Van Aalsbeek tot Grijze Paal - Toponiemen in Belfeld | ||
A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z | ||
Aalsbeek |
||
Volgens een overeenkomst uit 1550 liep de grens van de 'hoogheid' van Belfeld toen "uth der Mazen in die Aelbeck, en uth der Aelbecke die Vehe en Leijsterstraet recht up den Mirgelwegh biss an den Bergh, vann dair vort over den Bergh biss an den Hoender Kampe, en van dair langs den Moelenwegh totter der Platzenn boven der Moelen naer Venloe toe, dar men ein Paell stellen sall, en van daer vorts aver die Heide recht uth biss an den Patt, daer die Spitzeler Hondtschap oer Vehe van den Bergh afdreifft bei dem Hoeff tho Moelbeck, ende so vort langs die Erfschafft desselven Hoeffs inn den Wegh der tuschen dem Kamp des gedachten Hoffs, en der upgegraven bembden gaet, den Wegh vort up doer id Broick bis up den Steinwegh, den man noempt Konigs Karls Wegh onder den Hogen Stall. De oversteek bij de Aalsbeek was soms tamelijk gevaarlijk, zoals ook blijkt uit een akte van 19 december 1815. Peter Matijs Beelen en Theodorus Franciscus Merrij, onderbrigadier van de douane, vertelden die avond dat ze van Christina Curstjens hadden vernomen dat zij vermoedde dat bij de gemeentegrens in de Aalsbeek 'eenen dooden mensch' lag. Christina Curstjens had dit op haar beurt gehoord van een boer uit Kessel die daar voorbij was gekomen. Meteen ging de burgemeester samen Peter Matijs Beelen, Theodorus Franciscus Merrij en Jacobus Geurts op onderzoek uit. Aan de rand van de beek ontdekten ze een ronde hoed en ook zagen ze nog net iets boven het water uitsteken. Met een lange stok visten ze een glaskraam op, maar hoe goed ze ook hun best deden, een lijk vonden ze niet. Omdat het al laat was en hun lantaarns onvoldoende licht gaven, spraken ze met de burgemeester van Tegelen af dat de volgende morgen verder zou worden gezocht. En inderdaad, de volgende ochtend vonden Hermanus Miggels, Willem Janssen en Theodorus Franciscus Merrij 'eenen cadavre van mansgeslagt middelmatige lengte ongeveer veertig jaaren oud'. De geneesmeester van Kaldekerken werd gelast het lichaam te onderzoeken, die vaststelde dat de ongelukkige door verdrinking om het leven was gekomen. Het lichaam van Paulus Schenedel, glazenmaker uit Kaldenkirchen, werd uiteindelijk in zijn woonplaats begraven. |
||
Annegat |
||
Op 23 december 1889 verkocht burgemeester Janssen hakhout onder Belfeld in de Koelen, Elshout, in de Pas, Annegat, Hoverveld en Kerkberg. De ligging is niet bekend. | ||
Appelreutje |
||
Een akte uit 1610 noemt land aan het Appelraetgen gelegen tussen Haever land en de Kruisheren van Roermond ('St. Cornelis herren'), met een korte zijde grenzend aan Gerhardt Wolffertz. Hoewel de akte geen uitsluitsel geeft, moet dit toponiem vermoedelijk worden gezocht in Belfeld. | ||
A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z | ||
© Loe Giesen, Reuver 1983-2017 |