Schepenbankarchief Venlo inv.nr. B2670, fol. 15vs bis.
8 juni 1562
SINT ODILIËNBERG / BEESEL - Verklaringen over het gebruik van Brachter bos.
“Item tuicht Tulman op den Bergh toe Postert dat hem kundich is doe hij toe Offenbeck gewont heft op Sint Cornelis herenn hoeff unde daer gebaeren und getoegenn is, soe is hem kundich ongeverlick oever die seevenundvertich jar dat die van Beesell genut und gebruight hebben den Brachter boes bij ons geheitten met rynt beisten unde schaepenn soe verr als hoen geliefden unde genochden sunder eimans weeder seggenn unde ny gepant unde geschant sin op den boes vurg[emeld]
Tuicht Jan Mereels woenende toe Bergh dat hem kundich sij van vijfentwintich jaerenn her, dat die van Beesell den boes boeven genompt gebruicht hebben myt rynt beisten unde scaepen in der tit als hij toe Beesell gewont hefft.
Item blijfft Gort Mereels woenende toe Kerckenn bij alsulcken getuich als Jan vurss. getuicht hefft unde tuicht wyder dat hij die scaep selffs op denn vurg[emelten] boes gehoet hefft einen maent tits achter denn anderen als dat voer froech geetenn waes unde hefft nye gehoert dat eimans hedt gesacht quaelick doetstu oeff wyck mitten schaepen daen altit vrelick unde restelick gebruicht.
Wyr Jan van Monfort unde Claes Leitkens scheper der dyngbanck Ulenbergh tuigen voer ons koemen synn Tulman op den Bergh toe Postert, Jann Mereels toe Bergh, Gort Mereels toe Kerckenn unde hebben gekont unde getuicht hyr boeven bescreeven unde dat selffste myt hoeren eidt vur ons schepen vurss. beweest nae onsen banck und lant recht der oorsaeckenn hebben wir schepenen vurss. onsen schepenn seegell hyronder op spacium gedrught, denn achdenn dach junij anno 62”
HCL Maastricht, SA Beesel en Belfeld, inv.nr. 46 N ; origineel op papier met opgedrukt gecachetteerd zegel van de schepenbank Sint Odiliënberg.
zaterdag 13 juni 1562
ROERMOND / SWALMEN ‑ Christoffel van Dursdall en Lambrecht van Cruchten, schepenen te Ruremunde, oorkonden dat onderstaande personen onder eed de volgende verklaringen hebben afgelegd:
- Lodewich in ger Horst, scholtis van het ambt
Monffort, circa 55 jaar oud, heeft verklaard dat hij in de tijd dat Wilhm van Vlodrop drost was te Monfort
(1528-1531), als dienaar getuige is geweest toen diverse Gelderse raadslieden,
waaronder iemand genaamd Ercklentz, samen met de vijf
drosten van het (Over)Kwartier op het Elmpterwald zijn samengekomen om bij de
gerechtsplaats ("den gericht") van Swalmen op de Berge samen met de
Gulikse raadslieden te vergaderen. Later zijn zij langs de Swalm naar Brugghen
gereden waar ze verder vergaderd hebben. Waarover deze vergadering handelde,
weet de getuige echter niet. Na afloop zijn de Gulikse raadslieden naar Bruggen
gereden, en de Gelderse naar Brempt.
Verder
verklaart de getuige dat hij daarna met de voornoemde drost van Monfort naar de
Swalmerbuisch is gereden en daar samen met twee kinderen van Rabat van Dursdal openlijk en ongestoord
heeft gejaagd.
- Johan Schenck, 50 jaar oud, en Oth Winters, ongeveer 53 jaar oud,
hebben verklaard dat, toen zij bij Cristophel Schenck, heer van Hellenradt,
woonden, deze van wijlen hertog Carl van Gelre een brief ontving waarin
hem werd opgedragen om op de Swalmer en Brachter Boesch te jagen om zo de oude
rechten te onderhouden; anders zou de hertog aan de drost van Monfort bevel
geven om hier te jagen. De heer van Hillenraidt had hierop van de drost
jachtnetten ("garen") en honden geleend waarna ze beiden met dienaren
en onderdanen op de Busch waren getrokken en hier de netten hadden opgesteld.
Het duurde niet lang of de jager van Bruggenn verscheen die hen vroeg of dit
zomaar allemaal kon. Ze antwoordden hem bevestigend, gingen verder met netten
spannen en lieten de honden los, waarna ze begonnen te jagen. Intussen werden
op bevel van de jager in Bruggen, Borne, Bracht, Kaldenkirckenn en daar omheen
de klokken geluid, zodat de huislieden samen met de (Gulikse) drost richting
Buisch trokken. De huislieden werden opgehouden in de lange heide en toen de
drost bij Schenck kwam en deze vroeg op welke gronden hij hier jaagde,
antwoordde Johan dat hij dienaren naar Hillenraide zou sturen voor een antwoord
op deze vraag. De drost eiste echter dat de netten zouden worden verwijderd, of
hij zou ze door zijn mannen laten weghalen. Schenck antwoordde dat hij dit dan
maar moest toestaan, want de overmacht was hem te groot. De drost zou hem er
echter niet van kunnen weerhouden om binnen zijn eigen jachtgebied te jagen. De
drost deed hierop een stap opzij en wees Schenck op de Gulikse huislieden die
intussen waren gearriveerd. Schenck was niet erg onder de indruk en zei
"er hedde wail meer boiren gesien und doch vill mer landtzknechte".
Uiteindelijk werd de jacht gewoon voortgezet en de jagers konden hun netten
ongestoord inzamelen en terugkeren naar huis. Ook na deze gebeurtenis jaagden
ze op de Buisch nog herhaaldelijk op reeën en zwijnen zonder dat zij daarbij
gestoord of aangeklaagd werden.
GA Roermond, Handschriftenverzameling inv.nr. 15: Cartularium
Schenck van Nydeggen, fol. 34-35.
woensdag 17 juni
1562
"uff Gudestag
denn sieben ziehenden Junij im Jair tausendt fünff hondert sestich zwei zu
Ruremundt"
ROERMOND - Overeenkomst over het gebruik van Meerlebroek en Brachter of Swalmer Busch, bedoeld als aanvulling op het eerdere verdrag van zaterdag 19-9-1550, eveneens in afschrift, waarbij o.a. rechten van de weduwe Schenck van Nijdeggen en haar zoon Arnt Schenck worden vastgelegd.
"Nachdem
die vonn Bessel, Belvelt und Loe beiderseits Commissarien ersucht und gebetten,
dass Innenn vergont werden möchte, zu Wijnters Zietten ir Rijnt oder Horrvehe,
des groissen Gewassers halben, so inn dem Merlenbroick ist uber Konigh Carlsweg
inn den Brachter Busch zu treiben, dairgegenn die vonn Bracht, Kaldenkirchen
und Born allerleij Beschweirens vorgewandt, so ist letzlich mit beider
Partheienn guittem Vorwissen vertragen unnd sonst uff Wolgefallen unndt
Ratificationn verabscheidt, unnd bewilligt, dass gemelte vonn Bessel vom
November biss zum halben Mertz allein ir Horn Vehe uber gemeltenn Konigh Carls
Wegh inn ein Ort des Brachter Busch sollen treibenn moegen, nemblich ann den
Grossen Eeickbergh under dem Hove zu Amersloe, negsten Königh Carls Wegh
stoissende anzufangen, unnd solchen Groissen Eeickbergh herab her langs denn
Ble..stock beneden Putraide biss auff die Zwei Sijpen, alsso dass die
Bensschlinck uff der lincker Handt liggen verbleifft, dairauff sie geiner
Drifftenn sich zu undernemmen, und von den vorg. Zweien Sijpen langsdenn Buisch
biss ann die Vijff Eicken.
So viel aber
ire Schaiff unnd ander Vihe belangt, moegen sie ausserhalb Wijnterlicher Zeit,
inn anderen Zeiten des Jairs uber Konigh Carls Wegh, so weit Heide ist, unnd
geins Wegs inn das Holtz, noch under geine Struick, noch inn denn Bensschlinck
treiben, noch weidenn moegen, doch sollenn inn allwege die Brachter Schaiff, so
vern derenn etliche ann solche Heide kommen, iren Vorzugk haben. Edoch, so
einich ungedrieben over lieff, sall hier innen auch als vermoegh des Abscheidts
gehaltenn werden.
Als hiebevor
die Wittwe vonn Hellenraedt und ir Sohn Arndt [Schenck van Nijdeggen] sambt denn Nachbarenn
zu Schwalmen sich beclagt, dass innen etliche Insperrungh ann iren altem
Geprauch unnd Gerechtigkeit durch die vonn Bracht, Kaldenkirchen unnd Born in
dem Brachter offte Schwalmer Buisch, Ven, Broich unnd Gemeinde beschehen were,
von wegen dass die Waltfürsters zu beidenn Seitenn nit beäidt, auch ire unnd
irer Underthanen Vercken zu Brüggen aus gefuirt unnd sonst; Ist demnach auch
durch die Kon. unnd F. Rethen und Commissarien nach gehaltener Communication
unnd Underedtungh, mit Wissen gerurter Partheien verabscheidt, dass hinforter
zween Forster, wie vonn alders braüchlich, angestalt und veraidt, unnd einen
jeder der Partheienn ann beiden Seitenn bei Irenm alten Geprauch, so sie
vermoegh irer angegebener Waltrollen oder sonst gehat inn Busch, Broich, Ven
unnd Gemeinde, gehaltenn unnd gehandhabt sollen werden, sonder einiche
Verneu..erungh dair gegen vorzunemen; Auch ist mit gedachter von Hellenraedt,
unnd bemeltem irem Shon als mit Waltgreven abgeredt, dass sie inn Zeit des
Schers irn Vercken inn solcher Maneren, unnd Anzall, wie geprauchlich, mit dem
gemeinen Brachter Waltijseren uff zu brennen, doch dass ir, ihrem Sohn, unnd
iren Erben, freistehen soll, beneben das Waltijseren auch ir eigen Isseren mit
dem uffbrennenn zu gebrauchen; Alsus geschiet unnd geschlossen upt Behagen Kon.
Maijst. und F.G. uff Gudestag denn sieben ziehenden Junij im Jair tausendt
fünff hondert sestich zwei zu Ruremundt.
Dweil denn
alle Sachen unsers Wissens deromaissen, wie vorss. entlich vertragen unnd
verabscheidt, demnach haben wir zu Gezeugnus dro Wairheitt unsere eigen
Siegelen aen diesem Brieff gehangen im [niet ingevuld].
Dass Gegenwertige in vorgehenden
dreijen seithen, oder paginis, unnd zweijen Linien durch mich mit eigener handt
conscribirt Copia vel transumpstum seinem auf Pergament beschriebenem
unverletztem Originali von Wort zu Wort und in Allem concordant, und gleichlautendt
seijn. und darahn sich von selbigen Pergament zweij Riemen oder Schnür jedoch
ohn anhengenden Siegelen /: welche ob dinturnitatem temporis abgefallen und
verschlissen seijn können :/ dermahlen noch transfigirt sich befinden, ein
solches, nach gehaltener fleissiger Collation und Auscultation, attestiren
mittels eigener Handt unterschrifft, und auffgetrucktem meinem Notarial und
kleineren Pittschafft.
(w.g.) Petrus Maassen authoritate Caesaea Publicus et in Aula
Ser mi Electoris Dusseldorp immatriculatus Notarius."
RHCL Maastricht, Familiearchief Hillenraad 16.0509, inv.nr. 2 (varia betreffende Brachterbusch), stuk 39. Origineel op papier met zegel van notaris Maassen te Düsseldorf in goede staat en stempel met randschrift 'EST MODUS IN REBUS'.
20 juli 1562
LEUTH - Michiel van Broichusen van Oen, als erfgenaam van zijn vader Johan [van Broichusen van Oen], wordt beleend met de hof ten Busch, groot omtrent 80 morgen land, en met het goed gelegen bij de Aldenkrieckenbeeck met alle rechten en toebehoren in het kerspel van Leut gelegen.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 59.
Zie 26-2-1562.
24 juli 1562
VENLO - Gort Wynen en Willemken, echtelieden, verkopen 6 daalder uit twee huizen gelegen bij de Helportten tegen de Schieff, plus een rente van jaarlijks 1 rijder gevestigd op het huis van Johan Diemss, aan Peterken Roffertz en haar erven.
GA Venlo, Schepenbank Venlo, inv.nr. B2670, fol. 43vs bis.
1 september 1562
op St Anthoniss aevent
BEESEL - Verpanding land.
Jacob van Neel en Cathrin, echtelieden, lenen een bedrag van 100 rijdergulden aan Derick van gen Inde en Berbe, ook echtelieden, tegen een jaarlijkse rente van 6 gelijke guldens, met als onderpand 5 morgen land in de Scholt gelegen tussen Heinrich Slabbertz en Druiden Leonartz, met een korte zijde grenzend aan de Schloesberch. Derick mag aflossen mits hij een half jaar van te voren aanzegt.
RHCL Maastricht, Schepenbank Beesel en Belfeld, inv.nr. 36, fol. 1vs.
LET OP: voor St. Anthoniusavond komen ook nog andere data in aanmerking!
'Hait Jacob van Neel und Cathrin sin huissfr. gedaen und gelacht Derick vangen Inde Berben seiner huissfr. ein hondert bescheiden ridder gulden off xxiiii st vor iederen gulden gerechent, daervan Derick vorss. ime jerlichs to loss pacht geven sall sees dergleichen ridder gulden, onderpende viff morgen lantz gelegen inde Scholt, ter einer siden neffen Heinrich Slabbertz und ander neffen Druiden Leonartz erff schietende op den Schloesberch, sal mogen loesenn, beheltlich eyn halff jaer te foeren op te seggen.'
maandag 7 september
1562
"uff Montagh
den 7 Septembris"
BREYELL - Ten overstaan van de leenmannen Daem Hoeveler en Gerhairt Wolters wordt Johan Gisberts, als gevolmachtigde van de nagelaten kinderen van wijlen Hermen van Bocholtz, door Frantz van Holtmoelen beleend met de Heijder tiende in het kerspel Breijell gelegen en met de Laerer tiende te Breijell.
GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 10.
18 september 1562
CRUCHTEN / BREMPT / WEGBERG ‑ De hertog van Gelre verpandt de heerlijkheden Cruchten, Brempt en Weghberck alsmede de daartoe behorende domeinen en inkomsten aan Ott van den Bijlandt, heer te Reijdt, en Maria van den Bongaert, echtelieden.
RHCL Maastricht, Dokumentatie D274: Inventaris van o.a. Bleijenbeek, Brempt, Hillenraad, stuk nr. O; depot onbekend (gedeelte verdwenen, vgl. ook Schloß Haag).
18 en 19 oktober
1562
op Sinter Vaes
avent
BEESEL EN BELFELD ‑ Arrest.
Jan Leiendecker heeft beslag laten leggen op een schip met toebehoren inclusief de zich daarin bevindende roerende goederen, eigendom van Heyn Gruyssen, wegens een vordering van 25 goudgulden op NN in geinen Pass; de beslaglegging is op 19 oktober gerechtelijk bevestigd.
RHCL Maastricht,
Schepenbank Beesel en Belfeld, inv.nr. 36, fol. 1; lastig handschrift.
'Hait Jan
Leiendecker einen kommer geslagen an ein schiep mit seinen gescheir, und alle
gereidt daerin dat Heyn Gruyssen tobehoert, und auch an pennyngen die hoem noch
komen uit handen ...mans in geinen Pass so hoich as xxv goltgulden, und der
kommer is uit gehoirt as recht und Jan vorss. is gerechtlich daerin gegeut op
den 19 octobris a° 62.'
19 oktober 1562
op sinter Vaessdach dess morgens
BEESEL EN BELFELD - Arrest.
Jan Frolichs heeft eveneens beslag leggen leggen op het betere deel van het schip met toebehoren waarop eerder reeds door Jan Leiendecker arrest was aangetekend, voor een bedrag van 100 daalder.
RHCL Maastricht, Schepenbank Beesel en Belfeld, inv.nr. 36, fol. 1vs.
'Hait Jann Frolichs einen kommer gedaen an dat better deill dess vorss. schieps unnd gescheirs dat Jan Leiendecker auch bekommert hait gehadt so hohr as hondert daler, und hatt den kommer uitgeheirdt, und is gedaen xix dach octobris anno lxij gerichtlich daerinn gegeudt.'
25 oktober 1562
SWALMEN EN ASSELT ‑ Arnt Schinck van Nydechen, heer te Hillenraad, Asselt en Swalmen, Derick van Oest, Nijss Custer en verdere schepenen van de dingbank van Asselt en Swalmen verklaren dat Coert Phebus en Maess Lindemanss, kerkmeesters van het godshuis en parochierkerk van Asselt, hebben verklaard dat zij van Jan Mews, burger te Roermond, en diens vrouw Marie van Soemeren een bedrag van 100 Joachimsdaalders hebben ontvangen waarmee zij het godshuis, dat "nedergefallen" was, weer hebben laten "tymmeren ind maicken". De lening is aangegaan met toestemming van de ingezetenen. Als rente zal een bedrag van 6 Joachimsdaalders worden betaald met als onderpand ca. 2 bunder land in het kerspel van Asselt gelegen tussen landen van het huis te Hillenraad en de hof te Asselt.
Op verzoek van de schepenen, die geen zegel hebben, zegelt Arnt Schinck mede voor hen.
GA Roermond, Oud Archief, inv.nr. 1655; afschrift in inv.nr. 1624, fol. CXXIX-CXXIXvs; regest nr. 1373. Getransfigeerd met akten van 25-3-1585 en 6-7-1590.
1562, z.d. (25 oktober ?)
ASSELT ‑ Gegevens betreffende geldopneming tot herstel van de kerk van Asselt.
Maasgouw 1930, blz. 5.
2 november 1562
BEESEL / SWALMEN - Verklaring inzake rechten.
Drost, scholtis en schepenen hebben Jan heer Gotschalcks bevestigd in zijn onroerende goederen, onder voorwaarde dat dit goed borg zal blijven voor hetgeen ... tussen de parochies Biessel en Swalmen.
RHCL Maastricht, Schepenbank Beesel en Belfeld, inv.nr. 36, fol. 1vs.
'Am 2ten novembris anno 1562 hatt der droisst scholteis unnd gericht Jan her Gotschalcks wederom im sein gout gesat, im furwardt dat dit gout sijn burge sein sal, vor tgene dat die frumde, die tuschen den kerspelen Biessel unnd Swalmen handelen sullen ihr uferleggen moechten dat he gebrucht mochte hebben.'
In de marge: 'Restitutie Jans hr Gotschalcks.'
2 november 1562
BEESEL EN BELFELD - Vonnis.
In het proces tussen Steffen Spe, Coen int Sandt en Peter Dorssers is door drost, schout en schepenen uitgesproken dat Coen de helft van het koren zal ontvangen en dat hij de andere helft zal betalen aan Peter, te weten voor ieder malder rogge 2 rijdergulden en voor ieder malder haver 1 daalder.
RHCL Maastricht, Schepenbank Beesel en Belfeld, inv.nr. 36, fol. 2.
'Hebben der droisst scholteis und gericht uitgesproecken tuissen Steffen Spe Coenen int Sandt und Peter Dorssers dat Coenen empfangen sal die helfde van dem koren und die ander helfde sal he Peter bethalen, ieder malder roggen mit twe rider gulden, und ieder malder haveren mit 1 daler, unnd wat ieder uitgelagh hait, sal ieder qwyt sijn, und daermit sullen diese ... einich ... bliven des punctz der iiii½ par korns halven dat gelt gelacht tuischen dat und andere, ingefal he nit betalt sal Koen daerfur penden.'
woensdag 11 november 1562
Zie 2 januari 1572.
vrijdag 13 november 1562
BELFELD / OFFENBEEK ‑ Joest van Brempt wordt na betaling van dubbele tijns beleend met de Cleyne Hoeve te Offenbeck.
RHCL Maastricht, Kruisheren Roermond, inv.nr. 132, fol. 13vs.
z.d., ca. 1562
VENLO - De kerkmeesters Breman, Vogelsanck en Boenenbecker hebben een huis en erf op de Kiethstraten gelegen tussen Henrick der Moler en Henrick Cuypenbynder, verkocht aan Thijs Roffertz Janssoen onder voorwaarde dat Thijs voor St. Andries a.s. 100 daalder contant betaalt aan de kerkmeesters en 65 daalder op St. Johan te midzomer. Met verdere voorwaarden.
GA Venlo, Schepenbank Venlo, inv.nr. B2670, fol. 45-45vs bis.
1563
zondag 3 januari 1563
VENLO / ROERMOND ‑ Burgemeesteren, schepenen en raad van de stad Venlo beklagen zich bij burgemeesteren, schepenen en raad van de stad Roermond dat de kooplieden die hun wijn over land van Neuss naar Venlo brengen, daar hun waren verschepen en stroomopwaarts varen, bij de tol te Asselt, waar vroeger 2 stuivers per stuk wijn werd betaald, nu 7 of 9 stuivers moeten betalen. Venlo vermoedt dat Roermond de verbinding tussen Neuss en Venlo wil verhinderen en verzoekt hen hieraan een einde te maken.
GA Roermond, Oud Archief, inv.nr. 78; regest nr. 1379.
z.d., waarschijnlijk na 3 januari 1563
VENLO / ROERMOND ‑ Burgemeesteren, schepenen en raad van de stad Roermond schrijven (aan de stad Venlo) dat het onjuist is dat van kooplieden die van Venlo wijn stroomopwaarts voeren op de stedelijke tol te Asselt, een hogere tol wordt geëist dan van ouds gebruikelijk.
GA Roermond, Oud Archief, inv.nr. 75; regest nr. 1347.
De regestenlijst van het Oud Archief geeft als datering "ca. 1560"; vgl. 3-1-1563.
maandag 18 januari 1563
DÜLKEN - Ten overstaan van de leenmannen Thomas zu Winckel en Coen Lemis wordt Paulus Schribers door Frantz von Holtmullen beleend met 8 morgen land te Dulcken gelegen aan het Haegelkruitz, welke 8 morgen eerder in leen werden gehouden door Coen Lemis, die daarvan afstand heeft gedaan ten behoeve van Paulus voornoemd.
GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 13vs.
Zie 8-4-1566 voor volgende belening.
14 februari 1563
VENLO - Ten overstaan van Poll en Greffraed, schepen te Venlo, heeft Dierick Kuyten beslag laten leggen op goederen van Cornelis Merels, te Lom gelegen.
GA Venlo, Schepenbank Venlo, inv.nr. 2647, fol. 2.
Voor genoemde Merels zie ook idem fol. 1vs. Voor Dirk Quiten zie ook Beesel, mei 1600 z.d.
woensdag 3 februari 1563
RIJKEL ‑ Jasper van Stalbergen vernieuwt de leeneed van de Hof te Rijkel (= Klerkenhof) die Peter Huest op 6 mei 1559 had afgelegd.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 104.
Zie 20-2-1569.
16 februari 1563
Missive van het Hof aan Willem van Vlodrop, heer van Reckhem, en Catharina van Weverden, vrouw van Elmpt, weduwe, dat zij die van Elmpt moeten gelasten aan Arndt Schenck van Nideggen, heer van Swalmen, het hem afgenomene terug te geven.
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 1053/3296.
2 maart 1563
Missive van het Hof aan Arndt Schenck van Niedeggen, heer van Hillenraedt, en Lutgert van Vlodrop erfvoogd van Roermond, dat zij moeten dienen van repliek op het antwoord van die van Elmpt. (Zie no. 3296?).
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 1053/3298.
woensdag 3 maart 1563
WEGBERG ‑ Willem van Nesselrade vernieuwt als hulder namens zijn moeder Sophia van den Bongart de leeneed van de Rosweide onder Wegberg gelegen.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 152.
Zie 2-12-1556.
donderdag 4 maart 1563
TEGELEN - Ten overstaan van niet met name genoemde leenmannen wordt Peter Mollener door Frantz van Holtmullen, ambtman te Bruggen, beleend met "der moelen mit alle iren zubehoer und gerechticheit wie dieselbe alinge moelen gelegen ist in dem kerspell zu Tiegelen". Peter heeft beloofd dat hij het leen niet zal veranderen of delen zonder medeweten en goedkeuring van zijn leenheer.
GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 3vs.
Zonder datum, vóór 14 maart 1563?
ROERMOND / BEESEL-BUSSEREIND ‑ Reynair Melis, ingezeten burger van Roermond, verhaalt in een brief aan burgemeester, schepenen en raad van Roermond, dat hij zich in aanwezigheid van burgemeester Reynair Hillen en schepen Johan Zegers bij de drost van het ambt Montfort, Johan van Wyttenhoirst, heeft vervoegd om kennis te nemen van diens mening.
Deze heeft hem meegedeeld dat Reynair zich met de voorkinderen van zijn vrouw moet verdragen. Zo nee, dan heeft de drost bevel van kanselier en raden van Gelre om Gielis van Zutphen de helft van ¼ deel van het goed te Beesel toe te wijzen.
Dit goed is echter door het Hoofdgerecht te Roermond aan Melis toegewezen, waarop Van Zutphen tegen het vonnis in beroep is gegaan en het goed volgens het bankrecht van Beesel als pand heeft gesteld.
Melis heeft eerder proces gevoerd tegen Wylhelm Boemer over dit ¼ deel van de boerderij te Beesel. Hij heeft het niet nodig geacht om ook tegen Jelis van Zutphen te procederen, omdat diens voorzaat Ryeck in den Haen toen alleen als vruchtgebruiker van het ¼ deel was erkend. Boemer heeft aanspraken gemaakt op (een pacht of rente uit?) het ¼ deel van de boerderij, eigendom van de 7 weeskinderen uit het eerste huwelijk van Melis' echtgenote met wijlen Tylman Moesberchs, maar is voor het Hoofdgerecht in het ongelijk gesteld.
Claes Moesberchs heeft in verband met een vermeende schuld de halve boerderij vermaakt aan zijn twee bastaarden die hij bij twee verschillende vrouwen had, en zelf het vruchtgebruik behouden. Bovendien heeft hij zijn zus onterfd.
GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv. nr. 485, procesnr. 3152. Verzoek door Reynier Melis om bijstand?
zondag 14 maart 1563
ARNHEM / BEESEL-BUSSEREIND ‑ Kanselier en raden van de keizer in Gelre sturen Johan van Wyttenhorst, drost van het ambt Montfort, een verzoekschrift dat namens de weeskinderen van wijlen Ryeck in den Haen aan hen is gericht. Kanselier en raden zijn na raadpleging van drost, schout en schepenen van Beesel en de raad van Roermond van oordeel, dat de weeskinderen ten onrechte uit de nagelaten goederen van Ryeck zijn ontzet. Zij verlangen dat Reyner Melis en zijn vrouw Griet de kinderen schadeloos stellen voor hakhout en voor de sloop van de schuur.
GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv. nr. 485, procesnr. 3152.
Zie 19-4-1563.
zaterdag 27 maart 1563
VENLO - Jan Leyendecker getuigt dat hij aanwezig is geweest toen Jan Tesser een schip heeft gekocht van mr. Jacob Barber.
GA Venlo, Schepenbank Venlo, inv.nr. B2647, fol. 10vs.
Zie ook 29-3-1563.
maandag 29 maart 1563
VENLO - Jan Tesser bekent dat hij aan mr. Jacob Barber nog 214 gulden schuldig is wegens de aankoop van een maasschip. Jan heeft een dochter Aeletgen Tessers; zij stelt zich mede garant voor de betaling met (genoemde) onderpanden te Venlo.
GA Venlo, Schepenbank Venlo, inv.nr. B2647, fol. 11.
Zie ook 27-3-1563. Vgl. idem fol. 24vs d.d. 17-5-1563 voor Catherina Tessers; deze Tryneken Tessers wordt tevens genoemd in idem B2670 fol. 14vs bis d.d. 23-4-1562..
5 april 1563
Missive van Willem van Vlodrop en Catharina van Weverden aan het Hof in antwoord op no. 3296 (d.d. 16-2-1563). Zij verzoeken Arndt Schenck en Lutgert van Vlodrop te verbieden iets te ondernemen voor afloop van het tussen hen en die van Elmpt hangende proces (zie no. 3298).
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 1053/3306.
maandag 19 april 1563
BEESEL-BUSSEREIND ‑ Verklaring inzake rechten.
Goede Ricken in gen Han heeft scholtis en gerechtslieden, namens Jelis van Zuitphen, verzocht om een afschrift van een akte van eenkindmaking, op 4 september 1556 opgesteld ten behoeve van haar broers en zussen alsmede de halfbroers en ‑zussen uit het huwelijk van haar moeder met Jelis van Zuitphen. Nadat de schepenen is gevraagd of Goede oud genoeg is om dit afschrift te mogen ontvangen, hetgeen deze bevestigen, verklaart Goede dat zij akkoord is met de in de akte genoemde regeling.
RHCL Maastricht, Schepenbank Beesel en Belfeld, inv. nr. 36, fol. 2.
Zeer slecht leesbaar; betreft waarschijnlijk Moesbergsgoed te Beesel.
'Goede
Ricken ingen Han.
Am xix
aprilis anno xvc lxiij ... gerichtz gespanner banck.
Is koemen
und erschenen Goe fuirss. unnd hait durch Jelis van Zuitphen ersoucht und erbedden
den scholtis und gericht ire te geven und tho verhantreicken ein einkintmackong
tuisschen iren bruederes susteren und ire auch den halben brueders und susters
van ire moder und Jelis van Zuitphen beschaffen unnd dorch die frunde und
bloetz... in den ... gescheit ufgericht und versegelt, am vierden dage
septembris anno xvc seesundviftich.
Alsus hatt
den scholteis die schepen gematen of sij die persoen voljerich erachten of
niet, waruf die schepen gehort dat die persoen Goede voljerich weer.
..nae hait
den scholteis Goden afgefraecht of sij mit allen punten und articulen des
briefs of einkintschaft daerin begrepen noch van hertzen zo freden, dairop sij
geanthwordt Jae, also hait man ire das maeghgescheit folgen laissen.'
7 mei 1563
SWALMEN / VENLO - Philips Boom, burger der stad Venlo, gehuwd met Elisabeth, draagt op aan Jan Vinck Wilhelmssoen "woenafftich to Ensenbroick" 9½ malder rogge erfpacht (Kessel?) Eiker maat en 100 daler en 100 brabantse gulden die hij "to Ell under der frowen van Torn gelegen geldende hefft vermug siegel mit brieve". Jan heeft een rente ten laste van een hof te Swalmen.
GA Venlo, Schepenbankarchief Venlo, inv.nr. B2647, fol. 19vs; met dank aan Jan Hanssen.
Voor Philips Baum zie ook akte 29-12-1600 betr. Houterhof te Swalmen.
7 mei 1563
VENLO - Andries van Rosteren en Merrij, ehtelieden, verklaren dat zij een bedrag van 420 daalder hebben opgenomen van Philips Boom en Elyzabeth, ook echtelieden, afkomstig van hun huis dat Jan Vinck Wilhelmssoen heeft verkocht aan Peter van Wijnenhen en dat door Andries voornoemd was beschud, en waarvan Andries en Merrij de helft, zijnde 210 daalder, contant zullen betalen op St.-Remigius aanstaande, en waarvan zij de andere helft in termijnen zullen aflossen tegen een jaarlijkse rente van 10½ daalder. Als onderpand stellen zij het genoemde huis, gelegen op de hoek van de Alde Merckt.
GA Venlo, Schepenbank Venlo, inv.nr. 2647, fol. 21-21vs.
3 juni 1563
LEUTH - Op verzoek van Dierick van Holthusen legt Johan Dencken, scholtis, een [vage] verklaring af over lijfgewinsgoederen onder Leuth gelegen, toebehorend aan Van Holthusen. Tevens verklaringen door Peter Holtmans, bode, en Gort La..., Coenken to Bossche, Henrick Tulings en Henrick Noeten, schepenen te Leuth.
GA Venlo, Schepenbank Venlo, inv.nr. B2647, fol. 26vs-27.
Bevat geen gegevens over Beesel of familiegegevens Van Holthuysen.
zaterdag 5 juni 1563
ROERMOND / BEESEL-BUSSEREIND ‑ Reyner Meliss, burger te Roermond en zijn echtgenote Grietgen Wolfs als momber van haar kinderen uit haar eerste huwelijk met wijlen Tielman Wolfs, voeren voor de schepenbank Beesel een proces.
Voor deze bank zijn eerder twee processen gevoerd, één tussen Grietgen Wolfs en Wilhem van Elmpt, en één tussen Wilhem van Elmpt en Berb in den Haen als momber van haar weeskinderen.
Beide zaken zijn overgedragen aan het Hoofdgerecht, waarna het omstreden goed aan de weeskinderen van Grietgen is toegewezen. Het Hof heeft hierop echter bepaald dat zij niet het goed zelf, maar een vergoeding hiervoor zullen ontvangen, welk bevel door de drost van het ambt Montfort is uitgevoerd.
Berb in den Haen had als momber van haar weeskinderen een pandneming op het omstreden goed geëist in verband met een pacht te Beesel. Grietgen heeft hiervoor in de plaats een bedrag ("golt ind silber") aangeboden.
De schepenen van Beesel oordelen zich niet wijs genoeg en dragen de zaak over aan het Hoofdgerecht te Roermond.
GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv. nr. 485, procesnr. 3152.
Zie ook 9-11-1563.
donderdag 15 juli 1563
VENLO / SWALMEN ‑ Scheidsvrienden bepalen in een proces tussen Johan van Schelbergen enerzijds, nu hertrouwd met Merry NN, en zijn voorkinderen Aeletgen en Margriet uit zijn eerste huwelijk met Gertrutgen van Bracht anderzijds, dat Jan deze voorkinderen "verbutlichen, erffen und guden sall na naturen des gutz, ain alsulchen vierdel deyl des hoffs to Swalmen gelegen genompt tgen Holt mit alle sijne gerechticheit, inganck ind uitganck", terwijl zij hun vader uit dat ¼ deel jaarlijks op Sint Andries, eerstmaals in 1564, zullen betalen "alsulche affnutzung, werd oder pacht als bewysslich sall sijn", tot aan zijn dood. De ruil zal op St.-Andries ingaan en tot dan zal Jan de inkomsten rechtstreeks ontvangen.
"Dan na doode Jans sullen sij als van uren gut wijders geijn pecht geven dat idt vierdels ures als uit erve hebben gebrucken und behalden". Als de voorkinderen deze verplichting niet nakomen, zal Johan de achterstallige vorderingen mogen opeisen en het vierde deel weer terug ontvangen en als zijn eigen goed mogen gebruiken gedurende de rest van zijn leven, zonder enige tegenspraak. Als Jan overlijdt, zullen zijn voorkinderen Aeletgen en Margriet hun vierde deel weer als hun eigen goed ontvangen.
Als een van de voorkinderen sterft, zal de ander diens aandeel in het vierde deel erven.
Als beide voorkinderen overlijden vóór hun vader overlijden, zonder wettige nakomelingen achter te laten, zal het ¼ deel aan hun vader Jan terugvallen.
Ook zullen de voorkinderen van de 2 morgen 1 vierdel gelegen te Grubbenfurst, de Else Camp genaamd, 1 morgen hebben en behouden. Als Jan besluit zijn deel, groot 1 morgen 1 vierdel, te verkopen, zijn de kinderen gehouden ook hun deel te verkopen. Als de Else Camp meer opbrengst dan 60 daalder, dan zullen de kinderen deze 60 daalder ontvangen en de meeropbrengst zal alleen voor Jan zijn.
Scheidslieden namens Johan van Schelbergen: Gerith van Schelbergen, Dierick van Haeren Ziegerssoon, Dierick van Haeren Wilhelmssoen; en namens zijn voorkinderen: Henrick van Bracht en Jan van Bracht.
- Met aantekening zonder datum, dat Jan van Schelbergen en zijn voorkinderen de Else Camp hebben verkocht aan Dirick van Haeren Wilhelmssoen voor 72½ daalder per morgen.
GA Venlo, Schepenbank Venlo, inv.nr. 2647, fol. 31vs-32vs.
Zie ook: J. Verzijl: De Venlosche beurzenstichter Gerard van Schelbergen en zijn familie. In: Maasgouw 1934, blz. 44.
woensdag 28 juli 1563
NIEKERCK ‑ Jorien op den Bergh en Johanna van Dript, echtelieden, worden na overdracht door Johan van Wevert en Beatrix Nijt van Birgell beleend met de Gruythof of hof Op den Dert onder Nykercken gelegen.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 12.
Zie 9-7-1547 en 17-2-1564.
zondag 1 augustus 1563
BREMPT ‑ Otto van den Bijlandt, heer te Reijt, Brempt en stadhouder en ambtman te Hinsbergh, en Maria van den Bongaert, echtelieden, verkopen een rente van 100 gulden brabants gevestigd op goederen van Brempt aan Thonis Wytenhorst.
RHCL Maastricht, Dokumentatie D273: Inventaris van o.a. Bleijenbeek, Brempt, Hillenraad, stuk nr. G; depot onbekend (gedeelte verdwenen, vgl. ook Schloß Haag).
4 augustus 1563
'S-HERTOGENBOSCH
- Floris Massereel, commandeur van de Duitse Orde te Vught, Joncker Herbert
Massereel, zijn broeder, Joncker Arnd Heijm en Joncker Adriaen Eijnhouts,
testamentaire voogden over de onbejaarde kinderen van wijlen Joncker Johan
Massereel, Heer tot Balgoij, Keent en Opijnen.
Van deze voogden zijn overleden Joncker Herbert en Joncker Adriaen voorsz;
Joncker Arnd is te oud en Floris wordt overgeplaatst.
Hun vervangers zijn: Joncker Arndt Schenck, Heer tot Hillenrode, Joncker Floris
van Bocholt tot Tongerloo, Joncker Henrick van Bonenberch, burgemeester van
Nijmegen en Joncker Jacop de Cock. Verkoop van renten en chijnsen te Erp.
's-Hertogenbosch, Momboirboeken R1922, fol. 162.
vrijdag 3 september 1563
KESSEL ‑ De minderjarige kinderen van Henrick van Barick krijgen op verzoek van Jacob van der Capel zes weken uitstel voor het afleggen van de leeneed van het huis te Kessel; van de hof tot genen Grave en de weerd tegenover het huis gelegen; en van Snaterbeecksgoed.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 144.
Zie 13-10-1557 en 25-9-1563.
maandag 6 september 1563
VENLO / ROERMOND ‑ Burgemeesteren, schepenen en raad van de stad Venlo delen burgemeesteren, schepenen en raad van de stad Roermond mee dat de gildemeesters van de huurvaarders en houtkopers van Venlo geklaagd hebben dat de huurvaarders van Roermond het hout tegen de afspraak in verder stroomafwaarts brengen dan Kessel, in strijd met de vorig jaar gesloten overeenkomst. Zij verzoeken maatregelen hiertegen te nemen.
GA Roermond, Oud Archief, inv.nr. 78; regest nr. 1384.
Zie 7-6-1602.
zaterdag 11 september 1563
ROERMOND ‑ Johan van Cruchten, richter, Johan van Lom en Gerart Kremer, schepenen te Roermond, verklaren dat Goessen Verken een erfrente van 4 Hornse guldens volgens een akte van 18 augustus 1522 die wordt getransfigeerd, met Thijs van Nuynhem ten behoeve van de huisarmen te Roermond heeft geruild tegen de plaats van Heynrich van Besel, die Thijs namens de armen "mit jairgedynge opgewonnen had".
GA Roermond, Oud Archief, inv.nr. 1651; charter; afschrift in Cartularium van de Huisarmen, inv.nr. 1624, fol. CXI; regest nr. 1385.
zaterdag 11 september 1563
ROERMOND ‑ Johan van Cruchten, richter, Johan van Lom en Gerart Kremer, schepenen te Roermond, verklaren dat Goessen Vercken een erfrente van 3 Hornse guldens volgens een akte van 2 september 1549 die wordt getransfigeerd, met Thijs van Nuynhem ten behoeve van de huisarmen te Roermond heeft geruild tegen de plaats van Henrich van Besel, die Thijs namens de armen "mit jairgedynge upgewonnen" had.
GA Roermond, Oud Archief, inv.nr. 1652; charter; afschrift in Cartularium van de Huisarmen, inv.nr. 1624, fol. CX-CXvs; regest nr. 1386.
zaterdag 11 september 1563
VENLO - Magescheid tussen Henrick Kysspenninck en zijn kinderen, te weten Johan Kysspenninck gehuwd met Merry; Johan Beerman gehuwd met Methgen; zijn dochter Tringken Kysspennink; alle drie mede namens hun broer Henrick Kysspenning, pastoor en kanunnik te Xanten, betreffende de goederen die zij hebben geërfd van wijlen Baetzken van Vogelsanck en die zij met de overige erfgenamen van Baetzken hebben gedeeld.
Aan hen is daarbij toegedeeld de hof genaamd to Vogelsanck in het gericht van Hensbeek gelegen; Johan Vincken te Ruremunde heeft 15 daalder jaarlijks geërfd; Peter Coppen een jaarlijkse rente van 10 goudgulden; de erfgenamen Nyerhaven te Ruremunde 20 goudgulden; Jan te Bueker 11 daalder; en mr. Clas der Muerer up die Beeck 2 goudgulden.
Elyzabeth, echtgenote van Henrick Kysspenninck senior, zal het vruchtgebruik van de hof behouden; van de rente van 10 goudgulden gevestigd op het kerspel ter Horst, afkomstig van Anna Kysspenninck; en van 10 goudgulden die zij te Aerssen hebben. Na haar overlijden zullen de goederen en renten aan de kinderen van Henrick vervallen, en niet aan de erven van Elyzabeth.
Scheidslieden: Jan Kysspenninck, oom, Jan ingen Huijss, Jan van Vogelsanck, Jan Goeriss, en Jan Kysspenninck zoon. Getuigen: Van Lom en Greffraed, als schepenen van Venlo.
GA Venlo, Schepenbank Venlo, inv.nr. B2647, fol. 38-39.
Voor Kiespenning en Van Vogelsang zie ook 14-2-1538, 27-9-1538, 13-3-1545, 19-6-1556, 20-11-1557 en 10-6-1558.
14 september 1563
VENLO - Loff Vriesen en Merry, echtelieden, verpanden hun huis aan de Alde Merckt gelegen tussen Thijss van Belfelt en Jan Engels.
GA Venlo, Schepenbank Venlo, inv.nr. 2647, fol. 37vs.
Voor dit echtpaar vgl. idem fol. 10vs (27-3-1563) en fol. 29vs (17-6-1563).
Zie ook akte d.d. 13-2-1549.
maandag 20 september 1563
BELFELD-GELOO ‑ Overdracht goederen.
Ten overstaan van Schlabbert, richter, en Wilhelm an gen Beeck en Wilhelm Quitten, schpenen, draagt Berbe, echtgenote van Jann Beckers, het vruchtgebruik van haar goederen aan gen Loe gelegen tussen Ummelen en Jan Vebruck, met de korte zijden grenzend aan het Loe en de weg die om de kamp gaat, over aan haar dochter Meegel en haar erve Henrick Schupers.
Henrick Schupers draagt deze goederen vervolgens over aan Wilhelm Stackenberg, mede namens diens broers en zussen.
RHCL Maastricht, Schepenbank Beesel en Belfeld, inv. nr. 36, fol. 2vs.
Vgl. 6-12-1560.
'Berb Jann Beckers huissfr. hait ire teuchten uitgegangen van alsolchen guederen an gen Loe gelegen dairom sij als... zo Biessel ten rechten gestanden unnd dorch seegsluide verdragen sein, die gueder reingenoeten tot einer siden neffen Ummelen, ter ander neffen Jan Vebruck, mit einen furheufft scheitende ant Loe, mit den ander furheufft op den wech den om die k...p gheit, tot behoiff irres dochter Meegel und ire erben Heinrich Schupers.
Daenae vur schepen voirss. hait Heinrich inhalt dess vurss. verdrachs und uitspraack tselve gout opgedragen und oevergegeven Wilhelmen Stackenberg tot behoeff seins selffs und siner suester und brueder, und sij dairin gericht und geguet as recht is.'
24 september 1563
VENLO - Vermelding van Peter Tesser, priester, en Franck van Holt, inzake Dierick upten Camp. Tevens vermeld: Metten, weduwe van Jacop van der Lack.
GA Venlo, Schepenbank Venlo, inv.nr. 2647, fol. 44vs-45vs.
Bevat geen verdere details.
zaterdag 25 september 1563
KESSEL ‑ Cornelia van Barick, echtgenote van Jacob van der Capel, en haar metgedelingen als erfgenamen van hun moeder Fresa van Merwick, worden beleend met het huis te Kessel; met de hof tot genen Grave en de weerd tegenover het huis gelegen; en met Snaterbeecksgoed.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 144.
Zie 3-9-1563.
maandag 11 oktober 1563
BEESEL-LEEUWEN ‑ Verklaring inzake tijns.
Encken Stevens verklaart dat zij een haster haver aan Burense tijns verschuldigd is wegens Windelen goed. Zij heeft aan Peter Dorssers 1 morgen land verkocht, gelegen bij Ruvers tussen Tilman Gaien en de karreweg; 1 morgen te Hosten aan het Schlousser Busken gelegen, genaamd de Kaffert; en ongeveer 3 vierdel in het Roetgen gelegen naast Schlabbertz is verkocht aan Itgen, de vrouw van Engel Koles. Encken weet niet van welk van deze stukken de tijns verschuldigd is.
RHCL Maastricht, Schepenbank Beesel en Belfeld, inv. nr. 36, fol. 2vs.
'Kondtshap vonn Goert Roffertz gele.. am xi octobris a° 63 gerichtlich off gespanner banck.
Encken
Stevens teucht dat seij einen haster haver bethalt vann Windelen wegen an denn
Burischen zins, dyt bo..dt hait sij verkoeft einen morgen Peter Dorssers, einen
morgen wilken to Hostenn und noch drei vierdel ungeferlich hait gegolden Itgenn
Engel Koles wiff und iss gelegen den morgen der Peter Dorssers hait bei Ruvers
neffen Tilman Gaien, unnd ligt neffen den karwech, der morgen der wilken te
Hosten hefft ligt an Schlousser buisken der Kaffert genant, die drei vierdel
liggende int Roetgen neffen Schlabbertz landt, dit vurss. landt is ire mit den
pacht angedeilt, dan sei wiess nit willich stuck den pacht gelden off bezalen
sall.'
zondag 24 oktober 1563
BEESEL-LEEUWEN / RIJKEL ‑ Johan van Greffraedt schrijft een brief aan Lodewyck in de Horst, schout van het ambt Montfort, naar aanleiding van een brief van de pater van Maria Weide te Venlo, waarin deze hem te kennen heeft gegeven dat hij uit goederen te Byessel een vordering van enkele jaren pacht tegoed heeft, waarvoor hij desnoods in Bijssel een rechtzaak wil aanspannen. Zowel de pater als Van Greffraedt zijn op deze zondag echter verhinderd geweest omdat Van Greffraedt zijn dochter in het klooster In der Weijen heeft "ingecleijt". Zijn pachter (namelijk van de Schei) is gevolmachtigd om er voor te zorgen "dat et convent bij oren alde gebruck des pachts halven gehalden mach werden, ende dat best doen gelyck off wij tegenwerdych weren".
RHCL Maastricht, Schepenbank Beesel en Belfeld, inv.nr. 42.
29 oktober 1563
Missive van het Hof aan Lodewyck ingen Horst, schout van Montfort, dat hij, indien hij daarvoor kiest, Jelis van Zutphen voor het het Hof moet aanspreken, daar het woorden betreft die voor het Hof zijn gesproken.
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 1053/3367.
dinsdag 9 november 1563
BEESEL-BUSSEREIND ‑ Gisteren, maandag 8 november, is Johan van Holthuysen met twee leenmannen of laten bij de schepenen Wylhelm aen gen Beeck en Wylhelm Quyten gekomen en heeft beroep aangetekend tegen het vonnis inzake het proces tussen de Wolffs kinderen en Gielis van Zutphen, omdat het omstreden goed aan hem leenroerig is en de zaak derhalve niet naar Roermond mag worden gebracht ter hoofdvaart.
De scholtis roept de schepenbank in bijzonder vergadering bijeen om te bekijken of dit beroep aanleiding is om het uitgesproken vonnis nietig te verklaren.
GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv. nr. 485, procesnr. 3152.
Zie 2-4-1565.
13 november 1563
Missive van het Hof aan de drost van Montfort, dat hij het gericht van Besel moet gelasten zich te houden aan het bevel van het Hof betreffende de zaak van Jelis van Zutphen en dat hij zich moet onthouden van het nemen van kennis in leenzaken.
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 1053/3377.
dinsdag 30 november 1563
"uff sint Andreas taegh"
BEESEL ‑ Johan von Holthuissen zu Nijhenbruick en jonkvrouwe Helmich von Holtmuelen, echtelieden, verkopen een erfrente van 80 Jochums daalder of de waarde daarvoor in gouden of zilveren munten, jaarlijks te verrekenen te Stralen op Sint Andreasdag (30 november) of binnen 14 dagen daarna, aan Arnt van Eijll, burger te Stralen, en Alitgen van Schaeck, ook echtelieden, en hun beider erfgenamen ("lieffs erven") of houder van deze obligatie.
De eerste termijn zal vervallen zijn op St.-Andries (15)64 en zo voorts tot de aflossing toe. Als onderpand van de door Van Eijll verstrekte lening stellen de verkopers hun hoef en erf genaamd zu Nijhenbruick, zoals dit met bijbehorend akkerland, bemden, weiden en broeken, in hoge en in lage, is gelegen in het kerspel van Beesell in het ambt Montfort.
Mochten gemelde Holthuissen, zijn echtgenote of hun erven en nakomelingen onverhoopt in gebreke blijven bij de betaling van de 80 daalder jaarrente op dag, plaats en termijn als voorschreven, dan zullen de aankopers of hun erven c.q. houder van de obligatie ten alle tijde de voornoemde hoef c.a., hetzij bezaaid of onbezaaid, in gebruik mogen nemen "gelich off es mit den rechten zu Beesel vervolcht und verwunnen were, es weer dan mit lehen rechten, laet, banck ader geistlichen rechten" of hoe deze rechten verder genoemd mogen worden, totdat de lening met achterstallige renten ten volle betaald zal zijn. Bovendien verplichten de verkopers zich om, indien de kopers dit verlangen, betere onderpanden te stellen. Von Holthuissen en zijn vrouw behouden zich het recht voor om deze jaarrente van 80 daalder na 6 jaar met inachtneming van een opzegtermijn van een half jaar af te lossen in twee termijnen, waarvan de eerste met 633 daalder en 7 stuiver Brabants, en de tweede termijn met 700 daalder aan zilveren en gouden munten zoals deze op dat moment in Stralen gangbaar zullen zijn.
Geen van beide partijen zal de overeenkomst mogen ontbinden voordat deze 6 jaar verstreken zijn, en na afloop van deze 6 jaar zal de eventuele opzegging gebeuren een half jaar voor Sint Andriesdag.
RHCL Maastricht, Schepenbank Beesel en Belfeld, inv.nr. 24. Bezegeld door Johan van Holthuissen zu Nijhenbruick en door diens broer Derich von Holthuissen zu Altenkrieckenbeck namens Helmich van Holtmuelen die geen eigen zegel heeft; gecollationeerd afschrift van de originele franstalige akte, door Wolter Ingellen, secretaris en gerichtsschrijver te Straelen.
Vroegste vermelding Nieuwenbroeck (stand 2024).
vrijdag 31 december 1563
"op newjaersaevent"
BEESEL ‑ Overdracht erfpacht.
Ten verstaan van Johan Flegels, Heinrich Slabbert en Wilhelm Qwitten, respektievelijk scholtis en schepenen van Beesel, dragen Johan Tymmermans en An, echtelieden, een erfpacht van 5½ malder koren, zowel rogge als gerst, gevestigd op goederen te Biessel, over aan Peter de Lat en Aellett, ook echtelieden. De helft van deze pacht was eerder door Heinrich Tymmerman genaamd Falck verkocht aan Johan Ronden, maar door Johan Tymmerman krachtens beschudrecht teruggekocht.
RHCL Maastricht, Schepenbank Beesel en Belfeld, inv. nr. 36, fol. 3.
'Opdracht Johan Tymmermans etlichs kornpachtz denwelchen pacht Heinrich Tymmerman verkocht hadt Johan Ronden und ehr Johan Tymmerman gerechtlich beschoudt gehadt, aen Peter de Lat.
Vur Johann
Flegels, richter, Heinrich Slabbert unnd Wilhelm Qwitten, schepen, gescheit op
newjaersaevent anno lxiij.
Jan Tymmermans [tussengevoegd: An uxor] hait opgedragen unnd oevergegeven alsoelich beschudt unnd recht unnd gerechticheit er Jan mit den vorss. beschudt aen sich geworven unnd gekregen hait, van alsoelchen seesdehalff malder koerns so rogk und gerste, die helffde dairvan als Heinrich Tymmerman genant Falck verkocht hatte Johan Ronden dairom sij to Biessel tenn rechten gestanden, und nae mit frunden van ontscheiden unnd verdragen sijn, genslich und geheel niet dairvan uitbehalden Peter de Lat Aeletten sijne housfr. also dat Peter und syn housfr. off ire erben hinford ire freien wille mitten vorss. pacht der helfd van den v½ malder kornpachtz sullen, auch gebrouchen, wie ander ire ... erff unnd goudt. Beger brief und siegell.'
1563 en eerder, z.d.
BEESEL-LEEUWEN ‑ Goert Slabbertz heeft van de kinderen van Heincken Bruwers uit Tiegellen twee stukken land gekocht, afkomstig van Windelen goed, gelegen in de Oe (Maasveld).
Het ene stuk is bijna 2 morgen groot en ligt met de korte zijden tussen de Maas en Jennissken Heijens land, en met de lange zijden tussen Slabbertz erf en Poecken Stevens land.
Het andere stuk is 3 vierdel groot en ligt met één korte zijde langs de Maas en met beide lange zijden tussen Slabbertz erf.
Ten overstaan van de laten Wijlm Verbeeck en Peter Dorssers worden Goerdt Slabbertz en zijn zoon Heinrich in 1563 beleend met deze grond, die 2 kop rogge 1 kop haver ("even") tijns verschuldigd is.
RHCL Maastricht, Familiearchief Van Merwijck-de Keverberg V 1504, inv.nr. 105: Burense Laathof te Beesel, fol. 35.
Zie 6-2-1584.
1564
4 januari 1564
Missive van het Hof aan Arndt Schenck van Nydeggen tho Hillenraede, dat hij, alvorens de gevangenen die in zijn huis moorden hebben gepleegd ter dood te laten brengen, moet onderzoeken of zij medeplichtigen hebben.
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 1053/3387.
7 januari 1564
Missive van Arndt van Schenck aan het Hof in antwoord op no. 3387 (d.d. 4-1-1564). In zijn huis is niets bijzonders voorgevallen.
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 1053/3389.
8 januari 1564
Missive van de drost van Kessel aan het Hof in antwoord op brief no. 3381. Van onderdanen uit zijn ambt is hem niets bekend, maar wel van personen uit Helden, die hij zal trachten te vatten. Hij heeft de drost van Tegelen laten verzoeken maatregelen tegen de prediking te nemen.
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 1053/3391.
zondag 9 januari 1564
"des irsten sondach nae drey koeningen dach"
BEESEL EN BELFELD ‑ Huwelijkse voorwaarden tussen Jan van Lynden en Theisken Kuepers.
Getuigen:
- Peter van Lobbroeck, kapelaan
- Jennis en Wilhelm Kueper;
- Heinrick op den Cruitzberch;
- Ercken, Jasper en Balthasar van Lynden, broers.
RHCL Maastricht, Schepenbank Beesel en Belfeld, inv.nr. 36,
fol. 6vs-7.
Zie 14-5-1576.
donderdag 17 februari 1564
NIEKERCK ‑ Jorien op den Bergh en Johanna van Dript, echtelieden, worden beleend met de Gruythof of hof Op den Dert onder Nykercken gelegen.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 12.
Zie 28-7-1563.
februari 1564, z.d.
BELFELD ‑ Voogdbenoeming.
Ten overstaan van Jan Flegels, richter, Wilhem an gen Beck en Wilhelm Qwitten, schepenen, wordt Jan Poickes am Cruitz door Herman den Olieschleger en Gort, echtgenoot van Nesen op den Dick, benoemd tot voogd. Deze heeft vervolgens, binnen de vereiste tijd van 1 jaar, de schenking aangevochten die Peterken op die Laer had gedaan aan haar zoon Giesken dem Bastart.
RHCL Maastricht, Schepenbank Beesel en Befeld, inv. nr. 36, fol. 3; de akte wordt gevolgd door die van 9-7-1565.
'Haben
Herman den Olieschleger und Gort Nesen man op den Dick gemombert Jan Poickes am
Cruitzs alss recht. Unnd den vorss. momber hait vort op den staenden vorss. und
zo goeder zeit bynnen jairs, geschreckt wie recht, alsulcke giffte alss
Peterken op die Laer gedaen hait, iren soene Giesken dem Bastart, tho ... an
sulcke goede sij ime gegeven hait.'
7 maart 1564
Missive van het Hof aan de schout van Venlo in antwoord op brief no. 3417. Hij moet vergunning van de archidiaken van Kempenland hebben om de veroordeelde uit de kerk te verwijderen en daartoe deze alle bijzonderheden meedelen en ook, dat bedoelde persoon behulpzaam is geweest bij de doop van een kind op ketterse wijze te Tegelen. Inmiddels moet hij de kerk laten bewaken.
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 1053/3418.
14 maart 1564
Missive van de schout van Venlo aan het Hof in antwoord op brief no. 3418. Het blijkt, dat Tyngnagel aan de ketterij te Tegelen geen deel heeft gehad. Voorts springen vele burgers voor hem in de bres om genade voor hem te verkrijgen. Hierbij 2 schepenverklaringen betreffende Tyngnagel.
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 1053/3420.
woensdag 22 maart 1564
KARKEN ‑ Johan van Zweenbruggen, voogd van de stad en het ambt Heinsberg, Johan Goetgens en Aret Thoris, schepenen van het gerecht te Karken en Kempen en de overige schepenen van dat gerecht verklaren dat Mewuss van Hermersdonck en zijn vrouw Trijnke een erfrente van 6 gouden Gelderse rijders ten laste van met name genoemde goederen onder het gerecht van Karken en Kempen hebben verkocht aan Johannes van Cruchten, schout van Roermond, en diens vrouw Rycke van Leuwen.
GA Roermond, Oud Archief, inv.nr. 1624, fol. CVIII-CVIIIvs; regest nr. 1396. Getransfigeerd met een akte van 22-3-1564 (regest nr. 1397).
De aankopers waren tevens grondeigenaren te Beesel.
woensdag 22 maart 1564
KARKEN ‑ Johan van Zweenbruggen, voogd van het ambt Heinsberg, Johan Goetgens en Aret Thoris, schepenen te Karken en Kempen en de overige schepenen van dat gerecht verklaren dat Johan van Cruchten en zijn vrouw Ryck van Leuwen een erfrente zoals vermeld in een akte van heden, die hiermee wordt getransfigeerd, hebben overgedragen aan Wilhelm van Hushaven, Steffen van Herttevelt en Herman Kremer als aangestelde provisoren van de huisarmen te Roermond en aan Tyesse van Nuenhen als rentmeester ten behoeve van die armen.
GA Roermond, Oud Archief, inv.nr. 1624, fol. CVIIIvs-CIX; regest nr. 1397.
vrijdag 24 maart 1564
"uff frietagh
den 24en Martij anno 64"
BREYELL - Ten overstaan van de leenmannen Johan van Tiegelen en Johan van Uij wordt Hillenbrandt van Waldoss, mede namens zijn broers en zussen, door Frantz van Holtmollen, als leenheer van het huis Holtmullen, beleend met het vierde deel van de Natter tiende onder Breyll gelegen.
GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 6vs.
5 mei 1564
OTTERSUM - Derick van Holthuysen oorkondt dat zijn grootvader Reyner van Holthuysen in 1479 [sic; moet zijn: 8-5-1489] door de hertog van Kleve is beleend met de hof tho Heyden en het goed genaamd Busserhuysen. In het oorlogsgeweld is Reyner "synes huyses tho Krieckenbeck mit allen segelen und brieven in kriegsloepen entsath". Zijn zoon Helmich van Holthuysen heeft "nae langhen verloepene jaren die behausungh weder bekhomen und under anderen brieven und siegelen befunden dat oen geboeren, dit lehen van uns tho ontfanghen".
HStAD: Leenregister van het hertogdom Kleve, Band VIII (1974), blz. 241-242.
Dirk van Holthuysen was een zoon van Helmich van Holthuysen en Anna van Siegenhoven, kleinzoon van Reinier van Holthuysen en Johanna van Blitterswijck. Dirks broer Johan van Holthuysen was eigenaar van Nieuwenbroeck te Beesel.
zondag 11 juni 1564
Akte van huwelijkse voorwaarden tussen Goessen Spee en Johanna van Mekeren.
Schaesberg-Krieckenbeck: Urk. 139.
dinsdag 13 juni 1564
GELDERN - Jan van Bodbergen vernieuwt namens zijn broer Seger van Bodbergen de leeneed van het leengoed genaamd die Stoiff.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 3.
Zie 3-11-1561.
dinsdag 4 juli 1564
NIEUKERK - Albert van Huchtenbroeck geeft aan zijn echtgenote Clara Staills het vruchtgebruik van 2.000 keurvorstelijke rijnse guldens (uit de hof te Niersdom).
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 3.
6 juli 1564
BEESEL - Verklaring over het gebruik van het Meerlebroek
op de grens tussen Beesel en Swalmen. Wilgen worden te dicht bij de grens
gezet, het vee wordt te dichtbij gehoed en wordt over en weer gepand en hout
wordt weggehaald.
“Wir Gerart Kremer und Derrick Heuft, schepen der stat Ruremunde, doin teugen und bekennen mit dieser offener certificien dat op anhalt und versuicke der schepen und geërfften des kirspelwyes Biessell vur uns in den Merlenbroic koemen und erschenen iss Johan van Horbach uit den lande van der heiden alt ungeferlich xxx jair und hait geteucht und vur die rechte wairheit geg..t, dat he gehort hette den scholtis van Schwalmen op dem kirckhoff darselffst den naeberen vurgeven drei puncten der sich die van Biessel oever die zo Schwalmen beclachden.
Also irstlich dat die van Schwalmen innen van Biessel weiden {wilgen} te nahe gepoet hetten. Tenn anderen dat sye die van Schwalmen innen den van Biessel mit ire hertschafft te nahe dreven, unnd auch die voirsss. zo nahe heuden, waerop sich die naeber wat bedacht hetten und gaeven vur antwordt, stunten jemantz die weiden te naher, der moechte die affhouwen, wat doch die naeber op die ander puncten geantwort, were ime niet te weten. Dann er heurte den vorss. scholtis seggen er wulte inne bystant doin. Goirt Lehenen to Schwalmen burtich aldt xxxix jare teucht dat gehoirt hette den scholtis van Swalmen spreecken op den kirckhoff daeselffst tegen die naeber he geven innen verloff unndt sacht holen die van Biesesel uch holt sy widen ich sall uch beystant doin, und kan ich nit ghaen, ich sall dair krouppen, und die naeber tho Schwalmen weren der wel to freden und sprongen van freuden. Teucht auch dat Ryck op den Bruickhoevel ime gesacht hette, der scholtis hette innen erloff gegeven seggende, holenn die van Biessell uch ein kalf aff, holt innen ein koe wederom aff. Und Jan unnnd Goirt vurss. hebben ire vurss. getucheniss mit eide beweert zo orkunde der wairheit so hebben wir schepen vurss. want we unst gebuirliche gerechticheit dairvan ontfangen hebben unsere siegelen heironder op stacium gedruict gegeven op den vjten july anno c lxiiij
HCL Maastricht, SA Beesel en Belfeld, inv.nr. 31 N scan 5/67. Eenvoudig eigentijds afschrift op papier.
22 juli 1564
BELFELD - Huwelijkse voorwaarden tussen Peter Emontz, zoon van Herman Emontz, en NN, dochter van Alaert Reinartz.
RHCL Maastricht, Schepenbank Beesel en Belfeld, inv.nr. 36, fol. 3vs.
Zie 17-9-1564.
24 augustus 1564
"op St. Bartholomeusdag"
SWALMEN - Merten van Oeijen en Joanna van Dryp, weduwe van Jan van Bockelt, kopen twee bemden, samen groot 11 morgen, waarvan een aan de Swalme en de ander aan de Wieler brugge gelegen, voor een bedrag van 100 daalder van de gemeente van Swalmen en Asselt.
RHCL Maastricht, Michiels van Kessenich (16.0674), inv.nr. 1345.
Eenvoudig afschrift op papier d.d. 22-12-1752 (zie aldaar).
5 september 1564
Missive van het Hof aan het gericht van Elmpt, dat zij Arndt Schenck, heer van Hellenraedt, moeten laten in het bezit en genot van het turfsteken, te meer daar zij zelf in dezen partij zijn, of anders op 9 oktober voor het Hof te verschijnen om de eis van Schenck aan te horen.
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 1053/3474.
17 september 1564
BELFELD - Verklaring inzake huwelijksvoorwaarden.
Ten overstaan van Wilhelm Qwiten, stadhouder, Peter tho Belffen en Gisken an gen Loe, schepenen, heeft Peter, zoon van Herman Emontz, een akte van huwelijkse voorwaarden dd. 22 juli 1564 getoond en voorgelezen, waarbij Peter's vader Herman alsmede zijn broers en zussen afstand hebben gedaan van rechten.
Peter Emontz en Jacob Emontz namens de bruidegom, Leonart Emontz en Alaert Reinartz, de vader van de bruid, hebben deze voorwaarden eveneens ten overstaan van genoemde scholtis en schepenen bevestigd. In de huwelijksvoorwaarden is bepaald dat Peter zijn vader gedurende de rest van diens leven zal onderhouden, in ruil voor al diens roerende en onroerende goederen (behoudens de helft van de roerende goederen in geval van wanprestatie), en een bedrag van 300 rijder gulden, te weten voor elke nog te huwen zuster 100 gulden.
Vandaag doet vader Herman tevens afstand van deze helft en verklaart hij dat de 300 rijder guldens eerst hoeven te worden uitgekeerd aan de drie zussen na Herman's overlijden.
RHCL Maastricht,
Schepenbank Beesel en Belfeld, inv.nr. 36, fol. 3vs.
'Peter
Herman Emontzson von Belffen.
Vor Wilhelm
Qwiten stathelder Peter tho Belffen unnd Gisken angen Loe schepen is komen und
erschenen Peter Herman Emontzson unnd hait forbracht unnd vorlessen laeten eine
aussgeschnedene heilichsfurweerde de dato 1564 den 22ten julij unnd hait
verkleirt, wie solliche heilichsfurwarde tenn allen seiden vollenthahn unnd tho
vollentrecken is van ime unnd sinen suesteren neffen den vader Herman vorss.
vor sij schepen gerichtlich versprocken unnd beloft hebben overmitz
vertzeichnus op die erfguedere, dess die schepen gestendich.
Demnae
tuygen noch vorder die vorss. stathelder und schepen, dat Peter Emontz unnd
Jacob Emontz von des breudigams wegen, Leonart Emontz und Alaert Reinartz der
braut vader vor sij schepen vorss. erschenen, dat der breudigam diese vorss.
zedel oder heilichsfurwarden vorlesen ... unnd deden gentzlich und eyndrechtich
gestant der heilich dairop unnder denselven conditionen geschloeten unnd
gededingt is gewest, unnd sulchs verbant Peter vorss. breudigam mit orkonden.
Also aver
inn der furwarden gededingt dat Peter und seine housfr. Herman iren vader
eherlich onderhalden sullen dairtegen sij alle gereit und ongereit erflich
hebben und behalden sullen, aussbehalden das halbe gereide, wan sij den vader
niet wael onderhielten mit einen halvan morgen lantz op den pade und noch drei
hondert ridder gulden, ieder onbestaeder suester ein hundert ridder gulden
loude der furwarden,
Ist op huide
dato St Lambertz daich vor onss stathelder unnd schepen vorss. komen und
erschenen der vorss. vader Herman Emontz unnd bekant wie er van Peter seinen
son eherlich wurde onderhalden, und gienge derhalven uit, druege ouch op und
oever Peteren seinen son solichen forbehaldt van gereiden und erve, dat he sich
inder furwarden enichssins forbehalden mochte hebben, also dat Peter nae seinen
doit, niet ehr dan ire suester ire ridder gulden uitrichten und bethalen sall.'
20 september 1564
Missive van het Hof aan Arndt Schenck, heer van Hellenraed, dat hij Johan Wolters moet betalen wat deze toekomt.
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 1053/3480.
30 september 1564
SWALMEN - Arbitrale uitspraak door Johan van Wittenhorst e.a. in een geschil tussen de weeskinderen van Christoffel de Cocquill en de onderdanen van Swalmen over het kappen van wilgen en populieren, waarbij laatstgenoemden een schadevergoeding van 175 brabantse gulden wordt opgelegd.
"Achterfolgende den recess durch Co. ..nt. cantzelair ind rayde thoe Stricht [Maastricht?] den vj itziges jairs ind mandtz, tusschen den weiskynderen Cristoffers de Coecquijll zeliger ind den underdainen van Swalmen gegeven op? Syndt b…en [naamfeest?] den edelen Johan van Wyttenhoirst droest thoe Montffairt [myd] Arnt Schynck heer thoe Hyllenrayde vier onpardtieliche frunde, als nemetlich Steffen van Hertevelt, amptman Sendt Steveswerdt, Dederich Hoefft, Johan Schynck ind Peter van Moeyrss secr[etaris] nominirt ind erkr…en, die wylche den schaeden van affhouwen der wylchen ind papelboemen besichticht ouch allen interest erwegen ind folgens die hoicheyt ind yeders synne gerechticheyt vurbehalden, in dem deyll erkleren ind uytgespraichen als dat de vurss. van Swalmen vuer alle schaeden end interest eyns gheven ind erleggen sullen hondert vyeff inde seventich gulden brabants ind die gemelte somme neistkompstigen passchen thoe betalen ind die gekre…re soe vorgr… … dach ind huyden desen dach der gebrechen h…en, verder sullen die van Swalmen buyten die weyskyndere entgeltnyss ver..gen ind betalen sonder ..gel.. in … die vorgeheyten syde deser zedelen tween durch A B C ind D uyter eynanderen gesneden die yegliche partyen eyner tuegestalt Gegeven int jair xv [hondert] vier ind sestich den lesten dach des mandtz septembris ind thoe mere getuygenyss der waerheyt hebben upgenanten segsvrunde yren cersten naemen myt eygener hant geschreven."
[ondertekend door:]
Johan van Wyttenhoerst, Steven van Haertteveld, ampman, Diederich Hoefft, Arnt Schenck van Nydecken, heere tho Hellenraid, Johan Schenck, Moyrss.
RHCL Maastricht, SA Swalmen en Asselt, inv.nr. 379; chirograaf, origineel op papier, waarvan aan de bovenzijde de letters ABCD doorsneden.
De familie De Cocquil was eigenaar van de Hoosterhof, op de grens van Beesel en Swalmen.
3 oktober 1564
Missive van het Hof aan Arndt Schenck en het gericht van Elmpt, dat de verhoorsdag voor onbepaalde tijd is uitgesteld (zie no. 3474 d.d. 5-9-1564).
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 1053/3485.
6 oktober 1564
ECHT / BELFELD - Missive van de drost van Montfort aan het Hof over ketterse bijeenkomsten in het Echterwald. Voorts zal brenger berichten over de zaak tussen de graaf Van den Berg en die van Echt en over de nieuwe kerk van Belfeld.
Gelders Archief, brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 1053, No. 3487.
zaterdag 4 november 1564
KRIEKENBECK ‑ De hertog van Gelre geeft Diederich van Holthausen toestemming om diens echtgenote te tuchtigen aan het huis te Alten Krickenbeck met de molen en aan een boerderij behorend tot Krickenbeck, gelegen te Grefrath.
Schaesberg-Krieckenbeck: Urk. 182.
zaterdag 4 november 1564
KRIEKENBECK ‑ Diedrick van Holthusen draagt het vruchtgebruik van Aldenkrieckenbeck over aan zijn echtgenote Mechtelt van der Eycken genaamd Van der Kle.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 58.
zaterdag 4 november 1564
GREFRATH ‑ Diedrich van Holthusen draagt het vruchtgebruik van de hof (te Brochuse) te Greverade over aan zijn echtgenote Mechtelt van der Eycken genaamd Van der Kle.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 43.
Zie 14-3-1564.
4 november 1564
Missive van Arndt Schenck aan het Hof in antwoord op brief no. 3480 d.d. 20-9-1674. Meent Johan Wolters enige actie op hem te hebben, dan moet hij hem ten landrechte aanspreken. Hierbij verzoekschrift van Johan Wolters met bijlagen.
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 1053/3491.
1564, z.d. ?
BAARLO - Seger van der Horst voert een proces tegen Walraven van der Linden inzake een grondrente gevestigd op de hof Tgen Heimeraedt onder Baarlo.
De hoeve wordt in het proces Heymeraet, Heimeray genoemd. Aantekeningen uit de processtukken:
- Deze erfpacht was in 1537 in handen van Gaert van Kessel en diens zus Lucia van
der Horst. Lucia, 'aldemoider' van
Seger van der Horst, stelde pachter Heintgen van Heinray aan.
- Willem van Kessel, pastoor getuigt dat zijn
vaders vader Gaert van Kessel heette. Ook Willem's broer, Johan van Kessel, is getuige.
- Van der Linden brengt magescheid uit 1468 (z.d.) in en een
magescheid van 'des guendesdach nha sunte Remeisdach' 1483 (zonder inhoud).
Tevens vermelding van een magescheid z.d. tussen Aleit van Kessel enerzijds en Gaert van
Kessel en zijn broers en metgedelingen anderzijds, waarbij Aleit de hof
Heimenradt ontvangt en haar halfbroer Gaert van Kessel en Reintken elk 200
rijnse guldens hieruit.
GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv.nr. 485, procesnr.
3162.
Met aanhaling van een akte d.d. 12-3-1390 (zie aldaar) waarbij Heinrich van der Voirt en zijn vrouw Hadewich van Kessel en hun zoon Godert een jaarlijkse erfpacht van 14 malder rogge Venlose maat, gevestigd op hun hof genaamd Tgen Hemenraedt onder Baarlo gelegen, verkopen aan Johan Derichszoon van Lum, burger te Venlo, en diens vrouw Elisabeth.
1565
zaterdag 6 januari 1565
VENLO ‑ Akte van huwelijkse voorwaarden tussen Ditrich Moutz, zoon van wijlen Henrich Moutz en Elysabeth in ghen Hauss, en Margriet de Lait, dochter van Lynaert de Lait en Beatrix Roffertz.
J.H. Hanssen: Lijst van niet-geïnventariseerde charters, zich bevinden in het RHCL Maastricht, doos II nr. 9.
Zie 4-10-1539, 18-2-1560 en 29-7-1565.
(zaterdag 6 januari) 1565
VENLO ‑ Theodorus Moeitz, zoon van Henricus Moeitz en Elisabeth Ingenhuys, trouwt 1565 met Margaretha de Laet, dochter van Lenart de Laet en Beatrix Rofferts. Getuigen bij het huwelijkskontrakt zijn: Balthazar Braitz, Johan de Verver, Johan Ingenhous en Cornelius de Laet.
De Limburgse Leeuw, 1961, blz. 18 e.v.: Genealogie Moeitz; citeert Nederlandse Leeuw 22 (1904), kolom 276.
maandag 8 januari 1565
OFFENBEEK ‑ Henrick van Dart uit Lotthum wordt ten behoeve van de Kruisheren te Roermond benoemd tot sterfman van de Nederhoeve te Offenbeek.
RHCL Maastricht, Kruisheren Roermond, inv.nr. 132, fol. 10vs.
woensdag 10 januari 1565
VENLO ‑ Ten overstaan van Johan van Greverade en Johan van Stalbergen de Jonge, schepenen van Venlo, draagt Johan van Cruchten Diericksoen van Ruremunde een obligatie, groot 200 Rijnse guldens, met als onderpand de firmiteit en oude wijnaccijns te Venlo, over aan Johan In gen Huys, als burgemeester van Venlo, ten behoeve van die stad.
GA Venlo, Oud Archief Venlo, inv. nr. 50 b. Transfix van akte d.d. 27-3-1435.
donderdag 15 februari (15)65
Kaldenbroick
KALDENBROECK / OFFENBEEK ‑ Adolff van Ghoer oorkondt dat hij Henrick van Darth namens het Kruisherenklooster te Roermond heeft beleend met de hof to Niederhaven (= Onderste Hof) te Offenbeeck in het kerspel Byesell.
RHCL Maastricht, Kruisheren Roermond, inv.nr. 149. Opgemaakt te Kaldenbroick.
z.d., nà zondag 25 februari 1565
ROERMOND / SWALMEN ‑ N.N. (mogelijk gedeputeerden van de kerspels uit het ambt Montfort) schrijven aan de drost (van Montfort) dat de stad Roermond hen geschreven heeft over de omslag van de onraadspenningen, waarop de drost heeft geantwoord dat de stad het aandeel van Swalmen en Elmpt zelf moet invorderen. De stad heeft daarna geantwoord dat dit diende te geschieden door de ambtman. De schrijvers merken op dat volgens oude gewoonte 1/3 deel van het bedrag door Eghto (Echt) betaald wordt en 2/3 door het overige ambt. Hierbij worden Swalmen en Elmpt meegerekend, aangezien men ze niet voor eigen heerlijkheden houdt, maar als door de koning verpand en dus niet van het ambt afgescheiden. Zij verzoeken er op toe te zien dat die van Swalmen en Elmpt zich geen vrijstellingen aanmeten.
GA Roermond, Oud Archief, inv.nr. 1213; regest nr. 1427.
maandag 2 april 1565, 14.00 uur.
BEESEL-BUSSEREIND ‑ Jelis van Zutphen gaat in beroep tegen het vonnis van het Hoofdgerecht te Roermond, hoopt de zaak voor te leggen aan andere wijzere heren van "hoege Overicheit" of anderszins om daar een gunstigere uitspraak te krijgen, en verlangt dat de gerechtsschrijver hem daarin als notaris zal bijstaan.
GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv. nr. 485, procesnr. 3152.
Zie 9-11-1563.
19 april 1565
Missive van het Hof aan die van Swalmen, dat zij moeten antwoorden op den eis van die van Beesel.
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 1053/3533.
dinsdag 1 mei 1565
Erfdeling tussen Johan, Catharina, Anna en Johanna van Lom, kinderen van wijlen Johan van Lom (te Westerungh) en Eva van Baerle, geregeld door Johan van Lom voor hemzelf en zijn vrouw Margarete Pollartz; Henrich van de Impell, voogd in de voogdij Gelder, namens zijn zuster en op verzoek van broers en zussen door: Andries Pollart, Emondt van Baerle, Johan van Cruchten, Lambert van Cruchten, Christoffer van Dursdall en Lambert Pollart, kanunnik te Aken, hun vader, ooms, neven en broers.
RHCL Maastricht, Familie-archief Van Merwijck-de Keverberg V 1504, inv.nr. x461. Bestaand regest.
Vgl. 5-1-1572.
dinsdag 8 mei 1565
HORST ‑ Wynand van Doersdaell draagt een erfpacht van 1 malder uit de tiende te Horst genaamd de Wachtendoncker tiende, zoals hij deze heeft geërfd van zijn vader, over aan zijn natuurlijke zoon Rabot.
Schaesberg-Tannheim
(I): inv.nr. 79.
dinsdag 26 juni (15)65
RIJKEL ‑ (Johan van) Holthusen laat door 2 van zijn laten aan Pauls (Slabbers) tot Rijckel, laat van het klooster Maria Weide te Venlo (?) aanzeggen, dat deze "handt noch voet aen die 5 bonre halff myn eijnen morgen solde stecken", waarop Pauls geantwoord heeft "dat hij hem het landt wijsen solde myt voor en pael, door zegel ende brief, off levendige konden".
RHCL Maastricht, Klooster Maria Weide te Venlo; niet-geordende stukken afkomstig uit het Kreis-Heimat-Museum te Kevelaer.
Betreft bewijsstukken en correspondentie inzake een vordering door Nieuwenbroeck ten laste van het klooster.
z.d.; na dinsdag 26 juni 1565?
RIJKEL ‑ Het klooster Maria Weide trekt de juistheid van de boeken van jonker Holthuysen in twijfel, voor zover het aan de jonker leenroerige goederen betreft die het klooster in gebruik zou hebben. Hetgeen in deze boeken wordt gesteld, is twee of drie mensenlevens geleden. Noch de pachter van de Hof te Rijkel noch diens vader Slabbert heeft ooit iets anders gehoord, dan dat de hele boerderij c.a. leenroerig is aan Z.M. (de hertog van Gelre).
Mocht een gedeelte van het land toch aan Holthuysen leenroerig zijn, dan hoopt het klooster dat het slechts een cluppelleen betreft, te verheergewaden met 2 "aude schedt marken", ca. 3 goudgulden of 5 Rijnse gulden, namelijk 1 oud schild voor het leen en 1 schild voor schrijven en zegel.
De hertog heeft bepaald dat grond die 20 maanden ("dordendeil van 5 jairen") braak heeft gelegen, volgens land- en bankrecht als "eynen sleper" mag worden beschouwd.
Na beraad met zusters en vrienden van het klooster is besloten dat alle boerderijen daar gelegen "tot Rykel" heten. Holthuysen wordt verzocht of hij het klooster in ongestoord bezit van de grond wil laten, zoals zijn schoonvader en diens vader hebben gedaan.
RHCL Maastricht, Klooster Maria Weide te Venlo; niet-geordende stukken afkomstig uit het Kreis-Heimat-Museum te Kevelaer.
9 juli 1565
BEESEL EN BELFELD - Verklaring inzake schenking.
Ten overstaan van de scholtis en de schepenen Jennes Schloussen en Peter Wouffartz heeft Jan Poicks, als voogd [zie febr. 1564 z.d.], voor de tweede maal binnen een jaar de schenking aangevochten die door Peterken op die Lair was gedaan.
RHCL Maastricht, Schepenbank Beesel en Belfeld, inv.nr. 36, fol. 3.
'Hait Jan Poicks alss momber zom zwiedt alss bynnen jairs die vorss. gifte van Peterken op die Lair alss vorss. gedaen hait geschreckt unnd upgehalden alss recht.'
zondag 29 juli (15)65
BLERICK ‑ Sibert van Bernsaw, leenheer van het huis Bree, beleent Gerhart de Laet Lenartszoon met de halve hof te Gattenraidt onder Blerick.
J.H. Hanssen: Lijst van niet-geïnventariseerde charter, zich bevindend in het RHCL Maastricht, doos I nr. 38.
Zie 4-10-1539, 18-2-1560 en 6-1-1565.
10 september 1565
Missive van het Hof aan die van Swalmen ter herhaling van het bij brief no. 3533 gegeven bevel.
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 1053/3558.
18 oktober 1565
Missive van het Hof aan die van Beesel, dat zij binnen de bij reces bepaalde tijd moeten repliceren op de bewijsstukken enz. van die van Swalmen (zie no. 3558 d.d. 10-9-1565).
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 1053/3571.
25 oktober 1565
Missive van het Hof aan het gericht van Beesel, dat de kinderen van Ryck ingen Haen behoorlijk recht moet wedervaren (zie no. 3226).
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 1053/3573.
zaterdag 3 november 1565
HORST ‑ Overeenkomst tussen Johan van Wittenhorst, drost te Montfort, en Rabot van Dursdael, waarbij eerstgenoemde al zijn erfgoederen en renten in de heerlijkheid van Horst verkoopt voor 850 daalder.
Schaesberg-Tannheim (II): Urk. 859.
15 november 1565
BELFELD - Missive van de regentes aan het Hof met last om
stappen te doen bij de bisschop van Luik of de archidiaken van Kempenland ten
behoeve van de verandering van de kapel te Belfeld in een parochiekerk; voorts
moet aan die van Belfeld en Loo verboden worden voortaan te Tegelen naar de
kerk te gaan (Tegelen was Guliks en had een ketterse pastoor; zie brief van 22
oktober l.l.).
Hierbij afschrift van een schrijver van de regentes aan de bisschop van Luik
over deze zaak.
Gelders Archief, toegangsnummer 0124, Hof van Gelre en Zutphen, Brieven uit en aan het Hof, inv.nr. 657, No. 1794b.
6 december 1565
KESSEL-EIK - Otto Schenck van Nijdeggen, als leenheer, oorkondt dat Elisabeth van Walwick genaamd Otten na het overlijden van haar ouders, toen zij in tweede huwelijk was getrouwd met Lenart van Beeck, is geërfd aan 10 bunder land en erf genaamd die Huve, gelegen te Eijck in het gerecht van Kessell en leenroerig aan zijn hof te Kesseleijck. Elysabet is in 1528 overleden, waarna Lenart van Beeck is beleend en het vruchtgebruik heeft gekregen, hetgeen hij tot aan zijn overlijden in 1565 heeft gebruikt en bezeten.
Na het overlijden van Lenart van Beeck als vruchtgebruiker, is Johan van Greveraij, in tweede huwelijk getrouwd met Judit Hanen, met deze 10 bunder beleend.
Otto Schenck, als leenheer, oorkondt nu ten overstaan van Johan van Eijll tho Baerlo en Johan van der Vort, scholtis van het land van Kessel, als "unthalde mannen van lehen bij gebreeck meiner lehen mannen", dat hij Joan van Greveraij voornoemd ten behoeve van hemzelf en van zijn nadochter Anne, uit zijn tweede huwelijk met gemelde Judit Haenen, heeft beleend met deze 10 bunder als een kluppelleen, met 3 rijnse gulden te verheergewaden, waarvan Anna en haar erfgenamen het erfrecht zullen bezitten. Judit zal bij overlijden van Johan haar vruchtgebruiksrechten behouden.
GA Venlo, Schepenbank Venlo, inv.nr. B 2694 (proces Johan van Greefraedt c.s. tegen Judith de Haen c.s.), stuk R fol. 52vs-53.
vrijdag 28 december 1565
"up Allerkynderendagh"
VENLO ‑ Gehuwd: Dierick van Haeren [Willemszoon; overl. voor 15-12-1589, leenman van het huis Gribben van 1564 tot 1577], en Elisabeth van Grefraide [overl. voor 25-1-1595; dr. van Johan van Grefraide, leenman van de Schei te Beesel-Leeuwen].
J. Verzijl: Genealogie van het adelijk geslacht Van Haeren te Grubbenvorst, Blerick en Neeritter. In: Maasgouw 66 (1947), blz. 89-92; Maasgouw 1927, blz. 9.
Zie ook GA Roermond, Roermonde Familiearchieven V 25 (Waegemans, bijlagen genealogieën).
Uit dit huwelijk (volgens Verzijl):
1. Willem van Haeren, geb. ca. 1566, stadhouder van het graafschap Horn, tr. ... met Agnes van Belfen.
2. Gueda van Haeren, geb. ca. 1568, tr. vóór 1595 met Aelhart van Hacfort.
3. Johanna van Haeren, geb. ca. 1570, tr. vóór 1595 met Eilbert Spee [metgedeling hoeve De Schei te Beesel], zn. van Rutger Spee en Odilia van Hoven.
Uit dit huwelijk:
a) Odilia Spee, non te Eppinghoven.
b) Maria Spee. Tr. 1) 23-6-1612 met Arnold van Bocholtz; 2) 21-1-1614 met Godart van Kessel genaamd Roffart [metgedeling hoeve De Schei te Beesel].
c) Rutger Spee, karthuizer.
4. Anna van Haeren, geb. ca. 1572, tr. ca. 1598 met Johan Vogel.
5. Elizabeth van Haeren, geb. ca. 1574, tr. ... met Joannes Verberckt [metgedeling hoeve De Schei te Beesel].
31 december 1565
Z.P.- Huwelijksvoorwaarden tussen Jaspar van der Lippe genaamd Hoen, heer te Gribbenforst, Aefferden en Blienbeck, en Geertruidt van Bijlandt, dochter van wijlen Roelman van Bijlandt en Barbara van Vijrmuendt, in leven heer en vrouwe van Spaldorp, drost en drostin van Ravenstein.
Jaspar brengt in het huwelijk huis en slot Blienbeeck met de heerlijkheden Gribbenforst, Aefferden en Blienbeck met alle toebehoren, zoals zijn ouders Diderich van der Lippe genaamd Hoen en Aleidt Schenck van Nydeggen, gewezen echtelieden, deze gedurende hun leven hebben bezeten en gebruikt. Voorts de huizen, bebouwingen, land en andere gerechtigheden genaamd Betgenhuysen en de Keesskorff in het vorstendom Gulik gelegen; een jaarlijkse rente van 3.000 gulden brabants gevestigd op het graafschap Horn door graaf Philips van Horne en hetgeen Jaspar toekomt na deling met zijn stiefmoeder Anna van Merode en haar kinderen.
Geertruid brengt in het huwelijk een geldbedrag en aanspraken op goederen te Well en Bergen?... [in concept niet uitgewerkt].
De eerste zoon zal het huis Blienbeick met de heerlijkheden Aifferden en Blienbeick erven, eventuele andere kinderen de overige heerlijkheid Gribbenforst en de goederen te Betgenhuysen plus hetgeen de aanstaande echtelieden nog staande huwelijk zullen verwerven.
Tevens voorwaarden voor een eventueel tweede huwelijk door Jaspar, indien Gertruid overlijdt met achterlating van enkel dochters; idem voor het geval het huwelijk kinderloos zal blijven; idem bij overlijden van elk der echtelieden.
Dingslieden namens de bruidegom: Goeddartt van Ahr, commandeur te Beck..fortt; Dietterich Quaidt, heer te Wijckraidt en erfhofmeester van het vorstendom Gelre; Aerndt Schenck vann Nideggen, heer te Hillenraidt; Peter vann Stepraidt zum Pa...
Dingslieden namens de bruid: Henrich van dem Bijlandt, heer te Spaldorp; Christina van Wachtendonck, weduwe van Johan van dem Bylandt zu Halth; Ulrich Scheiffartt vann Meradte, heer te Newenraidt; Adryann van dem Bylandt, heer te Well en Berghen, ambtman te Gennepp; Otto van dem Bylandt, heer te Reijdt en Brempt, stadhouder te Heinsbergh; Aerndt vann Wachtendonck, Kleefs raad en maarschalk; Heinrich van dem Bylandt, domheer te Meintz; Ambrosius van Vijrmundt, heer te ..ierssen.
Archiv Schloß Haag, Urk. 3440; concept en definitieve versie.
Zie ook RHCL Maastricht, Dokumentatie D274: Inventaris van o.a. Bleijenbeek, Brempt, Hillenraad, nr. N 34; depot onbekend (gedeelte verdwenen, vgl. ook Archiv Schloß Haag).
Uit dit huwelijk:
1. Aleid van der Lippe genaamd Hoen. Maakt 4-3-1590 huwelijksvoorwaarden met Christoffel Schenck, heer van Hillenraad etc.
1565, z.d.?
Rutger van Pollart en Dirk van Dript sluiten een akkoord.
RHCL Maastricht, Familie-archief Van Merwijck-de Keverberg V
1504, supplement, port. IV, inv. nr.
65.
Vgl. 26-1-1550.
1566
dinsdag 8 januari
1566
"zu Tegelen -
den 8 thagh des Monatz Januarij (wilcher tagh ein lehengerichtz tagh was)"
BREYELL - Ten overstaan van de leenmannen Johan von Erp genaamd Warrenbergh zu Langenfeldt en Lenhart d'Laitt wordt Daem Karssen van Lynnich, rentmeester te Rurrich, als gevolmachtigde van Henrich van Russenbergh zu Rurrich, na betaling van 15 goudgulden heergewaad ("deren sein Ed.L. hem acht derselben goltgulden widderumb auss sonderlicher gunsten geschenckt"), een vierdel wijn aan de stadhouder en de beide leenmannen, 1 rijdergulden voor de griffier en de kamerling 1 Hornse gulden, door Franz van Holtmullen, als leenheer van het huis tot Holtmullen, beleend met de tiende in het kerspel van Breil gelegen, zoals deze tiende eerder is beleend aan de voorouders van genoemde Van Russenbergh.
GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 7vs.
10 januari 1566
BELFELD - Brief van het Hof aan de bisschop van Luik, houdende verzoek om, in afwachting van de verheffing van de kapel te Belfeld (Belfen) tot een parochiekerk, aldaar de dienst te laten waarnemen door een rechtzinnig priester, alsook aan de inwoners te vergunnen niet meer te Tegelen naar de kerk te gaan.
Gelders Archief, toegangsnummer 0124, Hof van Gelre en Zutphen, Brieven van en aan uitheemsen, inv.nr. 1071, No. 2925. Zie "Publications" XLI, blz. 343
8 februari 1566
Missive van het Hof aan die van Swalmen, dat zij moeten dupliceren op de repliek van die van Beesel (zie no. 3571).
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 1053/3608.
maandag 8 april 1566
DÜLKEN - Ten overstaan van de leenmannen Coen tho Leymis, Peter tho Leimis, Balthazar Glucks, Arnt Wever en Fryn tho Ravens draagt Paulus Schrieber de goederen waarmee hij reeds eerder op 18 januari 1563 was beleend, "mit handt, halm, und monde" over en op aan Frantz van Holtmullen, ambtman en leenheer, die hierna Balthazar Glucks hiermee beleent.
GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 14.
maandag 8 april 1566
DÜLKEN - Ten overstaan van de leenmannen Coen tho Leymis, Peter tho Leimis, Balthazar Glucks, Arnt Wever en Fryn tho Ravens wordt Balthazar Glucks beleend met 8 morgen land gelegen aan het Hagelkruitz, met een voorhoofd en een zijde naast Arnt tho Rytt, het andere voorhoofd Peter tho Leymens en de andere zijde naast Coen tho Leymans.
GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 14vs.
maandag 8 april 1566
DÜLKEN - Ten overstaan van de leenmannen Coen tho Leymis, Peter tho Leimis, Balthazar Glucks, [Arnt Wever] en Fryn tho Ravens wordt Arnt Wever beleend met 2 morgen land gelegen met een voorhoofd naast Coin tho Leymis, het ander voorhoofd naast Arnts eigen erf, dat hij van de kerk van Dillickraidt in erfpacht heeft, een zijde naast Frijn Klaiss en de andere zijde naast Arnt tho Ryth.
GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 15.
In de akte worden de getuigende leenmannen van de voorgaande akte opnieuw aangehaald; Arnt Wever zal hiertoe zelf ditmaal niet hebben behoord.
maandag 8 april 1566
DÜLKEN - Ten overstaan van de leenmannen Coen tho Leymis, Peter tho Leimis, Balthazar Glucks, Arnt Wever en Fryn tho Ravens wordt Meus tho Wynckel beleend met het goed waarmee Thomas tho Winckel eerder beleend is geweest, namelijk met 3 morgen land gelegen met een voorhoofd en met een zijde naast het erf van Peter Daniels, het andere voorhoofd naar de Kirchstrais en met de andere zijde naast Meus' eigen erf.
GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 15.
dinsdag 9 april
1566
"uf tagh
negst vurss." - volgt op akte d.d. 8 april 1566
DÜLKEN - Ten overstaan van de leenmannen Coen tho Leymis, Peter tho Leimis, Balthazar Glucks, Arnt Wever en Fryn tho Ravens wordt het leengoed waarmee Peter tho Leymis is beleend "mit seinen vorgenoten overgesatz und ist dasselben landts ungeferlich vier morgen", gelegen met een voorhoofd naast Johan Ghenoithoven, het ander voorhoofd naast Pauwels Schribers, de lange zijden grenzend aan Coen tho Leymis en de weg die van Amor naar Dulcken gaat.
- Tevens z.d.:
Nota: "Peter Leymis noch funffierteill
morgen hoffstadts ungeferlich gelegen mit einen furheufft das Netterbroich das
ander furheuft die gemein straiss, ein seide Arnth tho Reit und die ander seide Coin
tho Leymis vurss. Noch zwehn morgen lantz gelegen mit einen furheuft
der vurss. wegh das ander furheufft Coin tho Leymis, ein seide Arnt vurss. und die ander seide
Coin vurss."
- Tevens z.d.: Op diezelfde dag heeft Peter Vleupeschs het leen, waarmee hij op Palmavond 1564 was beleend, weer over- en opgedragen aan zijn leenheer, die Arnt Wevers hiermee heeft beleend.
GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 14vs.
dinsdag 9 april 1566
DÜLKEN - Ten overstaan van de leenmannen Coen tho Leymis, Peter tho Leimis, Balthazar Glucks, Arnt Wever [en Fryn tho Ravens] wordt Frien [tho Ravens] opnieuw beleend met 2 morgen land, gelegen met een voorhoofd naast Coin tho Leymis, het ander voorhoofd naast Arnt Wever, waarmee Fryn [moet zijn: Gielis tho Lemissen] eerder op de dag voor Maria Hemelvaart ("uf unsser L. Frauwen avent Annuntiationis") was beleend.
GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 15.
De getuigende leenmannen uit de voorgaande akte worden aangehaald; Fryn zal hier ditmaal niet zelf toe behoren.
dinsdag 9 april 1566
DÜLKEN - Coin tho Leymis wordt beleend met de leengoederen waarmee hij eerder op 18 januari 1563 was beleend, namelijk 12 morgen land met de korte zijden gelegen tussen de Hohe Strais en de Naebur Lickwegh, lange zijden tussen Arnt tho Rith en Gerhardt tho Brassell.
- Tevens zonder datum: "Noch ein
hoffstadt anhaltende ungefierlich zwehen morgen ein furheuft die Kivihtstrais
das ander furheuft die alts brock genant, ein seide Peter tho Leymis und die ander siede Gerarth vurss. Noich
ungeferlich so landt und peesch anhaltende funfftenhalben morgen gelegen mit
einen furheubt Theiss Klaiss das ander furheuft der wegh so van Amor uf
Dulcken gheit ein seide Pauwels Glucks die ander seide Tilman van Velraidt genant Meuter, Arnth Wevers und Dierichsghen Neen. Noch ungeferlich vierthen morgen lantz
gelegen mit einen furheuft Gerhardt tho Braessel das ander furheuft Theis Deckers und mher andere erben ein seide Arnth tho Ryth und die ander siede Peter tho Leymis."
GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 15-15vs.
Zie echter
31-3-1578.
6 mei 1566
BEESEL EN BELFELD - Brief van het Hof aan den hertog van Cleve, houdende verzoek om - naar aanleiding van een klacht van die van Beesel, Belfen (Belfeld) en Loo - zijn onderdanen te gelasten zich aan het bestaande verdrag te houden.
Gelders Archief, toegangsnummer 0124, Hof van Gelre en Zutphen, Brieven van en aan uitheemsen, inv.nr. 1071, No. 2951.
woensdag 8 mei 1566
"beschehen zu
Holtmullen uf dem hauss inder grosser stouben"
MULBRACHT - Ten overstaan van de leenmannen Henrich van Eschaven en Leenhart d'Lait van Venloi wordt Wilhelm van Oeyen, in eigen persoon, door Wilhelm Maurmeister, als stadhouder namens Frantz van Holtmullen als leenheer van het huis zu Holtmullen, beleend met de hof ten gen Eycken, met alle toebehoren in het kerspel van Mulbracht gelegen, zoals zijn vader wijlen Johan van Oeyen deze hof heeft nagelaten, voorbehoudens leendragers moeder Anna haar vruchtgebruik.
Wilhelm heeft hiervoor een akte van belening gevraagd en gekregen; het leen is een vrij manleen, zoals aangetekend bij de belening van voornoemde Johan van Oeyen op folio 24 van het leenregister en in de akte van belening.
GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 8.
De verwijzing naar folio 24 betreft een ander register.
22 juni 1566
TEGELEN / BELFELD - Missive van de drost van Montfort aan het Hof, begeleidende twee hem ter hand gestelde verklaringen, waarbij Johan Frans van Holtmoelen de door zijn vader als collator van Tegelen gegeven vergunning om Belfeld als zelfstandige parochie van Tegelen af te scheiden, herroept.
Gelders Archief, toegangsnummer 0124, Hof van Gelre en Zutphen, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 1053, No. 3669. Zie ook No. 3671.
vrijdag 5 juli 1566
"uf frietagh
den 5 tagh des Monatz Julij" - "des vurmittagh" - "zu
Holtmullen in den grossen sadell"
TEGELEN / BLERICK - Ten overstaan van de leenmannen Johan van Tiegelen uf der Linx en Peter Muller wordt Wilhelm Kremer, burger te Rurmundt, "in eigener persoene, nu Peter Plum", door Wilhelm Maurmeister, als stadhouder van de lenen van het huis Holtmullen namens Frantz van Holtmullen, beleend met de hof en goed Tgenen Broich in het kerspel van Holtblerick gelegen, zoals Walraven van den Linden hiermee eertijds is beleend.
GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 10vs.
vrijdag 5 juli 1566
"nahemittagh
zeit - zu Kaldenkirchen in Wilhelmen Funcken behausungh in der vorster
cameren""
BLERICK - Ten overstaan van de leenmannen Johan van Tiegelen uf der Linx en Peter Muller wordt Thoniss von der Linden genaamd Walraven ("nun Peter Plum") door Wilhelm Maurmeister, als stadhouder van de lenen van het huis Holtmullen namens Frantz van Holtmullen, beleend met hof en goed genaamd tgenen Broick in het kerspel van Blerick te Holtblerick gelegen, zoals Walraven von der Linden, de vader van Thoniss voornoemd en vorige leenhouder, dit heeft nagelaten.
GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 11; 11 verso is geheel blanco.
15 juli 1566
Missive van het Hof aan die van Swalmen ter herhaling van het bij brief no. 3608 gegeven bevel.
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 1053/3680.
dinsdag 16 juli 1566
TEGELEN ‑ Peter Boener, als hulder namens de armen van Venlo, krijgt uitstel voor het afleggen van de leeneed van de hof te Wylre onder Tegelen gelegen.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 106.
Zie 8-3-1557 en 15-3-1567.
juli 1566, z.d.
BEESEL-LEEUWEN ‑ Erfruil.
Ten overstaan van Jan Flegels, richter, Wilhelm Qwiten en Wilhelm an der Beeck, schepenen, vindt een erfruil plaats tussen de broers Peter en Goirt Dorssers, met toestemming van hun echtgenoten.
Peter Dorssers draagt 1 morgen land waar huis en hof op staan, in de Vehestraet naast de Kruisbroeders gelegen, alsmede een bedrag van 108 daalders over aan Goirt.
Daartegen draagt Goirt Dorssers een huis en hof te Lewen met daar achter liggende land, naast de hoeve van Arndt van Duirsdall gelegen, over aan Peter. Mocht Peter schade ondervinden wegens een erfpacht van 1 malder rogge waarover Goirt in proces is geweest, dan zal Goirt hem daarvoor schadeloos houden.
RHCL Maastricht, Schepenbank Beesel en Belfeld, inv.nr. 36, fol. 4vs.
'Habenn Peter unnd Goirt Dorssers, mit wille ire housfr. uit kraft einer erflichen buyten ein den anderen opgedragen und overgegeven, te weten Peter hait Goerten vors. oevergedragen einen morgen lantz oder platzsen dair haus und hof op steit gelegen in de Vehestraet neffen de Cruitzbruederen erffschaft, unnde daertho gereit gegeven hondert und acht daler, dairtegen Goirt Peteren seinen broder hinwider overgedragen unnd overgegeven heft, in derselver erffbuyten, houss unnd hoeff gelegen to Lewen neffen Arndt von Duirsdall hoeve, mit den landt dairachter gelegen, niet daervan uitgescheiden, also dat ieder die erffschaft die ime nu alsus gerichtlich opgedragen is, erflich unnd umbermer hebben unnd behalden sall, unnd weirt sach Peteren enichen schade geschunge uit kraft des malder roggens, dair Goirt irthoms omme gehat heft, dat sal Goirdt Peter schadelois afdragen und darvan fueren.'
10 augustus 1566
FRANS VLAANDEREN - Eerste beeldenstorm.
Op het einde van een bedevaart van Hondschoote naar het Sint Laurensklooster te Steenvoorde (nu Noord-Frankrijk in de buurt van Duinkerke) vindt in de Sint Laurenskapel aldaar de eerste beeldenstorm plaats. Tot 18 augustus trekken groepen Calvinisten rond in het Westkwartier om de kerken te zuiveren. In de weken daarna breiden de protesten zich uit tot het gebied rond de Schelde en de Hollandse steden. In de loop van september en begin oktober 1566 worden vooral kerken boven de grote rivieren vernield en geplunderd.
Wikipedia, 2005.
1 oktober 1566
BENTHEIM / BEESEL - Johan von Holthusen oorkondt dat hij
door Arnold de jongere, graaf van Bentheim, in de plaats van en
namens zijn vrouw Helwig von Holzmullen is beleend met de
goederen afkomstig van wijlen haar vader Gerdt von Holzmullen en haar in deling
toegedeeld, te weten de hof te Oije, met het goed te Besell genaamd Tgenrade,
met de visserij, het gericht, en de tienden van het gehele dorp Besell, met het
recht van collatie van de kerk aldaar en met alle goederen die tot deze hof
behoren. Voorts met alle rechten die wijlen Sijbert van Holzmullen eerder had en die
na diens overlijden waren teruggevallen aan de graven van Bentheim. Getuigende leenmannen: Dietherich en Balthasar vann Bilderbeck.
Fürst zu Bentheimischen
Archiv, Burgsteinfurt, inv.nr. ...
1. Ich Johan von Holthusen thun hiemit fur
mich meine erbenn unnd mennichlichen bekennende, Nachdem
2. die Edlen Erntvesten unnd hoichgeertenn
herrn verordnete Bentmische landt rehte, In nhamen unnd von wegenn dess
3. wolgeborenenn herrn, herrn Arnoldts des
jungern, Graven zu Bentheim unnd Tecklenburch, meins gnedigen herrn
4. gunstiglich bewilligt, Dass ich ann
statt meiner lieber hausfrauwen Helwig von Holzmullen solch guter alss
5. weijlandt Gerdt von Holzmullen ihr
vatter seliger von einen Graven von Bentheim zu lehen getragen unnd ir
6. in bruderlicher theilung zugereignet
irer wegenn ferner zu lehen entfangen, unnd tragen mochte, unnd mich also
7. uf meinn fleissig ansuchenn, inn
mannstatt (vermag mir darab gegebner siegell unnd brieve) mit dem allingen
8. hoffe zu Oijen, mit den getreuwen unnd
allingen höffneren die in den hoff gehoeren. Vort mit dem guit tho Besell
9. geheiten Tgenrade, mit der vischerienn,
mit dem gericht, unnd mit dem zehenten, des gantzen dorffs von Besell,
10. mit der lehenwhar, unnd allinger gifften
der kercken, des vorgemelten dorpfs Besell, unnd mit alle dem gude, dat in
11. dat vorgemelte gutt gehört. Vort mit allen
rechten dat Sijbert van Holzmullen seliger darann hadde, unnd denn
12. Graven zu Bentheim ubermitz seinem dode
angefallen, unnd von der Grafschaft Bentheim lehenrorende ist, be-
13. lehnet haben. Das ich demnach innen ann
statt wolgedachtes Graven gelobt unnd geschworn, lob unnd schwer
14. hiemit unnd in craft dieses seiner gl.
treuw unnd helt zu seinn, als einn mann seinen lehenhernn schul-
15. dich ist, Das ich auch alsolche guter
...it guten truwen beienanderen haltenn, unnd dieselben in keinerlei wege
16. verkaufen, versenzen, verpfenden, ob
alienirn will, sondernn da ethwas also darvan konten were, das ich
17. dasselbig möglichs fleiss widder dabei
bringen, auch diese sondere bewilligung der guter natür unnd eigent-
18. schafft nit enderen soll, Sonder argelist,
hiruber unnd ann gewesen als manne van lehen, die ernvesten
19. Dietherich unnd Balthasar vann Bilderbeck,
zu urkundt der wahrheitt, hab ich Johann von Holthusen obengemelt
20. meinn ingesiegell unden an diesen brief
gehangen, Gegheven im jar nach Christi geburt 1566 am ersten octobris.
1566, z.d.
TEGELEN - Hendrick van Randenraedt, pastoor te Büttgen (D), heeft aangetoond dat Johan van Randenraedt, leendrager van het goed Hainraedt [Haandert] te Tegelen, in Frankrijk de school heet bezocht. Het leen is een boerenhoeve mt ongeveer 100 morgen akkerland en wordt bebouwd door een halfman. Het leengoed dient met paard en harnas.
Driessen, Tegelen blz. 106.
1567
vrijdag 3 januari 1567
VENLO-BLERICK ‑ Voor Johan van Greveraed en Johan Stalbergen, schepenen te Venlo, tevens leenmannen van de koning van Spanje als vorst van Gelder, ruilt Nicolaes Boeszhem, pater van het klooster Maria Weide te Venlo, met medeweten van burgemeester, schepenen en raad van Venlo, met jonkvrouwe Beatrix van Beeringen de van de landheer leenroerige visserij in de halve Maas aan de Blerickse zijde, die het klooster tot nu toe gebruikt had en waarover het brief en zegel bezit.
De andere helft van de visserij op de Venlose zijde, met uitzondering van 1/5 gedeelte dat Jorgen Kriekelman heeft, is reeds eigendom van genoemde Beatrix.
Deze en haar kinderen Heynderick van Beeringen, Luytgart, Margriet en haar man Raboth van Duersdal, Anna en Geertruydt, dragen het klooster enkele renten over, te weten een rente van 6 goudguldens ten laste van de stad Venlo; een rente van 4 Rijnse guldens die Anna Hoeffslagersche en Agnes Roffert, "geschwister", uit hun bemd aan de Scaepssdick betalen; plus een rente van 40 Keulse witpeningen uit 2 morgen bemd in de Nyenbeenden.
RHCL Maastricht, Maria Weide te Venlo; ongeordende stukken Kevelaer. Afschrift 17e eeuw.
Vgl. De Limburgse Leeuw, 1957, blz. 48; sterfboek klooster
Dalheim nabij Vlodrop]: "12 oktober ... Obijt Agnes Rofferts, religiosa in Dalheim". Idem blz.
49: "28 november ... Obijt Margaretha Rofferts, priorissa in Dalheim".
zaterdag 15 maart 1567
LEUTH ‑ Johan van Stalbergen heeft na het overlijden van Johan van Lom uitstel gehad voor het afleggen van de leeneed van de hof genaamd Tusschenmoilen onder Leut gelegen. Zijn zoon Jasper van Stalbergen krijgt na het overlijden van zijn vader eveneens uitstel.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 58-59.
zaterdag 15 maart 1567
TEGELEN ‑ Johan van Stalbergen de jonge, doctor, wordt als hulder van de armen van Venlo beleend met de hof te Wylre onder Tegelen gelegen.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 106.
Zie 16-7-1566.
23 mei 1567
HUISSEN - Verklaringen voor richter en schepenen van Huissen afgelegd op verzoek van Christoffel Schenck betreffende het ontvoeren van een paard door Henrick Barendunck.
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 1054/3768; zie 26-5-1567.
26 mei 1567
Missive van het Hof aan de hertogin-weduwe, houdende verzoek om Henrick van Barendonck te bewegen aan Christoffel Schenck diens paard terug te geven.
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 1054/3768; zie 23-5-1567.
woensdag 28 mei 1567
"op Sacramentszavent"
LINNE ‑ Jaeck Schroeder, dagelijks richter, Thonis Hillen, Geill Goirys en verdere schepenen te Linne verklaren dat Wilhem Helwiger van gen Lelar met toestemming van zijn vrouw Merke een erfrente van 7½ gulden Brabants zal betalen van een hoofdsom van 150 gulden Brabants die zij hebben ontvangen van broeder Symon van Biessell, waarvoor zij 4 bunder land gelegen in Lelarsvelt tussen land van de hof van Houbert en de Eyffelsshegke, met één korte zijde grenzend aan de Lange Nachte, als onderpand stellen.
Lodwich in der Horst, scholtis, zegelt op verzoek van de richter, die geen zegel heeft.
GA Roermond, Oud Archief, inv.nr. 1653; afschrift in inv.nr. 1624, fol. CXXII-CXXIIvs; regest nr. 1446.
dinsdag 17 juni 1567
KESSEL ‑ Loeff Ingenhave (gehuwd met Anna van Lomme Johansdochter) krijgt uitstel voor het afleggen van de leeneed van de hof ten Holt onder Kessel gelegen.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 145.
Zie 21-4-1556 en 31-7-1568.
maandag 21 juli 1567
LEUTH ‑ Jasper van Stalbergen wordt na magescheid beleend met de hof te Tusschenmoilen onder Leut gelegen.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 59.
vrijdag 1 augustus 1567
Akte van huwelijkse voorwaarden tussen Gerard Rofferts en Maria van Waldoes genaamd Baerlo.
RHCL Maastricht, Familiearchief Van Merwijck-De Keverberg V 1504, inv.nr. 2-13.
zaterdag 2 augustus 1567
BEESEL ‑ Ten overstaan van Thijs Hartstruycks en Rut Slabberts, leenmannen, wordt Goerdt Schroers beleend met Reynen goed, gelegen tussen Planen baendt en Roeleppers baendt, met één korte zijde grenzend aan de openbare weg, plus met 1 morgen land daar tegenover gelegen, tussen land van Jennis Oomkens en Steger goed, eveneens met één korte zijde grenzend aan de openbare weg en met de andere korte zijde grenzend aan erf van Rut van Sinter Claesshof.
Cijnsregister Nieuwenbroeck.
vrijdag 8 augustus 1567
VENLO ‑ Kwitantie afgegeven voor de schepenbank van Venlo door Claes van Wessem, pater, en Johanna van Holthuysen, materse van het klooster In der Weijden, vanwege de betaling van een som geld ter aflossing van een grondrente van 2 malder rogge.
RHCL Maastricht, K. Schutgens: Inventaris van het klooster Elisabethsdal te Nunhem 1240-1797, inv.nr. 99, charter.
woensdag 13 augustus 1567
OFFENBEEK ‑ Overdracht boerderij.
Ten overstaan van Jan Flegels, bode als richter, Willem Qwyten en Wyllem an de Beeck, schepenen te Biessell, dragen Tilman en Kuen Noen, kleinkinderen van Toel Noen, een boerderij ('hoefstaet') te Offenbeck gelegen naast de hoeve van de Kruisbroeders, belast met een jaarlijks erfpacht van 7 vat rogge aan Jacob Konderz op gen Hoelstraet, over aan Peter Dorssers en Lenicken, echtelieden. De erfpacht is na deling gedeeltelijk overgegaan op drie andere stukken land, te weten 1 vat rogge op land in de Noeuwe Erve gelegen, eigendom van Thriencken Toelen; 1 vat gevestigd op 1 morgen land van Trincken Toelen, dochter van Steine; en 1 vat op een stukje land achter de Poelensbandt gelegen, de Lange Morgen genaamd, eigendom van Anna Toelen. Bij wanbetaling zal Peter door de bode beslag mogen laten leggen op deze stukken land, die hiermee als onderpand blijven verbonden.
RHCL Maastricht, Schepenbank Beesel en Belfeld, inv. nr. 36, fol. 4.
'Haben Toel Noen seliger naegelaeten kinz kinder Tilman und Kuen Noen verkouft op unnd oevergedragen Peter Dorssers seiner housfr. Lenicken und iren erven, ein hoefstadt gelegen t'Offenbeck neffen den Cruitzbrueder hoeve, williche hoeffstaedt jerlichs uitgilt Jacobs Konderz opgen Hoelstraet seven vat roggen erfpachtzs, willicher pacht mit op ire andere erfguedere jerlichs zobezalen gelacht und gedeilt worden, nemlich drei stuck erfs, ieder ein voit, te weten Thriencken Toelen ein vat roggen, vanden nouwen erve, Steinen Toelen dochter Triencken van gepae...tz morgen ouch ein vadt jairpecht, unnd Anna Toelen dochter, van eien stucksken landtz gelegen achter den Poelensbandt geheiten der Lange Morgen, ouch ein vat roggen, williche vorss. vat ieder erflich euwich und umbermer sonder schade zo l..ssen geschehen bethalen sullen, weirt aver sach dat sij dairan suymich weren, unnd niet bethalden also dat Peter seine erven und naekomlingen an iren onderpande schade leden, hebben verkhoren unnd gerichtlich ingewillicht dat inhebber des onderpantz anstont nae geleden schade den gerichtzbode nemen sal mogen und an den dreien stucken erfs mit gelicher pandtschap sich erhoelen sall mogen, mit allen schade den sij dairom geleden sullen hebben, sonder wederseggen enich der vorss. partheien, want also gerichtlich geloft unnd verkhoeren is.'
21 oktober 1567
Z.P. - Huwelijkse voorwaarden tussen Reijner van Stepraede, heer tot den Doddendael, in Doernick en Walbeeck, enerzijds, en Johanna van Voorst, dochter van Doerneweerde, anderzijds.
Vrienden, magen en huwelijkslieden namens de bruidegom: Gerhardt van Eysse, heer te Buesdael; Peter van Stepraedt; Jasper van der Lyppe genaamd Hoen, heer te Aefferden, Blyenbeeck, Walbeeck en Graevenvorst; Dederick van Gelder, heer te Aersschen; Claes van Gendt; Gerhardt van Oeij, jonge heer te Oeij; Dederick Quaedt; en Gerrardt in gen Nulandt.
Vrienden, magen en huwelijkslieden namens de bruid: Maria van Wyttenhorst, weduwe van Frederick Turck, vrouwe te Hemert en Synderen; Johan van Wyttenhorst, heer ter Horst, landdrost van het land van Kessel; Adam Schellart van Obbendorp, heer te Gurtzenich, Schyn, Geisteren en Doerenweert; Dederick van Wyttenhorst, proost te Elst, domheer te Uuytrecht en Luydich; Johan van Wyttenhorst, drossaard te Moinfordt; Herman van Wyttenhorst; Henrick van Wyttenhorst; en Vincencius Voss, drossaard te Middelaer.
Reijner tuchtigt zijn toekomstige vrouw in al zijn bezittingen.
RHCL Maastricht, Hof van Gelder te Roermond, Gerechtelijke stukken, Port. 327 (1597): Proces door Assuerus die Jeger, als man en voogd van Johanna van Voerst, weduwe van wijlen Reijner van Stepraedt, tegen Jasper van der Lyppe genaamd Hoen, heer te Afferden, Blyenbeeck, Gribbenfoerst etc. Gecollationeerd afschrift.
zondag 16 november 1567
BEESEL / HELDEN ‑ Verklaring inzake rechten.
Ten overstaan van Wilhelm Qwyten en Wilhelm ain de Beeck, stadhouder en schepen van Beesel en Belfeld, verklaart Peter tho Belffen, medeschepen te Biessell, op verzoek van Gheis an gen Loe, onder zijn schepeneed dat hij samen met Peter op der Hoeven, als stadhouder en schepen, getuige is geweest toen Gheisken aan diens broer Jan heeft beloofd om uit zijn kindsdeel een bedrag van 150 rijder gulden te betalen, waarbij Peter aan Jan het gebruik heeft gegeven van 1 bunder land te Helden nabij de windmolen gelegen tot aan de aflossing van dit bedrag. Jan heeft onder deze voorwaarde afstand gedaan op verdere aanspraken.
RHCL Maastricht, Schepenbank Beesel en Belfeld, inv.nr. 36, fol. 5.
'Hait Peter tho Belffen ouch schepen tho Biessell ten verseucke van Gheis angen Loe unnd hait bij den eidt den hei als schepen gedaen heft getuicht dat hei heirbefoeren dairbij, an und over gewest is dair op heilich verdragen, ouch vor ime unnd Peter opder Hoeven als stathelder und schepen, geloft, versproecken unnd ingewillicht, dat Geisken seinen broeder Jan vor sein allingh kintdeill gelofft heft, eins te geven anderhalffhondert ridder guilden, vor williche pennyngen Geisken ime Jan te gebroucken ingedaen und gegeven hefft ein bonre lantz tho Helden umbtrent de wintmoelen gelegen dat williche landt Jan vorss. gebroecken und genieten sall, terteit tho und so lange bis Geyss off seine erven ime Jan off seinen erven die vorss. i½c ridder gulden gelacht und gegeven sullen hebben, unnd Jan vorss. hedt op die conditie op alle seine erfliche guedere verzehen alss recht.'
1568
begin 1568, z.d.
ROERMOND - Op bevel van kolonel Billy besluiten schout, burgemeesters, schepenen en raad van Roermond en de gedeputeerden uit de burgerij, te weten Reiner van Hambach, Korst Rintgen, Diedreich in den Maen, Johan van Thoir, Johan Bordels, Johan van der Kraicken, Arent van der Velde, Andries Busch, Geret van Meisenborch, Arent Spiesen en Thewiss van Dulcken, dat de burgers die binnen 8 dagen na afkondiging niet in de stad zijn, vijanden van de koning van Spanje geacht worden te zijn en het verblijf in de stad ontzegd zal worden. Indien zij vrouw en kinderen hebben die nog in de stad wonen, zullen deze worden uitgewezen. De stad zal hun huizen aan zich trekken. De burgers die wegens handel of koopmanschap niet in de stad zullen zijn, zullen op een bepaalde dag moeten verschijnen. Bij verzuim verbeuren zij voor eeuwig het burgerrecht en de privileges van een burger.
GA Roermond, Oud Archief, inv.nr. 877; minuut.
Vgl. 6-2-1559.
dinsdag 10 februari 1568
Akte van huwelijkse voorwaarden tussen Johan Beugel, zoon van wijlen Johan en Mette van der Weide enerzijds, en Mechtel van Cruchten, dochter van Johan, schout van Roermond, en Rijcke van Leeuwen anderzijds.
RHCL Maastricht, Familie-archief Van Merwijck-de Keverberg, inv. nr. 482.
Weinig kontrast, waardoor slecht leesbaar; zie o.a. 10-4-1587.
dinsdag 13 april 1568
ROERMOND - Burgemeesters en gemene schepenen van de stad Roermond attesteren dat de kooplieden van hout in de stad protest aangetekend hebben, aangezien de procureurs van eisers uit Dordrecht niet op tijd zijn verschenen. Goedert Mareell en Frans Voegels, schepenen, Herman Kremer, raad, Johan Katth, Arent van Wessem en Goert Pijll, burgers, zijn wel verschenen en hebben onder ede verklaringen afgelegd over hun vrijheid van handel in hout te Dordrecht.
GA Roermond, Oud Archief, inv.nr. 189; regest nr. 1464.
zaterdag 17 april 1568
"Paeschaevent"
BEESEL ‑ Overdracht tijnsrecht.
Ten overstaan van Johan Flegels, dagelijks richter, en Wilhelm an de Beeck en Jennes Schloussen, schepenen, draagt Jan van Lom 'der bastart', met toestemming van zijn vrouw Lisbett, een jaarlijkse tijns van 2 overlandse Rijnse guldens gevestigd op Plaenen Bandt krachtens brief en zegel van 7 september 1494 ('op onser liever vrouwen aevent natinitatis') en transfix van 2 december 1532 (maandag na St.-Andries), over aan de echtelieden Wilhelm Qwiten en Feie [van Holthuysen]. De overdracht is conform kerkgebod 6 weken en 3 dagen van te voren aangekondigd.
RHCL Maastricht, Schepenbank Beesel en Belfeld, inv.nr. 36, fol. 5.
'Hait Jann van Lomme der bastart cum consensu Lisbetten uxori opgedragen unnd overgedragen Wilhelm Qwiten unnd Feien seiner housfr. unnd iren erven twe overlansche rijnsche goltgulden jarlichs tsins erflichs pachts die jerlichs op St Andriessdach erschinen sullen, unnd verunderpant staen op Plaenen bandt loude brieff unnd siegel dar ime mit opgedragen wairen de dato den altp.. 1494 op onser lieve vrouwen aevent natinitatis und ein transficx brieff de dato 1532 op maendach nae St Andriessdach, unnd ist folgentz in die kyrch gestalt 6 wechen unnd drei dage und ime Wilhem Qwiten unnd syner housfr. vorss. erfflich nae den lantrecht verbleben anno actum ut supra.'
Voor de achternaam van echtgenote Sophia zie akte dd. 10-9-1626.
23 mei 1568
HEILIGERLEE - Slag bij Heiligerlee, begin van de Tachtigjarige Oorlog.
Nabij het klooster van het Groningse plaatsje Heiligerlee (bij Winschoten) vindt een veldslag plaats tussen ruim 4.000 man Staatse troepen onder bevel van graaf Lodewijk van Nassau en graaf Adolf van Nassau en ruim 3.000 Koningsgezinden onder aanvoering van Johan de Ligne, graaf van Aremberg. De slag is het eerste succes in de protestante opstand. Mede omdat de Vrede van Münster in 1648 (tachtig jaar later) wordt gesloten, wordt de Slag bij Heiligerlee beschouwd als het begin van de Tachtigjarige Oorlog. Was de vrede een jaar eerder getekend, dan was de Slag bij Oosterweel bij Antwerpen (13 maart 1567) waarschijnlijk als officieel begin de geschiedenis in gegaan. Bij deze slag, die verloren werd door de protestanten, werden waarschijnlijk tussen de 700 en 800 opstandelingen gedood.
Wikipedia, 2005.
woensdag 28 juli 1568
GRO(E?)NINGEN - Don Fernandt Alvarez van Toledo, hertog van Alva, luitenant-gouverneur en kapitein-generaal, schrijft aan schout, burgemeesters, schepenen en raad van de stad Roermond dat zij de graaf van Everstein met drie vendels van zijn regiment in Roermond moeten binnen laten en een redelijke prijs moeten vaststellen voor de kosten van logies e.d.
GA Roermond, Oud Archief, inv.nr. 83; regest nr. 1468.
Vgl. 8-9-1545.
28 juli 1568
Missive van de hertogin-weduwe Elisabeth aan Alva. Ten gevolge van het overlijden van haar hofdienaar Johan van der Horst, schout van het Neerampt van Gelre, heeft zij in diens plaats Johan van Egeren aangenomen, die echter nog in dienst van de Koning is. Zij verzoekt Alva deze te ontslaan en in haar dienst te laten komen, temeer daar hij goed Spaans verstaat en dus met de officieren van het garnizoen kan spreken. Ook klaagt zij over de lasten van het zware garnizoen.
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 1054/3904.
zaterdag 31 juli 1568
KESSEL ‑ Anna van Lomme, echtgenote van Loeff Ingenhave, als erfgename van Johan van Lomme, wordt beleend met de hof ten Holte onder Kessel gelegen.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 145.
Zie 17-6-1567.
2 augustus 1568
Verklaring van schout en schepenen van Grubbenvorst aangaande de aan Diederick van Drypt door Spaanse ruiters aangedane beledigingen enz. Hierbij een verzoek van Diederick van Drypt om schadevergoeding.
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 1054/3907.
vrijdag 20 augustus 1568
"int 't leger tot Biessell"
BEESEL - Kaerll van Brimeu, graaf te Megen, stadhouder van Gelre en Zutphen, vraagt burgemeesters, schepenen en raad van de stad Roermond of de magistraat er voor kan instaan dat de stad rustig en eensgezind zal blijven indien het garnizoen uit de stad zal worden teruggetrokken.
GA Roermond, Oud Archief, inv.nr. 83; regest nr. 1469.
zaterdag 21 augustus 1568
ROERMOND - In opdracht van de koning verschijnt voor burgemeesters en schepenen van Roermond jonker Maximiliaen 't Sairaets met een bevel en instructie van de heer van Barlemont, gouverneur van Namen, commissaris-generaal der victualieën, dat de stad zal afkondigen dat een ieder die buiten de stad graan heeft dit terstond gedorst binnen de stad moet brengen; de bakkers van de stad te vergaderen om te vernemen hoe groot hun aantal is en hoeveel ponden brood zij dagelijks kunnen bakken en tegen betaling naar het leger sturen, alsmede te vragen hoeveel graan zij in voorraad hebben of binnen 8 à 10 dagen kunnen krijgen; enkele wijntaveniers en vleeshouwers te vragen met hun waren naar het leger te trekken; van de brouwers van de stad te vernemen hoeveel tonnen bier zij aan het leger kunnen leveren; alle zolders in de stad op aanwezigheid van graan te inspecteren en een lijst daarvan te maken; te vernemen hoeveel water‑ en windmolens er in de jurisdictie zijn en wat die kunnen malen.
GA Roermond, Oud Archief, inv.nr. 969; minuut (regest 1470).
Tevens z.d.: Na opgave van de namen van de wit‑ en bruinbroodbakkers in Roermond verklaren de bakkers dat zij met 32 personen zijn en 30 ovens bezitten; 20 van hen zijn bakkers van witbrood, 12 van bruidbrood. De 20 witbroodbakkers kunnen 30 malder per dag bakken (18½ malder is één Amsterdamse last), de bruinbroodbakkers 30 malder roggebrood. Zij verklaren niet meer dan 40 malder graan in voorraad te hebben, doch bereid te zijn brood aan het leger te leveren tegen betaling.
De brouwers hebben verklaard dat zij per week 500 tonnen bier kunnne brouwen waarvan 200 tonnen nodig zijn voor de burgerij. Niemand van de brouwers heeft meer dan één kar.
25 augustus 1568
Besel
Missive van de stadhouder aan het Hof in antwoord op die van 23 augustus. Krachtens bevel van Alva moeten alle vendelen van des Stadhouder regiment, alsook het geschut, dat voor Ulft geweest is, naar s'Hertogenbosch trekken. Daarentegen zal het vendel van Broeckhuyzen uit Roermond te Arnhem komen. Voorts wenst hij te vernemen, of men enige naar Boxmeer gezonden heeft om vanwege Z.M. in possessie te nemen en te bevelen alleen aan de Rentmeester betalingen te doen.
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan de stadhouder, inv.nr. 644, no. 574.
26 augustus 1568
Besel
Missive van de stadhouder aan het Hof in antwoord op die van 24 augustus. Men moet de dienaars van de ingenieur 2 of 3 kronen per maand boven de door hen ontvangen 15 uitbetalen en hen dan laten vertrekken. Van een ordonnantie van Alva ten behoeve van de fortificatie van Arnhem weet hij niets. Het beste zal zijn, dat het Hof er aan Alva over schrijft. Het vendel van Strueff moet onverwijld vertrekken, wanneer het nog niet op weg is.
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan de stadhouder, inv.nr. 644, no. 575.
28 augustus 1568
Besel
Missive van de stadhouder aan het Hof met verzoek om iemand de Rijn op te zenden ten einde onderzoek te doen naar een vergadering van vijanden te Brissack. Hierbij gaat een rekwest van Sander van Hertten, burger van Berg, waarop hij s'Hofs advies vraagt. Suppliant wenst bevestigd te worden in het hem, als vergoeding voor de hem door de geuzen berokkende schade, door wijlen de landdrost van Mekeren opgedragen ambt van landschrijver en als zodanig commissie te ontvangen.
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan de stadhouder, inv.nr. 644, no. 576a.
29 augustus 1568
Beesel
Missive van de stadhouder aan het Hof, met verzoek de hierbij gaande brief te Lingen aan hopman Ton van Hasselt te laten bezorgen, waarbij hem gelast wordt zich met zijn vendel naar Arnhem te begeven.
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan de stadhouder, inv.nr. 644, no. 577.
6 september 1568
Besel
Missive van de stadhouder aan het Hof, begeleidende copie van een schrijven van Alva, met verzoek om te zorgen, dat het daarin bevatte bevel, voor zover betreft Bommel en Bommelerwaard, nageleefd wordt.
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan de stadhouder, inv.nr. 644, no. 579a.
z.d., na woensdag 22 september 1568
ROERMOND ‑ (Burgemeester, schepenen en raad van Roermond) schrijven (aan stadhouder en raden van Gelre en Zutphen) in antwoord op hun brief van 16 september, die zij op 22 september ontvangen hebben, dat zij aanstonds bij kooplieden, burgers en enkele kloosters de zolders bezichtigd hebben en daar weinig graan hebben gevonden aangezien de zwarte ruiters, die geruime tijd rond de stad gelegen hebben, de Gulikers, die het merendeel van het graan in de stad brengen, beroofd hebben van graan en transportmiddelen. De stad heeft echter toch de voorgeschreven hoeveelheid graan weten te verwerven om daarmee te handelen zoals was voorgeschreven.
GA Roermond, Oud Archief, inv.nr. 83; regest nr. 1476.
donderdag 14 oktober 1568
TONGEREN ‑ Fernando Alvarez de Toledo, hertog van Alva, luitenant-gouverneur en kapitein-generaal, schrijft schout, burgemeesteren en schepenen van Roermond vanuit zijn kamp te Tongeren dat de rebellen van de andere zijde van de Maas hulp verwachten en beveelt dat alle schepen en ponten die zich op de rivier bevinden worden weggenomen.
GA Roermond, Oud Archief, inv.nr. 83; regest nr. 1481.
zaterdag 16 oktober 1568
ROERMOND ‑ (Burgemeesteren, schepenen en raad van Roermond) schrijven (aan de hertog van Alva) dat zij na ontvangst van zijn brief (van 14 oktober, regest nr. 1481) onmiddellijk opdracht hebben gegeven om de veerponten te Ool, Buggenum en Kessel naar Roermond te brengen of, indien ze niet gebracht worden, deze door de stad te laten halen. Zij vragen wat te doen met de schepen die stroomop- of stroomafwaarts varen. Het gerucht gaat dat nog enige hulp voor de geuzen onderweg is. De stad heeft daarom boden gezonden naar Keulen, Bonn, Düren en Kerpen om dit te onderzoeken. Na terugkeer zal men de hertog berichten.
GA Roermond, Oud Archief, inv.nr. 83; regest nr. 1482.
donderdag 18 november 1568
ROERMOND ‑ Johan Bordels en Gerarth van Swalmen staan borg voor Henrich van Ae, die samen met Diederich Scheres de stedelijke bier- en moutaccijns in de periode 1564-1568 had gepacht, maar de opbrengst eensdeels had uitgeleend aan derden en andersdeels voor zichzelf gehouden had. De stad heeft de borgstellers aangesproken, maar deze stellen dat volgens het stadsrecht eerst de erven en goederen van de schuldenaar dienen te worden aangeslagen en eerst indien deze ontoereikend zouden zijn, de borgen mogen worden aangesproken.
GA Roermond, Oud Archief, inv.nr. 837, fol. 29vs; regest nr. 1483.
zaterdag 27 november 1568
LOBBERICH - Willem van Bremt Engelbertszoon, als erfgenaam van zijn moeder Johanna (van Boickholt), wordt beleend met de hof to Broick, gelegen in het kerspel van Lobbroeck. Zijn vader is hulder (wegens minderjarigheid).
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 49.
Zie 3-7-1556 en 29-6-1577.
donderdag 2 december 1568
ROERMOND ‑ Broeder Christoffer van Besell, prior, Henrick van Ludick, subprior, Leonardus van Oppytteren, procurator, en de overige broeders van het klooster van het St.-Cornelisklooster van het H. Kruis te Roermond, verklaren dat zij Dirck Haen, pastoor te Roermond, en Derick van den Berge, meesters van de broederschap van O.L.V., 80 gulden Brabants tegen een rente van 4 gelijke guldens hebben ontvangen, waarvoor iedere week op het altaar van het klooster een mis zal worden gelezen. De lening kan worden afgelost met de hoofdsom van 80 gulden.
GA Roermond, Oud Archief, inv.nr. 1431; regest nr. 1484.
1568, z.d. ?
Maria van Holtmühlen, weduwe van Vincentius van Harff tot Borschemich, schrijft naar aanleiding van het verzoek van de ambtman te Grevenbroich aan haar zoon Johan van Harff om met paard en harnas naar Grevenbroich te komen, dat haar echtgenoot anderhalf jaar geleden is overleden. Vóór zijn overlijden heeft hij op eerste aanzeggen steeds met paard, harnas en uitrusting gediend. Omdat haar zoon in het ambt Wassenberg woont, reeds door de ambtman daar is opgeroepen en het harnas en de uitrusting van zijn vader bezit, kan hij niet in Grevenbroich verschijnen.
K. Mackes:
Erkelenzer Börde und Niersquellengebiet. Mönchengladbach, 1985, blz. 110;
Erzbischöfe Jülich-Berg II 4318, fol. 143.
1569
zaterdag 12 februari 1569
ASSELT ‑ Burgemeesteren, schepenen en raad van de stad Roermond verpachten de tol te Asselt voor een periode van 4 jaar tegen 220 gulden Brabants onder nadere voorwaarden aan Pauwels Stoffers, burger van Roermond.
GA Roermond, Oud Archief, inv.nr. 345, blz. 212; regest nr. 1490.
Zie 22-2-1570.
zondag 20 februari 1569
RIJKEL ‑ Jasper van Stalbergen vernieuwt als hulder van het klooster Maria Weide te Venlo de leeneed van de Hof te Rijkel (= Klerkenhof), na het overlijden van Henrick Slabbers.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 104.
Zie 3-2-1563 en 1591, z.d.
(maandag 21 februari) 1569
ROERMOND - (Burgemeesters, schepenen en raad van Roermond) besluiten dat de Herengaffel weer als vroeger op het stadhuis zal worden gehouden. Tot gaffelmeesters worden gekozen Gerart van Hamerstein en Goeddert Hillen.
GA Roermond, Oud Archief, inv.nr. 345, blz. 209; regest nr. 1495. Vgl. Hamersteinshof te Beesel-Ouddorp.
dinsdag 19 april 1569
ST.-ODILIËNBERG ‑ Arnt Pollart, rentmeester te Montfort, wordt als hulder beleend met de hof in gen Ouwe onder St.-Odiliënberg gelegen.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 92.
woensdag 18 mei 1569
BEESEL-BUSSEREIND ‑ Ten overstaan van Thijs Hartstruycks en Rut Slabberts wordt Tulmen Moesberchs beleend met Moesberchs goed, gelegen naast Gerrit van Uffels goed, met één korte zijde grenzend aan de openbare weg, met de andere korte zijde grenzend aan het Rayer veld.
Cijnsregister Nieuwenbroeck.
Zie 7-2-1543 (woensdag na vastenavond) en 22-8-1623.
vrijdag 20 mei 1569
DÜLKEN - Ten overstaan van de leenmannen Coin tho Leymies en Arnt tho Rith wordt Deirich Wever, als 'aufhelder oder vurgenger' van de kinderen van wijlen Johan Wevers, door Wilhelm Maurmeister, als stadhouder van de lenen van Holtmullen, beleend met twee morgen land met de korte zijden gelegen tussen Coin tho Leijmes en Dierichs eigen erf, dat hij van de kerk van Dillickrodt in erfpacht heeft, en met de lange zijden tussen Frien Claiss en Arnt tho Rith.
GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 15vs.
12 juni 1569 (of 1560? laatste cijfer gewijzigd)
BREYELL - Ten overstaan van de leenmannen Jan van Tegelen en Lenhart die Laett wordt Henrich van Baerick, als erfgenaam van wijlen heer Peter van Brede en mede namens zijn mede-erfgenamen, beleend met de tiende te Breyell gelegen genaamd de Natter tiende, zoals deze eerder toebehoorde aan wijlen heer Peter van Brede, kanunnik te Cranenburch.
GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 7vs.
maandag 13 juni 1569
LIEROP ‑ Elisabeth Hoeft, echtgenote van Diedrick Puytelincks, vernieuwt de leeneed van de hof te Lyerop.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 66.
14 juni 1569
BAARLO - Seger van der Horst voert een proces tegen Willem Derichssoon van Merwick als momber van Reissa van Kessel inzake een rente op een hoofdsom van 150 goudguldens.
In de processtukken worden o.a. gemeld:
- een akte opgemaakt op St.-Remigius 1394 inzake ½ malder rogge.
- een akte d.d. 4 januari 1472 inzake 2 halve malder rogge.
- een akte d.d. 24 mei 1487 ('up avont Urbani') inzake 5 malder en 1
sommer rogge.
- een akte van 1534, z.d.
- een akte d.d. 27 mei 1542 ('op pinstavont') opgemaakt t.o.v. o.a.
Bastiaan van Inckenfoirt als schepen. Volgens
pastoor Willem van Kessel heeft Van der Horst deze
akte rond 1567 in handen gekregen.
- een schuldbrief door Catharina van Kessel en haar zussen (elders:
dochters) Lucia van der Horst en Johanna van Baer, gevestigd op goederen van
Catherina te Kessel en Helden gelegen.
- Johan van Kessel genaamd Breij treedt op als getuige.
GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv.nr. 486, procesnr.
3174.
Zie ook proces 1564 z.d. tussen Seger van der Horst en Walraven van Linden.
dinsdag 26 juli 1569
NIEUKERK - Albert van Huchtenbroeck, als erfgenaam van zijn vader, eveneens Albert van Huchtenbroeck genaamd, wordt beleend met de hof te Niersdom.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 3.
zondag 14 augustus 1569
RONCKENSTEIN ‑ Ten overstaan van Rut Rutten, Henrick Wolfaerts en Tulmen van gen Ray vernieuwt Linnert, molenaar van gen Ronckenstein, de leeneed van de molen genaamd Ronckenstein, gelegen te Offenbeck, belast met een jaarlijkse erfpacht (of rente?) van 8 vat rogge aan het huis Nieuwenbroeck, en te verheergewaden met 11 Rijnse goudgulden.
Cijnsregister Nieuwenbroeck.
zaterdag 5 november 1569
NIEUKERK - Clara Stails, weduwe van Albert van Huchtenbroeck (senior), belast de hof te Niersdom (als vruchtgebruikster) met 125 daalder voor een periode van 12 jaren.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 3.
17e eeuw, z.d.
Stukken betreffende de familie Van Kessel genaamd Roffart.
RHCL Maastricht, Familie-archief Scheres d'Olne, inv.nr. 2276; 1 omslag.
EINDE