Tussen Maas en Meerlebroek - Toponiemen in de gemeente Beesel | ||
A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z | ||
Falder | ||
Zie: valder. | ||
Fijnemansgoed | ||
In 1571 verkochten de eigenaren van Nieuwenbroeck een stuk land aan de broers Ruit en Jan Fynemans en hun beide echtgenoten. In bijzijn van enkele gerechtslieden werd het land door een beëdigd landmeter opgemeten. Het land lag tussen erf van de verkopers en de Lyckskens wech enerzijds en met de andere zijde in 't Lange. Vermoedelijk hadden beide broers hier reeds een boerderij, die tegen het eind van de 16e eeuw eigendom werd van Jan Muter genaamd Fynemans, vermoedelijk een zoon van Rutgerus en zijn vrouw Anna van Hambach. In 1600 werd tijdens een razzia door Spaanse soldaten een put opengebroken bij Gerart op den Plaetz, pachter van Johan Finemans. Kennelijk werd de hoeve al vroeg gedeeld. Op 25 november 1605 verklaarden Johan Finemans en zijn vrouw Aleijen Vorstermans dat zij hun halve hof te Biessel op de Plaetz gelegen hadden verkocht aan Wilhelm Quiten en Geertruidt van Hornne. De aankoper was op dat moment al bijna twee jaar aan het proberen om duidelijkheid te krijgen over een vordering van 4 kapoenen die hij nog jaarlijks moest afdragen aan Nieuwenbroeck. Volgens het tijnsregister van het kasteel werden in 1657 nog steeds 4 kapoenen afgedragen door de pachter van Plaetser olim Finemans hoff. Het is tevens de laatste vermelding van dit toponiem. Zie verder: Plaatserhof. |
||
Foekebroek | Smabers 10/93 | |
Op de Smaberskaart vinden we de benaming Fockenbroeck en in het Fockebroeck tussen de beek enerzijds en Oude Weg en Foekebroekweg anderzijds. Vanaf de Foekebroekweg liep een weggetje langs de oever van de beek via een tiendpaal langs de zuidzijde van de Onderste Hof. Deze weg werd bij de aanleg van de spoorlijn afgesneden. Aan weerszijden van deze weg lagen in het Foekebroek de huisjes van Willem Peijs en Hendrina Neeten. Helliger Peijs nam in 1782 een hypotheek op zijn huisje in het Foekenbroek nabij de Schelkensbeek gelegen; in 1790 verkocht hij huis en hof genaamd het Fokkebroeck, Vokkenbroek of Voekkebroek aan Gerard Goossens, die het vermoedelijk liet slopen. In 1789 woonden Petrus Willems en zijn vrouw Joanna Dorssers int Fockenbroeck, mogelijk als huurders va het huisje van Peijs. Jan Ickenroth: De Molen van Offenbeek of de onderste molen / de Molen van Ronckenstein of de bovenste molen. In: Jaarboek Maas- en Swalmdal 1 (1981). |
||
fonder | ||
1. Fonder aangegeven bij de oversteekplaats van de 'baene van Ruremonde naer Venlo' over de Schelkensbeek. 2. Fonder aangegeven bij de oversteekplaats van de weg tussen de Onderste Hof en de Dijcker Hei, bij de schaapsbrug. 3. Fonder aangegeven bij de oversteekplaats van de KROMMENHOEK over de Schelkensbeek. 4. Fonder aangegeven bij de oversteekplaats van de KEULSEWEG over de Schelkensbeek. Zie ook: Schaapsbrug, Schelkensbeek. |
||
A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z | ||
© Loe Giesen, Reuver 1983-2018 | ||