Psathyrella spadicea - Dadelfranjehoed

   
Kenmerken:
Hoed gewelfd tot onregelmatig afgevlakt, doorsnede 2 tot 8 cm, glad, mat, in vochtige toestand donker beigebruin tot okerbruin of roodbruin, in droge toestand licht okerbruin tot beigebruin, langs de rand donkerden dan in het midden. Lamellen lichtbruin tot roodbruin. Steel in de lengte vezelig splijtend, crèmewit tot lichtbruin, vaak aan de basis met elkaar vergroeid.
Voorkomen:
Vrij zeldzaam in late herfst, in bundels of groepen op loofhout, meestal aan of op de voet van levende loofbomen in bossen, parken en laten op (matig) voedselrijke bodem.
Opmerkingen:
 

Franjehoed in het Brachter Wald (voormalig munitiedepot) aan de stam van een oude berk. Waarneming 8 oktober 2013. Het is goed mogelijk dat het hier feitelijk een Witsteelfranjehoed betreft. Beide soorten lijken zo erg op elkaar dat ook ervaren mycologen ze slechts microscopisch van elkaar kunnen onderscheiden.

   
(c) Loe Giesen