ACHTERGRONDEN, TIPS EN TRUCS

Dit is geen standaard database. Bezoek je deze website vaker, lees dan deze pagina om te begrijpen welke keuzes ik heb gemaakt en waarom ik deze heb gemaakt. Dit document bevat ook tips om deze pagina’s beter te kunnen doorzoeken.

HOE HET BEGON

In 1983 startte ik mijn eerste streekhistorisch onderzoek. Aanleiding hiervoor waren de Beeselse landkaarten van landmeter Smabers uit 1781. Als hobbyfotograaf werd ik door de heemkundevereniging gevraagd om contactafdrukken te maken van de A4-negatieven, toen nog alleen zwart/wit, die in opdracht van de Gemeente Beesel waren gemaakt. Uiteraard maakte ik ook afdrukken voor mijzelf en al snel was mijn nieuwsgierigheid gewekt. Op een van de kaarten zag ik een groot omgracht complex - de Spieker - en zo begon een onafgebroken zoektocht naar de geschiedenis van mijn eigen omgeving.

ZOEKEN, VINDEN EN BEWAREN

Net als iedere beginnende onderzoeker liep ik tegen tal van uitdagingen aan. Waar begin je met zoeken, wat noteer je en hoe leg je de bronnen goed vast? En al snel: wat doe ik met de vele interessante gegevens die ik tegenkom terwijl ik eigenlijk op zoek ben naar andere zaken? Het duurde niet lang voordat ik besloot dat het eigenlijk doodzonde is om met al die bijvangsten niets te doen. Noteren dus. Maar hoe en waar? In 1983 hadden we al papier en een typemachine, dus alles werd netjes uitgetypt op aparte bladen en vervolgens geordend, hele klappers vol.

Gelukkig deed na enkele jaren de thuiscomputer zijn intrede en als early adapter was de aanschaf van mijn eerste PC met een vaste schijf van liefst 10 Mb (ja, je leest het goed) een eerste stap in de wereld van de electronische gegevensverwerking. Niet veel later volgde ik een scholing tot docent informatica, een beroep dat ik bijna tien jaar zou uitoefenen. De kennis en ervaring die ik hier opdeed zouden later nog vaak van pas komen. In de jaren daarna werden alle klappers opnieuw overgetypt en daarmee gedigitaliseerd. Daarnaast bezocht ik vooral de archieven van Roermond, Venlo en Maastricht, af en toe ook die van Beesel en Swalmen, om daar gegevens over te schrijven of foto’s te maken. Veel dubbel werk dus, maar dat hoorde er nu eenmaal bij in die jaren. Gaandeweg kreeg ik steeds betere contacten met enkele archivarissen, waardoor ik bijvoorbeeld van notariële repertoria hele pakken kopieën mee kreeg die ik thuis kon uitwerken. Dat scheelde weer een slag.

DATABASES: VOOR- EN NADELEN

De verscheidenheid aan heemkundige informatie is enorm. Teksten en afbeeldingen, afkomstig uit veel verschillende bronnen, zijn er in tal van vormen. Hoe breng je al die informatie uit verschillende archieven onder in liefst één systeem?

De traditionele en relationele databases waren en zijn vooral gericht op eenvormige bronnen, waarbij de structuur kan worden geformaliseerd en genormaliseerd. Uiteraard experimenteerde ik hier als eerste mee, maar al snel stelde ik vast dat voor mijn doel de mogelijkheden niet opwogen tegen de beperkingen.

Met de opkomst van het internet kwamen de eerste databases voor zuiver persoonsgegevens (zoals GenLias) ook gaandeweg online te staan of werden, o.a. via AlleLimburgers, digitaal aangeboden op CD. Maar ik wilde geen losse gegevens, ik wilde juist de samenhang laten zien. Namen en jaartallen zijn een mooie basis, maar wie waren deze mensen, waar woonden ze, hoe leefden ze? Voor mij was juist de context interessant en zo ontstond en groeide het idee om alle gegevens onder te brengen in tienjaarlijkse bestanden.

Om personen en gezinnen zo volledig mogelijk in hun natuurlijke samenhang te zien, besloot ik om alle geboorte- en overlijdensgegevens onder te brengen onder de huwelijksdatum van de ouders. Op die manier kon ik in één oogopslag zien of de kinderen jong overleden, trouwden en zo ja, met wie. Ook kon ik vanuit bruid en bruidegom terugverwijzen « naar de respectievelijke ouders, waardoor een eerdere generatie snel kon worden gevonden. Ook eerdere en latere huwelijken van een of beide huwelijkspartners kon ik meteen aangeven, waardoor halfbroers en -zusters eerder in beeld kwamen.

Binnen deze structuur van tienjaarlijkse bestanden kon ik ook gemakkelijk vrijwel alle overige gegevens plaatsen. De oude registers met verkopen, verpandingen, huwelijksvoorwaarden, testamenten en erfdelingen alsmede processtukken, notariële akten, krantenberichten etc. werden eenvoudig op datum geordend en waar gewenst werd een aantekening of verwijzing toegevoegd. Zo groeide mijn verzameling uit tot wat ze nu is.

CHRONOLOGIE EN SAMENHANG

De keuze voor een chronologische ordening werkt alleen als je deze zo consequent mogelijk doorvoert. Soms trouwt een echtpaar buiten het Maas- en Swalmdal om pas vele jaren later hier te komen wonen. Een vestiging hier rond 1860 kan dus zomaar verband houden met een trouwdatum rond 1820. Streekhistorisch en vooral genealogisch onderzoek houdt echter niet op aan welke grens dan ook. De gekozen aanpak respecteert dit gegeven en soms moeten we nu eenmaal over de grenzen van tijd en ruimte kijken om de samenhang te zien. Personen die hier geboren werden en elders huwden, volg ik in de regel slechts één generatie tenzij er kort daarna weer een nieuwe relatie wordt gevonden met Belfeld, Beesel of Swalmen.

Soms moet je pragmatisch omgaan met de chronologische ordening, zoals bij een verzameling (kort op elkaar volgende) gebeurtenissen waarvan het verband verloren gaat als je ze uit elkaar trekt. In dat geval is meestal de startdatum genomen als uitgangspunt.

Vind ik meerdere akten van eenzelfde datum, dan plaats ik ook deze zo mogelijk op volgorde van tijd en anders geografisch geordend van noord naar zuid.

En dan zijn er natuurlijk de akten zonder plaats (z.p.) of datum (z.d.). Gelukkig biedt de gekozen aanpak juist hier wat extra houvast, met name als er in de akte voldoende personen worden genoemd die kunnen helpen om een tijdvenster te begrenzen. Met wat geluk bestaat van de akte zelfs een wél gedateerde kopie of afschrift. Ook hier zie je de kracht van het onderbrengen van verschillende archiefstukken in een chronologische ordening.

INTERNET EN EEN EIGEN WEBSITE: DELEN IS VERMENIGVULDIGEN

Met de komst van internet startte ik in 2003 met een eigen website, waarmee ik de resultaten van twintig jaar onderzoek online zette. Gezien beschikbare en betaalbare webruimte en internetsnelheden moest ik me aanvankelijk beperken tot niet al te grote tekstbestanden, maar dankzij de snelle ontwikkelingen kwam daar al snel de mogelijkheid om beeldmateriaal te plaatsen bij. Met name voor de groeiende collectie toponiemen was dit een groot voordeel, want nu kon ik immers afbeeldingen van oude gebouwen en mooie landschappen laten zien.

Door de digitalisering van o.a. universiteitsbibliotheken - soms tot in Amerika en Azië - en musea kwamen ook veel oude landkaarten beschikbaar, waarvan ik een mooi verzameling kon aanleggen en delen. Door al deze facetten van heemkunde te bundelen, is deze website inmiddels uitgegroeid tot een unieke heemkundige Fundgrube. Maar dan moet die wel gevonden worden en goed doorzoekbaar zijn.

Daarbij speelt mijn keuze voor HTML ook een rol. Gegevens plaatsen in HTML in plaats van in een database heeft namelijk nog een bijkomend voordeel. Zoekmachines zoals Google en DuckDuckGo kunnen doorgaans niet binnen een database zoeken, maar bij HTML kan dat wel. Dat betekent dat mijn gegevens ook vindbaar zijn via een eenvoudige zoekopdracht met een willekeurige browser. Voor bezoekers uit binnen- en buitenland levert dit geregeld hits op die bij gebruik van een database nooit zouden zijn gevonden. De kracht van delen betekent dat andere onderzoekers jou ook weer kunnen wijzen op aanvullende (en soms ook onjuiste) gegevens. Zo wordt delen tevens vermenigvuldigen.

REIZEN DOOR TIJD EN RUIMTE

De laatste decennia wordt steeds meer informatie uit archieven gedigitaliseerd. Ongetwijfeld ken je Delpher, met oneindig veel kranten, tijdschriften en boeken. Via Aezel en WieWasWie kom je steeds vaker niet alleen bij persoonsgegevens, maar ook bij bijvoorbeeld kadastrale en notariële gegevens. Zo surf je van site naar site. Als je ergens mooie golven vindt om te surfen, dan is het wel bij heemkunde. Het is telkens weer een verrassing waar die golven je brengen. Sommige golven lijken nooit te stoppen, andere kabbelen langzaam dood of gaan op in een andere, sterkere golf. Bij het voortdurend aanvullen en bewerken van gegevens merk ik dat ook. De omvang van DTB-gegevens van vóór 1800 was nog redelijk te behappen en wordt nu nog vooral uitgebreid met gegevens uit parochiearchieven buiten mijn werkgebied.

Kleinere archiefbestanden worden liefst in één keer verwerkt, maar bij immense bronnen zoals Burgerlijke Stand en Bevolkingsregisters kies ik er vooralsnog voor om af en toe een korte periode, een bepaalde gebeurtenis of genealogische lijn te volgen. Dat kan een de hand van jaartal, gebouw, een gezin, een hele familie of een heemkundig onderwerp zijn. Al deze ‘losse’ aantekeningen verdichten zich meer en meer tot een groot complex geheel. Door mijn aanpak kan het echter ook best zijn dat een verzamelsite als WieWasWie gemakkelijk vindbare gegevens bevat die bij mij (nog) ontbreken. Raadpleeg dan ook altijd andere sites om mogelijke aanvullingen te zoeken.

Raadpleeg ook belangrijke sites als archieven.nl, waar tal van archiefinstellingen vertegenwoordigd zijn. Met name de archieven van Maastricht en Roermond hebben de laatste jaren grote stappen gezet om laagdrempelig gedigitaliseerde informatie aan te bieden. Met de komst van Scan on Demand (ook wel Digitalisering op Verzoek) zijn archiefstukken eenvoudig aan te vragen. In 1983 was dit nog toekomstmuziek, maar in ruim 40 jaar is er een digitale ontwikkeling aan de gang waarvan het einde nog niet in zicht is. Met de groeiende mogelijkheden van kunstmatige handschriftherkenning - nee, we zijn er nog niet helemaal - worden teksten steeds gemakkelijker toegankelijk.

ZOEKEN EN VINDEN

Mijn doel, het schetsen van een tijdsbeeld met alle personen en gebeurtenissen die daarin een rol spelen, is sinds 1983 onveranderd en gelukkig ook al in toenemende mate gerealiseerd. Free text zoeken blijft hierbij belangrijk, ondanks enkele beperkingen. Databases zijn prachtig, zeker als ze handig zijn ingericht. Veel genealogische programma’s zoals ProGen en Aldfaer hebben fraaie functies die mijn website niet biedt. Met mijn bestanden kan ik niet in enkele handelingen een mooie kwartierstaat-waaier laten genereren, maar de hiervoor benodigde gegevens zijn er wel. En waar laat - en vind - ik in een genealogisch programma al die extra gegevens uit Burgerlijke Stand, Bevolkingsregister, Memories van Successies enzovoort?

Ook professionele databases kennen hun beperkingen. Waarom kan ik in WieWasWie niet selecteren op geslacht? Waarom wordt daar wel de geboorteplaats ingevoerd maar kun je daar niet op zoeken? Iedere database is zo krachtig als zijn interface, d.w.z. de manier waarop we gegevens kunnen filteren en selecteren. Voor mij staat gemak niet altijd voorop, wel een zo volledig mogelijk zoekresultaat en daarvoor moet je soms wat extra handelingen verrichten.

De zoekknop met FreeFind (ja hoor, gewoon veilig) om binnen mijn volledige site globaal te zoeken is niet waterdicht, al was het maar dat deze zoekfunctie ongevraagd ook afwijkende resultaten kan opleveren. Goed bedoeld, al die spellingvarianten en vervoegingen, maar niet altijd even handig. Toch blijft de knop nuttig voor een globale zoekactie, bijvoorbeeld om snel te zien of een bepaalde familienaam hier voorkomt. Wat veel internetgebruikers trouwens niet weten: type in de adresregel site:loegiesen.nl gevolgd door jouw zoekterm en je krijgt uitsluitend resultaten van mijn site. Uiteraard werkt dit ook bij andere sites, maar bijvoorbeeld bij WieWasWie (met een onderliggende database) krijg je slechts enkele resultaten terwijl het bij een HTML site zoals Genbronnen.nl wel weer goed werkt.

Sites als WieWasWie en Aezel zijn wel handig voor de grote lijnen en sommige filters zijn zeer nuttig. In mijn gegevens kan ik niet in één zoekopdracht zien welke huwelijken werden gesloten tussen een Frans en een Dorethea. Maar ik kan in een online HTML-bestand wel zoeken op gehuwd: Fran. Doordat ik mijn gegevens zo consequent mogelijk noteer, biedt die structuur toch weer wat mogelijkheden. Zoek ik een huwelijk in Swalmen? Dan zoek ik SWALMEN - Gehuwd. Een geboortedatum zoek ik door gewoon 24-3-1784 in te typen. Natuurlijk kun je “Franciscus Hendrickx” voluit zoeken, maar door op scus Hendr te zoeken, vind je wellicht ook vermeldingen die anders geschreven zijn. Zoeken op llenra of wenbro levert vast meer op dan Hillenraad of Nieuwenbroeck. Soms moet je creatief zijn en juist niet te veel zoektekst intypen.

Ook bij de opzet van een goede database loop je tegen het probleem aan dat persoonsnamen en aardrijkskundige namen verschillend worden gespeld. Zoiets is lastig te ondervangen, hoewel Aezel hierin voor de voornamen heel aardig is geslaagd door te zoeken via een lijst van ‘gelijkwaardige’ namen. Maar Manus kan Hermanus of Tilmanus zijn, Bertus kan Engelbertus, Hubertus, Lambertus of Sigibertus zijn, die elders ook weer Engel, Huub, Lam en Sieb kunnen heten. Los dat maar eens op. Na inmiddels ruim veertig jaar onderzoek zijn veel van deze struikelpunten in mijn gegevensbank bekend en deels ook opgelost doordat ik die alternatieven bij de gezinsgegevens zelf heb gesignaleerd en verwerkt. Dat scheelt jou weer werk, maar je moet hier ook zelf alert op blijven.

ALIASNAMEN EN VERSCHILLENDE SCHRIJFWIJZEN

“Onder het bewind van Napoleon werden onze achternamen voor eens en altijd vastgelegd.” Nee dus… In onze contreien lagen veel achternamen al generaties lang vast voordat de kleine keizer zelf werd geboren. De spellingregels zoals we die nu kennen, bestonden echter niet en het is zeer gebruikelijk dat woorden in één en hetzelfde document door dezelfde schrijver op meerdere manieren worden gespeld. Timmermans en Tymmermans, Hoeben en Houben, Jansen en Janssen, het hoeven helemaal niet verschillende personen of families te zijn. “Ja, maar onze tak schrijf je altijd…“. Vergeet dit soort ‘houvast’, want de werkelijkheid is vaak anders. Verwantschap bestaat niet uit de spelling van een achternaam, maar dient eenduidig te worden aangetoond en onderbouwd aan de hand van concrete bronnen.
Uitzonderingen zijn er gelukkig ook. Met een achternaam als Ickenroth of Winkelmeulen weten we inmiddels uit onderzoek en ervaring dat je uiteindelijk ergens familie bent van elkaar. Maar tegelijkertijd zegt mijn achternaam Giesen niets over mijn verwantschap met de namen Beurskens, Cremers, Denessen, Dings, Dorssers, Houben, Levels, Naus, Stinges, Verheijen en ga zo maar door. Die verwantschappen zie je pas na goed onderzoek.

Tot in de tweede helft van de 18e eeuw zien we ook nog familienamen veranderen. Soms gebeurt dat vrij abrupt, maar doorgaans gaat een periode vooraf waarbij twee (of meer) aliassen naast elkaar worden gebruikt. Alleen op basis van gedegen onderzoek kan zo’n naamsverandering worden aangetoond. Vorder je met je onderzoek tot de 17e eeuw of eerder, dan neemt de kans op aliasnamen en dus een naamsverandering toe. Zie dat niet als het einde van je onderzoek, want familiegeschiedenis draait om veel meer dan het voortbestaan van een achternaam.

RECENTE AANVULLINGEN

De laatste jaren worden steeds meer nieuwe bronnen digitaal ontsloten. Dat biedt natuurlijk extra mogelijkheden voor aanvullingen. Toch maak ik nog steeds veel gebruik van ‘oude’ gegevens op FamilySearch, de website met verfilmingen die in de 1960’er jaren werden gemaakt door de Mormonen. Hier vind je o.a. bevolkingsregisters en aangifte voor erfbelasting (Memories van Successie).

Toegang tot de oude gegevens van het Kadaster is voor de meeste onderzoekers helaas niet mogelijk omdat het systeem van deze organisatie daarmee ongetwijfeld overbelast zou raken, maar gegevens die ik eraan ontleen, plaats ik eveneens online zodat ik ze met jullie kan delen. En nee, ik doe geen gericht onderzoek voor derden.

Naast al dat digitale geweld blijft een eenvoudig fysiek bezoek aan een archiefinstelling zeker de moeite waard. Met name bij gemeentelijke archieven vind je hier nog een schat aan gegevens die voorlopig niet zullen worden gedigitaliseerd en mogelijk zelfs op termijn zullen worden vernietigd.
Raadpleeg de inventaris voor Beesel, mail of bel voor een afspraak, ga! De openingstijden voor de archieven van Venlo, Roermond en Maastricht vind je online.

HET WERK IS NOOIT AF

Deze site is het resultaat van vele duizenden uren speurwerk in talloze archieven. Vaak gaat het om lastig leesbare handschriften en wil je echt wat bereiken in deze hobby, dan ontkom je er niet aan om je deze handschriften eigen te maken. De cursus Oud Schrift in Limburg van archivaris Truus Roks (wij zijn toevallig op dezelfde dag geboren) kan daarbij helpen. Daarnaast probeer ik steeds vaker om de originele teksten te laten zien N naast de transcriptie en het regest. Kijk hier ook eens naar en leg tekstbeeld en mijn ‘vertaling’ naast elkaar. Geef niet te snel op, al doende leer je.

Ik heb niet de illusie dat ik mijn website ooit af zal krijgen. Een mensenleven is daar te kort voor. Hopelijk leg ik wel een stevige basis voor verder onderzoek naar de lokale geschiedenis en ik hoop van harte dat deze site mij zal overleven in de opzet zoals ik die bedoeld heb: met vrij toegankelijke informatie in de door mij gekozen vorm die recht doet aan de dynamiek en pluriformiteit van onze samenleving.

 

 

 

 

 

Deze website is voor jou gratis en vrij van reclame. Dat wil ik ook graag zo houden. Dat neemt niet weg dat deze uit de hand gelopen hobby wel degelijk aanzienlijke kosten met zich mee brengt. Waardeer je deze site en wil je die waardering laten blijken, scan dan onderstaande QR-code om een vrijwillige bijdrage te leveren.

Bedankt voor jouw bijdrage!