Tussen Maas en Meerlebroek - Toponiemen in de gemeente Beesel | ||
A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z | ||
Maas, de | ||
De Maas komen we als toponiem natuurlijk veelvuldig tegen in allerlei bronnen. De rivier was waarschijnlijk in de prehistorie al een belangrijke handelsroute tussen noord en zuid. Langs de Mosa, zoals de Romeinen de rivier noemden, was ter hoogte van Rijkel nabij de Klerkenhof mogelijk zelfs een Romeinse losplaats. Bij baggerwerkzaamheden even ten noorden van de boerderij werden in ieder geval vondsten gedaan die hierop kunnen wijzen. Op het eind van de 20e eeuw werd hier ter hoogte van de Hanssembeek (Neer) een Romeinse altaarsteen gevonden. Uiteraard kon niet meer worden vastgesteld of deze hier ooit had gestaan, of dat hij verloren was door een schip. Op het eind van de 9e eeuw werd de rivier bevaren door de Vikingen, waarbij ze ongetwijfeld ook een bezoek brachten aan onze gemeente. In de middeleeuwen dankten diverse steden, waaronder Venlo en Roermond, hun opkomst en bloei aan de ligging langs de rivier. De handelsbetekenis voor Beesel was van minder betekenis, hoewel de gemeente wel vele eeuwen een rol speelde in het transport van hout uit de Ardennen met als eindbestemming Dordrecht. ![]() Een aparte groep vermeldingen wordt gevormd door de specifieke stukken Maas, zoals de Oude Maas en de Nieuwe Maas bij Rijkel en bij Reuver, de Bruijnse Maas tussen Ouddorp en de Huilbeek, en de Offenbeker Maas nabij de monding van de Schelkensbeek. De Maas werd bevaren met allerlei typen schepen, met klinkende namen als majol, spitsbek, vliegert en walenpont. Door de eeuwen heen heeft de Maas tal van kunstenaars geïnspireerd. Derk Wiggers (1866-1933) schilderde rond 1916 bovenstaand tafereel bij het veer naar Kessel. We zien een nog niet gekanaliseerde Maas met op het veerpont een paard met huifkar. Op de rechteroever schitteren enkele hooimijten op een pasgemaaid graanveld. Hierboven een foto die in 1934 werd gemaakt tegenover Kessel. De Maas werd inmiddels gekanaliseerd. Statig zeilen twee schepen stroomopwaarts, met op de achtergrond een nog ongehavend kasteel. Frans G.J. Geerlings: De Maas trad buiten haar oevers. In: Jaarboek Maas- en Swalmdal 4 (1984). |
||
Maasbemden | ||
Bemden, wei- en hooilanden, lagen er langs de oever van de Maas natuurlijk voldoende. Op de Smaberskaart uit 1781 staan ze onder allerlei namen vermeld: 1. Benaming de Erven en gemeene griendt voor de bemden langs de Maasoever vanaf de veerstoep van het voormalige Hansummer veer tot aan de Drakenweg. 2. Benaming de Maesen of grindtjens langs de Maese voor de bemden langs de rechteroever van de Maas van de Ervenweg tot aan de Huilbeek. 3. Benaming Campervelt, de Maeskens voor de bemden langs de rechteroever van de Maas van de Huilbeek tot aan het veer. 4. Benaming de Maes bembtiens voor de rechteroever van Oude Maas en Maas tot aan de Schelkensbeek. |
||
Maasbergen, de | Smabers 8 | |
Een perceel hakhout, dennebos en heide genaamd de Maasbergen behoorde in 1832 tot de landerijen van de Spieker in Leeuwen. | ||
Maashof | Smabers 9 | |
|
||
Maashuis | Smabers 9 | |
Gerardus Urbanus Goossens werd in 1800 geboren als zoon van Antoon Goossens en Helena Titulaer. Zijn grootvader, Gerard Goossens, was rond 1775 naar Reuver verhuisd, waar hij eigenaar was van een huis langs de huidige RIJKSWEG. Waarschijnlijk liet vader Antoon het Maashuis bouwen, want zijn zoon trouwde pas in 1827 met Joanna Veugelers uit Neer. De woning langs de RIJKSWEG, die na de stichting van de St.-Lambertusparochie in 1834 jarenlang werd verhuurd als pastorie, was ook zijn eigendom. Goossens verkocht zijn "in goeden staat van bebouwing zijnde bouwhoeve, genaamd het 'Maashuis', zeer mooi en gunstig voor handel en bedrijf gelegen aan den oever van de Maas te Reuver, gemeente Beesel, bestaande in sterke ruime gebouwen met beste bouw- en weilanden, benevens eene daarbij gelegen arbeiderswoning, alsook heide en houtgewassen" op 13 juni 1879.
In de jaren voor de Tweede Wereldoorlog was hier het eerste openluchtzwembad van Reuver met een kleine speeltuin. Wie gebruik moest maken van het toilet, wachtte nog een bijzondere verrassing: in de plank zaten twee gaten in plaats van een, zodat twee toiletgangers gezellig gelijktijdig hun behoefte konden doen. In januari 1945 werd de boerderij annex café aan de Reuverse loswal door de Duitsers opgeblazen. Het witgeverfde pand op deze plaats dateert dan ook van later. In de jaren 1964-1972 werd hier een horecabedrijf uitgebaat door B. Neumann. De Mondschein-bar (er werd ook geadverteerd onder de naam Napoli-bar) trok bezoekers uit de wijde omgeving. Vanaf 1968 woonden er enkele serveersters en bardames intern. Rond 1972 werd de naam van de 'luxe bar' gewijzigd in Venus-bar; slechts enkele jaren later sloten hier de deuren definitief. Tegenwoordig is dit een particuliere woning. |
||
Maassteeg | ||
Bij een van zijn metingen in 1654 noteerde landmeter Abraham Keullen: 'Hyr vorts ouver het Maes stieghen aen die Maes aengevanghen.' Het toponiem moet worden gezocht tussen Rijkel en Ouddorp. Na meting vervolgde Keullen zijn werk aan Smitssteeg (zie aldaar). | ||
MAASSTRAAT | ||
1. Beesel | Smabers 2 | Google Maps |
Tegenwoordig heet dit weggetje LOSWALWEG. |
||
2. Reuver, Buurt Noord | Smabers 9 | |
Op 24 juli 1911 kocht de gemeente grond aan om deze laad- en losplaats te vergroten. Op 28 augustus 1913 sloot de gemeente Beesel een overeenkomst met Rijkswaterstaat over de loswal in Reuver. Toch bleef het allemaal verre van ideaal. Een krant meldde in 1923: Een schip geladen met buizen van den heer Jansen alhier, raakte door den lagen waterstand aan den grond vast, zoodat het overgeladen moest worden. Het huis van de familie Killaers, toen al zeer bouwvallig, werd in 1926 bij de hoge waterstand van de Maas door de krachtige stroming weggespoeld. De weg werd in de huidige staat aangelegd in 1928, kort nadat de stuw in Belfeld gereed kwam en een constanter waterpeil mogelijk werd.
|
||
Maasveld | Smabers 9 | |
Op de Smaberskaart uit 1781 staat de veldnaam Maesvelt aangegeven voor het gebied begrensd door de Maas, de Schelkensbeek, de BERKENWEG en de Oude Veerweg. In december 1897 kocht H. van der Velden een perceel land in het Maasveld met het voornemen er in het voorjaar een ring-brikkenoven te plaatsen. "Dat de grond aldaar er uitstekend voor geschikt is, bewees de schoone kwaliteit brikken, die van de gewone veldovens, die er dit jaar gestaan hebben, afkwamen", zo schreef De Nieuwe Koerier. Tientallen jaren vormden de twee rijen populieren op de foto (2007) een herkenbaar baken langs de Oude Maas. Toen ze rond 2010 door hun hoge leeftijd een gevaar gingen vormen voor wandelaars en fietsers, zijn ze gerooid. |
||
Maasveldweg | Smabers 9 | |
|
||
Maessengoed | ||
Maes was vroeger een variant van de voornaam Thomas of Damasius. Op 26 april 1587 werd Maes, zoon van Nelis Maesse, beleend met het leengoed genaamd Rutten goed, gelegen tussen het goed van Wilm te Oebroek alias Wylre goed en Gerit van Uffels goed. Het goed lag met de korte zijden tussen de openbare weg en het Rayer voetpad. Op 15 juli 1628 verhief Erken, zoon van Henrick van Hoesten, zijn boerderij gelegen aan het Bussereindt. Op 1 mei 1649 legden Goert van Hoesten en zijn zus de leeneed af van het Nieuwenbroeckse onderleen genaamd Maessegoedt, gelegen neven Wijlre goedt. Op 5 juli 1654 werd Maesse goedt, gelegen neven Wijlre goedt verheven door Henderick van Hoesten. Op 18 juni 1661 legde Jan, zoon van Erken van Hoesten, na het overlijden van zijn vader de leeneed af van de boerderij gelegen aan Bussereijndt. | ||
MARGRIETLAAN, PRINSES | ||
Margriet werd in 1943 geboren in Ottawa, Canada, als derde dochter van prinses Juliana en prins Bernhard. Speciaal voor deze gebeurtenis verklaarde de Canadese regering de plaats waarop de prinses geboren zou worden tot niemandsland. Op deze manier kon Margriet gewoon de Nederlandse nationaliteit krijgen. In 1967 huwde zij mr. Pieter van Vollenhoven. Vastgesteld bij raadsbesluit van 8 november 1950 voor de 1e verbindingsweg tussen PARKLAAN en KAPELLERWEG. |
||
Mariahoeve | ||
1. | ||
Deze boerderij langs de BEESELSEWEG werd gebouwd door de familie Rutten. Op 2 september 1940 werden de Wilde Hoeve (zie aldaar) en de Mariahoeve gedeeld door de erfgenamen Rutten. Daarbij werden Peter Hubertus (Pierre), Wilhelmus Hubertus (Wiel) en Agnes Hubertina (Nes) Rutten gezamenlijk eigenaren van de boerderij. |
||
2. | ||
De Mariahoeve in het Meerlebroek werd in 1932 gebouwd door Klaas de Vlieger (bouwvergunning 9 november 1931), die hier in december 1930 gemeentegrond aankocht. | ||
3. | ||
De Mariahoeve langs de BUSSEREINDSEWEG. In 1939 werd het huis bewoond door de familie Hovens. | ||
Mariaplein | ||
Maria was de moeder van Jezus. Volgens de Bijbel bleef zij, ook na zijn geboorte, maagd. Volgens de roomskatholieke opvatting speelde haar zondeloosheid een belangrijke rol bij de komst van Jezus. De protestantse kerk daarentegen onderscheidt haar slechts van alle andere sterfelijken omdat zij in staat was tot een zeer diep geloof. Met name in de 19e en vroege 20e eeuw nam de Mariaverering in onze direkte omgeving de vorm aan die leidde tot de vele Mariakapellen en de daaraan gepaard gaande straatnaamgeving.
|
||
Mariastraat | Smabers 10 | |
In de voorstellen inzake straatnaamgeving van 25 juni 1934 is nog sprake van Sint Mariastraat; waarschijnlijk werd het voorvoegsel reeds bij de officiële vaststelling (die net als alle andere besluiten voor straatnaamgeving uit 1934 niet in het gemeentearchief te vinden is) weggelaten. Op de plaats van de huidige parkeerplaats van de vroegere LLTB lagen na de oorlog witte noodwoningen.
|
||
Marijkelaan, Prinses | ||
Zie: PRINSES CHRISTINALAAN. |
||
Markt | ||
1. Ouddorp | Smabers 2 | |
![]() |
||
2. Beesel Kom | Smabers 6 | |
![]() Op 12 januari 1760 verpandden Gijsbert Schoolmeesters en zijn vrouw Geertruijdt Stevens hun huis gelegen tussen Albertus Meuter en Francis Mooren aan Wilhelm de Veth, burger en koopman te Roermond, en diens vrouw Maria Josepha Gelauw. Op 20 september 1763 droeg de weduwe van wijlen Joannes Reijnders, daartoe bijgestaan door haar zwagers Gerardus Reijnders en Gerard Luttel als voogden van haar kinderen, haar gedeelte van een huis met moeshof over aan de overste De Collignon (heer van Nieuwenbroeck), op voorwaarde dat zij tot aan haar overlijden in het huis zou mogen blijven wonen. Diezelfde dag verklaarden Gerardt Luttel en zijn vrouw Joanna Reijnders dat zij het aandeel in huis en hof, gelegen tussen Geurt Smeets en de De Collignon en met een korte zijde grenzend aan de openbare weg, waarlangs ook de weduwe van Joannes Reijnders woonde, eveneens hadden verkocht aan de overste De Collignon. In november 1763 verkocht Helena Elswijck, weduwe van wijlen Albertus Meuter, haar huis gelegen tussen Ghijs Schoolmeesters en Neesken Trijnes met toebehoren aan Geret Luttels en Joanna Reijnders. Dit huis was op 28 juni 1758 door Albertus Meuter en Helena Elswijck verpand aan pastoor Loyens uit Kessel. De oude markt staat op de Smaberskaart aangegeven als een driehoekig stukje land met een cappelken tussen vier bomen op de tegenwoordige plaats van het drakebeeldje. Op de samenkomst van BURGEMEESTER JANSSENSTRAAT en Schooldellenweg was een falder om het vee tegen te houden. Op de hoek van de KERKSTRAAT en MARKT lag het huis van Joannes Fijten en Christina Tijssen. Zijn weduwe verkocht het huis op 15 september 1823 aan Jacob Hendriks uit Roermond. Aan de westzijde van de markt lag in de tweede helft van de 19e eeuw herberg De Zwaan.
|
||
3. Reuver | Smabers 7 | |
De markt van Reuver lag lange tijd op de samenkomst van PASTOOR VRANCKENLAAN en RIJKSWEG. Het was ook hier dat de meeste herbergen lagen. Deze centrumfunctie won aan kracht door de verplaatsing van het gemeentehuis van Beesel naar deze plek. Vermoedelijk was de voorganger van het oud gemeentehuis aan de Reuver in 1708 eigendom van de Beeselse schepen Peter Quijten en zijn vrouw Elisabeth Beurskens. Marktpleinen speelden in elke gemeenschap een belangrijke rol. In vele opzichten vormde de markt het middelpunt van het dorp. Eén van de jaarlijkse evenementen die zich afspeelden was de kermis. Interessante gegevens hierover vinden we in een aantekening van 2 juni 1840: In de kom van Beesel zijn jaarlijks 2 kermissen, te weten de 1e zondag vóór pinksteren en de 1e zondag in oktober. Op de Reuver is op de zondag voorafgaand aan St.-Lambertus (17 september) een kermis, maar wanneer St.-Lambertus op een zondag valt, wordt deze kermis op deze zelfde dag gehouden, gevolgd door een markt op maandag. Deze markt wordt sinds jaren slecht bezocht.
Bovenstaande foto werd gemaakt in 1920 bij het 50-jarig bestaan van de Harmonie. Bij deze gelegenheid kreeg de vereniging een vaandel aangeboden door de burgerij. Rechts naast het vaandel zien we de burgemeester. Op de achtergrond de Sint Lambertuskerk. In juni 1923 werd de veranda voor het gemeentehuis verkocht aan Cremers (nu café Ronckenstein), waar hij nog jaren goede dienst deed. Zie ook: Eiermarkt, OFFENBEKERMARKT, de Plaets, RAADHUISPLEIN, Vismarkt. |
||
Marktstraat | ||
![]() |
||
Meander | ||
Offenbeek. Op deze plaats lag eerder de St.-Jozefschool, gebouwd in .. en in … gesloopt. | ||
Meelderbroek | Smabers 13 | |
Zie: Meerlebroek. Meelder of mulder is een oude benaming voor molenaar. |
||
Meerlebroek | Smabers 13 | |
Het Meerlebroek, gelegen ten oosten van Beesel, Leeuwen, Reuver, Offenbeek en Belfeld, was vroeger een uitgestrekt gebied van heidevelden en moerassen. Grond- en regenwater van het Duitse hoogterras bereikt langs de huidige PRINSENDIJK een ondoorlaatbare kleilaag, waardoor het water zich een weg zoekt richting Maas. De vroegste vermelding van het Merlebroick dateert uit het eind van de 14e eeuw, toen hertog Willem van Gelre aan Heijnken Tilmanssoen van Eyle en Willem Gysensoen van Bollefelt en hun erfgenamen toestemming gaf om een weg aan te leggen vanaf de amer of loswal in Belfeld naar Malbeck. Een latere vermelding van het Merlenbroeck dateert uit 1456: de bezittingen van Sibert van Kessel, de leenman van de reeds lang verdwenen Grote Hoeve (later Patershoof) tussen Offenbeek en Belfeld, strekten zich uit tot dit moerassige gebied met de daarbij behorende stoet halfwilde paarden en het jachtgebied. Dit jachtgebied was mogelijk een van de jachtgebieden van de Graven en Heren van Kessel, die tot het eind van de 13e eeuw uitgestrekte bezittingen hadden aan de oostzijde van de Maas. Het gebied dankte zijn naam mogelijk aan het vóórkomen van een klein valkje, smelleken of meerle genoemd. Met name in de richting van Belfeld komen we daarnaast de vorm Meelderbroeck tegen. Meelder of mulder was een oud woord voor molenaar; met name de aanwezigheid van de molen van Malbeck of Maalbeek kan een verklaring zijn voor deze variant. De topograaf Maurits Gysseling geeft als mogelijke verwantschap het Germaanse woord 'marila': meer of plas.
In 1932 had de gemeente een eigen gemeenteboerderij in het Meerlebroek.
Loe Giesen: De strijd om de gemene gronden in het Gelders-Guliks grensgebied 1455-1552. In: Jaarboek Maas- en Swalmdal 15 (1995). |
||
MEIDOORNLAAN | ||
De meidoorn is een houtige doornstruik met witte, zwaar geurende bloemen. In hegvorm werd de plant vaak gebruikt als erfscheiding. Vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 19 november 1962. |
||
Melishof | ||
Loe Giesen: De Wilde Hoeve te Reuver vóór de Franse Tijd. In: Jaarboek Maas- en Swalmdal 11 (1991). |
||
Merelbroek | Smabers 13 | |
Zie: Meerlebroek. | ||
MERELSTRAAT | ||
Deze zangvogel behoort tot de lijsters. Vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 17 april 1961. |
||
Mergelweg | Smabers 9 | |
Mergel was vroeger belangrijk als bouwmateriaal en meststof. Mogelijk werd de mergel, veelal per schip aangevoerd vanuit het zuiden, langs deze route bij uitzondering naar het noorden getransporteerd of zelfs bij de Weerd gelost. Opvallend is, dat de benaming slechts zeer korte tijd is gebruikt. |
||
Mertensberg, Sint | Smabers 9/163 | |
Sint Maarten of Martinus van Tours, die leefde van ca. 316-397, was een soldaat in het Romeinse leger. Hij kreeg een visioen toen hij zijn mantel met een bedelaar deelde. In 372 werd hij bisschop van Tours. Op zijn feestdag, 11 november, worden van oudsher grote vreugdevuren ontstoken. In het begin van de 20e eeuw was het gebruikelijk om per buurtschap een eigen brandstapel bij elkaar te sprokkelen op het hoogste punt van de buurt. Dit was o.a. het geval nabij de huidige Schinheuvel. Mogelijk werd voor buurt Leeuwen hiervoor de Sint Mertensberg, niet ver van hoeve de Schei, gebruikt.
|
||
Metten Kamp, Peter | Smabers 9/185 | |
![]() |
||
MEULEBERG | Smabers 8 | |
De molen zou twee koppels stenen krijgen. Antoon Burghoff was o.a. schilder en hij was van plan om zijn gedeelte van de molen te gebruiken voor het malen van verfhout en looistoffen. Hendrik Janssens zou de molen vooral gebruiken voor het malen van tarwe, rogge, mout, boekweit en andere granen, kortom, tot al het gene waer toe deselve bruykbaer zal syn. De oprichtingsakte van de compagnie laat, naast het voornemen om samen zaken te doen, toch vooral een wat vervelende wederzijdse argwaan en afgunst zien. Op de Tranchotkaart, die voor het grootste gedeelte werd gekopieerd van oudere kaarten, staat de molen nog niet vermeld. De molen werd in de Tweede Wereldoorlog onherstelbaar beschadigd en later gesloopt. 'Een dialektische benaming komt ons echter minder gewenst voor', zo stelden burgemeester en wethouders in september 1976 toen zij 'de Windmolen' of desnoods 'Molenberg' adviseerden. Uiteindelijk werd na aandringen vanuit de raad bij raadsbesluit d.d. 27 september 1976 toch gekozen voor de huidige benaming. Wiel Luys: De voormalige windmolen op de Meuleberg in Beesel. In: Jaarboek Maas- en Swalmdal 10 (1990). |
||
Meulencamp | Smabers 6 | |
De vroegste vermelding van de Meulenkamp dateert uit 1622, toen de pachters van de hoeve Boeckweitsdries te Swalmen hun huis op de Plaetz in Beesel, inclusief de helft van de Moelenkamp, verkochten aan Paulus Schlabbertz en diens echtgenote. Ook in een akte uit 1654 wordt melding gemaakt van den Myellencamp aen Wolffs valderen. Op de Smaberskaart treffen we de veldnaam Meulen camp aan voor het gebied begrensd door ST.-JORISSTRAAT, Schoolberg, de Lijkweg en de HOOGSTRAAT. De benaming bestond reeds vóór de bouw van de windmolen op de Meuleberg en moet dus verband houden met een andere molen. Concrete aanwijzingen voor deze molen, die in dat geval langs de Huilbeek kan hebben gelegen nabij de huidige MGR. THEELENSTRAAT, zijn er niet. Het is niet uitgesloten dat het hier gaat om een onbekende voorganger van de molen van Ronckenstein, die in de tweede helft van de 15e eeuw op last van de heren van Beesel werd gebouwd langs de Schelkensbeek. Een andere (en waarschijnlijkere) mogelijkheid is, dat de kamp zijn naam ontleende aan de weg die van Beesel naar de Ronckensteinse molen liep, net zoals dat bij het Molenveld in Leeuwen het geval was. |
||
Meussenkempken | ||
Benaming uit circa 1770, mogelijk ontleend aan de voornaam (Bartholo)Meus; de daarvan afgeleide achternaam Meusen komt in die tijd niet voor in Beesel. De ligging is onbekend, zodat het niet uitgesloten is dat dit toponiem ergens in de gemeente Belfeld moet worden geplaatst. | ||
MEUTERLAAN, BURGEMEESTER | Smabers 6 | |
Aan de overzijde van de MGR. THEELENSTRAAT, tegenover de RUYS VAN SPLINTERSINGEL, woonden in 1781 Jo(ann)es Meuter en zijn vrouw Maria Smeets. Hun zoon Josephus Antonius werd in maart 1769 geboren. Uit diens huwelijk met Maria Tewissen werd in februari 1811 Clemens Augustus Meuter geboren.
Reeds onder zijn secretariaat begon Reuver zich hoe langer hoe meer uit te breiden, zodat de gemeentesecretarie vlak na de Eerste Wereldoorlog van Beesel naar Reuver werd overgeplaatst, waar Meuter toen al woonde. Bij de benoeming tot burgemeester op 6 mei 1920 werd hij als secretaris opgevolgd door de latere burgemeester Claessen. In de jaren daarna werd o.a. overgegaan tot het asfalteren van de voornaamste gemeentelijke wegen en het verharden van vele andere. De aansluiting op het lichtnet werd uitgebreid en er werd grote zorg besteed aan de afwatering van het Meerlebroek. Naast zijn funktie als burgemeester was Willem Meuter President van het Philharmonisch Gezelschap te Reuver en President van de St.-Vincentiusvereniging. Meuter legde op 31 december 1934 zijn ambt neer vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. In maart 1935 werd burgemeester Brouwers geïnstalleerd. Meuter overleed op 17 oktober 1938. Op 14 november 1949 werd de toenmalige Kasteellaan veranderd in BURGEMEESTER MEUTERLAAN. Als reden werd aangegeven dat de bestaande naam onpersoonlijk was; bovendien was ook de naam van Meuter als rentmeester van de freule Van Splinter nauw verbonden aan het kasteel, zo vond men. Anderen waren van mening dat juist de bestaande benaming perfect aansloot. Als tussenoplossing werd nog nagegaan of de burgemeester elders een straat kon krijgen, maar toen dit niet lukte werd tot de huidige lokatie besloten. Zie ook: De Plaets. |
||
Meuterskamp | Smabers 6 | |
![]() |
||
Michielshof | Smabers 5/185 | |
![]() |
||
Middelste Kamp | ||
In 1790 werd land verpand gelegen in de Middelste Camp. | ||
Mielkens erf | Smabers 6 | |
Mogelijk werden Mielkens erf en Mielkens land, gelegen nabij de Heijakker en reeds vermeld in een akte van 19 december 1444, genoemd naar de eigenaar. In latere akten komt de naam niet meer voor. | ||
Mierepaedje | Smabers 10 | |
Benaming voor een smal paadje tussen Ronckenstein en DE DIJCKEN langs de molenvijver en de Schelkensbeek. Het pad ontleent de naam aan het veelvuldig voorkomen van grote bosmieren. De naam wordt uitsluitend in de volksmond gebruikt en werd dan ook nergens in officiële stukken aangetroffen. In 2001 werd het plan opgevat om het Mierepaadje te verharden in het kader van de sanering van de vervuilde molenwijher. Bij Google Maps wordt dit weggetje Dijckerhofweg genoemd. |
||
Mistkarkamp | ||
Volgens een lijst daterend van het eind van de Spaanse Successieoorlog lag het huis van Peeter de Miskar er in het begin van de 18e eeuw verlaten bij. Peter in de Mistkarre trouwde in 1721 met Joanna Hoemoet, met wie hij al enkele jaren samenwoonde maar die echter nog geen jaar later overleed; in 1727 hertrouwde hij met van Petronella Reuvers. In juli 1733 kocht Peter Misker te Leeuwen enkele percelen van de gemeente. Hij overleed in 1753, elf jaar vóór zijn tweede vrouw. Rond nieuwjaar 1765 verkochten Peter Heggen en zijn vrouw Margaretha Heldens diverse landerijen waaronder de Miskarcamp, aan een korte zijde grenzend aan de openbare heide, aan schatheffer Engelbert Stox en diens echtgenote Maria Kessels. De benaming hoort thuis in de buurtschap Leeuwen. |
||
Moberskamp | ||
Veldnaam in Offenbeek nabij de Kale Plak. De benaming komt in de geraadpleegde stukken voor het eerst voor in 1913, voor het laatst in 1934; hij houdt mogelijk verband met de gelijknamige familie. Uit geen van de bekende vermelding blijkt de exacte ligging. Zie ook: Momenkamp. | ||
Moesbergsgoed | ||
Reeds in de zogenaamde Pondschatting uit 1468, een soort belastinglijst, vinden we een zekere Claes Moesbergen vermeld. Hij was een van de leenmannen of laten, verbonden aan de laathof van het kasteel van Beesel. Laten waren een soort lijfeigenen die een zogenaamde laatboerderij bewoonden. Na het overlijden van zo'n laat werd een nieuwe leenman aangesteld. Zo beleende Gerit van Holtmeulen, de toenmalige eigenaar van de kasteelboerderij Gen Raede, op vastenavond 1543 een zekere Willem Beumer bijgenaamd Van Elmpt (waarschijnlijk een zoon van Wylhem Vleyshouwer van Elmpt en Mericke Schroeders uit Roermond) namens diens vrouw met een gedeelte van dit Bentheims onderleen. In het midden van de 16e eeuw hertrouwde Grietgen Wolfs, de weduwe van Tylman Moesberchs of Wolfs, met Reinier Melis uit Roermond; de zeven kinderen uit dit eerste huwelijk waren eigenaren van het ¼ deel van de boerderij. In het tijnsboek van Nieuwenbroeck vinden we in het midden van de 16e eeuw Rijck Moesberchs goedt vermeld. |
||
Molendijk | Smabers 10 | |
Deze benaming behoort bij de reeds lang verdwenen molen van Offenbeek. In 1676 sloot Roermondenaar Abel Vossen, erfpachthouder van de Onderste Moelen onder Offenbeck, een overeenkomst met de weduwe van Willem van Merwijck, waarbij hij de plaats waar deze molen gestaan had, den Moelendyck genaamd, inclusief de molenwijhers, het houtgewas op deze plek plus het molenrecht overdroeg aan de familie Van Merwijck, de kasteelheren van Kessel en leenhouders van dit Gelders leengoed. In 1697 waren op deze plaats nog 8 of 9 palen en wat planken zichtbaar; pogingen om de molen te herbouwen gingen toen uiteindelijk niet door. De meest voor de hand liggende lokatie voor de verdwenen molen is op het eind van de doodlopende weg in het Foekebroek. De resten van de molen zijn echter nooit gevonden. | ||
Molen(kerk)pad | Smabers 9 | |
Op 19 januari 1931 kreeg J. Helwegen vergunning voor de bouw van een woonhuis aan de kerk, op het perceel B 214. De bouw, naar een ontwerp van architect Noten uit Tegelen, werd uitgevoerd door Nico Custers als laagste inschrijver, voor een bedrag van fl. 3.746. In 1939 werden twee woningen aan het Molenkerkpad op advies van de Inspecteur van de Volksgezondheid onbewoonbaar verklaard. |
||
Molenveld | ||
1. Leeuwen | Smabers 9 | |
In een advertentie voor houtverkoop in 1926 staat de naam vermeld als Molmveld; dit is ongetwijfeld een leesfout van de drukker van de Nieuwe Venlosche Courant. |
||
2. Offenbeek | Smabers 10 | |
![]() |
||
1. Beesel | Smabers 6 | |
In een waarschijnlijk 17e eeuws cijnsregister van Nieuwenbroeck lezen we: den Cruitzwech van het Rayervalderen tot in den Winckell ende van den Heijacker tot in die Haesselt is eenen erffwech, en mach niemandt denselvigen gebruijcken, als die van gen Raede. Op de Smaberskaart staat de weg aangegeven als Raijer wech, gemeen. Over de openbaarheid van de weg waren in het verleden felle discussies gevoerd. Aan de zuidkant, bij de BUSSEREINDSEWEG, was het Raijer falder over de weg. Ook aan de andere kant, bij het Winckelsgat, was zo'n veehek. Rond 1990 verdween het noordelijk gedeelte, terwijl het zuidelijk deel toen werd geasfalteerd. |
||
2. Leeuwen en Reuver | Smabers 9 | |
Vermeld als Molenwech in een akte uit 1486. Het betreft het pad tussen de latere Greun Haspel en de Reuver. In een akte uit 1617 (zie: Molenveld) wordt waarschijnlijk dezelfde weg aangeduid als lijkweg. Volgens een akte uit 1654 waren de landerijen van de Onderste Hof o.a. gelegen aan de Rovers Camp tussen de Muelenweg en de beek. In diezelfde akte wordt gesproken over land gelegen over de Heerweg tussen het Muelenpat en de Muelenweg. In 1693 verkocht Adamus Albers, leenman van de Schei, akkerland gelegen aan de wijher naast de Meulenwegh. Met deze wijher wordt mogelijk de Zangerweerd bedoeld. Ook in latere registers is sprake van de Molenweg van Leeuwen naar den Reuver (1843) en de Molenweg tussen Ootskuil en Reuversveld (1901). |
||
3. Offenbeek | Smabers 10 | |
Vastgesteld na raadsvoorstel van 25 juni 1934.
|
||
Molenweg, Oude | Smabers 10 | |
|
||
Momenkamp | ||
In 1894 verkocht Felix van Wylick het hout van diverse percelen bij Offenbeek gelegen, waaronder Dujardinsbosch (bij de grens met Belfeld), in de Bovenste Beukels en in de Momenkamp. Vermoedelijk betreft het een gebied dat later wordt aangeduid als Moberskamp (zie aldaar). | ||
MOONENLAAN, SECRETARIS | ||
De naar hem genoemde straat ligt temidden van andere namen die herinneren aan deze bewogen periode uit de geschiedenis. Vastgesteld bij raadsbesluit d.d. ... |
||
Moore Kempken | ||
Dit perceeltje, niet groter dan 1 vierdel morgen, was in 1734 eigendom van Lamert Lamers. De lokatie moet vermoedelijk worden gezocht tussen Beesel en Rijkel. De betekenis kan verband houden met de familienaam Mooren, dan wel met wortelen (moren). | ||
MOORENSTRAAT, BURGEMEESTER | ||
Aangelegd als onderdeel van het uitbreidingsplan Wildenkamp. Vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 18 februari 1974. |
||
MORTEL, DE | ||
1. | Smabers 3 | |
Straatnaam voor een weg tussen BURGEMEESTER JANSSENSTRAAT en de VOSSENBERG. Aan de andere zijde van de BURGEMEESTER JANSSENSTRAAT loopt een voetpad naar de gelijknamige waterpoel. Vastgesteld bij raadsbesluit van 23 juni 1975. | ||
2. | Smabers 3/248 | |
Zie ook: Vennekens Valder. |
||
3. | Smabers 3/252 | |
Onduidelijk is de duiding van een inscriptie in een van de balken van een bijgebouw aan de noordzijde. De balk bevat het jaartal 1799 en de letters AxB.
Het tegenwoordige uiterlijk van het pand wordt grotendeels bepaald door een verbouwing in 1910. Het pand dat geruime tijd diende als burgemeesterswoning voor burgemeester Jean Janssen (1863-1903) en diens vrouw Lucia Janssens. Zij en haar broer Eugenius (enige tijd pastoor te Linne) en zus Octavie (gehuwd met Hugo de Loo; zie: Nieuwe Schei), lieten bij testament legaten na aan de St.-Lambertuskerk in Reuver. In de eerste helft van de 20e eeuw was de Mortel verbonden aan de familienaam Heldens. In De Limburger Koerier van 5 oktober 1939 lezen we "Beesel is een van de mooiste dorpen in onze omgeving. Onze kerk bezit een prachtige Kruisweg in levensgroote, sprekende figuren, vervaardigd door den kunstschilder Jan Kruissen. Volgens kenners vertegenwoordigt deze Kruisweg een hooge waarde en is een bezichtiging overwaard. Mooie bronzen plaquetten, ter nagedachtenis aan onze verdienstelijke mannen (mannen aan wie wij de welvart en opvoeding te danken hebben), burgemeester Janssen en het hoofd der school Simons, prijken in den voorgevel van "De Kruisberg". Een prachtige rolschaatsenbaan met een oppervlakte van circa 1000 M2 - de eerste in ons land - schenkt aan de kinderen van ons dorp een veilig terrein om ongestoord en ongevaarlijk de geliefde en gezonde rolschaatsensport naar hartelust te beoefenen. Op dit alles kan ons dorp trots zijn, temeer omdat wij dit alles danken aan één weldoener, den bewoner van Huize de Mortel."
De Mortel werd eigendom van de familie Brouwers. Maurice Paul Marie Hubert Brouwers (1897-1967), hieronder na zijn installatie gefotografeerd samen met gemeenteraadsleden en ambtenaren, volgde in 1935 Willem Meuter op als burgemeester van Beesel. Eerder was hij burgemeester van Borgharen. Brouwers, die de eerste jaren van zijn ambtsperiode aan de St.-Antoniusstraat woonde, was o.a. erevoorzitter van harmonie St.-Gertrudis. In 1946 werd Brouwers als burgervader afgelost door jhr. J.L.H. Claessen. Via het huwelijk van een dochter in 1955 kwam het pand in handen van de familie Bosch van Drakestein. Jonkheer René Bosch van Drakestein, Lid van de Ridderschap van Utrecht, overleed in 1974. De huidige eigenaren, de familie Wintgens, lieten het pand begin 21e eeuw opknappen en legden tussen het huis en de in Engelse landschapsstijl aangelegde tuin een zwembad aan. |
||
MUITERDIJK | ||
In jullie 1870 werd de boerderij van Jan Antoon Meuter te koop aangeboden. De familienaam Meuter wordt vaak uitgesproken als Muiter, hetgeen mogelijk aanleiding heeft gegeven tot de huidige naam. Op de topografische kaart van 1890 wordt dit huis aangegeven als Sepastopol. In een advertentie uit 1920 en raadsstukken van 26 juli 1950 wordt de weg Meuterdijk genoemd. Een variant Meutersdijk (1927) versterkt het vermoeden dat de benaming is ontleend aan de familienaam.
Langs de weg liggen van west naar oost achtereenvolgens de Theresiahoeve, de St.-Gerlachushoeve, tegenover elkaar de Mariahoeve (noord) en St.-Gerardushoeve (zuid), de St.-Annahoeve, de St.-Antoniushoeve, de St.-Willibrordushoeve en Rivendel, genoemd naar een dal in het boek 'The Lord of the Rings' van John Tolkien, waar zich een strijd afspeelt tussen goed en kwaad. Op 19 januari 2004 werd besloten om het weggedeelte tussen Rijksweg en de streekweg aan het verkeer te onttrekken; op 9 mei 2005 werd de dijk vanaf de kruising met de streekweg daadwerkelijk afgesloten. Vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 25 mei 1964. |
||
Muizenhoek | Smabers 6/230 | |
Op de Smaberskaart wordt de benaming Muijsenhoeck gebruikt voor een driehoekig perceel ten westen van de Muizenhoekerweg nabij de Rayerveldweg. De grond hier was gedeeltelijk eigendom van de kapelanie te Beesel. De minuutplans van het kadaster vermelden Mewijsenhoek (let op de oriëntatie: perceel 166 ligt langs de Rayerveldweg). Het driehoekig gebied werd eind 20e eeuw ook nog wel aangeduid als de Geer, maar sinds een stuk weg is vervallen raakt ook deze naam in onbruik. |
||
Muizenhoekerweg | Smabers 6 | |
Deze zandweg werd door landmeter Smabers aangeduid als Clootjenswech, een benaming die geldt vanaf de BUSSEREINDSEWEG tot aan de Hovergelei. In november 1928 verleenden B&W van Beesel een hinderwetvergunning aan P.J. Willemsen voor de oprichting van een schietinrichting met boom en buks op het perceel Bussereind nr. 180. "Aan de vergunning is, met het oog op het gevaar, dat zou kunnen bestaan voor het veld waar de kogels terecht komen, de voorwaarde verbonden dat enkel geschoten mag worden op Zon- en feestdagen en dat de veldweg bij Joh. Beurskens en bij W. Crins voorzien moet worden van waarschuwingsborden en roode vlaggen, ten tijde dat geschoten wordt", aldus De Nieuwe Koerier van 15 november 1928. |
||
Mulderbroek | Smabers 13 | |
Zie: Meerlebroek. Meelder of mulder is een oude benaming voor molenaar. De benaming Mulderbroek werd slechts aangetroffen in enkele krantenberichten uit 1876 |
||
A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z |
||
© Loe Giesen, Reuver 1983-2019 |