KRONIEK
VOOR BEESEL, BELFELD EN SWALMEN - 1580-1589
laatst
opgeslagen: zaterdag 16 november 2024 CTRL+F = zoeken CTRL+C = kopiëren ALT+TAB = wisselen
1580
9 januari 1580
"Maestricht"
MAASBREE - Hertog Philips schenkt het bodeambt van de dingbank van Bree in het land van Kessel gelegen, vacant gekomen door overlijden van wijlen Henrick van Statloe als laatste bezitter van dit ambt, aan Marten Schenck wegens de verdiensten die deze heeft gedaan voor de hertog.
RHCL Maastricht, Hof van Gelder te Roermond, Gerechtelijke stukken, Port. 327 (1597): Proces Maarten Schenck tegen schepenen van Bree (waaronder Aert Bolten). Gecollationeerd afschrift op papier d.d. 10-5-1607 door Johan Heijden van Asch, openbaar secretaris.
21 maart 1580
BEESEL - Ten overstaan van Wilhelm van den Gaffelen en Peter Jetten, schepenen te Bysell, draagt Engel van gen Hulsfort op verleende aarde [te Venlo] .. over aan Giess van gen Steel.
GA Venlo, SA Venlo inv.nr. 2667, overdrachtsregister 1579-1581, fol. 27vs. Met dank aan Jan Hanssen.
Den xxiten marty [1580] vor Wilhem van den Gaffelen ind Peter Jetten, schepenen to Bysell als oer die erdt van den schepenen verlhent was gekomen Engel van gen Hulsfort ind hefft upgedragen ind oevergegeven Gieß van gen Steel.
zaterdag 9 april
1580
"binnen der
stat Dulcken in die behausongh Jelis Guitzen"
DÜLKEN - Ten overstaan van Arnt tho Rith en Johan Danelss wordt Clais Ravens door Wilhelm Maurmeister, als stadhouder van de lenen van het huis Holtmullen, beleend met leengoed en akker waarmee zijn vader Frein Ravens in 1531 is beleend, gelegen op de Dulckener Netten. Clais heeft het heergewaad van 30 oude groten betaald in de vorm van een goudgulden; aan de stadhouder een kwart wijn, de schrijver een rijder gulden, de kamerling 12 stuiver, iedere leenman een fles wijn. De leenmannen hebben afgezien van hun fles wijn.
GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 19.
Zie 25-3-1581 en 1-5-1581.
19 april 1580
SWALMEN ‑ (Afgeloste) rentebrief ten behoeve van Peter Lietgens, burger te Roermond, groot 5 malder rogge voor een hoofdsom van 250 gulden ten laste van de gemeente Swalmen.
RHCL Maastricht,
SA Swalmen en Asselt, inv.nr. 279; charter.
15 april 1580
ROERMOND / VENLO ‑ Burgemeester, schepenen en raad van Roermond klagen in een brief aan de stad Venlo, dat de huurvaarders van Venlo de huurvaarders van Roermond verboden hebben om het hout dat dezen vervoerden nog verder stroomafwaarts naar Dortt (Dordrecht) te transporteren. De Venlose huurvaarders hebben dit recht zelf opgeëist. De Venlose magistraat heeft tijdens een onderhoud op verzoek van de Roermondse huurvaarders en kooplieden laten weten dat de Venlose huurvaarders in hun goed recht zouden staan, hetgeen door Roermond wordt bestreden. Roermond begrijpt niet dat Venlo zich zo "onnaeberlich" tegenover haar buurstad opstelt door haar huurvaarders en kooplieden op deze oneerlijke manier te bevoordelen ten koste van de Roermondenaren, te meer daar Roermond zich ondanks de "troubelen" (van de Tachtigjarige Oorlog) tot op heden vriendelijk heeft opgesteld tegenover Venlo. De Roermondse magistraat verzoekt de stad Venlo om de oude Roermondse rechten te respekteren; gebeurt dit niet, dan moet Venlo weten dat de Roermondenaren de Venlonaren "in veelen deijlen oock veronrechtige, vernaedijlen und verkorten koesten, dess wijr ons doch liever sullen willen onthalden, dan eenichsins dairop bedacht sein".
GA Venlo, Oud Archief, inv.nr. 1523.
Zie 10-11-1581.
woensdag 27 april 1580
"binnen der stat Bruggen in die behausungh Trincken Wolters"
BREYELL - Ten overstaan van Adulf Albert Waldoss en Jelis Wolters, beiden als getuigende leenmannen, wordt Henrich Huperts van Brei[ell] door Wilhelm Maurmeister, als stadhouder van de lenen van het huis Holtmullen, beleend met het leengoed waarmee zijn vader Huperts tho Natt eerder beleend is geweest, namelijk met het een zesde deel van de Natter tienden. Henrich heeft de helft van het heergewaad betaald, namelijk 7½ goudgulden; het heergewaad voor de andere helft heeft de jonker als leenheer kwijtgescholden. Voor de stadhouder een fles wijn, iedere leenman 2 kwart wijn, aan de leenschrijver een rijder gulden, aan de kamerling 1 Hornse gulden.
GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 19-19vs.
Vgl. Breyell 7-9-1575.
zaterdag 14 mei 1580
"zu Bruggen"
TEGELEN - Ten overstaan van Albert van Waldoss en Jelis Wolters wordt Rutger van Rantwick, als man en voogd van zijn vrouw Liesbeth vander Impel en mede namens de kinderen van Liesbeth voornoemd, door Wilhelm Maurmeister, als stadhouder van de lenen van het huis Holtmullen, in bijzijn van jonker Frantz van Holtmullen als leenheer, beleend met het leengoed genaamd die Munte te Tiegelen gelegen met alle toebehoren. Randtwick heeft voor het heergewaad borgstelling gedaan voor zijn leenheer; aan de stadhouder een fles wijn, iedere leenman een fles wijn, de leenschrijver 1 rijder gulden, aan de kamerling 1 Hornse gulden.
GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 19vs.
Liesbeth van Impel was eerder gehuwd met Gerard van Holtmeulen; vgl. proces Hoofdgerecht Roermond 3-6-1552.
22 juli 1580
Missive van Hohensaxen aan Everard van Reidt. De vijanden zijn voornemens beneden Venlo een schans aan de Maas op te werpen om de stad alle toevoer af te snijden. Hij acht het nodig, dat de schansen en huizen in de omtrek behoorlijk van alles voorzien worden en heeft daarover aan het collegie geschreven, maar daar men wel weet, dat dit zulke zaken niet veel telt, had hij graag gezien, dat ook de landdag er op had aangedrongen. Het Gelderse regiment is, naar men beweert, in aantocht.
GA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan de stadhouder, inv.nr. 647 no. 1226.
18 september 1580
OFFENBEEK ‑ Ten overstaan van Peter op gen Craenenvelt, Jan van Bellekoeven, Peter van Tegelen en Ruitgen Menssoen dragen Jan van Wetten, Thijs van Elmpt en Methen van Wetten en Belken van Wetten, broers, zus en zwager, aan Henrick van Cornelishoeff van Oeffenbeck (= Onderste Hof) en Sijrdt, echtelieden, het vruchtgebruik van Sijrdt voornoemd over, gelegen in de heerlijkheid van Beissell, welk vruchtgebruik de verkopers na het overlijden van Serdt is aangevallen. Henrick en Sijrdt zullen op St.-Remigius 1581 binnen Venlo een bedrag van 100 dalers "frys gelts" betalen, elke daler aan 30 stuivers gerekend.
RHCL Maastricht, SA Beesel en Belfeld, inv. nr. 42. Afschrift voor Heinrich (Slabbers) op Cloestershof (=Klerkenhof).
Zoals het regest al aangeeft, bevat het stuk enkele onduidelijkheden. Kopers en verkopers worden kennelijk door elkaar gehaald. Beesel is geen heerlijkheid geweest, voor zover bekend. De bekrachtiging vindt niet plaats voor de juiste schepenbank. De betaling in Fries geld is afwijkend. Het stuk behoeft dan ook nadere bestudering.
26 september 1580
TEGELEN ‑ Frans van Holtmeulen draagt het vruchtgebruik van het huis te Holtmeulen onder Tegelen met alle toebehoren over aan zijn echtgenote Johanna van Harff.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 105.
Zie 30-5-1556.
27 november 1580
SWALMEN ‑ Maria van Amstenradt verzoekt de erfmaarschalk Cornelis van Boedbergen om voor haar woning Hillenraad bij de stadhouder van het land van Gelder en bij de vrijheer van Hohensachsen een sauvegarde te bewerkstelligen.
Schloß Haag: inv.
nr. 2328.
1581
16 februari 1581
Missive van Gedeputeerden der Nadere Unie aan het Hof, met verzoek om op de voordracht voor het vacante drostambt van Gelder ook Johan van Holthuisen te plaatsen om in de brief aangevoerde redenen. (Zie brief van 13 februari l.l.). Zie brief van 18 februari 1581.
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven uit en aan het Hof, inv.nr. 670 no. 3879.
18 februari 1581
Missive van de Prins aan het Hof, ter aanbeveling van Johan van Holthuizen voor het drostambt van Gelder. (Zie brief van 16 februari l.l. No. 3879).
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven uit en aan het Hof, inv.nr. 670 no. 3884.
26 februari 1581
Missive van het Hof aan de Prins, in antwoord op die van 18 februari en van 23 februari l.l. No. 3896. Reeds voor ontvangst van den brief was een lid van het Hof naar Tiel gezonden (Zie brief van 18 april 1581 No. 3956). Men heeft Engelbert van Brempt bij provisie met de bediening van het drostambt Gelder belast op aandringen van die van Gelder, Venlo, Nijmegen en van de rekenkamer en ook wist men toen nog niet van de relaxatie van Johan van Holthuizen.
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven uit en aan het Hof, inv.nr. 670 no. 3899.
1 maart 1581
Missive van de Prins aan het Hof, in antwoord op die van 26 februari l.l. No. 3899. Het spijt hem dat Johan van Holthuisen niet met het drostambt van Gelder voorzien kan worden. Hij verzoekt op den a.s. landdag daarin zo te voorzien, dat Holthuisen tevreden kan zijn.
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven uit en aan het Hof, inv.nr. 670 no. 3909.
19 maart 1581
DILLENBURG - Missive van de stadhouder aan het Hof, in antwoord op die van 24 februari l.l.. Hij verzoekt, wanneer de drost van Stralen het drostambt Gelder niet langer behouden wil, Johan van Holthuizen tot drost te benoemen.
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven uit en aan het Hof, inv.nr. 670 no. 3934.
maandag 1 mei 1581
"binnen Bruggen in Daim Hovelers behausung"
DÜLKEN - Ten overstaan van Arnt tho Rith en Jelis Wolters wordt Peter Coinen, als hulder voor Tilman Ravenss, enige nagelaten nog minderjarige zoon van wijlen Class Ravenss, door Wilhelm Maurmeister, als stadhouder van de lenen van het huis Holtmullen, beleend met het leengoed waarmee Class op 9 april van het vorige jaar 1580 is beleend. Peter heeft het heergewaad van 30 oude groten betaald; aan de stadhouder een fles wijn, de leenschrijver 1 Hornse gulden; iedere leenman een fles wijn. Tilman moet, zodra hij meerderjarig wordt, het leen op zijn naam laten overschrijven en dan een kwart wijn betalen.
GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 19vs.
14 juni 1581
SWALMEN ‑ (Afgeloste) rentebrief ten behoeve van Philips Becker, groot 7 daalder over een hoofdsom van 100 gulden ten laste van de gemeente Swalmen.
RHCL Maastricht, SA Swalmen en Asselt, inv.nr. 282; charter met dorsale aantekening van aflossing d.d. 3-2-1589.
21 september 1581
ELMPT ‑ De weduwe van Walraven van Erp genaamd Warrenborch krijgt namens haar minderjarige kinderen drie maanden uitstel voor het afleggen van de leeneed voor het leengoed, bestaande uit de laatbank te Elmt gelegen met toebehoren.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 109.
23 september 1581
GRUBBENVORST ‑ Ursula van Wyenhorst, weduwe te Caldenbroeck, krijgt 3 maanden uitstel voor het afleggen van de leeneed voor de leengoederen van wijlen haar zoon Adolff van Goer.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 56.
Zie 22-5-1554 en 1-12-1557.
10 november 1581
ROERMOND / VENLO ‑ Enkele schippers van het Roermondse Sint Nicolaasgilde zijn in Venlo door de kerkmeesters en een zekere Thoenis van Lith (mogelijk tollenaar of ontvanger van licenten) met schip en waren aangehouden en in hechtenis genomen vanwege achterstallige jaargelden. De heer van Esseneu(?) zou geschreven hebben dat hij de schippers als vijanden beschouwde en daarom te water en te land liet "verfolgen, vangen en spannen". De huurvaarders van Roermond hebben zich hierop tot de gouverneur gewend, die hen bericht heeft dat hij een artikel heeft waarin gezegd wordt dat de burgers van Venlo en Roermond zowel te water als te land "ongemolestyrt" en zonder gevaar hun handel en koopmanschap mogen drijven. De Roermondse huurvaarders eisen dat alles bij het oude blijft, te weten dat de handelsvrijheid te water ongehinderd zal zijn zolang de verschuldigde licenten worden betaald, en dat te land volledige handelsvrijheid zal bestaan, want de Roermondenaren zien "die naebuerschafft liever, dan worden viandtschap sich vursetten und gebruycken wollen".
GA Venlo, Oud Archief, inv.nr. 1523.
Zie 15-4-1580.
1582
1 februari 1582
SWALMEN EN ASSELT - Ten overstaan van Johan Kehrn gen. Fronhoven, richter, Till Krompfots en Henrich Lyndemans, schepenen te Asselt en Swalmen, verklaart Maess Emontz dat hij met toestemming van zijn vrouw Mercken 45 daalder heeft ontvangen van Derick den Muller en diens vrouw Mercken met als onderpand een halve (morgen?) bouwland in der Oe gelegen tussen landerijen van de kartuizers en de hof te Wilre.
Met transfix d.d. 19 december 1611:
Ten overstaan van Matthis van Cruichten, scholtis, Heinrich Lindemans en Nelis Lindemans, schepenen te Asselt en Swalmen, draagt Mercken Mulleners, weduwe van Derick Mulleners, bovenstaande pandbrief na ontvangt van de hoofdsom over aan de schepen Gerhardt Lindemans en diens vrouw Hoube.
Met transfix d.d. 14 januari 1619 (zie aldaar).
Sammlung Vielhaber, regest nr. 151.; origineel op perkamant niet meer aanwezig.
24 februari 1582
ROME - Afkondiging Gregoriaanse kalender.
Paus Gregorius XIII bepaalt in de pauselijke bul Intergravissima om na donderdag 4 oktober 1582 over te springen op 15 oktober. Tevens bepaatl hij dat de eeuwjaren die niet door 400 kunnen worden gedeeld, geen schrikkeljaar zullen zijn.
De maatregel is nodig om de oude Juliaanse tijdtelling iedere 128 jaar een achterstand van 1 dag oplevert. Als de paus de maatregels verondent, is deze achterstand reeds opgelopen tot 10 dagen, waardoor met name bij start van seizoenen en de daaraan gekoppelde zaaitijd, oogst etc. problemen (dreigen te) onstaan. In het bisdom Luik vindt de daadwerkelijke invoering plaats van 10 februari op 21 februari 1583.
21 maart 1582
LEUTH ‑ Jasper van Stalbergen wordt opnieuw beleend met de hof te Tusschenmoilen onder Leut gelegen, ditmaal ten Gelderse in plaats van Zutphense leenrechten.
Sloet: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Arnhem, 1904. Blz. 59.
dinsdag 20 april 1582
"den 2 dagh nae Paesschen"
VENLO / BEESEL - Johan van Holthuisen to Biesel bekent dat hij een bedrag van 50 daalder à 30 stuiver schuldig is aan Hendrich Kiespenningh wegens verlopen renten, waarvan de verschijningsdatum valt op Pasen, die hij aan Hendrich schuldig is, en belooft deze voor de ene helft te betalen op St. Remigius 1582 en de andere helft op Maria Lichtmis 1583. Van Holthuisen verbindt opnieuw al zijn goederen als onderpand.
GA Venlo, SA Venlo, inv.nr. B2725 (Proces Peter Werners tegen Ermgardt van Holthuysen); afschrift door Conr. Schenck (zie ook 23-11-1577).
Nieuwe Stijl aangehouden; indien Oude Stijl: 17 april).
25 mei 1582
SWALMEN ‑ (Afgeloste) rentebrief ten behoeve van Heinrick van Velde, burger te Roermond, groot 5 malder rogge ten laste van de gemeente Swalmen.
RHCL Maastricht, SA Swalmen en Asselt, inv.nr. 235; charter met transfixen van 22-1-1611 en 1614.
25 juni 1582
SWALMEN ‑ (Afgeloste) rentebrief ten behoeve van Heinrich Kystenmecker, burger te Venlo, groot 6 rijksdaalder over een hoofdsom van 100 rijksdaalder ten laste van de gemeente Swalmen.
RHCL Maastricht,
SA Swalmen en Asselt, inv.nr. 280; charter.
26 juni 1582
SWALMEN ‑ Broeder Johann van Sint Thoiniss, vicaris-generaal van de Preidicker Oirden en prior te Nijmegen, Gerairdt Maissen, rector scholaris te Ruremundi en Cibertus Roemer oorkonden op verzoek van de prior van de Karthuizers te Roermond dat zij op 26 juni 1582 aanwezig zijn geweest bij een geschil tussen heer Lenartt van Cuyck, prior van het convent van de Carthuisers te Ruermund, en Johan Schenck vann Nideggen.
De prior had bij deze gelegenheid gevraagd hoe het zat met de aanspraken van de Voogd ("Vaigt") van Ruremund op de loten ("loissen") van de Moelengrindt en de Beickerhoff, waarop hij voor de helft recht meende te hebben omdat hij nog een vordering van ruim 100 gulden zou hebben.
De prior had nooit van deze vordering van de Voogd gehoord. Johann Schenck had gezegd dat de Voogd geen enkele reden voor deze vordering had en dat hij zich nog goed herinnerde dat hij getuige was geweest toen zijn broer Christoffer Schenck zaliger, heer te Hillenraid, die gehuwd was met de zuster van de Voogd, vele jaren geleden met de toenmalige prior en kloosterlingen een meningsgeschil had gehad over deze zelfde zaak.
Na enkele dagen van overleg in (Maas)Niel en elders waarbij van beide zijden adellijke lieden, rechtsgeleerden en anderen waren bijeengeroepen, had de prior uiteindelijk op de derde dag een docoment ("bescheidt") tevoorschijn gehaald. Christoffer Schenck had hierop zijn vordering ingetrokken maar had tevens aan de prior gevraagd waarom deze het document niet eerder te berde had gebracht.
Johan Schenck had over dit voorval nog een woordenwisseling gehad met de Voogd en Corttennbach en had hen aangeraden om de vordering achterwege te laten omdat zij hiermee een schande zouden begaan. Zover hij had gehoord hadden zij of hun voorouders nooit vorderingen gehad op de Beickerhoff en had het klooster altijd het vreedzaam bezit en gebruik genoten.
Naar aanleiding van het geschil inzake de Moelengrindt was Gerit in der Moelenn als getuige gehoord. Deze man, ruim 80 jaar oud en op de Beickerhoff geboren en getogen, had verklaard dat hij zijn ouders of iemand anders nooit had horen zeggen dat een Voogd van Ruremund of diens erfgenamen vorderingen op de Beickerhoff zouden hebben gehad en dat het convent van de Cathuiseren deze boerderij altijd in onbetwist gebruik had gehad.
RHCL Maastricht, Kartuizers te Roermond, inv.nr. 350. Ondertekend door Joannes Antonianus en Cibertus Roemer.
Voor eerdere vermelding Beeckerhof zie 15-2-1480; zie ook 12-10-1582 en 17-12-1582.
12 oktober 1582
SWALMEN ‑ De prior en kloosterlingen van de Carthuisers te Roermond hebben zich bij het Hof van Gelder aldaar beklaagd over het tegen hen begane onrecht door Lutthart van Flodrop (= Vlodrop), erfvoogd van Ruremundt, inzake het eigendomsrecht van de hof genaamd Beckerhoff onder Swamen gelegen, die volgens de klagers "over 20, 30, 40, 50, 80 ende boven menschen gedencken" in hun vreedzaam bezit is geweest. Het Hof heeft beide partijen opgeroepen om op 19 oktober voor de Raden van Gelderland te verschijnen om gehoord te worden.
RHCL Maastricht, Kartuizers te Roermond, inv.nr. 350; origineel.
Zie 17-12-1582.
17 december 1582
SWALMEN ‑ Gegevens inzake een geschil tussen jonker Lutger van Flodrop, erfvoogd van Ruremund enerzijds, en heer Lenairt van Cuijck, prior van de Carthuisers te Ruremund en de gezamenlijke kloosterlingen anderzijds, betreffende de vermeende rechten van genoemde voogd op de helft van de hof genaamd Tger Beijck te Zwalmen gelegen, eigendom van de Carthuisers, in verband met een vordering van 130 resterende goudgulden van een totale schuld van 1.130 goudguldens, waarvan de Carthuisers volgens eigen zeggen "sestich eijnen duijsent" hebben afgelost.
De voogd heeft zijn schoonzoon Herman van Corttenbach, kapitein, naar de prior gestuurd, maar deze had het geld niet willen aannemen (?!) omdat de voogd hem niets schuldig was aangezien het geld van de Molengrinndt was afgelost. De voogd had zijn aanspraken op de halve hof overgedragen aan zijn schoonzoon Herman van Cortenbach en diens echtgenote. Deze heeft voor het gerecht van Zwalmen een rechtzaak geopend en de hulp ingeroepen van de Z.M. Raden in Gelderland te Ruremund.
Johan Schenck en meester Gerhaerdt van Braieckelen, rector, namens Van Cortenbach en heer Johan van Sint Anthoniss, prior van de predikheren te Niemeigen, en meester Daniel Vlierden namens de prior en de kloosterlingen van de Carthuisers hebben nu in het geschil bemiddeld en een uitspraak gedaan.
Cortenbach en zijn echtgenote zullen voortaan geen aanspraken meer maken op de halve hoeve en zullen de omstreden charters spoedig overdragen om "gecancelliret, verbrandt und craftelois gemaickt te werden" (hetgeen ook gebeurd is). In ruil daarvoor zal het klooster aan Marie van Flodorp, echtgenote van Cortenbach, "tot eijne verehening" 1½ aem goede wijn en 2 goede "hiemel" (hamels?) schenken, waarmee het geschil voor eeuwig zal zijn bijgelegd.
RHCL Maastricht, Kartuizers te Roermond, inv.nr. 350. Eenvoudig afschrift op papier, eind 16e eeuw, ondertekend door Johan Schenck, Gerardus Maessen van Brachelen, frater Joannes Antonius, prior te Noviomagus, en Daniel Laet a Vlierden.
Zie Ramakers blz. 190 en Kwartaalblad MHVS.
1582, z.d.
SWALMEN ‑ Johan Kern genaamd Vroonhoven vernieuwt de leeneed van Hillenraad ten behoeve van de weduwe Maria van Amstenrode, vrouwe te Hillenrade, en haar oudste zoon.
RHCL Maastricht, Hof van Gelder te Roermond, inv. nr. 205, fol. 129.
1582, z.d.
SWALMEN ‑ Johan van Holtmoelen als gevolmachtigde van Engelbert van Holtmoelen vernieuwt de leeneed van het Huys te Swalmen plus de Nyenhoff.
RHCL Maastricht, Hof van Gelder te Roermond, inv. nr. 205, fol. 130.
Zie 1556 en 11-5-1627.
1582, z.d.
BEESEL ‑ Het klooster Maria Weide te Venlo, eigenaar van de Klerkenhof te Rijkel, koopt grond van Moesbergen.
RHCL Maastricht, Maria Weide Venlo; ongeordende stukken Kevelaer.
Zeer slecht leesbaar; fotokopie archief M&S; zie 26-6-1565 en 1583, z.d.
1583
10 januari 1583
BEESEL - Johan Kern genaamd Fronhoven, scholtis van het ambt Montfort, te Asselt en Swalmen, richter, Wilhelm Quijten en Johan op gen Ronckensteijn, schepenen, Leonart op gen Rae, Aeret der Kuijper, Jan op den Cruijtzbergh, Goerdt Slousen, Leonardt Engels, gezworenen van het kerspel Besel, oorkonden dat zij een jaarrente van 25 gulden à 20 stuiver, elke stuiver aan 21 heller gerekend, jaarlijks te betalen op O.L.V. Lichtmis, hebben verkocht aan Johan van Nehr en Entghen (ook: Encken), echtelieden, burgers te Venloe, wegens een hoofdsom van 400 gelijke guldens. Bij niet nakomen van deze rente zullen de rentgevers een strafsom van 12 stuiver per dag in rekening mogen brengen. Het kerspel behoudt het recht van inlossen met een opzegtermijn van een half jaar. Bovendien mag de rente in drie termijnen worden teruggebracht met telkens 8 gulden 6 stuiver 14 heller, door aflosing van de hoofdsom in drie jaarlijkse termijnen van elk 133 gulden 16½ stuiver 3 heller.
Met medeweten en goedkeuring van de geërfden van Besel, te weten Johan van Holthausen [Nieuwenbroeck]; Rabeth van Dursdahl, schepen te Venlo [Einderhof]; Heinrich Spee in den Alden Hove, hopman; Johan van Grevenraedt [Nieuwe Schei]; Johan Ronden [De Kamp]; en Heinrich Vinck [Oude Schei]. Genoemde Johan op ghen Ronckensteen, schepen, accordeert namens Johan van Cruchten [De Zang], scholtis te Ruremundt, medegeërfde. Johan Kern zegelt naast de schepenen.
GA Venlo, SA Venlo, inv.nr 2846. Authentiek afschrift op papier; met transfix d.d. 29-5-1597 en 29-5-1613; met dank aan Jan Hanssen.
januari 1583, z.d.
TEGELEN - Spaanse soldaten gelegerd te Krieckenbeck en Straelen stelen drie koeien bij de halfman van de weduwe Catharina Schillinks Randenraed op de Haanderthof te Tegelen. In september van datzelfde jaar nog eens een. In de Vasten van he jaar 1584 werd zijn hof een derde maal geplunderd. Negen lammeren en twee paarden vielen in handen van de rovers. De achtste mei van hetzelfde jaar verschaften weer enige Spanjaarden zich toegang tot de hoeve en verwondden de te bed liggende halfman aan de arm. De rovers dreven vier koeien naar Straelen, die men tegen een losprijs van 25 daalders terug kon kopen.
Driessen, Tegelen blz. 106-107.
Zie ook 1566 z.d. en 11-2-1577.
10 februari 1583
LUIK / MAAS- EN SWALMDAL - Invoering van de Gregoriaanse kalender.
In het bisdom Luik wordt de Gregoriaanse kalender ingevoerd (zie 24-2-1582). Hierdoor is de volgende dag niet 11 februari maar 21 februari 1583. De dagen 11 tot en met 20 februari ontbreken daarmee (tot op heden) geheel in deze kroniek. In akten van de volgende jaren wordt soms aangegeven of ze gedagtekend zijn volgens oude of nieuwe stijl.
21 februari 1583
Missive van het Hof aan de drost van Krieckenbeeck, Johan van Holthuysen, dat hij Christoffel Buytendick als man van Ermgart van Holtmullen het gebruik en bezit van diens aandeel in het bewuste leen moet inruimen of hem daarvoor afgoeding doen. Bij weigering moet hij 15 maart voor het Hof verschijnen om de eis van Buytendick aan te horen enz.
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 1057/5421.
16 maart 1583
Missive van Johan Holthuisen aan het Hof in antwoord op brief no. 5421 (zie 21-2-1583). Daar hij wegens gevaar niet kan reizen, zendt hij zijn gemachtigde, brenger dezer, die het Hof over de onrechtmatige bewering van Christoffel Buytendick zal inlichten.
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 1057/5434.
25 maart 1583
Missive van het Hof aan Willem van Merwick, dat hij moet dienen van tegenbericht op het bericht van Alardt Kuyten op zijn verantwoording (zie no. 5413).
RA Gelderland, Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Roermond, inv.nr. 1057/5438.
4 mei 1583
SWALMEN EN ASSELT ‑ De deken en het kapittel van de H. Geest te Roermond sluiten een verdrag met Daem Schellart van Obbendorf, heer te Gürtzenich, inzake een cijns van 2 malder haver uit het laatgoed Op Graedt onder Asselt.
Schloß Haag: inv.nr. 308; kopie.
14 juni 1583
OFFENBEEK ‑ Arnoldus van Holtmolen, zoon van Jan Holtmolen uit Ruremunde, wordt ten behoeve van de Kruisheren te Roermond benoemd tot sterfman van de Nederhoeve te Offenbeek.
RHCL Maastricht, Kruisheren Roermond, inv.nr. 132, fol. 10vs.
24 augustus 1583
SWALMEN / ASSELT - Schepenen van Swalmen en laten van de Hof te Asselt oorkonden dat Daem Schellart van Obbendorp een totale rente van 100 goudguldens gevestigd op de Asselterhof, van welke rentebrief de deken en het kapittel van de Heilige Geest te Roermond eigenaar waren, heeft afgelost. Johan Kehrn genaamd Fronhoven, laatscholtis van de Asselterhof namens de heer van Gurtsenich, lost tevens een erfrente van 1 ½ malder haver af.
“Wir Lemmis
Keu..sen degelichs richter, Jan Thielen und Jan Werens voirt gemeyn schepenen
tot Swalmen, Andries van den Ertwegh umb Everhart van Swanenbergh laeten des
hoefs und heerlickheyt Asselt, doen konnt und bekennen hiemit dat vor ons
kommen und erschenen sunt die eerw. erentfeste, hoochgeleerte und andactige
heren deeken und capittel der cathedraell kercke des Hilligen Geistes binnen
der stadt Ruremunde, und hebben witlich und waill bekant und opentlich ergehen,
wie, und willicher gestalt der edler und erntfester Daem Schellart van
Obbendorp, herre to Gursenich insynne, Geijsteren, Doreweerdt, Asselt, Leuwen,
Spraelant und Oistrum Gulicher furstlicher raedt vorglt. herr deeken und
capittel afgeloest, gequiten und gefriet haet alsulcke hondert goltgulden
jaerrente als dat eerw. capittel jaerlicx op sijner Ed. L. hoff erve und guet
Asselt inhalt diverscher brieve und zegele daevan den irste brief halt
vijfftigh goltguldens des jaers van dato 1465 des neesten dachs nae sancte
Lucie dach, der thweide brieff van thien gelicke goltgulden jairlichs rente van
dato 1463 des neesten dachs nae sainct Marcus dagh evangeliste, den derde van
vijffthien gelichweerdige goltgulden der gegeve was in dem jaere 1466 der
negenden dach in den maert, ind noch eenen brieff van 25 goltguldens van dato
1468 maeckende tesamen hondert goltguldens, gilden, ind inkommen hadden, ind hebben gemelte herren deeken und
capittel sich der allinger loesspenningen dem irsten mit den lesten goeder bethalungen
bedanckt, dergestalt dat hinforder der eerw. und irs naecomelingen nue noch to
[blanco] van de voorss. hondert goltguldens jairrenten iet mehr ainmanen noch
forderen solle, und als der brieff van thien goltgl. und auch der brief van 25
goltgld. sjaeits in den overwinnen indt innemen der stadt Ruremunde verloeren
seint bleven / wie ouch van alle andere ansprachen, hinder und schaede der
gedachter her zu Gurtsenich und seiner Ed. L. erven hienamals eenichsints
overvallen muchte, darfur hebben vor ons richter, schepenen und laeten voorss.
to waeren hypoteek und schadeloosen pande gestalt, und gesat, sette, stellen
und verbinden in bester und bestendiger forme der rechten hiemit ihr alligen
hoff, erve und guederen der men genant dat In Latbroeck, und der ander op ´t
Gratt, wie deselve in ihre huysingen, bongaerden, ackerlande, bende, weyden,
bousschen, broecken, niet vuytgescheiden in den kerspell van Asselt und Swalmen
gelegen seint, in forwarden und conditie oversich bemelte her zo Gurtsenich und
seiner Ed. L. erven van de vorss. erven houven und huederen im fall mehr hinder
pft schaedens van manger der vorss. verloren brief und segele, dair van die
dattums vuitten vorss. capittels prothocoll genomen sunt, alle wesen de mu..
innchalts und tenoir to verhaelen und to erfaeren terseit to, bis in all
schadeloos gestelt sein solle, und t’selve op des voorss. capitels kosten,
schade und interessen, demmige is noch vor ons richter und laeten voorss.
kommen und erschenen Johan Kehrn genant Fronhoven, scholtis des ampt Monfort,
volmachtiger of gedachts herre zu Gurtsenich, und her des laethoefs Asselt, und
hait am stat seiner herre principaelen bekent und ergeset, willicher gestalt
obglten herren deeken und capitel, erfflich, ewich und umbermehr gequeten,
geloest und afgelaecht hatte alsulcke anderhalff malder haveren als ihr eerw.
demselven her to Gurtsenich in den voorss. laethoff tot Asselt met irre hoeve
op Gratt ofte Ruitte Hauk (?) erfflich gulden waeren und heft daerop gantslich
und to maill vertegen, und verteit hiermit, alsdat hinforder geen heite noch /
anmaenen meer in den vorss. anderhalff malder haever hebben noch behalden en
sal, in eeniger manieren sich auch des irsten mit der lester loespenninck
goeder aenteichtonge bedanckende, und der voorss. volmachtiger heeft auch
anstat seins her principaelen geloeft aen de vorss. anderhalff malder haever
alle anspraek af te draegen onder verbond seins her principaelen guederen nue
hebbende und verkriegende, allet nae lant meer verdrachtschrifte diesenthalben
opgericht von dato 1583 den 4 mey. In oirconde dieselve dan wir richter und
schepenen vorss. geine schepenampts siegel en hebben, so hebben wir gebede die
Ed. Erentl. geutrich Maria van Anselrode frouwe to Hillenraedt, onse
pandtfrauwe, dat ihr. Ed. diesen
brief der twee eins innehalts in onseren naeme besegelen woll, dat ich Maria
pantfrouwe ter bede der vorss. richters und schepenen auch beider partien gerne
gedaen, und hebbe mein aengeboren seegel hieronder an diesen brief gehangen,
und wir deecken und capittel vorss. unses capittels segel, und ich Daem
Schellart mein aengeboren seigel, und ich Johan Fronhoven volmachtiger meinen
seigel, und wir laeten onseren siegel auch an deesen brief gehangen gegeven im
jaere ons herren 1583 24 augusti.“
Schloss Haag, inv.nr. 249. Eenvoudig afschrift op papier. Vergelijk RHCL Maastricht, Dokumentatie D274: Inventaris van o.a. Bleijenbeek, Brempt, Hillenraad, nr. N 48.
1583, z.d.
RIJKEL ‑ Het klooster Maria Weide te Venlo, eigenaar van de Klerkenhof te Rijkel, koopt een baent voor 8 rijnse gulden.
RHCL Maastricht, Maria Weide Venlo; ongeordende stukken Kevelaer.
Zie 1582 z.d. en 1584 z.d.
1583-1584
BEESEL EN BELFELD ‑ Rekeningen Beesel en Belfeld, o.a.:
‑ ... Kamper Hoeff ...
‑ Item tot Venlo betalett dat jonker Duirsdall aen seynem ...
RHCL Maastricht, SA Beesel en Belfeld, inv.nr. 107.
1584
6 februari 1584
BEESEL ‑ Ten overstaan van de laten Willem Quiten en diens zoon Peter Quiten worden Jacob Slabbertz en Goerdt, de zoon van zijn broer, na het overlijden van Goerdt Slabbertz beleend met 2 stukken lijfgewinsgoed.
RHCL Maastricht, FA Van Merwijck-de Keverberg V 1504, inv.nr. 105: Burense Laathof te Beesel, fol. 35.
Zie 1563 en eerder, z.d. en 30-7-1621.
18 maart 1584
VENLO - Vermelding jonker Johan van Holthuysen, drost.
GA Venlo, SA Venlo inv.nr. 2707, fol. 23vs; met dank aan Jan Hanssen.
11 april 1584
DEN HAAG - Resolutie betreffende Maashandel.
“Alzoo myne heeren de Generale Staten der geünieerde Nederlantsche provinciën zekerlijck sijn onderricht, dat diversche schippers ende coopluyden, ladende eenighe waeren, goeden oft coopmanschappen op Venlo, deselve onderweghen sijn ontladende ende voerende naer den vyandt tot grooten nadeele ende schade van de ghemeyne zaecken, soo ees 't, dat wy, om alle voorder fraulden ende dierghelycke misbruycken voor te commen, ordonneren ende bevelen wel scherpelijck alle de convoymeesters der
gheunieerde provinciën, dat sy voortaen alle schippers oft coopluyden, ladende op Venlo, nyet en laeten wechvaeren sonder passeport, inhoudende specificatie
van de goeden, die sy aldaer willen voeren, dewelcke sy ghehouden sullen syn tot Venlo over te leveren ende te vertooghen aen de collecteurs oft convoymeesters
aldaer, om dienvolghende ghevisiteert te wordden, oft alle deselve goederen ende coopmanschappen aldaer syn inghebracht oft anderssins onderweghen naer den vyandt ghevoert gheweest, ende den overtreders ende misbruyckers te straffen achtervolghende d'ordonnantie, daerop ghemaeckt.”
Resolutiën Staten-Generaal 1576-1625, deel 4 (1583-1584), blz. 700. http://www.historici.nl/retroboeken/statengeneraal/ (2012).
11 mei 1584
VENLO ‑ Jacob Winters en Claes van Lom, schepenen te Venlo, geven vidimus van de akte van huwelijkse voorwaarden tussen Jan van Greffraedt en Johanna van Roesterom d.d. 12 december 1540.
GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv. nr. 487, procesnr. 3205, fol. 13‑14vs.
Betreft o.a. de Schei te Beesel‑Leeuwen.
12 mei (1584?)
VENLO - De weduwe Judith de Haen en haar dochter Anna van Greffradt enerzijds, en 1) Johan van Greveradt en zijn vrouw Encken; 2) Henrick van Greveradt en zijn vrouw Barbara [Friesen?]; 3) Diederich van Haeren en zijn vrouw Elisabeth [van Greveradt], de drie laatstgenoemde partijen mede namens hun afwezige broers en zussen, machtigen de door hen gekozen scheidslieden tot het zoeken naar een oplossing voor hun geschil.
Scheidslieden namens Judith en Anna: Robert van Dursdall, burgemeester; Johan Vogelsanck, doctor; Jacob Boenen, rechtsgeleerde; Diederich Anthoni, scholtis van het land van Kessel; en Remboldt Hoeffschleger, raadsverwant van Venlo.
Scheidslieden namens de broers en zussen Van Greefraedt: Reinalt van Geller, heer te Arssen; Johann van Holthuisen, drost van Krickenbeck en Erckelens; Johan Vogelsanck, burgemeester; Peter Moutz, rechtsgeleerde; en Derick de Wildt, raadsverwant van Venlo.
GA Venlo, SA Venlo, inv.nr. B 2694 (proces Johan van Greefraedt c.s. tegen Judith de Haen c.s.), fol. 73vs-74 (in marge: B).
Jaartal aangenomen op basis van namen scheidslieden, doch zeker tussen 1578 en 1585.
17 mei 1584
KRIEKENBECK / GREFRATH ‑ Anna van Holthausen wordt beleend met de Gelderse leengoederen het huis te Alten-Krickenbeck met de molen en met een boerderij te Grefrath.
Schaesberg-Krieckenbeck: Urk. 183.
22 juni 1584
VENLO ‑ Het hof van Gelder bericht de drost van Krieckenbeck, Johan van Holthuysen, de landschepenen te gelasten hun onderdanen op te vorderen om de ingestorte stadswallen van Venlo te helpen herstellen.
GA Venlo, Oud Archief Venlo, inv.nr. 2573.
25 juni 1584
ROERMOND - Gertruidt van Dursdall, weduwe van Michell van Broickhusen genaamd Oeijen.
GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, overdrachten deel I, fol. 373-373vs.
Voor Michiel van Broeckhuizen zie belening onder Leuth, 20-7-1562.
10 juli 1584
DELFT - Prins Willem van Oranje wordt in Delft vermoord door Balthasar Gerards. Albert van Oostenrijk wordt landvoogd in de Zuidelijke Nederlanden.
27 augustus 1584
DEN HAAG - Resolutie betreffende houtvlotten op de Maas.
“Op het different van de aengehaelde houtvlote tot Hedel, de zaecke geëxamineert wezende, is geresolveert ende getermineert, dat dezelve houtvlote nyet en can ontslagen worden onder cautie.
Op de brieven van Venloo aengaende de voerscreven houtvlote es geresolveert, dat dezelve zal geantwoort worden, dat men op hen verzueck beneffens die van Dordrecht zal verzien, gelijck nae recht ende redene zal bevonden worden te behooren, ende aengaende den gevangenen tot Grave es geordonneert te scryven aen den superintendent aldaer, ten eynde by advertere de gelegentheyt.”
Resolutiën Staten-Generaal 1576-1625, deel 4 (1583-1584), blz. 708-709. http://www.historici.nl/retroboeken/statengeneraal/ (2012).
30 augustus 1584
DEN HAAG - Resolutie betreffende Maashandel.
“Op het verzueck van den borgemeesteren ende coopluyden van Dordrecht, begerende te weten, oft men, nyettegenstaende het placaet ende interdictie van nyet te mogen communiceren ende handelen metten vyant, lest geëmaneert, nyet en mach voeren ende doen voeren zonder verbeuren van boven nederwaerts den Rhyn ende Maeze aff op Dordrecht voorby de steden van Namen, Maestricht, Rumonde ende andere steden ende schansen oft forten, wesende onder 't gewelt van den vyant, met paspoorte derselver ende met aerbeyters ende huyrvaerders van Roermonde ende Venloo, volgende het accord, tusschen denzelven steden van Roermonde ende Venloo dyenaengaende gemaeckt, gelyck men tevoeren gedaen heeft, hebben myne heeren de Generale Staten geaccordeert dyen van Dordrecht ende alle andere coopluyden te moegen brengen alsvoeren voerby der voersz. vyanden steden ende plaetzen van opwaerts den Rhyn ende der Maese nederwaerts zonder verbeuren wynen, houdt, colen, calck, steenen, yser, coper, schaelgien, midtsgaders allerhande ammonitie van oirlooge, ende dat hieraff dyen van Dordrecht ende allen anderen sal gegeven worden acte in forma, blyvende anderssins het voerscreven placaet geheel ende ongepreiudicieert.”
Resolutiën Staten-Generaal 1576-1625, deel 4 (1583-1584), blz. 709. http://www.historici.nl/retroboeken/statengeneraal/ (2012).
18 september 1584
DEN HAAG - Resolutie
betreffende een houtvlot op de Maas bij Hedel.
“Ontfangen eenen brief van schout, borgemeesteren, schepenen ende raedt der stadt van Dordrecht van den date den xven deser, verzueckende daertegen verzien te worden, dat de aengehaelde houtvlote tot Heelde nyet en sincke, innehoudende tot dyen eynde credentie, opdat d'een ende d'ander partye daerdoore nyet en comme in schaden; hierop ghedelibereert, es gheresolveert den brengers aen te zeggen, dat het aen de proprietarisen houdt, dat de zaecke nyet en wordt geliquideert, midts hen staet te dienen by
contresolventie; tzelve gedaen wezende, zal in der zaecke cort recht gedaen worden; dat men interim den capiteyn van Hedel oft zynen agent zal hooren op het versocht sequestreren van het voersz. houdt.”
“Item te scryven aen capiteyn Henrick van den Berghe, garnisoen houdende op huys te Hedel, ten eynde hy de vlote houts aldaer toesie te bewaeren, ombeschadicht van sincken ende anderssins, oft anders dat hy de Staten aenwyse eenige zekere plaetze, daer dezelve in sequestre handen zoude mogen bewaert worden zonder preiuditie van yegelix recht ende ter tyt toe de zaecke eyntelijck zal aifgedaen worden.”
Resolutiën Staten-Generaal 1576-1625, deel 4 (1583-1584), blz. 711-712 (resoluties nrs. 757 en 759). http://www.historici.nl/retroboeken/statengeneraal/ (2012).
20 september 1584
Dederick van Dript en Caspar van Keverberch sluiten een akkoord.
RHCL Maastricht, FA Van Merwijck-de Keverberg V 1504, inv. nr. 485.
Vgl. 15-5-1579.
9 november 1584
VENLO ‑ Jacob Winters en Dierick die Wild, schepenen te Venlo, oorkonden dat diverse getuigen op verzoek van Johan van Nuijnhem als voogd van Johan van Greeffraedt de volgende verklaringen hebben afgelegd:
‑ Margriet van Dursdall genaamd van Beeringen herkent de handtekening van haar vader,
‑ Metta Ziegers, weduwe van Johan van Beringen, herkent de handtekening van haar overleden man,
‑ Hilla van Beeck herkent de handtekening van haar vader,
‑ Agnes van Oeijen, echtgenote van Wilhelm van Oeijen, herkent de handtekening van haar vader,
‑ Alheidt Swagermans herkent de handtekening van haar vader,
‑ Lijsbeth Hoetz herkent de handtekening van haar vader,
‑ Hilla van Beeck voornoemd verklaart dat haar vader met zijn voordochter Erm verhuisd is van de woning aan de Alden Merct naar het huis op de Steinstraeten, en dat Johan van Greeffraedt en Johanna van Roestrum daarop aan de oude markt zijn gaan wonen.
GA Venlo, SA Venlo, inv.nr. B 2694, stuk O (origineel met opgedrukt gecachetteerd zegel); afschrift in GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv. nr. 487, procesnr. 3205, fol. 15‑15vs.
Betreft handtekeningen onder akte van huwelijkse voorwaarden tussen Johan van Greefraedt en Johanna van Roesterom d.d. 12-12-1540. Johan van Greefraedt was leenman van de Schei te Beesel-Leeuwen.
1584, z.d.?
ROERMOND ‑ Het Kruisherenklooster te Roermond staat toe dat akten van hun overleden donaat broeder, Symon van Besell, worden overgedragen aan diens erven.
RHCL Maastricht, Kruisheren Roermond, inv. nr. 162; charter.
1584, z.d.
RIJKEL ‑ Het klooster Maria Weide te Venlo, eigenaar van de Klerkenhof te Rijkel, koopt voor 50 rijnse guldens een baent.
RHCL Maastricht, Maria Weide Venlo; ongeordende stukken Kevelaer.
Waarschijnlijk laatgoed van Nieuwenbroeck.
1585
10 januari 1585
SWALMEN - Wijllem van Baixen op ger Hoeven verstrekt een lening van 225 daalders [zie ook 10-2-1621] aan het kapittel van de kathedrale kerk te Roermond.
Archief H. Geestkerk te Roermond.
De Hoeve (Baxhof) was eerder eigendom van familie Clompenmaker (1476 z.d.), o.a. Dirk Clompenmecher, deken van de H. Geestkerk (29-11-1533) en Dirck Reijpken alias Klompenmaker, beneficiant van het Sylvester-altaar in de H. Geestkerk (29-1-1560).
Zie ook G. Geraedts: De kleurrijke geschiedenis van Baxhof te Swalmen. In: Maas- en Swalmdal, Jrg. 3 (1883), blz. 66-82. Volgens deze schrijver was Willem gehuwd met Anna van Holthuysen van Nieuwenbroek.
Volgens P. Geuskens (brief d.d. 8-4-1991) moet de herkomst van de familie Van Baexen worden gezien als volgt: "Willem van Baexen, een zoon van Hendrik van Baexen en Gertrud von Schilling tot Güstorf trouwde met Aleid van Kosseler, een dochter van Peter van Kosseler tot Körrenzig en een van Rommel tot Ertzelbach. (Mappe 44 A, von Baexen, Samlung von Oidtman). Door zijn huwelijk verwierf hij het riddermatige huis Körrenzig waarvan hij al in 1566 als eigenaar genoemd wordt. (HStAD, Jülich-Berg II, Akte 4315.) Hijzelf was eigenaar van de Baxhof in Swalmen waarnaar hij zich noemde. Wanneer hij het verwierf, is niet bekend. Op 10 januari 1585 verstrekte hij als zodanig een lening van 225 daalders aan het kapittel van de Roermondse katherale kerk. (Baxhof, Jaarboek 1983, blz. 68). Op 18 maart 1595 was Willem van Baexen overleden. Zijn verweduwde echtgenote Aleid van Kosseler verkocht op die dag met haar zonen Willem, Gerard en Hendrik van Baexen 'zur Hofen' een beemd in Körrenzig voor 400 thaler (GAV, Archief von Wymar, Port. 21). Willem van Baexen, de oudste zoon trouwde met Anna van Holthuysen tot Nieuwenbroek. Gerard van Baexen trouwde in 1616 met Elisabeth van Horrich tot Glimbach en bracht het huis Körrenzig mee. Hij zette de linie van Baexen tot Körrenzig voort, terwijl zijn oudere broer Willem de linie van Baexen van Baxhof voortzette waaruit de linie van Nieuwenbroek ontsprong in de volgende generatie. Hendrik van Baexen de jongste broer werd kanunnik in Kerpen, en overleed op 1 oktober 1613. Behalve deze drie zonen had Willem van Baexen met Aleid van Kosseler ook nog drie dochters, n.l. Clara, die van 1614 tot haar overlijden op 4 september 1636 abdis van het klooster Dalheim was, Geertruid, die met Reiner van Hillen trouwde, en op 10 september 1634 in Helden overleed, en Anna, die met Johan van Broekhuizen tot de Borgh trouwde."
22 januari 1585
Albert van Waldoß wordt beleend met het Gelderse leengoed genaamd de hof Ter Roesen.
Schaesberg-Krieckenbeck: Urk. 147.
25 maart 1585
Zie 25 oktober 1562 en 6 juli 1590.
19 april 1585
VENLO / REUVER - Proces door Judith de Haen, weduwe van Johan van Greffraedt, en haar dochter Anna tegen haar stiefkinderen de broers Johan en Heinrich van Greffraedt en hun zwager Dietherich van Haeren, wegens een huis op de Alden Merct te Venlo.
Judith en haar
dochter eisen o.a. (punt 10) "alle brieff unnd siegell, schein unnd
bescheidt, sambt andere geschrifften und pacht cedulen betreffende den hoff tho
Biesell, mit sambt den verdrach tuschen Heinrich Vijnck und der kinder vaeder z[elige]r
upgericht".
GA Venlo, SA Venlo, inv.nr. B 2694; proces Judith de Haen versus Johan van Greefraedt c.s. ca. 1585.
Betreft Nieuwe Schei te Reuver-Leeuwen.
z.d., vóór 10 mei 1585
BELFELD - Verklaring van schepenen van Beesel over een
lening waarvoor enkele inwoners van Belfeld zich nu borg hebben gesteld.
“Wy Wilhem Quitten stathelder und schepen, Peter Woelffers medescheepen des gerichs Beissell doen kundt und tuuigen {getuigen} mit deser gerichs dorsneden cedulen, dat voer ons mit voerdachten beraets und mit eindrachtighe voernymens synt koemen und erschenen Thulman Jan Burskens zoen und Trutgen syn huysfrow, und Thulman op des burgemeisters Henrick Boenenbeeckers haeff Catrin syn huysfrow, Peter op Buixs haeff Elizabet syn huysfr., Henrick opter Hoeven Elizabeth eheleudt, Jan Jennessoen Naell eheleudt, Goetzen Tuffers Catrin eheleudt und Gaert opter Kleiner Hoeffen und Cathrin syn huysfrow, und sementlick voer ons schepen bekant und uutgedragen dat Simon ynghen Dunck ter jaer pensioen uutgedaen heeft (op jaers daeg twee hundert gulden, dy welcke summa van penningen Jan op ghein Indt genant Groutten und Cathrina eheleudt opt oer veronderpant, und dat yn behoeff der gansser gemeintten tot schuts und bescheiren aller inwoeneren des kerspels Belfet yn groetter angestander noedt, finirt und opghenamen, twelcke penningen vurg. nha ynhalt der opgerichte cedulen tuschen Simon vurss. und Jannen vurss. allein op syn guyteren tonfangen, und niet op des kerspell inwoeneren, hefft moetten gelaeffen, und umb allein te forderen, der orsaecken sunt voer ons koemen dy gemein vurg. naberen eindrechtlick vurgevende dat sullicken gelt tot nuts und profytts der gemeijnen inwoeneren anghewant, und so hebben dy vurg. voer ons schepen vurg. gerichtelick gelaefft voer oer, und oeren naekoemelingen, Jannen und Cathryn eheleuden und oeren erven altoest daer voer te werborgen te staen und helpen alles forderen und gelick quitteren dat Jan vurg. t’doen gelaefft heeft, und daervan yn alles schadtloess te helpen halden, und dat op verpenungt oever aller guederen, gereide und ongereide, alsoe dat Jan und Cathrynen eheleudt yn angedrongender nodt sullen nymen den gerichs baedt tot Beischel und laetten ahn dem vurg. naberen und oeren erven guederen peenden und alles op costen und schaeden des kerspels, und dat pant rytten und sp[l]ytten tot genuchsaem synen betaelingen, schaeden und onkosten thu, und soe dese eheleudt off oer erven dat niet alsoe en belieffden moegen sy einen van dem vurg. menneren off oer erven voerny..gen und peenden, und so mach der ein den anderen der sullicks widerfert oock doen, sunder argenslist, in waerer urkunt hebben wy schepen urg. her van onse gebruickliche gerechticheit onfangen und merher sterckungh ys deser cedulen twee allein ynhaldende, dorsneden, Goed ys myn hulp, der ellicje parthy ein hefft und offt geveill dy ein mit rouff, brandt off mei [ein]igen manieren verachterloes off verlaeren wer, naat off gereitten wer, so sall dy ander …fundicg syn dat… [akte niet compleet].
HCL Maastricht, SA Beesel en Belfeld, inv.nr. 68 N, scan 1/7; chirograaf (concept), dorso “Jan an gen Ende to Belffen penningen vor die ge… opgenomen.”
Tilmanus Beurskens overleed vóór 1596 (z.d.).
De achternaam Tuffers moet mogelijk worden gelezen als Stoffers of Stoffels.
Hendrik Bonenbecker overleed vóór 10-5-1585.
10 mei 1585
BELFELD-GELOO ‑ Ten overstaan van Wijlhelm en Peter Kwite (= Quiten), laten van de Buerense Laathof te Beesel, verheft NN Bonenbecker de laathof "an't Loo" gelegen, genaamd Moussen (Menssen?) hof, vacant gekomen na het overlijden van zijn vader Henrick Bonenbecker.
RHCL Maastricht, FA Van Merwijck-de Keverberg, inv. nr. 108; Buerense Laathof te Leeuwen.
Hendrik Boenebecker was van 1579-1585 schepen te Venlo (Maasgouw 1810, nr. 105, blz. 414).
11 mei 1585
ROERMOND ‑ Arnoldt Goltstein en Jacob Stranghen, schepenen te Roermond, geven vidimus van een aantekening in een franstalig legerboek van hoofdvonnissen van de stad Roermond, betreffende een proces tussen Herman Brandt, prior van Molenbeeck, en Goessen Bullen (namens die van Straelen ?), waarbij door het hoofdgerecht is bepaald dat volgens Roermonds stadsrecht goederen eerst kunnen versterven na overlijden van de vruchtgebruiker/ster.
GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv. nr. 487, procesnr. 3205, fol. 35.
z.d., eind 16e eeuw (vóór 30 augustus 1585)
BEESEL ‑ Johan van Holthausen en Helwich van Holtmullen, echtelieden, verklaren dat zij van Thonis op den Kruytzberch en Beelken, ook echtelieden, 300 dalers à 30 stuivers brabants hebben opgenomen, waarvoor zij 10½ morgen akkerland verpachten(?), waarvan 3 morgen achter het kerkhof naast Goert Geerlings en de andere 7½ morgen zullen worden afgemeten van het grote stuk het dichtst bij het Eyxken.
RHCL Maastricht, SA Beesel en Belfeld, inv.nr. 42 N; eenvoudig afschrift op papier, ca. 1600.
Zie ook 13-1-1597.
30 augustus 1585
ROERMOND / BEESEL ‑ Scheiding en deling van de nalatenschap van
NN (vermoedelijk Helwig van Holtmeulen).
Johan vann Holthuissen [weduwnaar van Helwig van Holtmeulen], namens zichzelf en namens zijn kinderen, enerzijds, en zijn schoonzus NN [Maria?] van Holtmullen, kloosterjonkvrouw te Dalheijm, bijgestaan door NN van Frymersum, mede-kloosterlinge, en krachtens volmacht van abdis Christine van Schellinck, anderzijds, verzoeken de rechtsgeleerde Peter Buetgens, advokaat Heinrich van Bladighem en Johan Kehrn genaamd Fronhoven, scholtis van het ambt Montfort, Asselt en Swalmen, om als scheidsvrienden een overeenkomst te treffen inzake de verdeling van de nalatenschap van hun moeder en broer zaliger. Johan had zijn schoonzus deze scheiding en deling eerder geweigerd.
De scheidsvrienden bepalen dat Johan van Holthuissen en zijn kinderen alle goederen van hun moeder en broer zullen erven, waaruit zij hun schoonzus resp. tante ('schwegersche und muenen') een jaarlijkse lijfrente van 70 gulden brabants à 20 stuiver zullen betalen plus een obligatie van 20 ridder guldens, met als onderpand de tiende te Bracht. Deze laatstgenoemde obligatie wordt vervangen door een eenmalig bedrag van eveneens 70 gulden brabants.
RHCL Maastricht, SA Beesel en Belfeld, inv.nr. 24. Opgemaakt te Roermond ten huize van Peter Buetgens; eenvoudig afschrift op papier.
Zie 25-4-1596.
9 november 1585
ROERMOND - Johan van Doern laat zich 'richten' in de 'kommer' die hij, wegens wanbetaling van de koopsom, heeft gedaan op het eenderde deel van een huis over de brug gelegen waarin hij nu woont, en dat hij eertijds [zie 29-1-1576] heeft verkocht aan zijn zwager gehuwd met zijn zus Baetzen.
GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv.nr. ... (Overdrachten deel I), fol. 383vs.
Johan van Dorn werd rond 1585 door huwelijk met Jasperken Bormans vruchtgebruiker van de Kleine Weerd tegenover Kessel.
29 november 1585
“int jaer ons hern duisent vyffhondert vyff und techtentich upten hilligen sanct Andreissavont”
BEESEL - Schepenen, geërfden en inwoners van de kerspels
Beesel, Belfeld en Posterholt bekennen dat zij een bedrag van 333 gulden 7½
stuiver hebben opgenomen van Goswinus van Dulcken en zijn vrouw Agnes Cillis,
welk bedrag zij hebben gebruikt voor de betaling van contributies.
“Copie. Wy sementlicke unnd gemeyne schepen geërffden und inwoener der kerspelen van Biessel unnd Belffen, unnd Postert in den ampte van Montfort, doen kunde unnd bekennen hiermit vur ons, unse erven unnd naykomlingen dat alsoe und ne… der welgeboren her, her Carle graeve tot Mansfelt coniglicher mat. feldtoeverster, irst van der Horst, folgentz dorich seinen oeversten lutenant van Venraede, unnd letzlich dorch Jacques de Villers commissarien tot underhalt des keysers vor Venlo, hadde diese ampt affgefordert ter maent ter contributien vierunndtwyntich hondert guldens mit bedreuwongh {bedreiging} der soldaten executien die ohne ein geheel verderven nyet affgaen konnen, Ouch dit ampt van diversche oevertochen regimenten kriechsvolcx befriet, seine in vergeltungh derselven weldaeten billich verursact worden, sijner G te accorderen twee duysent gulden einss op der allinghe Montfortsche contributien gelicklich naer alder gewoenten to v[erd]elen, iederen groeten uffte […] kerspell twee hondert twe unnd veirtich gulden vyff stuyver, kompt hier die somme van dry hondert dry und dertich gulden achten hal[ven] stuiver, welcke vorgeroerte somme geltz wir schepen ge[…] und naeburen voirss. inn diesen hoichbeswarenlick tiden nyet en vermoechten, in … up te brengen und to betalen, hebben daeromme sementlick unnd eindrechtelick opge[…] unnd ontfanghen van den ersamen und fursichtigen Goessen van Dulcken unnd Niesgen Cillis eluiden burgeren tot Ruremunde, gelycke somme van dryhondert dry und dertich gulden achtenhalven stuiver, unnd die selve in bethalingen unser quoten unnd contingenten van den voirss. twe duisent guldens, tot nutt und affhaldunghen also boeven bewillicht unnd bededinght uitgekeert und gelacht, Geloevende und verspreeckende hier mit, den voirss. Goessen und Niesgen eluiden iren erven off helderen dieses mit iren willen alle jaer ter rechter toletiger pensionen und jaerrenten te geven und waell te betaelen auch in Ruremundde / in iren fryen secheren gewalt to leveren, twintich guldens seventein stuivers min einen ort, die alle jaers erschinen und fallen sullen op sanct Andriesdach des heiligen apostelss dach, einen maendt daernae onbefangen wael betalt unnd gelevert to sein, sonder enich afftrecken off kortonghe van schattingen, contributien off enigerhande beswerenissen nu sijnde off tokommende, geine uitbehalden, Unnd ingefalle wir schepen, geërffden und naeburen vurss. off unse naekomlingen enighs jaers in betalongen unnd lieverongen der vurss. jaerrenten, het were in enigen diele off altemael suymich weren, dat will Godt niet geschehen en sall, daerfur hebben wir samentlick unnd sunderlick, nemandtz vuytgescheiden, verbonden, underworpen und verobligeert, verbinden, onderwerpen unnd verobligeren, vur ons, onse erven und naekomlingen unnd jeder fur all, unse persoinen und ire persoenen und guederen tess weren gewerende off erffflicke guederen, nu hebbende unnd to verkrigende, wie, war und onder willicken gerichte die ouch gelegen unnd befonden sullen werden, geine uutbehalden, dergestalt umb sich an denselven unseren und unseren erven unnd naekomlingen personnen und goederen voirss. to mochen erhalen unnd erfaren, op allen platzen, steden, flecken unnd dorperen, daer wir off onse erven unnd naekomlingen guederen voirss. befonden sullen werden durch … off leist… off sunst alss die rechten und coustumen ter plaetzen sullen lyden, op onseren kyrspelen costen biss tot volcommer betalingen aller gebreecken der jaerpensionen, kosten und schadens, daeromme gedaen und geleden, mit der conditien unnd bescheidenheit, dat im falle eenige kyrspel durch onbetalonge unnd versomen des anderen inn eniger tyt schade lede, dat will Gott nyet geschehen en sall, dat inn dem fall schadelidente kyrspel sich dorch herliche handt mit to doen der oevericheyt van allen schade unnd interest aen die versuemelichen kyrspelen wederomme erfallen und erfaren sall, ter tyt toe so will und so langhe biss die irste unnd leste penninck der pensioenen und schaden verricht sein sall, uund in dieser fougen, soe hebben wir / schepen, geërffden unnd inwoener vurss. samptlich und sunderlich ons onderworpen und onderwerpen hiermet, onse und unser erven und naekomlinghen persoenen und guederen, allen richteren und gerichten daer wir off onsere naekomelinghen, onse und ire guederen, geriede, varende unnd erfflicken befonden sullen werden, Biddende ouch allen und jeckliche richteren und gerechten, dat sy denn innhalt van diesen erkennen, und van sollicker werden halden, gelyck off dieser brieff voor haen witlick verkoeren unnd opgericht weere, Unnd daeromme soe hebben wir sementlich und sunderlich vur ons onse erven unnd naekomlingen, vertegenen und verteien crafft dieses, op alle privilegien, statuten, fryheiden unnd der landen verbunteniss, heren, ffunsten unnd der landen sat..irgen, sampt allen anderen behulp der geistlicken unnd weerltlicken rechten, den inhaldt van diesen enichsins contrarierende, Willende dat folle executien diesen geschehen sal, sonder enige contradictie, doch sullen unnd mochen wir vurss. kirspelluijden, allentyts alss unss gelieven unnd gelegen sein sall unnd s...che den pachtheffer ein halff jaer tofoeren angekundicht sullen hebben, den vurss. jaerpacht affloesen unnd affgelden, unnd unse kirspelen daer aff wederomme bef[…]en, mit die somme van dryhondert dry unnd dertich gulden van twintich stuveren den gulden gereckent, uund achtenhalven stuver, mit dem jaerpacht und allen achterstedighen jaerpechten unnd mit costen des brieffs, unnd sonder argelist, beheltlich den her unnd mallich seins rechten, In orkonde der waerheyt so hebben wir schepen, geërffden unnd inwoenere jeder onsess schepenamptz siegell onder ahen ende desen brieff gehanghen, Unnd tot meher geteuchenisse unnd befestgongh aller puncten voirss. soe hebben wir sementlich und sunderlich hebeden die edlen erntachbaren unnd fursichtighen Walraven von Wyttenhorst, heere totter / Horst, drosten unnd Johannen Kehern genant Fronhoeven unsren scholtiss ire siegelen mit an diesen openen brieff to willen hanghen, dat wir Walraven her totter Horst, drossart unnd Johann Fronhoven scholteiss ter beten vurss. gherne gedaen unnd hebben unsere siegeln mit wetenheyt mit ahen dieser brieff gehangen, der gegeven is int jaer ons hern duisent vyffhondert vyff und techtentich upten hilligen sanct Andreissavont, hebbende vier vuythangende zegelen van groenen wassche.”
[in ander handschrift:]
Gecollactioneert tegens seinen originaly und dairmit concorderen befonden, bie mich onderss. Ruirmundischer secretaris
[w.g.]
… Bossman, 1602.
HCL Maastricht, SA Beesel en Belfeld, inv.nr. 67 N, scan 3/33. Gecollationeerd afschrift op papier, 1602.
Peter Ernst (I) van Mansfeld (1517-1604), graaf van Mansfeld-Vorderort, was bevelhebber in het Spaanse leger voordat hij (van 1592 tot 1594) waarnemend landvoogd werd van de Spaanse Nederlanden. De aanwezigheid van vier zegels (waarvan een van drossaard Walraven van Wittenhorst en een van scholtis Johan Kehrn genaamd Fronhoven) betekent vermoedelijk dat het origineel werd bezegeld door schepenen van Beesel en Belfeld en nog een vierde partij (vermoedelijk schepenen van Vlodrop en Posterholt).
z.d. 1585
LEUTH - Dederich von Belfen wordt beleend met de hof Bosch/Dückershof en het goed bij Altkriekenbeck te Leuth in naam van zijn vrouw Christina von Honselaer. Zij bezit dit samen met haar zuster Margaretha en is afkomstig uit de erfenis van haar neef Karel van Broekhuizen van Oeyen. In 1591 verkoopt Dederich het goed in naam van beide zusters aan Wilhelm van Oeyen (x Agnes van Roosteren), burger van Venlo.
Leopold Henrichs,
Johann Finken, Geschichte der Herrlichkeit Leuth (Kempen 1884), blz. 230-231.
1585, z.d.
SWALMEN ‑ Leonart Goldtsteyn wordt beleend met het Bijnsleen te Swalmen.
RHCL Maastricht, Hof van Gelder te Roermond, inv.nr. 196, fol. 62vs.
1585, z.d.
SWALMEN ‑ Lenart Goltsteyn wordt beleend met het Bijnsleen te Swalmen.
RHCL Maastricht, Hof van Gelder te Roermond, inv.nr. 197/198, fol. XXXIX.
1585, z.d.
SWALMEN ‑ Lenardt Goltsteen, voor hemzelf en zijn "metgedelingen", ontvangt na het overlijden van zijn (schoon?)vader Gerit Bijns het zogenaamde Bynsleen ten cluppelleense rechten.
RHCL Maastricht, Hof van Gelder te Roermond, inv.nr. 205, fol. 131.
1585, z.d.
SWALMEN ‑ Uittreksel uit het leenregister van Gelre, folio LXVJvs.
"Anno 1585 heft N. Goltsteijn voor hem ende sijne metgedelingen te leen ontfangen dat Bynsleen in den kerspel van Zwalmen gelegen, ten cluppelleens rechten".
RHCL Maastricht, Hof van Gelder te Roermond, inv.nr. Port. 191; voorheen Rekenkamer Roermond, inv.nr. 13. Afschrift door leengriffier Walter Ridder, ca. 1629.
Zie 17-3-1629.
1585, z.d.
SWALMEN ‑ Copie van de bosrol of 'waldrol' van Swalmen:
Schepenen van Swalmen, van Bracht, van Kaldenkirckenn en van Borren getuigen gezamenlijk, dat hun gemeinte gelegen is als volgt:
- van de Aldenberch naar de Copel; mocht de Copel verdwijnen, dan zal men deze ligging aanhouden (kennelijk betreft het een aanwas);
- recht omlaag ("neder") naar het lijnpad heeft de bode de rechtspraak ("dair richt der Bait");
- van hieruit voert de gemeinte naar de Maas en van daaruit langs het talud ("dat cleff") tot aan Kikaltz hof;
- verder langs het talud tot aan Reincken Visschers hof;
- van deze boerderij via de Groenenwech tot aan de Bruckhovell;
- van de Bruckhovell via de Nuwen Wech tot aan de Waterlose en van daaruit recht door het Meerlebroick tot aan de molen van Wambeich "ain dese side";
- vanaf Wambeich via de Hagenstruick naar de Milbeech en van daaruit via de Boirweich, Lissenrade en Neppenbruck naar de Hagendorenn die bij de schuur aan Aertz Camp staat;
- van hieruit naar het Buelgen, waar een eik staat, genaamd de Stat Eick;
- van daaruit via de Heiligen Borne en een knotwilg ("sprockwie") bij de hof van de Abt ("des Aptz hof") naar Bosum (Boisheim);
- vanuit het molenrad bij Bosum via de Heckdoirn naar de kerk van Dilkerade, "die kircke dese side, dat Elterhuis gien side";
- van hieruit naar Tuiters Duirpost en verder via de Nuwen wech "in dat Vloten mitz in gen Swalme, die Swalme mitz in gen Vloit";
- verder naar Leisselen en van daaruit recht door het woud omlaag naar Durpelssraide;
- van hieraf heeft Swalmen het recht van rechtspraak in de richting van Swalmen ("van dan maicht Gericht van Swalmen to Swalmen wardt enigen man halden toe recht") en heeft Bracht het recht van rechtspraak in de richting van Bracht;
- zoals gezegd van Liesselen omlaag naar de Swalm, midden door de rivier ("mitz wech in den stroim in gen Vloit") stroomafwaarts naar de Steinput (omgeving Elmpter Bruch) en verder via het pad naar de Hoinerberch [bij Boukoul];
- verder naar de voet van deze berg, naar de voet van de Baersberg, de Krummenwech in en van daaruit via het land van de Voogd van Roermond ("des vaightz lanndt") naar de Houdenn Eicke [bij de gerechtsplaats van Maasniel; vgl. 15-9-1489];
- verder via de Heidens Graeff naar Verneessen Voirten [doorwaadbare plaats] en verder naar de Hagedoirn die tussen Licops Dick en Vernessen Voirten staat;
- Van hieruit naar Licops Portenn Post (mocht deze verdwijnen, dan zal men deze ligging aanhouden) tot aan de Loeckwege (vgl. luiking = grens; mogelijk ook lijkweg);
- de Loichwege af tot in de Gruiters Grave; zou een dief met zijn hoofd aan deze zijde van deze grens liggen, dan zou hij door deze zijde moeten worden berecht; zou hij met zijn hoofd aan de andere zijde liggen, dan zou hij door de andere zijde moeten worden berecht;
- verder tot aan de Roden Raem, "den Roden Raem om den Hoirworpe", verder naar de Hagendornn en van daaruit naar de greppel van heer Everadt ("in hern Everadtz voir") [mogelijk Leijgraaf];
- vanaf deze voor tot aan het lijnpad ("Linpat") heeft de voogd (van Roermond) de rechtspraak [oude voogdij?];
- van hieruit loopt de gemeinte naar de Maas;
"Ennd so wes hie vurschreven steit dat der gemeinden ain geit, dat bekennen wie van Swalmen also veer als wir gemeinde hebben, bekennen wir denen van Bracht unnd van Kaldenkircken inde van Borren twe deill. Inde die van Bracht, van Kaldenkircken unnd van Borren bekennen denen von Swalmen also veer als sie gemeinden hebben ein deill".
Mocht het gebeuren dat de vorsters die toezicht houden op de gemeinde iemand op de Busch zouden panden, dan zullen de vorsters van de Brachter zijde de Swalmenaren niet te Brüggen "burtigen", en de vorsters van Swalmen zullen de Brachtenaren niet te Swalmen "burtigen";
Verder onderwerpen de gezamenlijke schepenen zich aan hun heren, de hertog van Gulich en Gelre, aan het huis te Borrenn, aan ridders en knapen die ingezetenen zijn binnen deze gemeinte, behoudens ieder zijn recht;
De vorsters die in het woud toezicht houden, zullen geen recht hebben op de "waldt mer"; van alles wat zij panden, zal de heer 1/3 deel (de derde penning) ontvangen, de gemeinde 1/3 deel en de vorster 1/3 deel;
Mocht iemand in de Busch op heterdaad worden betrapt, dan zal hij naar Blanckers Driess worden gebracht, waarna de heer naar eigen goeddunken zal mogen beslissen over de man en het voorste paard. De wagen zal daarna samen met het andere paard ("mit dem stelperde") worden verbrand. Slagen de vorsters erin om het "stelpert" uit het vuur te halen, dan mogen zij het houden. Omdat het hen via het "holtgedinge" is toegewezen, zullen de ambtslieden van de heer niet het recht hebben om het paard op te eisen;
Mocht het gebeuren dat er "Eker" in het woud zijn, dan zullen twee schepenen van Swalmen naar de Brachtse zijde gaan en de varkens in het bos brandmerken ("ennd borren die vercken op den waldt");
Twee schepenen van Brachtse zijde zullen de varkens van Swalmen brandmerken;
"Als ein man howet so roit hie, als
hie leidt so swiget hie, als er viert so vluiet hie, als hie heim compt ennd
dat gestell perdt binnen den doirposten is, so is der wagen vrie";
Een herder die in het bos aan het hoeden is, mag zijn hond in het bos los laten lopen. Wanneer deze hond wild doodt, dan moet de herder het wild naar de heer brengen en moet de hond met 6 penningen worden vrijgekocht, waarvan bier en brood wordt gekocht;
"Als men holdt geifft, dairvan sollen die vorsters ein half vierdell biers hebben";
Mochten "uitwendige" bijen in het bos worden gezet, dan zullen deze worden gepand en zal de opbrengst in drieën worden gedeeld, waarvan 1/3 deel voor de Swalmenaren en 2/3 deel voor de inwoners van Brachter zijde. Dit geld zal bestemd zijn voor de kerken van beide zijden (vgl. bijenwas voor kaarsen);
De gemeinte van Swalmen geeft jaarlijks Graven haver ("even"), Graven hoenders ("hoinre") en Graven belasting ("bede"), waarmee het gebruiksrecht betaald wordt aan de heer;
De inhoudsmaten van koren en bier zullen volgens Roermondse maat zijn en het brood volgens het Roermondse gewicht;
In Swalmen zal niemand meer bier brouwen of geven "dan die quart om ein alt moirken";
In de Oe ligt een stuk land genaamd de Hanckacker, met één korte zijde grenzend aan de Alde Mase en met de andere zijde aan het Vischerspat. Degene die dit stuk stuk land heeft, zal misdadigers naar het Gerecht brengen "unnd alle die gereitschafft die dairtoe gehoirt". In ruil hiervoor zal hij dit gedeelte van de Swalmer gemeinte mogen gebruiken;
Degenen die geen kerkrecht hebben op de Busch, die zullen ook geen rechtspraak ("gewaldt") daarop hebben, uitgezonderd twee boerderijen te Rat (= In gen Rae, tussen Elmpter Bruch en Elmpt?), die in de Loemaand en de Bramaand "douf holdt" zullen mogen houwen, en Stffners(?) hof te Rat, die jaarlijks een altaarlaken zal geven voor het O.L.V.-altaar te Bracht.
GA Roermond, Handschriftenverzamelingen inv.nr. 15: Cartularium Schenck van Nydeggen.
Afschrift door notaris Johannes de Heza; zie ook 8-8-1678.
Voor het gedeelte vanaf de Baarsberg vgl. grensbeschrijving van Maasniel d.d. 15-9-1489.
z.d., ca. 1585
BELFELD - Verklaring afgelegd door Tryn Hinssen, als voorspreekster
(momber) van haar man, inzake het goed genaamd Lentgens goed. Haar
eigendomsrecht wordt betwist en zij moet dit binnen 6 weken en 3 dagen
bewijzen. Het goed is ruim veertig jaar gelegen, na het overlijden van Jut Goldsmits,
vererfd op de familie Hinssen. Tryn en haar broer Theeus {Mathijs} hebben de
goederen in aanwezigheid van scheidsvrienden gedeeld, waarbij Theeus een
geldbedrag heeft ontvangen. Hierna, bij het opmaken van zijn huwelijksvoorwaarden,
is het goed niet meer ter sprake gekomen. Toch wordt nu, na 40 jaar ongestoord
gebruik en na het overlijden van haar broer, een vordering gedaan. Tryn wijst
erop dat het ongebruikelijk is om een erfdeling tussen broer en zus op papier
te zetten, en dat hiervan geen brieven zijn. De eisende partij wordt niet
genoemd.
“Alsoe ick Tryn Hinssen als mombersche myns mans gewesen bin
{zg. wijsenis door gerecht}, binnen ses weeken ende drien daeghen to bewysen
dat ich des guets geheiten Lentgens gut hoefs heer hedden, wie dan dat ordel
mit brenghen mach.
Gheve ick Tryn als mombersche daer op to verstaen tot behulp
mynes rechten ende vreedelicker possessien, dat doen Jut Goltsmits verstorven
ende dat goet geërft ende gevallen is op Hinsschen partijen als rechten erven,
dat noch scholtes der tijt noch geenen van allen den scheepenen der tijt
geweest, deser tijt in leven sijn ende dat der tijt gheene schepenboeck to
Besel geweest noch gehalden is worden. {scholtis en
schepenen uit de betreffende periode zijn allen overleden en kunnen daarmee
niet getuigen}
Gheve ick Trynen als mombersche voerss. vorder to verstaen
tot behulp myner rechten ende mynder vreedelicker possessien dat doe Jut
Goltsmits in Godt verstorven inde dat goet aen ons als rechten erven
aengevallen dat veertich jaer geleden is, wy ons der gueder halven mit mynen
bruder Theeus Hinssen der tyt mitten vrinden vrintlick vergelicken ende
gescheiden hebben in voeghen dat ick ende myn man dat voergenomde Lentgens goet
voer ons onssen erven hebben ende behalden solden dat welck goet wy van den daeghe
aen tot desen daeghe toe restelick ende vreedelick beseten, genut ende gebruyct
hebben, sonder Theeus mynes broeders, syner huysvrouwe off jemans anders
becroonen, als yck my gedraeghe aen den konden dar op geleijt ende aen den
ganssen gerichr gelijck men dat in allen den konden spoeren mach, ende soe ick
ende myn man van der tyt aen onssen genedigen heeren synen tins ende gerechticheit
des guets ende alles wes ons van den heeren daer van geheist ys worden, goetwillich
betalt hebben, waer door onsse genedighen heer ons als heer ende vorst in den
voerss. goede gehalden ende gelaeten tot desen daeghe, verhaepe ick Tryn daerom
ende daermit genoechsam to bewysen ende bewesen to hebben des alsoe hofs heer
to hebben gehadt ende to hebben, ende daerom in myne restelicke ende
vreedelicke possessie gehalden to werden, Ende vorder was ick jemant van den
voergenoemde goede schuldich gewest bin to doen, wael ende volcomentlick
betaelt ende voltaeghen hebbe, Daeromme van allen in myne goet tot desen daeghe
toe restelick gewest gelaeten ende gebleven, Ende sonderlinghe soe men opten
lande ende dorpen oick inder steden zeer weinich brieven mact inden gescheiten
tussen broederen ende susteren, haepe aen Godt almechtich oft die by onssen vrinden
verbleven ende gelaeten syn to gheven ende to maecken, dat ick effewael des
goets hofs heer hebbe gehadt, soe ick by de veertich jaeren inden bueken oft
rollen der tinsheeren gestaen hebbe, waerdoor ick restelicke ende vreedelick
tot desen daeghe by den heere ende jederman daer inne gewest gebleven dat vreedelick
gebruyct hebbe als voorss.
Seggende ende gelovende dat men in eenen ganssen dorpe
tusschen broederen ende susteren to scheiden oft to deilen eenighe brie[ven] off
weenich gemact werden, van den guederen off erven hon van vader, moeder,
suster, broeder off den naesten vrinden aen sterven ende erven, want Godt ende
dat billike lantrecht nae alden gebruyck, die neeste erfft.
Legge ick Tryn een kontschap in, ick den heere betaelt ende
genoech gedaen hebben, als blyct by der certificatie geteickent mit die letter
A /
Wannier oick sulcke erfmaegescheit bij den vrinden gemact
tusschen Theeus mynen broeder ende my Tryn, der tyt als voersaten niet gemact
en weer gewest, Ende hedde myne broeder Theeusze gemeint gehadt eenige
gerechticheit aen den voerss. Lentgens goet, solde o,,me doe hij sich by den
vrinden ter ee bestaeden, by den vrinden daer hebben laeten hoeren ende voerdraegeh,
des van hem off syner huysvrouwen nie geheist noch gesonnen is worden in allen
daeghen synes levens, ende nae doede Theeus oick syne huysfrou aen Lentgens goet
nie geheist, gemaent noch geloert en heft, Alsoe dat ick ende Jan myn man in
den Lentgens goede restelick ende vreedelick gewest gehalden sijn worden van
onsen genedighen heren ende jederman omtrint die tyt van xl jaeren alles als voerss.
Ende dat Theeussen mynen broeder in den maechgescheit to sunen
gedeelte etlicke penningen toe syn gedeilt worden die ick hebbe moeten
betaelen, blyct by den conden van Coenraet aen gen Broeck, die der penningen
deels betaelt heft van mynent weighen.
Soe sich den broedere ende susteren in honnen maechgescheiden
by den …den scheyden soe en is sulcke gescheit geenen coop wanneer nu eenen
coop weer gewest van den vrenden of anderen verwanten hedde men des erfinge
ende goedinghe nae dem lantrecht moeghen doen, dat in desen maechgescheit niet
noedich is gewest, want maechgescheiden by den vrinden gemact vast eewich
steide gehalden werden, haepende aen Godt ende recht, ick in mynnen goider
restelick vreedelick en volkommener possesion daer ick in bin gehalden ende
blyven sall gelyck voerhin ges[chreven]
Noch legge ick Tryn Hinssen een certificatij hier vy
getekent mit deie letter C.
Verhaepe ick Tryn Hginssen als mombersche myns mans, Aen
Godt almechtich ende aen recht den ordel off den recht genoech gedaen, haepende
in myner restelicker vreedelicker possession ende gebruycken gehalden to
werden, daerinne ick tot desen daeghe toe gewest bin gelyck voerss., Niet
tegenstaende oft ick geene brieven van den vrinden oft gerichte hebbe, verhaepe
myne possessie myne brieve syn sullen, soe die possessie boven zegel ende
brieve gaet, Aen welcker possession ick my halde, vermeynende wanneer der geen
possessie weere, sold ick nochtans in maecgescheids scheydinge geener gerichs
brief hoeven in den guederen tusssen broeder ende suster gescheiden word, want
die vrembden in honnen pessesion blyven sonder brief to hebben, verhapende wyt
macht ende cracht des erfmaechescheydinge by den vrinden der tyt geschiet des
versterfs halven, des ick soe lange gebruyct ende restelick ende vreedelick
beseten hebbe doer toelaetinghe myns g[nedigen] heeren vorsten ende jedermans
genoechsam daer mit hoefs heer hebben sal, ende in mynen goede gehalden sal
werden, allet als duck voerss.”
HCL Maastricht, SA Beesel en Belfeld, inv.nr. 42 N, scan 30/200.
Voor een hoeve eigendom
van Lentgens zie 16-10-1541. Zie ook 1546 z.d. voor een proces m.b.t. Jan
Hinssen en Lengenshof. De eerste notitie in het schepenboek dateert van
13-10-1561. Aangezien deze akte refereert aan dit register, moet de akte in
ieder geval worden gedateerd enige tijd ná 13-10-1561. Omdat tevens wordt
verwezen naar 40 jaar ongestoord bezit en gebruik, ligt een datering rond 1585
het meest voor de hand.
1585, z.d.
BEESEL EN BELFELD ‑ Rekeningen Beesel en Belfeld, o.a.:
‑... den Kamp ...
‑... Ronckenstein ...
‑... Tobben ...
RHCL Maastricht, SA Beesel en Belfeld, inv.nr. 108.
1586
18 januari 1586
SWALMEN - 11 vaandels musketiers van het koninklijk leger, die in Swalmen (aan de Maas) gelegerd waren, breken op en rukken via Wegberg, Tüschenbroich en Beeck in het ambt Wassenberg op en bezetten op 21 en 22 januari de dorpen Wanlo, Keyenberg en Holzweiler in het ambt Kaster (Dld.).
Karl L. Mackes: Erkelenzer Börde und Niersquellengebiet, Mönchengladbach 1985, blz. 321; W. von Mirbach: Kriegsschäden, welche das Herzogtum Jülich durch Einlagerung und Durchzüge spanischer und kurkölnischer Truppen in den Jahren 1568 bis 1589 erlitten hat. In: ZGAV 3, 1881.
6 april 1586
SWALMEN EN ASSELT - Schepenen, geërfden en inwoners van Swalmen en Asselt lenen een bedrag van 75 daalder van Peter Clerx en diens vrouw Trienken. Dit bedrag is opgenomen tot aflossing van schulden door vijandige contributies en de vrijlating van gegijzelde naburen en zal uiterlijk op Sint Remigius (1 oktober) worden terugbetaald. Bij niet nakomen zal iemand namens het kerspel en op kosten daarvan voor een bedrag van dagelijks 1 daalder in leisting gaan. De akte wordt bezegeld door Johan Kehrn genaamd Fronhoven, scholtis van het ambt Montfort, namens de schepenen die geen eigen zegel hebben.
“Wir sementliche unnd gemeyne scheffen, geërffden unnd
inwoener to Assell unnd Schwalmen doenn koendt und bekennen hiermit ontfangen
und opgebuert to hebben van den eersaemen Petern Clercx und Trienken seines
housfrouwen die somme van viffundtzeventich daler, iederen daler op dartich
ganckbarer stuver gereckent, die wir in hoichster noit ut verfurdongh meherer
unsers kirspels oncosten und schaden ter relaxerongh und uitlousingen unser
naeberen bij den fiant van onbethalongen der contributien gefangen settennde,
anleggen und dragen moeten, willicke geliken somme wir scheffen, geërffden und
inwoener geloefft hebben und geloeven hiermit bij eheren unde trouwen
opgemelten Peteren, sijner bemelten huisfrouwen und erven off helder dieses mit
iren wille, duegdelich und wail wedertegeven unnd to restitueren tegenn
neestkommener Sandt Remeisdach sonder enich langer vertoch und indracht. Daermit aver Peter, sijne huisfrauwe und
erven off helder vurss. goider lieverongen und restitutie sullicher gelaefden
und ontfangener lxxv daler sicher und gewess sein sall, hebben sementlich und
jeder besonder uns underworpen und submitteert, onderwerpen und submitteren ...
hiermit, unss unse erven und naekomelingen in persoene, ha... und goederen,
geriede fer... und ersucht, geine uitgescheiden, vrie und wie die ouch gelegen
und befonden sullen werden, allen richtern und gerichten ter ferlicker executie
und sunst op leistrecht und p...recht ieder dachs den der vurss. Peter off die
seine nae St. Remeisdach ongerestitueirt sullen sein, to weten te leisten
sdachs tegen einen daler und ter penen einen daler penerechtz derjenige der
dairfur crafft dieses angesproecken sall van wegen und tot schaide unses
kirspels to verbueren und to verteren, und dat alle dage bis der leste penninck
mit der irsten betalt und gerestituirt sein sall, mit den kosten und
schade dairom gedaen und geleden, hebben
daeromme sementlich unnd sunderlich vertegen und vert... hiermit op alle
exceptien und behulp der geistlichen und werltlichen / rechten, lant- und statrechten,
privilegien, coustumen, heeren und fursten, sattungen, edicten, mandaten und
placaten, und generalich und spetialich op alle tgene dat den innehalt van
diesenn solle moegen enichssins contrarieren und tho weder sein, bidden und
begern an alle richteren unde gerichten den innhalt van diesen in maeten boeven
erhalt to erkennen und to executeren in aller foegen off diese verkiesonge und
geloeffte vor heeren follen gerichte geschiet were, want wir geloefft hebben
und geloeven hiermit tegen den innehalt van diesen niet to doen noch te doen
doen in eniger manieren in rechte noch daerbuiten, unnd sonder argelist in
orkonde disselven und want wir schepen geinen schepenamptz seegel en hebben, so
hebben wir, mit ander den geërffden und naeberen eindrechtlich gebeden Johannes
Kehrn gnant Fronhoven, scholteiss des amptz Montfort, alss unsen scholtis und
richter, dat er seinen siegell vur onss ter ...den unnd meher seckerheit
hieronder op spatium dieses wulle druicken, dat ich Johann scholteiss vurss.
ter beden bemelter schepen, geërffden und kerspelsluiden gerne gedaen heb, und
heb mijnen siegell vor den vurss. schepen, geërffden und naeberren ohne mich
selver daermit to verbinden hieronder op spatium dieses gedruict, Gegeven im
jair ons herren duisent viffhondert seesundtachtentich op den sesden dach
aprilis.”
Schloss Haag, inv.nr. 4196, verfilming 3/185 t/m 6/185. Origineel op papier met gecachetteerd zegel van John Kehrn genaamd Fronhoven.
17 april 1586
SWALMEN ‑ (Afgeloste) rentebrief ten behoeve van Dirk van Hees, pastoor op de Nouwenhoff te Roermond, groot 4 Brabantse guldens over een hoofdsom van 64 gulden ten laste van de gemeente Swalmen.
RHCL Maastricht,
SA Swalmen en Asselt, inv.nr. 281; charter.
Zie ook Oud Archief Roermond deel IV, blz. 127-128: "Maria van Amstenrade, weduwe te Hillenraad en pandvrouw van Asselt en Swalmen, voorts schepenen, geërfden en inwoners van dat kerspel, bekennen dat zij 'in diesen geferlicken kriechstiden undt ten tide alss 't vurschreven kirspel genslich verloupen und uitgeweecken was, im hoichsten noeden tot betalonge der bij den fiant uns operlachter contribution', van Dirck van Hees, pastoor op den Nouwenhoff te Roermond eene hoofdsom van 64 brabantse guldens hebben opgenomen, waarvan zij beloven hem eene jaarlijksche rente van 4 brabantse guldens te zullen voldoen.
vóór 13 september 1586
Z.P. - Gehuwd: Joannes van Doorn [Deur, Doirn, Dorn, Dorne; hij hertr. vóór 1596 met Maria NN] en Jasperken Bormans.
DTB-Registers Roermond.
Uit dit huwelijk:
1. Maria van Doorn, geb. ca. 1584. Tr. vóór 3-10-1620 met Joachim Janssen.
2. Joannes van Doorn, ged. Roermond 20-1-1593 (get. Leonardus van Duren en Theodora Puelen; zn. van Joannes x Jaspera). Vertrekt vóór 3-10-1620 in militaire dienst naar Bohemen.
Het echtpaar was eigenaar van de Kleine Weerd tegenover Kessel, afkomstig van Jaspers ouders.
13 september 1586
ROERMOND - Ten overstaan van Hillen en Stranghen verkoopt Johan van Doren, met toestemming van zijn vrouw Jasparen, 20 roeden moeshof in 2 percelen bij de molen van het nonnenklooster gelegen, zoals verkregen uit de erfdeling met haar, aan Christiaen Rijss en Margaretha Martels, echtelieden.
GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv.nr. ... (Overdrachten deel I), fol. 389vs.
Zie in ditzelfde deel I fol. 403vs voor een vage akte d.d. 16-8-1587 betreffende Johan van Doerne inzake Gerhardt Metzemacher.
Johan van Dorn werd rond 1585 door huwelijk met Jasperken Bormans vruchtgebruiker van de Kleine Weerd tegenover Kessel.
28 oktober 1586
ROERMOND ‑ Het hoofdgerecht Roermond bepaalt in het proces tussen Gerith van den Bergh als voogd van Johan Sweers c.s., eisers, en Linss als voogd van Barbara Braetz, aangeklaagde, de eis gegrond, omdat Henrich Schriver van Dalen overleden was vóór het overlijden van vruchtgebruiker Johan Schinck, en dat de erfgoederen van laatstgenoemde dan ook niet op Schriver kunnen zijn vervallen.
GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv. nr. 487, procesnr. 3205, fol. 41; proces voorkinderen Johan van Greefraedt versus Judith de Haen resp. haar dochter en schoonzoon, Anna van Greefraedt en Johan Hillen.
1586
BEESEL EN BELFELD ‑ Rekeningen Beesel en Belfeld, o.a.:
‑ ... Ronckenstein ...
‑ Gubbel op gen Ray ...
‑ Theis op den Schey mit ... to Wachtendonck ...
‑ Theisken op gen Eyndt ...
‑ Wilmesken broir aen gen Walsbergh ...
‑ Heinken to Obroick ...
‑ Goirdt op gen Haiff ...
‑ Goirdt op gen Hoeff
‑ Geiss op den Kamp ...
‑ Pauken op den Scheyde ...
‑ Goirtgen Ronckensteins ...
RHCL Maastricht,
SA Beesel en Belfeld, inv.nr. 109.
1587
4 april 1587
BEESEL-LEEUWEN ‑ Overdracht van een erfpacht van 3/5 malder rogge gevestigd op ½ bunder land te Beesel‑Leeuwen, aan Ruit Dorffers.
RHCL Maastricht, FA Van Merwijck‑de Keverberg V1504, inv. nr. x368.
Transfix van akte d.d. 3-9-1559; zie ook december 1597 en september 1615.
10 april 1587
VENLO ‑ Goddart van Cruchten, rechtsgeleerde, en Johan van Buegell met zijn echtgenote Mechtelt van Cruchten schenken tot meerdere lafenis van wijlen hun zuster en hun vader Jan van Cruchten, in zijn leven schout van Roermond, aan de armen van Venlo een huis op het Schrixell.
GA Venlo, Inventaris van de archieven van de provisoren van de Tafel van de H.Geest, van het Bureu de Bienfaissance en van het R.K. Armbestuur te Venlo, inv.nr. 271.
Goddart, eigenaar van hoeve de Zang, was een zoon van Jan van Cruchten en Rijcka van Lewen.
26 april 1587
BEESEL-BUSSEREIND ‑ Ten overstaan van Goert Rutgers en Gerit Gubbels, laten, wordt Maes, zoon van Nelis Maesse, beleend met het laatgoed genaamd Rutten goed, gelegen tussen het goed van Wilm te Oebroeck alias Wylre goed en Gerit van Uffels goed, welk mede toebehoort aan Goert, zoon van Rut van gen Ray, met één korte zijde grenzend aan de openbare weg en met de andere korte zijde grenzend aan het Rayer voetpad.
Cijnsregister Nieuwenbroeck.
26 april 1587
BEESEL ‑ Ten overstaan van Goert Rutgens en Gerit Gubbels, laten, wordt Faes van Kirckray beleend met het laatgoed genaamd Weversgoed, groot ca. 1 morgen 30 roeden.
Cijnsregister Nieuwenbroeck.
11 mei 1587
ROERMOND - Ten overstaan van Hertevelt en Campen, schepenen (van Roermond), getuigen jonker Gerhardt van Hammerstein en Cathrine Roeders, echtelieden, dat zij een bedrag van 1.000 daalder à 30 stuiver Brabants schuldig zijn aan hun neef, jonker Henrich van Hammerstein, te betalen uit hun huis genaamd die Munte, waarin zij wonen. Henrich belooft aan zijn tante Cathrine Roeders belooft dat de lening van kracht zal blijven indien zij langer zal leven dan haar man, Henrich's oom Gerhardt van Hammerstein.
GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv.nr. 105, procesnr. 37.
Zie 14-2-1588. Gerard van Hammerstein, overl. Roermond 25-8-1587, was eigenaar van de Hamersteinshof of Spijker te Beesel-Ouddorp.
15 mei 1587
BEESEL EN BELFELD ‑ In ruil voor levenslang onderhoud draagt Tiessken, weduwe van wijlen Jann ter Linden, ten overstaan van Leonardt Engels en Johan van de Cruitzbergh, schepenen van Beesel, "op die gemeine straitt" aan Jasper ter Linden en diens echtgenote Petercken al haar goederen plus een vordering van 50 dalers ten laste van het dorp Beesel over.
Na het overlijden van Tiessken zullen Jasper ter Linden en zijn vrouw de goederen in eigendom hebben. Zal Tiessken hen overleven, dan zal zij de goederen mogen behouden en de kinderen van Jasper en Petercken daarmee onderhouden.
Zijn beide partijen overleden, dan krijgen deze kinderen het goed.
Met overdracht van een obligatie groot 50 dalers die Jan in gen Althaus te Belffeldt van Janne ter Linden ontvangen heeft, ten behoeve van het voorkind van Jasper ter Linden.
RHCL Maastricht, SA Beesel en Belfeld, inv.nr. 42.
Voor huwelijksvoorwaarden tussen Jan van Lynden en Theisken Kuepers zie 9-1-1564. Zie ook 1571, daags na pinksteren, en 15-6-1592. Voor een zoon Jennesken van Jasper zie 10-9-1623.
24 juni 1587
BEESEL ‑ De Sijnt Lambertz kapel is 3 kop rogge 3 denier tijns verschuldigd aan de Buerense laathof, van ½ bunder land gelegen tussen de Obroucker Beeck [Huilbeek] en het Camper land. Ten overstaan van de laten Wijllem Verbeeck en Peter Dorssers zijn Jielis van den Ronckenstein en Gijss van den Kamp, broedermeesters van de St.-Lambertuskapel, hiermee beleend ("aen behandt").
Ten overstaan van de laten Willem Quiten en Willem van gen Walssbergh worden Heindrich van Sijnt Cornelishaeff [Onderste Hof] en Theis op gen Scheide die op Greeffraedtz hof woont [Nieuwe Schei] als broedermeesters van Sint Lambertus beleend met ½ bunder lijfgewinsgoed gelegen tussen de Obroucker en Camper land, welk ½ bunder jaarlijks 3 kop even [haver] 3 denier verschuldigd is.
RHCL Maastricht, FA Van Merwijck-de Keverberg V 1504, inv.nr. 105: Burense Laathof te Beesel, fol. 27.
Zie 29-6-1621.
6 juli 1587
BEESEL ‑ Goert, zoon van Linnert van gen Stege, vernieuwt de leeneed van Jencken Claessen goed.
Cijnsregister Nieuwenbroeck.
25 augustus 1587
ROERMOND - Overleden: Gerard van Hamerstein, schepen van Roermond 1563-1587, raadsborgemeester 1568.
Sivré, blz. 46.
Van Hamerstein was eigenaar van de Spijker in Beesel-Ouddorp, zie 13-12-1646.
7 oktober 1587
BEESEL - Schatcedule van de landschat (fragment).
“Diese naevolgende cedell ist auss gesaitt den 7 octobris aº 1587
unnd sall dobbell gain tuischen op die …nden scheidet unnd beider der opt dorp loupt
Derick Roukes
Corst Hisselbergh
Johan groette Peter
Cloister haiff
Heinrick Slabbers
Heinken to Hoisten
Tilman Slabbers
Merken op gen Steigh
Thonis
Corst Cupers
die begeinen
Merken Beckers oeffenb…
Jacob IJten
die schaep [broederschap?]
Jan Ramackers kynder
Hein van Hoisten
Peterken Vreitzen
Leonardtt Wagemecker
groette Wilm
Stinken Pastoirs
Heilken Lindemans
Merken Beckers dochter
Heincken Lehenen
die broirschaep
herr Johan {van Holthuysen}
Tilman an gen Cruitz
Joist van der Moelen
Thonisken Spoirs
Neutt to Sevenum
Geirken Ingels /
Merken in gen Borgh
Slusen haiff
Zill Krompvoitt
Harmen Oeskens
Nelis van Helden
Geis Lucken
Dursdals haiff mitt sein theinde
joffer Geirdtten theinde
der halffen
pater in gen Weijde
sein theinde
Biesell
Harmen der smeitt
Dreiss Veischer
Gerardtt Poelen
Jan der Gaetz
Beelken op den Cruitzbergh
Wilm Buerskens
Jan Heinen
Trinen Slusen
die keirck
Goirdttgen Slabbers
Goirdttgen Quijten
der cuper
Powels Slabbers
Peterken van Daell
Heinken Truijen
Hamersteins haiff
der halffen
broick
Goirdttgen van Helden
Mettgen an gen Stap
der deicker
Frelich Ramecker /
Noch Goir…ten van gen Hav… gegeven 3 g an sein ... tuischen Wachtendonk
Beelken op den Cruitzbergh gegeven 4 ½ g
Noch to Wachtendonck betalt …
Noch Leonarten gegeven … datt hij a…en heft geg[even]
Noch to Wachtendonck betaelt 5 gl an Jurien Conteler.”
HCL Maastricht, SA Beesel en Belfeld, inv.nr. 73 N. De landschat voor Leeuwen, Offenbeek en vermoedelijk ook Bussereind ontbreekt.
vrijdag 13 oktober 1587
BEESEL - Overdracht Leuckengoed.
Ten overstaan van Fronhoven, richter, Leonart Ingels en Arett Kuper, schepenen, draagt Heijllen Aretz, als gevolmachtigde van haar man Michiel, een goed genaamd Leucken geutgen bij de hoeve van jonker Dursdalen te Biessell gelegen, over aan genoemde jonker.
RHCL Maastricht, SA Beesel en Belfeld, inv.nr. 36 fol. 8vs.
Vgl. akte d.d. sept.
1601, z.d..
'Hait Heijlken Aretz als volmechtig van hoeren man Michiel im gerichtzboick annotiert, op und overgedragen joncker Dursdals Leucken guetgen bij seinen hoeve thot Biessell gelegen, mit allen seinen rechten und thobehoer und ist in gericht, actum den 13 octobris a° 87.'
zondag 15 oktober
1587
am sondage vor St Lucas dach a° 87
BELFELD-GELOO - Overdracht onroerend goed.
Ten overstaan van mr Johan ... Fronhoven, Jan van den Cruitzberch en Leonart an gen Platze, schepenen, dragen Fullinck Leonartz an gen Loe en Jutte, echtelieden, al hun erf en goed aan gen Loe gelegen, met alle rechten en toebehoren niets daarvan uitgezonderd, voor een bedrag van 300 daalders over aan Jacob Emontz en Welken, ook echtelieden.
RHCL Maastricht, SA Beesel en Belfeld, inv.nr. 36 fol. 8.
'Hait Fullinck Leonartz an gen Loe mit consente Jutten uxoris krafft eines erffcoups op und overgedragen Jacob Emontz und Welken uxoris, alle sein erve und gout alss sij eluide zui gen Loe liggen hebben mit alle iren rechten und tobehoiren in und uitgelden niet forbehalden, vor drei hondert daler ... xxv daler van dartich stuver tstuck, und ist nach den verticheniss in gericht und geguet, actum ut supra.'
24 oktober 1587
TEGELEN / BEESEL - Johan van Holthuysen tot Besel, als vader en voogd van zijn dochters Anna en Ermgardt, voert als aanklager een proces tegen Bertram van den Bylandt, heer te Walbeek en gewezen ambtman van Gulik te Bruggen, gedaagde, betreffende de hof en het goed genaamd de Munte in het kerspel van Tegelen gelegen, leenroerig aan Zijne Majesteit als vors van Gelre en graaf van Zutphen.
Het Hof verbiedt gedaagde nog langer vruchten of andere goederen van de hof te voeren.
RHCL Maastricht, Hof van Gelder te Roermond, Gerechtelijke stukken 1587. Tevens processtukken d.d. 3-9-1587.
1588
zondag 10 januari 1588
HOLT-BLERICK - Engelbrecht von Holtmullen zu Holtmullen oorkondt dat Jacob Bonner, licentiaat in de rechten, als stadhouder van de lenen van zijn huis Holtmullen, in bijzijn van Steffen van Herttenfeldt en mr. Gerart Maessen, als onthouden mannen van leen, Abraham Hex op 27 december 1587 heeft beleend met de hof tgen Broick te Holtbleerick gelegen, leenroerig aan het huis Holtmullen, zoals zijn vader wijlen Henrich Hex dit eerder in leen hield. Abraham wordt beleend namens zichzelf alsmede voor zijn zwager Peter von Linden gehuwd met Barbara Hex en hun erfgenamen.
GA Venlo, Archief Huis Holtmeulen, Leenregister Huis Holtmeulen, fol. 20vs.
Nieuwe Stijl aangehouden.
14 februari 1588
ROERMOND - Ten overstaan van Hertevelt en Campen, schepenen (van Roermond), verklaart Cathrine Roeders, weduwe van Hammerstein, dat zij de obligatie d.d. 11 mei 1587 met de daarin genoemde onderpanden t.b.v. haar neef, jonker Henrich van Hammerstein, bevestigd.
GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv.nr. 105, procesnr. 37.
Gerard van Hammerstein, overl. Roermond 25-8-1587, was eigenaar van de Hamersteinshof of Spijker te Beesel-Ouddorp. Zie ook 20-2-1592.
7 maart 1588
TEGELEN - Ten overstaan van Anthonius van Berchem, heer te Berchem, Roij en Tongerlo, ambtman te Grave en het land van Cuyck, stadhouder van de Cuyckse lenen, en de getuigende leenmannen Jan van der Velde de Jonge en Jan Janssz Heymans wordt meester Peter van Arssen, als gemachtigde van Engelbert van Holtmoelen, ten behoeve van Engelbrecht [sic] voornoemd, na overlijden van diens oom Frans van Holtmolen, drossaard te Brugge, beleend met het huis Wambeeck onder Tegelen. Willem Mourmeester treedt op krachtens volmacht d.d. 7-3-1588.
RA Noord-Brabant, Archief Leenhof Cuyck, inv.nr. 5, fol. 233.
7 maart 1588
TEGELEN - Engelbert van Holtmeulen wordt beleend met 'het huys tot Wambeeck met de gemeijne zeijden en allen sijnen toebehooren", waarmee eerder op 29-5-1571 Frans van Holtmeulen was beleend.
RA Noord-Brabant, Archief Leenhof Cuyck, inv.nr. 7, fol. 124.
28 maart 1588
BEESEL - Overdracht onroerend goed.
Ten overstaan van Fronhoven, richter, Johan van den Cruitzbergh en Leonart Ingels, schepenen, dragen Dries van Hoeve [Horne?] en Heilken, echtelieden, en Johan van Camerick en Maria, echtelieden,
- een stukje land achter de boomgaard gelegen tussen Holthuissen en Tilman Wolffs, met een korte zijde grenzend aan Holthuissen;
- en een stuk land op het Wildenfelde gelegen tussen Tilman Wolffs en het goed van de kinderen van Jan Keupers, met een korte zijde grenzend aan de Haesselt,
over aan Goerdgen Rutten aan het bos en Trincken, ook echtelieden.
RHCL Maastricht, SA Beesel en Belfeld, inv.nr. 36 fol. 8vs.
'Hait Driess van Hoeven et Heilken uxor und Johan van
Camerick et Maria uxor, kraft eines erfkoups op und oevergedragen Goerdgen
Rutten an gen Bosch und Trincken uxori, ein stucksken lantz gelegen achter den
bongart neven erven Holthuissen ... ter einer und Tilman Wolffs lant ter ander
side, scheitende mit einen furheuft op Holthuissen lant; noch ein stuck lantz
gelegen op den Wilden felde neven erve Tilman Wolffs ter einer und Jan Keupers
kinder gout ter ander side, scheitende mit einen furheuft an die Haesselt,
seint des kouppenninck friddicht und iss in gericht, actum den 28 martij a° 1588.'
zaterdag 6 april 1588
op Paesaevent
BELFELD - Overdracht land.
Ten overstaan van Fronhoven, richter, Gerhart Wolffertz en Goerdt van der Hoeven, schepenen, draagt Beelken van Hoemoet, weduwe, een bedrag van 200 daalder à 30 stuiver, iedere stuiver aan 21 heller gerekend, tegen een jaarlijkse rente van ongeveer 6%, over aan Jan Emontz en Trijne [an gen Olijmeulen, zie april 1611 z.d.], echtelieden, met als onderpand:
- een stuk land te Belffent in het Nie Erff gelegen tussen Peeter an gen Broick en de kinderen van Lenertgen op Hei, met een korte zijde grenzend aan de heide;
- en een stuk land op de Nuen Kamp gelegen naast Hynssen land.
RHCL Maastricht, SA Beesel en Belfeld, inv.nr. 36 fol. 8vs.
'Hait Beelken van Hoemoet weduwe .. gedaen Jan Emontz und Trijnen ... uxori 200 daler aen 30 stuver stuck und 21 heller vor einen stuver sal jairlix dairvan hebben den 16 penningh ... verscheinende op Paesdach doch ... onderpant 2 stucken lantz gelegen to Belffent dat eine in die Nie Erf neven Peeter an gen Broicks erve und Lenertgen op Hei kinder erve ter ander side, scheitende mit einen furheuft an der heide, dat ander stuck gelegen op de Nuen Kamp ... kinder in gen ... ter einer und Hynssen lant ter ander side, die loess ½ jair tho foeren op to seggen.'
21 mei 1588
VENLO - Proces tussen Joes van Biesell en Wilhelm Strangh te Venlo, inzake borgstelling door laatstgenoemde. Geen details.
GA Venlo, SA Venlo, inv.nr. B 2674, fol. 37.
15 juni 1588
VENLO - Proces door Reiner van Holthusen, klager, tegen Lenart Kerckhoffs, als aangeklaagde. Van Holthusen eist 1.000 daalder wegens een obligatie welke die van Hensbeck hem 'upgesacht solden hebben'. Eis afgewezen wegens gebrek aan bewijs. Van Holthusen wordt veroordeeld tot betaling van de gerechtskosten.
GA Venlo, SA Venlo inv. nr. B 2674, fol. 38
Bevat geen verdere details of verwijzing naar Beesel.
10 juli 1588
SWALMEN ‑ Verslag van het "voogtgedinge of wroege" te Swalmen.
RHCL Maastricht, SA Swalmen en Asselt, inv.nr. 93.
Met lijst van voetpaden en andere openbare wegen.
SWALMEN - Voogdgeding of wroege, met regels voor de openbare orde en openbare ruimte zoals beheer van wegen en voetpaden.
"Copia Copia
Vooghtgedinne ofte wroege tot Swalmen op den kirckhof gehalden den 10 july 1588.
In den iersten hat Johan Kehren genant Fronhoven, scholtis der gantzer gemeynten afgevraegt of sij iet to wroegen of to bekronnen hetten naer den alden gebrouck, van stegen und straeten, gewicht unnd maeten unnd wat der hilliger kircken aengeit, sunst bouschs unnd broick betreffende, vort forgelesen tgene dat hij bij tide van Johan Hertzoch im jaer achtenzeventigh in den kircken is gepubliciert als folgt,
Van onder der missen gein bier to tappen.
Anno 78 sondagh den 7 septembris ist in der kircken opentlijck verboeden
dat geyn wyrt onder de der hilliger missen beyr tappen noch leut sitte sullen
op pene eines goltguldens so duck sullicks geschueger, edoch den reisenden man
unnd krancken luyden ire nootdurft voorbehalten,
Van nae 7 uren im
winter und 9 uren im sommer gein bier to tappen.
Insgelicken en sal gein weirt na seven uhren des aeventz im winter und
negen uhren im sommer bier tappen mogen, anders dan vurss. und op gelicke pene
und straeff,
Unnd diejenige die nae den voirss. uren bliven sitten drincken und geulen
sullen ieder in der gelicke pene verfallen sein,
Van dat niet alle beesten over den fisschers pat to drijven.
Op den selven dach ist ouch in der kircken geroepen dat niemant vasel rinder oder schaepsvehe wie van alts gebreuchlich over den fisschers patt drieven of gaen sal laeten, dan pferdt, mastkohe unnd broickschaep of der her sal sij straeffen,
Folgt wat anno 81 eindrechtigh entsloeten
unnd ingewillicht.
Wie Kirck und broermeisteren sich mit ire
reckeninge to halden.
Item
is den boeden wel scherpelicken verboeden den kirck unnd broermeisteren aen te
seggen, dat sij alle kircken unnd broerschap renten inmaenen unnd opbeuren
sullen, und wir der kirck of broermeister inne seiner teit niet en betaelt, der
en sal die fraxy niet genieten, het sij koren saet off oliehe unnd aloo den
profit der fraxy verwirckt hebben,
Folgt wat anno 1587 den 23 febry
eindrechtigh tot wailfaert der gemeynten ist entsloeten unnd verdraegen,
Ordnongh op ten bousch und gemeynde.
Met consente unnd in bijwesen der edeler und erenduegentreicher Marie van
Anstenraede wedewe frouwe to Hillenraede pandtfrauwe tot Asselt und Swalmen,
Johan Kehren genant Fronhoven scholtis unnd sementlicher schepen tot Asselt en
Swalmen ist auch in presentie und met goeden weten und willen sunst der
begeirte der inwoener aldaer ofs desselven kirspels eindrechtigh verdraegen
unnd gewillicht, dat die breucken und verfellen so die onderdaenen in disen
geferlicken tijde verbreuckt, met gonsten guetlich hingelacht und verricht unnd
betalt, unnd dat hinfort goede opsicht unnd huede op ten bousch, heide unnd
weide gestalt unnd gehalden unnd hinfort die breucken nae den algemeinen bousch
ordnongh geëxecutiert unnd ontfangen werden moechten, daer met bousch, broick
unnd gemeinte in eeren und wailstant wurde bracht und gehalden, also dat die
nacomlingen van goeder ordnongh niet allein ein gout exempel, dan auch nut und
profit moechten finden,
Wie van alden
gebrouck den noedighen holt to geven sein sal.
Doch
dat den alden gebrouch nae die jenige die verbrant, sunst bowloes weren worden
noitturflijck holt tot opbouwong unnd reparation der gehuchter gegeven und van
den gerichte geweesen werden sall, dair oever sij dan auch niet en sullen
houwen op pene der gewoinlicker bouschs breucken,
Item als dat gericht geweesen, sal der forster daer bij sein, dat tgeene
geweesen ist, op eenen dagh afgefahren werde, op pene als boven unnd
verbuerniss des holts,
Dat alle bouschs breucken ten nesten
gerichtsdagh to compareren,
Undt
omme in diesen des too beter ordnongh to halden ist gelicker gestalt
eindrechtigh verdraegen, dat alle die jenige die breuckbaar bevonden werden,
van den foerster gepant, den irsten sytten forbeschieden werden sullen und alle
teit sal men alle breuckhafte bynnen einen maent gepant, und gefallen op ten
iersten gerichtsdagh nae ommeganck des maents daerine sij gepant worden,
befelen vor to komen umb sigh to verdragen,
Dat den jenigen die als oben niet en
erscheienn gein genade gedaen sal werden.
Da
sij aever daer oever suymich und uytblieven wurden wy vurss. ierstvolgenden
gerichtsdagh sullen vor die allinge verordente breuck pantbaer unnd executabel
seyn, dair af der anganck op den iersten marty neeskomende sijn, unnde dat
ierste sitten in den maent april sein sall,
Dat den foerster gehalden alle sondach die
breuck to doun opschrieven.
Der
forster sal van hin fort gehalden sein alle die jenige die hij alle weken find
breuckigh des sondachs einen van den gerichte doen op te schrijven und bij eyde
sich erkleeren wie und wair oever hey einen jecklichen fonden heit, unnd dair
af alle gerichtsdaghen die zedell in die banck leggen sonder imant to
verschonen op pene van seins eiden straff unnd ampts ontsettonge,
Die genachten to halden.
Forder is huide dato auch einhellich verdragen unnd ingewillicht dat man
die genachten im fall immer mu gleich halden unnd reichten sal.
Alle jaer ein
jaergeding und vroege to halden.
Auch
dat jairgedinge und wroegerecht (dat alle jaer op ten iersten donnerstach in
den braeckmaent unnd den iersten donnerstach nae St. Remakell to ferne tzelve
gein festdagh ist) uitgedingt sal werden.
Dat wroegrecht alle jair aff to lesen.
Und
op dat jederman von breucken und boeten, steegem und straeten, gewicht unnd
maeten, unnd all wat der heilicher kircken unnd clousen broerschappen, armen
unnd ganzer gemeynden aengeit goede memorie und wetenschap halden, sall mann
alles ordentlich beschrieven unnd op den jairgedinghsdach opentlich aflesen.
Dat opt jair oft wroeggedinge uit iederen
huise ein man erscheinen sall.
Op
den jairgedinghsdach sal nae alde gewonnheit uit iederen huis ein man (dar die
seynt) op pene van vijf marck groit, gehalden sein vor gericht to comen, unnd
horen alle gerechtigheyt des kerspels aflesen und publiceeren, sich dat gantze
jaer dair nae to halden unnd vor schaede to hueden,
Van alle jair dit befell van den bier tappen niet af to lesen.
Ist auch verafscheidt dat man dat verbott van onder der hilliger missen unnd aevontz gein bier to tappen, noch to bliven sitten langer dan die beheurliche tijt, nehesten sondach wederomme unnd also jairlichs continuerende op ten voigtgedinge hier niet publiceieren sall.
Van den 4 freien tot Swalmen.
Ierstcolgende vaegtgedinge ofte wroege tot Swalmen op ten kirchof gehalden op sondagh den 10 july 1588
Huyde inn presentie der ganzer gemeynde hait Zill Kromvoets der aldster schepen erkleirt dat geine freyheyt van hoeffslach en sij inn diesen gerichte, dan dat Hoppenrae, dat Gewijt unnd der Beijswert, behalven het geene dat beweyslich vrij gegolden ist.
Wroege der
gemeiner wegen unnd irst der voetpatt aen den Schatzkoulen.
Van
wegen der gemeyner foetpede ist erkleirt dat ein gemeyn foetpat ist, der
aengeit an der Schatzkoulen nae der Deuffelseicken nae gen Houterfeldt, vann
danne in die Sandtstraete uitter Sandtstraete opt Voerfelt dorch dat
Venlonischer straetgen achter Peeter Smeetz goudt op ten Mortel, van den Mortel
durch den Hoeffacker neffens Bouten goudt op die oliehsmeulen, van der
oliehsmullen langhs den Nouwenhof oever den Aldenhoever patt op Boekesstap unnd
van danne in gen Mase.
Den foetpatt van
den Foeskensberg.
Der twede foetpatt lut van den
Foeskensbergh aff achter Beckerhouve op die oliehsmullen, van daer aff dorch
den Hoefacker, uuyten Hofacker inn die straet to Middelhoven, und also neffens
Jan Hergodtschalcks goudt, bij Gerken Goetzen goudt oever den Papenwegh recht
op ghen eycksken,
Der Fisscherspat.
Der
derde foetpatt genoempt der Fisscherspatt geit ahn op Johan Heijnemans stap,
tot ahn Heinrich Doutzen gout, dae selfft neder in die Wijler straet, unnd also
die straet in biss ahn Gerken Goetzen goudt, dae selbst op oever den kamp,
oever die hoeffstatt und aldair aff op den Fisscherspatt, der keert unnd wendt
ahn den Bieswertt,
Der wech opten Hoegen Wert.
Vonn
den gemeynen wegen ist gewroecht unnd gecleert in den irsten tot Swalmen opten
Hoigen Werdt der wech der oever den Hoigen Wech geit biss ahn die Mase of
Leijnpatt der sall so breidt sein, dat ein man sittende op einen perde,
hebbende aen ieder side ein perdt neffens gaende hin reiden kan, van danne
langs den Bieswertt, neffens Heistersdries bis op gen Steine,
Die Esselstraet.
Die
Hirtsstraeten als die Essels straet die geit ahn tot Asselt dorch die beeck
neffens Jan Aelarts goudt neffen Heinken Cuepers off Naelken Coenen goudt auch
neffen Nagels goudt bis in gen heide.
Der wech aen Heinrich Maess off Reutzen
goudt.
Noch
gewrocht einen gemeinen wech aengaende bij Heinrich Maess off Reutzen goudt
oever die Hoichstraet, neffen Philips Beurskens gout, dorch die Santstraet bis
in gen heyde,
Die straet van Asselt dorch Middelhoven inn gen heide.
Noch eine gemeine straete komende van und dorch Assell langhs dat
Merlebroick dorch Wijler, dorch Middelhoven, langhs den Laekbergh bis in gen
heide,
Der wech an den Laekbergh.
Van den Laekbergh oever den Horichswech
langs den Tutenbergh biss in den Steinacker,
Der wech aen gen Lijntgen.
Noch
ist ein gemeyn wech der ahn geit ahn gen Lijntgen oever der Mullenwech langhs
Beekerhof in die Beeck biss op Honsfalderen van danne langhs Aldenhouver hof
oever der Oeberch langs Wijler biss in
die gemeine straete, neffen der Swalmen nae die Tutenbeeck nae Hoosten wartt,
Van Assel gaen drey ween aengaende ahn des heeren van Schinne falderen.
Der eine geit neffen die handt recht af naer den Mullenwech und den Meulenwech
oever tot in die Rayerstraet.
Der ander nae sich an die handt tot op gen Lijntgen unnd also over Hillenraeder
dijck biss in gen heyde.
Asseler wegen.
Der
derde tusschen den Lijngen ynd den Eusbaent dorch langs die Veulens weyde dorch
die Leeuwer Ohe op Breussels Bentgen dorch den Hoelstraet op nae Leuwen unnd
Ruremonde, over 't Gewijt geit einen foetpatt nae Ruremonde.
Voert to kommen totten ferstat tot Buggenum geit der wech tusschen des huis
Hillenraedts benden dorch biss op Buggenemer ferstadt und op Breussels Bentgen
in die Hoelstraet voorss.
Oever Heistershof geit ein gemeine naeberwech naer den Aldenhouver moushoff
neffen Nouwenhof beyst in die straet.
Die herbaenen of herstraeten op Ruremonde weten alsoo iren einganck und
vuytganck,
Tien wagens open gaten.
Verner is gewroecht unnd erkleirt dass
als der roghwagens omme tiende fert, dat die als dan oepenen mach die Stap an
Jan Heijnemans gout, op, oever den Mortel biss ahn Henrichs op gen heyde goudt
in die Bouten straet, van danne fort aen Gerken Goetzen goudt op, to doin, und
over dat feldt biss aen Gubbels kamp, nu toebehorende Thijsken Aelertz son tgen
Nop und aen Jennissen van Rour goudt neder in die straet,
Item in der Hofstraet ann Jan de Lattgoudt nu toebehorende Derick Koicks den
Jongen und dorch die hofstat nader aen Naebers gout aen die Wijler breuck biss
op ten Fisscherspatt,
Item als der tienwagen op den Hoeffacker faren moit sall man (imfall die
inhebber des Jan Hergodtschalcks gout den wagen over den mischof keren dede,
die stap neffens den schaepstal opbreecken, unnd haelen die thiendt wie van
altz gewonnlich.
Folgen die naeber bekronnongen.
In den iersten ist voorhin bekroent geweest die straet to Middelhoven tegen den hof in der weyde tot Venlo aen Heinken Beurskens und Truidt Sneven goudt.
Leonard Dorpmans und Claes Scholmans hebben becroent dat dit kerspel den foetpatt langs erve ahn der oliehsmullen heft laeten affloepen, alsoo dat der foetpatt nu vortann oever hoen erve tot hoennen schade gedreven wirt, bidden remedie.
De bruggen over
den Leygraef.
Van
den Floetgrave off Leygrave is gewroecht unnd opentlicht geteught vann der
gantzer gemeynten dat die Carthuiser herren schuldich sein den selven Leijgrave
to fegen und open to halden mitten brucken bij gemelten herren opgericht und
doin macken, aengaende boven den hoeve van den Scharbroeck und Tichelerien in
dat broick to Assell ahn der Hoger Hecken unnd dorch dat broick langs die erven
dorch biss in gen Mase, und dat maill jehr die Carthuijser herren der gemeinden
van Assell ein aem biers off meher off myn geschenckt heft, unnd hoen gebeden
den voorss, grave te helpen opmaeken unnd fegen wie auch geschiet were,
Unnd bouven den Floetgrave nae den Foulenbenden were ieder erve schuldigh den
grave tegen den sijnen op te maeken bis in die herlicheit van Leuwen,
Die Carthuiser herren hierop gehoirt, seggen die bruck niet schuldigh to sien
to maecken, so sij bescheidt van den Leijgrave hedten, und dat die sradt die
brucken van den gemeynen straeten hier als to Niell to halden schuldich weren,
Wilhelm Kelleners heft bekronnt den wech of gemeyn herstraet tusschen seinen
erve und Nael Wolters goudt,
Maes Nelissen heft bekronnt die herstraet daer Pauwels Zilkens ploecht to
woenen und meer anderen,
Noch ist van der gantzer gemeynden bekronnt der toun tusschen der Hoeverbroick
und dat Schoelbroeck men den wijden daer in gepoet,
Insgelicken dat die thiendeners gaen tienden tegen den alden gebrouck, und
haelen tienden in afwesen der proprietarissen, auch dat sij niet aen en gaen,
dair ahn gemeyt und aengebonden is, nae alden gebrouck,
Item der weck gaende van Assel langs die benden na Leuwen, nu toegevaren vide
van der gemeiner wegen alss for,
Item dat Neerstraetgen is to enge gewroecht bij Augustins goudt,
Item van den gantzer gemeynden gewroecht unnd bekronnt, dat der Fisschers patt
geine vehedrift en sij, dan ein naeberwech daer nemant drift hat, noch niet
wieder dan forgesacht, en op ten hoeffslach of nae den augst, edoch one schade
to gebroucken, wie als voor gesagt bey tide Johan Hertzoch scholtis opentlich
gepubliciert also unnd anders niet to gebroucken unnd hier for afgelesen, dat
daer oever jemant schaede geschuege were pandtbar unnd den schaede to
entrichten schuldich,
Die breucke van den holt is 3 goltgulden,
einen den heer, einen den gerichte, einer der scheutt of anbrenger.
Van
den frehebroick is veraffscheidt dat dat selve in maeten als ingestalt befreedt
sal sein unnd bliven tosamen unnd die den freede gebroecken to straf to halden
und vor gout aengesien, dat ein feldtschutt aengestalt wirdt die bruecke unnd
feldt vor hinder und schade to bewaren,
In der beeck tusschen Roeskens bongart nae der folmeulen wart to enge bekronnt,
Item Heijncken to Wijnreden ann Gehart Lindemans gout, auch aen den
popelweiden,
Houb Schloetmecker is bekronnt to nahe gegraven to hebben in der Hoelen
straeten tusschen den twee falderen und ann den koeme…,
Beleydt op diese vurss. unnd andere bekroenongen gehalten,
Am folgenden dage hebben scholtis unnd
schepen beleydt gehalten und angegangen op den Folmullenwech, und befonden aen
Philips Wevers thoun, tegens den peerboem, den wegh to enge gemact to sein ouch
tegen den broicksken breuckigh,
Opperwartz tegens Behelen in der Beeck nu Potlepels dochter aen dat peerboemken
daer alteit einen thoun gewest is, unnd nu ein grave opgeworpen, der den
straetien te seer nae ist opgeslaegen, breuckigh,
In Clemens bongartgen ligt ein pael tegen dat peerboemken und die weyde tegen
Goltskens huysse, afkommende tegen den vurss. paell plecht der thoun ten halven
nootboom to staen all breuckigh.
tegens Maens gout und Henrick in gen Beeck bentgen in den straetgen nae den
mullen wart all to enge, und sunderlich dair die affairt van Maentz gout hier
beforen geweest is, breuckigh.
In diesen vurss. Folmullen wech moet aen beiden enden als ahn inganck aen
Heinrich aen der Beeck bentgen und uytgaende aen den broecksken moet der wech
gemaeckt sein dat wederom daer dorch to faren und to fleutten ist,
Die herstraet kommende langhs Beeckerhof geit agter beeck op tusschen der
Carthuiser herren bongart und Heincken Cuepers kinder erve is befonden gantz
foull, moit gebriet unnd opgemaeckt sein,
Die ander straet recht opgaende nae Nielken Lijndemans huiss, ist auch eine
gemeyne straete, moit ten beiden siden aen holt und erden gebriet sein,
Der eickboom staende onder ann Lijsbetgen van Oist erve ist verafscheidt dat
sij den selven binnen xiiii dagen afhouwen unnd ruemen sal, so hey met den erve
afgesoencken ist, op verluyss des booms unnd straeff daer toe staende,
Auch sal man die hoige beneven dieses wechs van den einen eyckboem totten
anderen afslichten dergelijcken auch ahn den anderen siden geschehen sal,
dergestalt dat die foirluiden neffens den anderen onverl…t wesselen sullen
konnen,
Aen der stappen van Nielkens erve tot aen den irsten eyckboom den grave op die
richden af to stecken, breucke,
Daer tegenoever van Gerken Nielkens foeren onder alle die weyden langs, sal der
graeve gericht und afgestecken worden so weit die onderste weiden op die
gemeinden sullen staen wie sij gepoet seint, breucke,
Aen Keufen gout tegen den weiden die op der straeten staen ahn den falderen, nu
Jan Lijndemans togehorigh tot an sein eigen weiden sal den grave afgesteeken
und gericht worden,
Grietgen to Hoosten sall alle hoeren garde langs ruemen biss op den bynnensten
steyle van hoere schuyr en dan der denne allein op die gemeinte to setten
vergunt ist, breucke,
Van Pauwels Silkens huys opperwartz tot an Ercken Metten gout to ruymen den
grave tot dat men die alde staecken van den thoun der lesmahl daer gestanden
gesien hatt, breucke,
Alle Encken ten gout langs tot aen Jan op Graet gout dat Griet in gen Kar in
toucht besit gelickfals, breucke,
Van denne bis op Willemess of Coumans goudt langs Merten Bartelmans goudt bis
op den pael liggende binnen den hoortgadt, die voorss. platzen ouch to ruymen
tot der platzen daer hier fortitz der thoun heft gestanden die stacken gesien,
breuck,
Merten voorss. und Derick den Muller to examineeren wie weit sij den paell in
hoer erve gesat hebben, hier is van beiden sijden to to sehen fornemlich aen
Joistgen Roeickes [?] huis den grave toebehoorende Koerstgen Houben, breucke,
Den grave aen Pauwels Peuckens huis in to ruemen, breucke,
Item Derick den Muller seinen grave ouch to doin slichten gelick den alden
thoun und gelijck Maes Nelissen goudt steit, breucke,
Dries den alden muller sall seinen grave slichten bis op den alden thoun als
boven, bruecke,
Van dann seint wir gegangen tot aen gen Schoelbroick op die bekroenonge
vergangen daghs geschiet van wegens des thouns bij jonker Baexen gesat over dat
beecksken, eerst voor und nae hinder die weiden auch bij ime int Schoelbroeck
tegen den alden gebroeck gesat, hier op is gesacht, dat Baexen schuldigh den
thoun bynnen die beeck in sein broeck daer hier befoeren der alde thoun
gestanden und man die stange noch befonden to setten unnd die wieder to tuynen,
breucke,
Van danne komende in die straete aen Laeckbergh neffens des hof to Wiler goudt,
ist aen den alden scholtissen goudt der grave to weit in den wegh angeslagen,
breucke,
Den Horichswegh van den Laekbergh neder is to enge befonden, sal befolen werden
to maecken als voor gewest ist, pandtbaer,
In der straeten nederwartz naer den Biesenschen wege aen Houb Slotmakers lande
is der graeve to seer in den wech gelacht to ruemen und pandtbaer,
Hencken Lyndemans dair bij pandtbaer edoch erbiet sich dat seine af to stecken,
Den Bieselschen wech aen Henrick Augustins lande und von allenthalven ten
beiden siden af to stecken und wieder to macken soo dat der einer wagen neffen
den anderen passiren und repassiren kan, auch allenthalven langs die gemeine
wegen to befelen met den irsten gravens die hecken niet over to dringen und die
overgedrongen seint to ruymen, pandtbaer,
Tot Middelhoven aen Philips Beurskens of Sneven goede tegen des paters In der
Weiden hoeve, ist der gantzer thoun ad 241 staeken toe naer der straeten gesat
befonden als for op beleit gesacht is,
Die schepen hebben hier forteitz in afwesen des scholtis doch op seinen befell
in diesen straeten beleit gehalden, affirmeeren dat innen doenmals is beteucht,
dat den thoun langhs die staende nootboomen heir vooren gestanden hatt, ergo
breucke,
onderstont, gecollactioneert dese copie tegen seeker boecxken geintituleert als folio 1mo te sien ende bevonden in eenen parquementen omslagh in deselve copie daer mede bevonden te accordeeren bij, was onderteekent J. Lubbers
Accordeert bij mij mette voorss. gecollationeerde copie
quod
attestor
H.A. Geelen
secretaris"
RHCL Maastricht, SA Swalmen en Asselt, magazijnlijst nr. 96.
Het afschrift wordt gevolgd door een verslag van het voogdgeding van 28 mei 1764, eveneens opgesteld door secretaris Geelen. Daarom zal het afschrift wellicht van dezelfde datum zijn. Enkele vreemde constructies en schrijfwijzen in de tekst zullen het gevolg zijn van het twee maal kopiëren van de tekst.
12 juli 1588
VENLO ‑ In het proces tussen Johan en Hendrick van Greffraedt, laatstgenoemde tevens als gevolmachtigde van zijn broers, zus en zwager, allen voorkinderen van wijlen Johan van Greffraidt de jonge en Janne van Rostrum enerzijds, eisers, en Judith de Haen, weduwe, en Anna van Greffraedt, nadochter van voornoemde Johan van Greffraedt als aangeklaagden anderzijds, inzake eigendom en ontvreemding van een gedeelte van de nalatenschap van Johan van Greefraedt de jonge, bepaalt het Hof dat de eisers geen recht hebben op deze goederen te weten de hoeve Betersweert te Kessel, en de hof van Zijmen (= Simon) Otten te Hinsbeeck in het ambt Krieckenbeeck gelegen, zijnde leengoed van de graaf ("greven guet"), plus 3 ½ morgen land te Venlo "aen den heijligen boom in gen Rijedt" gelegen. Judit de Haen behoudt het (vrucht)gebruik van deze goederen en een vergoeding voor vruchten, hout, renteverlies en proceskosten.
GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv. nr. 487, procesnr. 3205, fol. 29‑30. Idem (met als datum 17-7-1588) in GA Venlo, SA Venlo, inv.nr. B 2694.
Johan van Greefraedt was leenman van de Nieuwe Schei te Beesel-Leeuwen.
13 juli 1588
BEESEL ‑ Ten overstaan van de laten Arit Kuper en Peter Quiten wordt Goerdt Quiten na het overlijden van Thijss den Smeit namens de kerk van Beesel beleend met huis en hof afkomstig van pastoor Goerdt van Biesell.
RHCL Maastricht, FA Van Merwijck-de Keverberg V 1504, inv.nr. 105: Burense Laathof te Beesel, fol. 40.
Zie januari 1577 en 30-6-1621.
2 augustus (15)88
BEESEL / STRAELEN ‑ Johan von Holthuisen oorkondt dat hij met Arnt von Eyll, burgemeester te Stralen, enkele achterstallige pensioenen heeft afgerekend, afkomstig van een hoofdsom van 1.300 daalder waarvan Von Eyll brief en zegel in bewaring heeft. Holthuissen is na deze betaling nog 1.096 ("elffhondert daller min vier") daalder schuldig aan de kinderen van voornoemde Von Eyll of de eigenaar van deze obligatie, welk restant hij belooft te betalen op Sint Andries (30 november) aanstaande, waarmee alle achterstallige termijnen zullen zijn voldaan. Verder is overeengekomen dat de helft van dit bedrag, te weten 548 ("sestehalbhondert mijn twe") daalder, 1 oktober aanstaande ("nu nest kompstige Remeismyssen") zal worden voldaan.
Op verzoek van Johan von Holthuissen to Besell wordt de akte mede ondertekend door Peter von Loijn en Jacop Floeren, schepenen te Stralen.
RHCL Maastricht, SA Beesel en Belfeld, inv.nr. 24. Gecollationeerd afschrift door Wolter Engellen, gerichtsschrijver te Stralen, waarbij deze opmerkt dat Holthuesen zich vergist heeft ("selbst abusiert hefft") door 1.300 daalder te noemen waar 1.100 worden bedoeld, zoals blijkt uit het afschrift van de hoofdbrief d.d. 30-11-1563.
3 september 1588
ROERMOND - Gerhard Spee legt de burgereed van Roermond af.
A. van Beurden: De familie Spee te Roermond. In: De Nederlandse Leeuw, ... blz. 79-83. Wapen: van goud met vier rijen met de punten geplaatst opeengeschoven zwarte driehoeken 3, 2, 3, 2, in de kathedraal te Roermond.
18 september 1588
SWALMEN - Cornelis Mercator, bloedverwant van wijlen Lambertus Mercator, eertijds pastoor te Swalmen, vermaakt bij testament ½ malder rogge, na zijn dood jaarlijks op St.-Cornelisdag uit te delen aan de armen van Swalmen.
Ramakers, blz. 276.
1 oktober 1588
VENLO - Proces door Reiner van Holthusen, klager, tegen Johan Cuyten, als man en voogd van zijn echtgenote, als aangeklaagde. Diens vrouw heeft een obligatie erkend.
"In saicken tusschen Renier van Holthusen kleger eines
und Johan Cuyten als man und momber sijner huijsfrauwen anderdeils, wijst der
schepen vor recht, naedem beklagtes huijsfrow dat handtteiken bekent und dat
sij dat gereidt aldaer gebuert, so sall sij vermuegh desselve handtteikens
upleggen und betalen. Belangende den
anderen dar...ver angeschreven parcelen, sall beklagtes huijsfrow mit Holthusen
rekenen, und wes sij bekent, sall sij betaelen, wes sij ontkent, darvan sall
sij sich mit ure eide purgeren moegen."
GA Venlo, SA Venlo inv.nr. B 2674, fol. 39.
Van Holthuijsen was eigenaar van kasteel Nieuwenbroeck te Beesel; zijn zus Sophia was gehuwd met Johan Quiten. Bevat geen verdere details of verwijzing naar Beesel.
4 oktober 1588
DORDRECHT / ROERMOND ‑ Borgemeesters, schepenen en raad van Dordrecht oorkonden dat op verzoek van Pieter Henrixz en Marten Beerkens, namens de gildebroeders van de houtvlotters van Remunt, een verklaring is afgelegd door Willem van Beuyl Arents(zoon), burger te Amstelredam, oud circa 43 jaar. Deze heeft onder eed verklaard dat hij en wijlen zijn broer Dirck van Beuyl ongeveer 22 jaar geleden, toen beiden burgers waren te Nymaegen, in hout hebben gehandeld dat over de Maas stroomafwaarts werd vervoerd, zoals wijlen hun vader Arent van Beuyl dit meer dan 40 jaar daarvoor had gedaan. De getuige en zijn broer hebben nooit gebruik gemaakt van andere vervoerders dan de houtvoerders van Remunt, volgens het oude gebruik en vrijheid van de houtvoerders van Remundt. Ook hebben zij hun vader vaak horen zeggen dat deze nooit iemand anders op het hout heeft gehad dan Roermondse huurvaarders. Tenslotte verklaart hij nog, dat hem bekend is dat enige burgers van Grave, te weten Thys van den Aertwech en Willem van Lith, eveneens houthandelaren, altijd uitsluitend gebruik hebben gemaakt van de houtvoerders van Remundt.
GA Roermond, Oud Archief, inv.nr. 1034; charter met grootzegel van Dordrecht.
28 november 1588
BEESEL - Overdracht landerijen.
Ten overstaan van Lenart Engelss en Arret Kupers, schepenen te Biessell, draagt Gerhart Kock der Jonge, met toestemming van zijn vrouw Lisbeth, ongeveer ½ morgen land op de Solbergh gelegen tussen Anna van Hambach [wed. van Rutger Fynemans, zie 24-5-1571] en Claes van Schlousen, met een korte zijde grenzend aan Anna voornoemd, alsmede een stuk land op de Solbergh gelegen tussen land van de kerk van Biesel en Claess Schlousen, welke beide stukken de verkoper van zijn vader met toestemming van zijn zussen bij zijn huwelijk had ontvangen, over aan Teiss Engelss, ongehuwde zoon van Leonart Engels, en diens erfgenamen.
RHCL Maastricht,
SA Beesel en Belfeld, inv.nr. 36 fol. 15.
'Ist
persoenlich erschienen Gerhart Kock der Jonge mit consente Lisbethen uxoris
kraft erfkoups mit rechten verteichenis witlich und wail nae den lantrechten op
und oevergedragen Theissen Engelss Leonarten Engelss sohn onverheiligt et
heraedibus ein stucksken lantz groit omtrint einen halven morgen gelegen op den
Solbergh beneven erven Anna van Hambach ter einer unnd Claessen Schlousen erve
ter anderer sijden, schietende auch mit einen fuerheuft op der vuerss. Annen
landt; noch ein stuck lantz op den Solbergh gelegen neffen der kircken erve van
Biesel ter einer und Claess Schlousen erve ter anderer siden, wilcke voors.
beide stucken lantz berkoeper van seinen vader mit consente seiner suseteren op
heilich bekommen heft, kauppennincks friddigh und nae rechtlicher opdragt ist
ingericht, actum ut supra.'
1588 z.d. ?
VENLO ‑ Robert van Dursdal, echtgenoot van Margaretha van Beringen, wordt beleend met de halve visserij op de Maas bij Venlo.
RHCL Maastricht, Hof van Gelder te Roermond, inv. nr. 205, fol. 355vs‑357.
Zie ook 1592, 1598, 1612, februari 1626, mei 1628.
1589
25 januari [15]89
BEESEL-LEEUWEN - Overdracht Schei.
Ten overstaan van de Gelderse leenmannen Dierick van Drupt en Herman d'Lat Lenertsz. dragen Johan Vinck en zijn echtgenote Walburgh hun hof te Biesell over aan hun zoon Arnt Vinck.
GA Venlo, SA Venlo inv.nr. 2668. Met dank aan Jan Hanssen.
27 januari 1589
SWALMEN ‑ (Afgeloste) rentebrief ten behoeve van Louwy Thonissen van Harten, groot 6 daalder over een hoofdsom van 100 daalder ten laste van de gemeente Swalmen.
RHCL Maastricht,
SA Swalmen en Asselt, inv.nr. 283; charter.
1 februari 1589
BELFELD-GELOO ‑ Overdracht land, met naasting.
Ten overstaan van Fronhoven, richter, Gerhart Wouffertz en Peter van der Hoeven, schepenen, verkoopt Goerdt Feullincks een stuk land tussen Bockshoever streep' en Mery Spoers en Henricksken Lemmen gelegen, met een korte zijde grenzend aan de Mirgelwech, voor een niet genoemd bedrag aan Trijnen in gen Eckreick.
Dit land is vervolgens beschud door Lem Feullincks.
RHCL Maastricht, SA Beesel en Belfeld, inv.nr. 36 fol. 10.
'Hait Goerdt Feullincks verkogt ein stuck lantz gelegen neven Bockshoever streep ter ener und Merij Spoers und Henricksken Lemmen ter ander side, scheut op den Mirgelwech, aen Trijnen in gen Eckreick vor einer somma van penningen der sie tho freden, und ist ingericht; demnae is koemen Lem Feullincks und heft dat voirss. erve beschudt als recht und is ime verbleven, actum den irsten febr. a° 1589.'
10 februari 1589
VENLO - Anno [15]89 den 10 februari hefft Merten Custers van Belfelt synen Eidt als burger gedaen.
De Maasgouw jrg. 32 (1910), blz. 87. (betreft burgerboek Venlo)
Voor dochter uit dit huwelijk zie 1-11-1621.
24 februari 1589
ROERMOND - Ten overstaan van Goltstein en Hillen verklaren Bruno Heijster, voogd te Zittart, Henrick Heijster en Gerhardt Heijster, met toestemming van hun broer Joannes Heijster, dat zij vijf stukken land te Roermond gelegen, te weten:
- een stuk land aan Wevers Duijffhuiss nabij de heide van Maasniel;
- een stuk land daar vlakbij gelegen;
- een stuk land tussen de twee windmolens gelegen, grenzend aan de weg die naar de windmolen van de Karthuizers leidt;
- nog een stuk land nabij deze windmolen gelegen;
- en een stuk land grenzend aan de Greijwech (?),
verkopen aan
- Joist van Gangelt en diens echtgenote Anna;
- Dederick van Leuwen en diens echtgenote Tuenisken;
- en Gee--rt van Gangelt, zoon van wijlen Johan van Gangelt.
GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, Overdrachten deel I, fol. 420vs. Met aantekening in de marge dat deze overdracht achteraf is geratificeerd door Henrick van Ulffen als man en momber van Mettel Heisters.
19 april 1589
VENLO - "Rabeth van Dursdall verorkundt op Wynken Byrmans und Peter ... gewin up ur noet".
GA Venlo, SA Venlo, inv.nr. B 2674, fol. 48vs; geen details.
10 juni 1589
VENLO - "Lenart de Vher als momber LL Boener up Alardt Cuyten der moller klar gewin."
GA Venlo, SA Venlo, inv.nr. B 2674, fol. 49vs.
3 juli 1589
RIJKEL - Akte van immissie.
Ten overstaan van Fronhoven, richter, en verdere gerechtslieden [niet genoemd] zijn aan de erfgenamen van wijlen Aelbert von Meissenborgh kort geleden enkele onderpanden gerechtelijke toegewezen, nu eigendom van de erfgenaam Geirlingh Jeucken [vgl. Jaecken 25-4-1561] als bewoner van de Schlousser hof, eerder eigendom van nu wijlen Cun Aretz. De erfgenamen verzoeken nu deze toewijzing door de bode van Biessell te laten aanzeggen bij genoemde Jeucken. Tevens eisen de erfgenamen dat zal worden overgegaan tot scheiding en deling van de in de obligatie genoemde onderpanden.
RHCL Maastricht, SA Beesel en Belfeld, inv.nr. 36 fol. 9; voor Slousenhof te Rijkel zie o.a. vóór 9-11-1600 (z.d.) en april 1613 z.d.
Voor Meisenborgh m.b.t. Rijkel zie ook 26-8-1628.
'Als
hierbevoir edoch in kortzen dagen die erfgenamen wilant Aelbertz von
Meissenborgh inhalt brieff und siegell mit forgaende exhibition und erkanter
kijrckenspraeck und verblivongh des onderpantz nae den lantrecht seint
immitteirt und ingesacht urkunt der scheffen van Biessell hier present
erscheinen ten oeverflout gedachte erffgenamen, nachdem innen biss anher geinen
contradictie gedaen und begeren geroirte verblivongh nachdem dieselven iren
gebeurlichen ceremonien der lantrechten gehatt gerichtlich protecolliert und
ter ewigen memorien angeschreben und geteickent tho werden und bidden dat
sullichs durch den gerichtzboden nae gelegentheit der ziet als Gierlingh
Jeucken erffgenaim inhebber des Schlousser hofs [marge: off Cun Aretz seliger
gout] gebeurlichen weet gedaen tho werden, und bekennen die schepen dat
sullichs alles wie oben gesacht, geschiet und volbracht beheltlich den her und
mallich seins rechtz, actum ut supra, und heischt scheidongh und deilongh van
allen den jenigen dat ire brieff und siegell uitwiesen.'
22 september 1589
VENLO ‑ Peter Quyten, "weynroeder", legt de burgereed te Venlo af.
Maasgouw 32 (1910), blz. 87.
25 september 1589
OFFENBEEK ‑ Verklaring inzake tiendrecht.
Op verzoek van Gerart Wouffartz alias Itten, gewikkeld in proces tegen de tiendheren van Biessel, verklaart de lange Leonart van Tiegelen, oud 60 jaar, daartoe opgeroepen als getuige, dat hij gedurende 5 jaar pachter is geweest van het goed van genoemde Wouffartz en dat daarbij inbegrepen was een stuk land te Offenbeck aan de dijk naast Aret Kupers, met een korte zijde grenzend aan Poulengout, nu eigendom van de kinderen Ronckensteins. Dit land heeft hij bezaaid gehad met vlas, erwten en andere vruchten en hij is daarbij nooit gemaand voor enige tiende.
RHCL Maastricht, SA Beesel en Belfeld, inv. nr. 36 fol. 9.
Zie ook 18-7-1598.
'Gerart Wouffartz ofte Itten konden ter memorien contra die tienheren to Biesell.
Der lange Leonart van Tiegelen aldt 60 jair gedacht teucht dat hei viff jair halffman gewest is op Gerart Wouffartz gout und hait mit to wynnen gehat ein stuck lantz gelegen t'Offenbeck an gen Dick, neffen Aret Kupers lant, unnd neffen den gemeynen dick, schietende op Poulen gout nu Ronckensteins kinder toebehoerende, und opten gemeynen wegh, und haet tzelve mit flass erten und anderen fruichten beseijt, und gewonnen, abber ime en sij in geiner teit seiner jairen einige tiende van den voriss, lande geheischt off affgefordert worden.'
1 oktober 1589
KESSEL ‑ Ten overstaan van de schepenbank Kessel dragen Baetzken Borman en (haar momboir?) Gerardt van Kessel genaamd Roffart een deel van de weerd in de Maas en ½ morgen ongeveer bij de Staesbeek gelegen, over aan Jacob Goyen en Elisabeth van Kessel genaamd Roffart.
RHCL Maastricht, SA Kessel, processen, inv.nr. 301; charter.
Jacob de Goy was een zwager van Geryt Roffart.
8 oktober 1589
SWALMEN ‑ Assuerus (Swedher) van den Boetzeler draagt zijn ¼ deel van de
Nieuwenhof bij de Alde Borch te Swalmen en zijn gedeelte in de daarbij horende
molen voor 2.200 daalders à 30 stuiver, te betalen in twee gelijke termijnen,
over aan de weduwe Maria van Amstenrade, vrouwe van Hillenraad.
“Jederman sij so
weten dat huide dato ein feister, stediger erff-
coup beraempt,
getroffen unnd beschloeten is tuischenn
den edlen unnd
erentfesten Assweren vonn den Botzeler verkeuper
ter einer, unnd
die edle unnd erenduegentrieche Marien
van Anstenraede widwen, frouwen tot Hillenraede, Assell
und Swalmen
geldersche ter ander siden, dergestalt dat vermelte
frouwe tot
Hillenraede erfflich eywich und umbermehr, gegolden
unnd genanter Van den Botzeler verkocht hebben sall, se…
ainpart und gedielte, to weten dat rechte vierdediell van der
Neuwenhoeve by der alder borch to Swalmen gelegen, in huy-
songen.
hoefriesongen, benden, broecken, ackerlande, holtzge-
waschs unnd
aenpart der vlahs*mullen, sunst mit allen
und jecklichen
seinen hebbenden rechten und gerechticheiden
inn und
uitguelden niet uitbehalden, vann alle welckenn
vorgeroirter Van
den Boitzeler, obgedachte frouwe to Hillenraede
inerven und mit
rechten vertichenis sall doin gueden und vor
geboeren und
ongeboeren (edoch dem bloidt sein beschudde forbe-
halden) an…ven,
dair sich sullichs van nathuren des erfss
sall eigen und
gebueren, und dat op ire edele lieve geldersche costen
dargegen
duckgemelte frouwe te Hillenraede gehalden sein sall de
oftgemelten Van den Botzeler eins te geven und wail te bethalen und
dat in twe gliechwerdigen termijnen, tweundtwintich
hondert daler,
iederen daler op dartich jetzt in der stadt
Ruremunde
ganckbar stuver, unnd alle gelt alss darselbst
ganckbar, genge
und geve sein wirt, wairvan der irste
termijn oder rechte helffte voirgeroirter kouppennincks neest
koemenden herste.. cherstmiss, unnd die andere helffde oder
twede termijn op Remigij dairvan negstfolgende, alss man
tnegentich
schriven sall bynnen dar stat Ruremunde betalt sullen worden sonder ver…
van den
ophaldern, willichs alles den einen dem anderen
to halden unnd
voltrecken wittelick versproecken und toge-
sacht hebben,
Diesem allen to waerenn orkonde, hebben biede
geldersche und
verkeuper, neffens iren dedingsfrunden mit
nhamen Wilhelm
van Baexen totter Hoeven, Matthis Ma-
roien, und Johan
Goltstein biede burgermeisteren tot Ruremunde, Gerhart Maess van
Broeckelen
derselver stat scheffen und Gerhart Stricken burger
sambt Johannen
Kehrn genant Fronhoven scholtes dieser
cedulen twee eins
inhaltz mit iren christen namen und tonamen
underschreven, opten achten dach octobris xvc negenundtachten-
tich.
[w.g.] Swedher van den Boetzeler
Maria van Ansterat
Wyllem van Baexen
Matys Maroyen
Jan Golsten
Gerardt Maessen van B.
Gerit Strycken
Jo. Fronhoven.”
Schloß Haag: inv. nr. 3574. Origineel op papier, ondertekend door Swedher van den Boetzeler, Maria van Ansterat, Wyllem van Baexen (tot ter Hoeven), Matys Maroyen (burgemeester te Roermond), Johan Goltstein (idem), Gerardt Maessen van Broeckelen (schepen te Roermond), Gerhart Stricken (burger) en Johan Kehrn genaamd Fronhoven (scholtis). Dorso: ‘Koipzedul van eyn deil van den Nieuwenhof soo van Botzelair aengekocht is.’
* waar ‘vlahsmullen’ wordt gelezen, zou ook ‘olahsmullen’ (oliemolen) kunnen staan. Uit andere bronnen (zie o.a. 16-6-1518) blijkt namelijk dat van oudsher een oliemolen was verbonden aan de Nieuwenhof.
9 oktober 1589
BEESEL ‑ Verklaring inzake tiendrecht.
Op verzoek van Barbara van den Cruitzbergh verklaart Jacob Drabben van Biessell dat hij zich herinnert dat vóór de Cruitzbergh een schaapstal gestaan heeft die nu weg is. Voor de oorlog ('des keijsers kreigh') heeft hij 5 jaar of meer als schaapherder bij de oude Cruitzbergh gewoond en nooit gezien of gehoord dat uit deze schaapstal enige tienden werden afgedragen, zodat hier ook varkens, bijen en andere dieren gestald werden. Toen hij zijn meester om opslag vroeg, had deze hem geantwoord dat hij deze hem gezegd niet te veel loon te vragen omdat Jacob al lang blij moest zijn dat hij van zijn lammeren geen tiend hoefde te geven.
RHCL Maastricht, SA Beesel en Belfeld, inv. nr. 36 fol. 9vs.
'Kondtschap van den Cruitzbergh ter ewiger memorien.
Ten versoucke van Barbaren van den Cruitzbergh teucht Jacob Drabben van Biessell dat ime kundich und bewost dat vor den Cruitzbergh ein schaepstail gestanden der nu aff is, dat er bij den alden Cruitzbergh gewoent heft als scheper vijff jair lanck off mehr, und was vor des keijsers kreigh, und nehe gesehen off vernomen dat uijt denselven stall van seins meisters off seinen ge[teugen] schaepen einighe tiende gefordert were worden, wiedan auch der oirsacken die fercken, beijen end anders dairhin gestalt worden, segt orsach seines wetens dat als er bynnen geroirter tiet seinen loen verheugen wolle, sein meister sagt du moitz dich niet tho hoigh verheugen, dan het is dich schoin dat du alhier van deinen lameren geinen thiend en houffs tho geven wie nehe geschiet, mit eijde beweert.'
z.d., vermoedelijk op of na 9 oktober 1589
BEESEL ‑ Verklaring inzake erfpacht.
Op verzoek van Theis Wouffs verklaart Thrinen Schloussen dat zij meer dan 30 jaar geleden aan het falderen heeft gewoond en dat zij nooit voor 1 sester rogge is gemaand. Het ... naast haar heeft wel 1 sester rogge aan de broer van Willem Quiten afgedragen wegens de boerderij naast haar gelegen. Dit sester had haar man nog voor hun huwelijk gekocht en daarom ontvangt zij dit sester gedurende haar leven en na haar overlijden zal de erfpacht terug vallen aan de partijen Qwiten.
RHCL Maastricht, SA Beesel en Belfeld, inv.nr. 36 fol. 9vs.
Vgl. mei 1600, z.d.
'Kontschap Theiss Wouffs ter memorien.
Ten verseucke van Theiss Wouffs teucht Thrinen Schloussen dat sij oever dartich jare und meher an den falderen gewoent, und sij nehewereltz van enigen sester roggen angemant worden, dan die ... neffen haer heb jeder teit einen sester roggen an Wilhelm Quiten broeder betalt gehatt, van der hoeffstat neffen hoer gelegen, denselven sester roggen hedte hoer man ehr hoer er ehe hadde, gegolden, und dairom beurt sij denselven sester roggen hoer leven lanck, und nae hoeren doit stirfft weder an die Qwiten partien.'
oktober 1589, z.d.
BEESEL - Schatcedule van Beesel.
“den maendt october tachtentech negen.
… lehenongh tot Biessell in de Breijll tho schicken
Johan groiter Peters soen
Korst Heijsselbergh
Hoester hoff
Henrick Schlabbertz
Pauwels Schlabbertz
Mercken op gen Steich
..es her Gerharten
Corst Kuepers
die begijnen
Merken Oesen
Jacob IJtten
Jan Kuepers
Hein van Hoesten
Jan in Beeckerhoff
St Catharin altair
Peter Freijssche
Lenart Wagemeecker
Stinken Pastoirs
Heilken Lindemans
Reiner Sargent
Hencken Leijnen
her Johan
die broerschap
Joest
Merken n gen Borch
Gerken Ingels
Schlouschen hoff
der halffen
Harmen Oeskens
Zill Krompfoet
Dursdals hoff
sein thiende
der halffer
Paters hoff
sein thiende
der halffman
Bessell
Harmen der schmit
Dreis Fischer
Gerhart Pellen [Pollen?] /
… her Goetschalck
Wilm Beurskens
Me.. Beurskens
Corst …
Beelken van den Cruitzbergh
Tisken van gen Endt
die kirck tho Biessell
Jan Heinen
Gort Quiten
Leuf Beurskens
Gerten Schlabbertz
Pauwels Schlabbertz
Aret Kueper
Peeter van Dael
Hencken Streijen [?]
Hamersteins hoff
der halffman
Broick
Gerten van Helden
Metten an gen Stap
der decker
Fre..k Raemecker
Nael Heisselbergh
Dirck Hesselbergh
Peter op den Cruitzbergh
Ott Kemerlinx
Gerken op den Cruitzbergh
Berber
Hencken Engels
die gaffell
Fijnemans hoff
der halffman
Capaenken
Thoniss Spaers
Nout
Harmen …
Jan an der beeck
Tilman Beurskens
Wilms kinder an gen beck
Aret in den Vos
Henrick op gen beeck
Jan Ronckenstein
Jan Wolffs
Jacob Heijens
Geertgen Ruttens /
Harmen in gen Steigh
Merken
Geert Geubbels
Lisken kinder
Jut op die Steill
Corst op die Speck
Holthoussen {Nieuwenbroeck}
Horst mit sijn thiende
Geppel op gen Rae
Wilmken Mens [Mers?]
Maes an gen Rae
Capaenken
Broeck
Mercken an gen Rae
Geert Nijessen
Dreis van Hoeff
Tilman Wolfs
Thonis Hoeven
Jut Petten
Jasper ter Linde
Jennisken Kuepers soen
Wilm Beumer
Jan Joesten
Lem Keettelbeuters soen
Rutgen an gen Bosch
Geert Bloucken
Capaenken
Vaes an gen Bosch
Jan Claes
Heincken Haess…
Bilken
This
Peter Ummelen
Jutten Heinen
Jan Haemecker
Foriecken [?]
Aeleff to Oebroick
Merten Thopoel /
Leuwen
Wilmken an gen Waelsbergh
Henrick op der Hoeven
der Nieuwe Kamp
der halffen
sein gout
der Alde Kamp
der halffen
die Nieuwe Scheij
der halffen
St Lambert
die Alde Scheij
der halffen
Cruchten
in der Hoeffen
Jan op den Sang
Jan in der Hoeffen
Henrick in der Schlefen
die Hage
Zil in gen Oe
Mercken Beckers
Linsken op gen Wijer
Henrick Tobben
Jan Tobben
Tisken der halffen
jouffer Geert
haer thiende
der halffen
Lem in gen [Hoenderkamp]
Offenbeck
Henrick Fleigen
Mercken Fleigen
Lisken Peukens
Trincken in den Deijbeck [Drijbeck?]
Goert van Boiren
Tilman Schlabbertz
Goerten Moerren
Henrick Kueper
Nael Francken
Jan Giessen
Tilman Ittens
Goerten in gen Dieck
Rutten Dorsser
Trincken Ronckens /
Lintz an gen Dieck
Aletgen Kraechten
Thisken op die Steil
Jan Houtten
der groite muller
Trijn van der Meullen
Jan Becker
Claes van Daellen
Gerhart van der Meulen
St Cornelis hoff
der halffen
Jaeck Dorssers
Wilmken Raemecker
Claes Fliegen
Houb Tobben
Heincken Schloetmecker
Goert Moerren
Erken van den Wijer
[ander handschrift:]
Item betaeldt in Schinckenschaens xxxx g noch aen dey schaven gaerdt betaeldt vii ½ g
Item Massenn den bade gegeven naer seijnen loen ii ½ g iiiii st
Item gegeven eijnen baede der ons breff heft bracht iii reijssenn cou…t Scheynckenschaens oom oens [oomoens?] to seitten belebt thosamenn iiii ½ g
Item den her fuan Hellennrae {Hillenraad} meyt gegevenn aen…ter geldt xx g aels er in Sch[en]ckenschans toch almons to settenn
[op binnenflap in slecht handschrift (o.a. kosten voor verteer), volgorde in geheel onzeker:]
Item dese twe keij seynn Jan op denn Cruitsberch tuu und Leinnert Eijngels … als neusteijt
Item gegeven aen Florenssen …er … latten hallen meyt schetten und meijn … des selven viii ½ g dey selve kuu heft dar gestangen drey dage dar heft deye fuertert xii st Noch heppenn sey fuertert v ½ kannen doppell beyr. Noch hep eynen den durwerder moten gevenn xv st fuer seyn gaenn.”
HCL Maastricht, SA Beesel en Belfeld, inv.nr. 75 N
16 november 1589
VENLO ‑ Judith de Haen bevestigt dat zij na het overlijden van haar man Johan van Greefraedt al diens gerede goederen behouden heeft. Verder heeft zij aanspraken gemaakt op de twee huizen waarin Frans van Brie en Vollingh Verrijt wonen, waarop zij volgens Johan van Nunhem als voogd van de voorkinderen van Johan van Greefraedt geen recht heeft krachtens huwelijkse voorwaarden, waarin een boeteclausule is opgenomen. Omdat de dingslieden zijn overleden, zal de geëiste boete worden gebruikt voor herstel van de verwoeste kerk van Venlo.
Judith twijfelt aan de echtheid van de kopie van de huwelijkse voorwaarden, omdat deze doorhalingen en onleesbare passages zou bevatten.
GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv. nr. 487, procesnr. 3205, fol. 1‑2.
Johan van Greefraedt was leenman van de Schei te Beesel-Leeuwen. Voor Volling Verrijth vgl. ook GA Venlo, SA Venlo, inv.nr. B 2674, fol. 47vs d.d. 11-4-1589: "Volling Verrijth verorkundt op Johan van Greffraedt aen sijnen momber klar gewin". Idem fol. 52 d.d. 15-11-1589: "Johan van Neer verorkondt up Vollingh Verrijth, Thonis Ronden und Ummell Ronden als gebaren mombers Sieger Peterssen naegelaeten kinderen gewin up ur not."
11 december 1589
BEESEL-LEEUWEN ‑ Verklaring inzake obligatie.
Ten overstaan van Fronhoven, richter, Goerdt van der Hoeven en Lenart Engels, schepenen, belooft Aret Vijnck, zoon van Jan Vijnck, daartoe gemachtigd door zijn moeder, dat hij aan Goerdt Qwiten de schuldbrief zal voldoen die deze heeft ontvangen van Henrick Vijnck, te betalen op St.-Jacobsdag aanstaande of uiterlijk binnen 14 dagen daarna.
Verder belooft Aret dat hij geen koren of vee van de hoeve zal laten halen zolang de obligatie niet betaald is. Bij wanbetaling door Aret mag Goerdt Qwiten het koren en vee van zowel pachter als verpachter als onderpand nemen. Halfman Pauwels treedt op als getuige.
RHCL Maastricht, SA Beesel en Belfeld, inv.nr. 36 fol. 10.
'Hefft
Arett Vijnck Jan Vijncken soen als van seiner moder gemechticht gelofft Goerdt
Qwiten alsullicken hanteicken als er Goerdt van Henrick Vijncken hefft tho
bethalen op St Jacobs dagh neestkoemende doch 14 daghe dairnae onbefangen;
dabeneffen gelofft gein koeren noch beesten van des hoeve tho laiten hollen ten
sie saeck erst der voirss. obligatie bethalt sie und ingefalle der voirss. Arett als boven niet bethalt so sall und
magh Goerdt Qwiten off seine erve so wail aen des halffen koeren als herschaps
koeren und beesten moegen penden als vor scholt mit den uittersten recht erkant
und tot voller betgalongen toe Arett voirss. hefft dairom aen des roede getast
om sullicks als voirss. tho voltrecken, und der halffen Pauwelss hefft auch als
burgen aen des heeren roede getast.'
De Oude Schei werd naar de eigenaren ook wel Vinckenhof genoemd. In een niet-gedateerde akte (eind 16e eeuw) is sprake van "Lynartz op Vyncken hoyff" (RHCL Maastricht, FA Van Merwijck-Keverberg, inv.nr. 108).
16 december 1589
VENLO ‑ Judith van Greefraedt erkent Johan van Nuijnhem niet langer als voogd van Johan, Hanrick en Lijsbeth van Greffraedt en (Dirk) van Haeren, echtgenoot van Lijsbeth, omdat laatstgenoemde is overleden.
GA Roermond, Hoofdgerecht Roermond, inv. nr. 487, procesnr. 3205, fol. 2‑2vs.
z.d., ca. 1589 (met retroakte 25 juni 1565, vergelijk ook 7 januari 1578)
BEESEL - Aantekeningen inzake het geschil tussen het klooster Maria Weide en jonker Holthuijsen over de vraag of hij leenheer is van circa 4½ morgen land te Rijkel.
RHCL Maastricht, klooster Maria Weide te Venlo, inv.nr. 42. Lastig leesbaar, met doorhalingen, transcriptie onder voorbehoud. In het eerste stuk is sprake van ‘Backen hoiff’ leenroerig aan de hertog van Gelre; in Rijkel was alleen de latere Klerkenhof een Gelders leengoed.
“Tot Besell
Item iiij mergen artlantz korentheenden smaeltheenden inde tynse helt men te lene van Helmych van Kessell ind nu van Johan van Holthusen ind hyr sijn brieff aff
Item Gobbels guet omtrent vijff bonre helt men te leen van den van Holtmoilen ind tghen Broick
Item Backen hoiff myt sijnen toeboir viij boenre lamtz ind is leenguet onss heeren van Gelre, dair moeten wij den heer eynen man van halden ind alss die eyn man sterft, so moeten wij altois bynnen jairs eynen anderen man setten, ind hyr sijn brieff aff, ind hyr sijn brieff aff, beide van leenhere ind oick van Baeken.”
[in ander handschrift:]
“Defensio contra Holthuijsen van sijnen anspraeck die hij wil maken teghen ons convent als dattet convent … soude zijn een leen …soucke van etlick lant leggen[de] te Rijckele.
[marge: Het boeck is verkregen het is te laet daerom verleghe ickt boek]
De… advitoriam m…int,, de propos.. deum in cordu meo.
Jo. Holthuijsen
Laeten off leenmannen is een.
Item all yst saeck dat zijn boeck helt, als ij mael nae gewonnen dat ons vrij gegheven is, so en halde ick zijn boeck van gheynen werden, q.. in multis errat, non …
… laet hem all probeeren want het is te lanck leden ij off iij menschen leven
…
Item ons hoeff is een lehen aen K.M. end yck en weyt nyt datt einych ander lehengoet yn is, noch ons halffman, noch ons halfeners vader Slabbert ende so ghij schrift dat te Rijckel yn den hoff gehoert, daer leggen meer hooff, want alle die gehuchten daer gelegen to Rijckel heyten, so kan mijn joncheer gewijssen dat ennych lant yn onsen hoeff gelegen is, aen u te leen gaende, wijst ons, so willen wij ons daer up beraeden ende mijn joncheer eyn goet antwordt gheven, verhoepende nochtans een cluppel lehen to zijn, dat men wij..t myt thoe ande schadt mackende ontrynt iij goltgulden of iiii½ r[ijnse] gulden, dat is 1 aude schilt voirt lehen ende den anderen voirt schrijven ende segelen.
Item ich en hoef nyt te antworden, hij en heft ierst bewesen die plaetse, die stede ende ofte underpandt.
Item die keys… ende hertogh van Gelre hebben ghegeven wat b… dordendeil van 5 ja… yn gheyn gebruyck en is geweest dat dat eynen sleper zijn sal nae den onsen lantrecht ende banckrecht.
Regula juris
In jurisdictionem non radit prescriptio …
Scribat
Ick en ben die gheen nyet die u off yemant zijn gerechticheit vercorten wil, doch ick en hebben vy..den noch nyet gehort daer wij sche..dich yn zijn, begheeren altijt u e ons nyet overvallen willen presenterende altijt vrynschap.
Ick heb mij beraeden mytten susteren ende mytten vrynden des convents so en zijn sij die gheen nyet die wievelechtich zijn solden ynt gheen dat zij schuldig weeren, doch en hebben nochter tijdt nyet gehoirt dae myt dat zij sich schuldich solden kennen van […] dat hun van mijn joncheer upgelacht is, want zij zo hoer goet van lehen is aen K.M. ende gewonnen hebben, ende voirt want neemant zo alt ist dye daer kennysse aiff heft dat zij yt ingevordert zijn om te … andtwort, so ist dat dy underpandt vahantplicht moet zijn unde yn eynen anderen hoff of gehuchte hoeren, aengesien dat nyt alleyn hoeren hoff, mer alle die ander hoeve of gehuchten daer omtrynt te Rykel heyten, begheerende daerom demoetelick mijnen joncheer sich beter beraeden wyl ende ons yn rustelijke possessy laeten blijven, als zijnen e huysfr[auwen] vader ende alde vader gedaen hebben, presenterende alle vrynschap.
Vor een antwordt gegheven
Ick en heb noch gheen bescheyt gesien of gehoert waerom dat ickt convent yn sullicken scade brengen sold, heft hij jongher ende beter bescheit dat hij ons dat sonder schaeden te doen oepenen wolde.
Item des xxven junij anno 65 so geft Holthusen ons laet Paulss tot Ryckel myt ij laeten aen doen seggen dat hij handt noch voet aen die iiii½ bonre halff myn eynen morgen solde stecken, een verboth doende, doen heft Paulss geantwordt dat hij hem het lant wijsen solde myt voer en pael, doer zegel ende brief off levendige konden.
Item vinde dat wij in den jaere van lxxxij vuytgegheven hebben lxxxv r[ijnse] g[ulden] iiij of v morghen lants in den hoff tot Ryckel van Moesbergen he…
Item in den jaar van lxxxiij viij Rijns g aen eynen baent
Item in den jaer van lxxxiiij vijfftich Rijns gulden aen eynen baent.
Item hij muess becrachtung gedaen hebben myt twe leenmannen ende nu heft hij een verboth gedaen, myt ij laeten
den derden mael sal ickt untsetten mytten selven laeten Jan, Peter off we sij dan heyten, seggende ick unbinde dat selve lant mytten ba..t daartoe mede geboeden is gewest … mytten protestatien dair tu gedaen, dat wij gheyn guedt en hefft dat aen h… gerechtich zij off zijn solde.”
1589, z.d.
VENLO ‑ Aert Vermaesen is rentmeester te Venlo.
Maasgouw 1881, N° 114.
z.d., rond 1590
Z.P. - Huwelijkse voorwaarden tussen Wolter van Buren [Van Bueren] en Carlle van Brempt [Carola van Brempt].
Nationaal Archief, Inventaris van het archief van het geslacht Van Dedem en aanverwante geslachten, 1369-1877 (toegangsnr. 2.21.049), inv.nr. 218; charter.
EINDE