Van Biesweerd tot Boeshei - Toponiemen in Swalmen en Asselt
 
A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z
 
Calvarieberg Smabers
Google Maps

Foto: RijksmuseumMet de benaming Calvarieberg in Swalmen-Boukoul werd vroeger een lichte glooiing aangeduid waarop sinds 1852 een kapel staat, gesticht door de kinderen Obers. Vroeger werd de kapel ook wel 'kapel van de bewening van Christus' genoemd, vanwege een eikenhouten beeldhouwwerk dat in de kapel stond. Dit 54 cm hoge reliëf staat sinds 1956 in het Rijksmuseum in Amsterdam en wordt toegeschreven aan de kunstenaar Arnt van Zwolle, die het rond 1480 zou hebben gemaakt. Aan Christus’ voeten knielt in gebed de stichter van de beeldengroep: een Karthuizer. Het is niet bekend hoe dit eeuwenoude kunstwerk in de kapel op de Boukoul belandde, maar de (waarschijnlijke) weg van het in 1795 opgeheven Karthuizerklooster in Roermond naar Boukoul zal niet moeilijk zijn geweest.

Frits Scholten: 'Daar krijgen we 'n hoop gedonder mee'. De affaire van de beeldengroep uit Boukoul. In: Jaarboek Maas- en Swalmdal 26 (2008).

 

Camisool, 't

 

Foto: Loe Giesen

't Camisool ('t Cammezaol) is de benaming van het café dat van ongeveer 1880 tot 1917 was gevestigd in het voormalige Sandershuis aan de BOVEN BOUKOUL. Het pand werd in 1801-1802 gebouwd door Arnold Wuts en Catharina Sanders. Een gevelsteentje boven de deur met de letters 'AW CS MK' herinnerde tot aan de sloop aan de bouwers.

Foto: Loe GiesenOp 30 augustus 1813 werd de helft van het huis verkocht aan Willem Sanders en zijn tweede vrouw Maria Gertrudis Mevissen, die in 1810 waren getrouwd. Op 10 januari 1818 kocht Willem van zijn broer Leonard huis ook de andere helft van huis met stallingen en moeshof aan het Blankwater op de Boekoel onder Swalmen gelegen tussen de Elmterweg en Martin Meers, met de korte zijden grenzend aan het Blankwater, welk huis aan beide broers toebehoorde.

J. Geraedts: Van Boukoulder voerlui en de weg naar Viersen. In: Jaarboek Maas- en Swalmdal 7 (1987).

 

Ceunenheg

Smabers 11
Google Maps

Foto: Loe GiesenVermoedelijk heeft een vermelding van Verkonnen Heggen uit 1395 al betrekking op dit toponiem.
Joannes Hertoghs verkocht in 1721 ongeveer 1 morgen in drie percelen, te weten het aandeel aan de Keunen Heggen, een gedeelte aan het Heijer Petgen en het derde gedeelte daarnaast gelegen. Geurt Geurlings en Catharina Bulders verkochten in 1726 land aan de Kunnen Hegge gelegen. Jan van der Haert en Neulken van der Haert verkochten in 1728 land aan de Kunne Hegge gelegen tussen de schepen Hendrick en het Heyer Kerckpaetien. In 1738 verkochen Joannes Custers en Lijsbet van der Haert land op de Cunner Hegge gelegen.

Landmeter Smabers gaf aen Cunnen hegge aan op kaart 11 langs de Holle straet.

 
Ceuvenkamp Smabers 11/277
Google Maps
Foto: Loe GiesenLandmeter Smabers (1774) geeft het Ceuven Cempken weer op kaart 11 voor de percelen 277 tot en 281. Dit gebied wordt begrensd door MARKSTRAAT, Hooghstraet, Keutelstraetje en een naamloos steegje. Het gebied zuidelijk daarvan wordt aangeduid als Camp aen de Swalm.
 
Clarakamp, Sint Smabers 15/245
Google Maps

Foto: Loe GiesenOp kaart 15 tekende landmeter Smabers (1774) de St. Clara Camp in als de percelen 245 tot en met 273, het gebied tussen KROPPESTRAAT en de wech langs het Riet en in het oosten grenzend aan de nog onontgonnen heijde naer het Hout. Dit gebied komt ongeveer overeen met DE KLEIN HEI. 'Nieuw licht, 1772', noteerde Smabers, waarmee de ouderdom van deze ontginning vrij goed bekend is.

Als borg voor de pacht van Genaanhof stelden Stoffel Ramaekers en Maria Mevissen in 1785 o.a. akkerland op St.-Clara Camp.

 
CLOQUETSTRAAT, PASTOOR Smabers
Google Maps

Antonius Jacobus Josephus Clo(c)quet werd op 16 april 1755 geboren in Roermond, als buitenechtelijke zoon van de uit Maastricht afkomstige apotheker Philippus Albertus Clocquet en Maria Theresa Josepha van Geestingen (die enkele maanden later overigens keurig alsnog trouwden). De familie Van Geestinghen had bezittingen in Swalmen. In 1844 werd een gedeelte hiervan nog verkocht door Antonius' jongere broer Jean Baptiste Clocquet, eigenaar van Laplander (bij Maalbroek).

Nadat Antonius in 1780 tot priester was gewijd, werd hij in 1781 eerst kapelaan aan de domkerk in zijn geboortestad. Hij weigerde daar de door het Frans Bestuur geëiste eed af teleggen en werd daarop bij decreet van 30 juni 1798 veroordeeld tot deportatie. Daarop dook hij onder. Om zijn moeder en familie onder druk te zetten, werd beslag gelegd op alle bezittingen.
Later werden de regels voor het uitoefenen van de godsdienst versoepeld en in 1806 werd Cloquet pastoor van Swalmen. Daar slaagde hij erin om de schedels van de Kartuizer martelaren van Roermond naar de kerk van Swalmen te laten brengen, zodat Swalmen belangrijke relikwieën 'in huis' had. Hij moest zijn ambt op 1 oktober 1825 neerleggen wegens ziekte en overleed op 30 december van datzelfde jaar in zijn geboorteplaats. De relikwieën verhuisden overigens in 1902 terug naar Roermond.

Vastgesteld bij raadsbesluit van 30 september 1964.

 
Cloutvoetshof Smabers 11/265

Foto: Loe GiesenIn 1780 verkochten Catharina Smeets weduwe van Hendrick Janssen, bijgestaan door haar twee zonen Joannes en Arnoldus Janssen, zich mede sterk makend voor hun afwezige broer Jacobus Janssen, de helft van een bemd of hof genaamd Cloutvoetshoff te Swalmen in het dorp gelegen tussen de erfgenamen Daniel Mooren en het Molenstraetien, met de korte zijden grenzend aan de Kleyne Swalm en de openbare bleekplaats enerzijds en de markt anderzijds, aan Joes Ickenroth en Anna Maria Heuts. Enkele weken later kreeg het echtpaar Ickenroth ook de andere helft van de sogenaamde Cloutvoetshoff in het dorp gelegen in handen.
In 1746 werd dit perceel, toen nog zonder naam, als huisplaats door de erfgenamen van Agnes van St. Theunis, weduwe van Michel van Ool, openbaar verkocht aan schatheffer Areth Smeets. In 1700 was deze huisplaats nog eigendom van Arnoldus Heijnen, toen zijn vader Sebastiaan 3 vierdel huisplaats in het dorp gelegen tussen de weduwe Andries Mooren en de Meulenstraete verpandde aan het echtpaar Van Ool.
Waar de naam vandaan komt, is niet bekend.

 
Conrardkampje  

In 1669 kreeg Wilm Faesen na een beleid een boete wegens een verzuim aan den Konderts camp naast den Schutten camp. In 1867 verkocht graaf Karel Huibert van en tot Hoensbroek veldvruchten in het Hillenraadterveld, aan Koenraedskempke en op de Wilde Zijde. In 1890 verkocht Eugène graaf van Hoensbroek te Türnich tijdens een openbare verkoop gehouden op het landgoed Hillenraad schaarhout en bomen aan Boekesdries, Conradtkempke, Bisschopskamp en de Riet.

 
CRASBORNPLEIN, DR. Smabers
Google Maps

Dit plein is vernoemd naar Henricus Hubert Joseph (Harrie) Crasborn, op 7 maart 1893 geboren te Thorn, waar zijn ouders een brouwerij hadden. Harrie zag zijn toekomst echter meer in de heelkunde en vertrok naar Amsterdam. Na de afronding van zijn doktersstudie vestigde hij zich in 1920 - na wat vervangingswerk in Zuid-Limburg en het vervullen van zijn militaire dienst - in Swalmen. De gemeenschap daar was tot dusver aangewezen op artsen uit Roermond. In datzelfde jaar trouwde Harrie met Wendelina Franssen.
Het werkterrein was behoorlijk groot. Al binnen een jaar verruilde Harrie zijn dienstfiets voor een motorfiets en na één autorijles kocht hij een van de eerste auto´s van Swalmen. Zijn actieradius werd hiermee natuurlijk veel groter en breidde zich weldra uit tot Maasniel, Beesel en Reuver. Als geneesheer belast met de armenpraktijk werkte hij in opdracht van de gemeenten Swalmen (vanaf 1922) en Beesel (vanaf 1933). Tevens hield hij zich bezig met vaccinaties en lijkschouwingen, terwijl hij vanaf 1936 werd benoemd tot schoolarts voor Swalmen. Aan de enorme groei van zijn praktijk werd pas een halt toegeroepen door de oorlogsomstandigheden.
Door zijn enorme kennis van en ervaring bij zwangerschappen en bevallingen bouwde Crasborn een grote reputatie op tot in de verre omtrek. Inmiddels had hij ook zijn eigen apotheek, hield hij consultaties en reisde hij veel - vooral om visites aan huis af te leggen, daarbij inmiddels geassisteerd door zijn vaste chauffeur Sef van Dael.
Alsof dit alles niet genoeg was, was Harrie Crasborn medisch adviseur van Het Limburgse Groene Kruis en van het bejaardenhuis van Swalmen, dat eveneens mede door hem tot stand kwam. Hij zette zich in voor de instandhouding van het monumentale kerkje van Asselt, voor de buurtschap Sint Lucas en toonde zich een actief verenigingsman.

Voor zijn vele verdiensten werd Harrie Crasborn meerdere malen geëerd en gehuldigd. In 1952 werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau en in 1960 benoemde de paus hem tot Ridder in de Orde van Sint Sylvester. Als eerste Swalmenaar ontving Harrie Crasborn in 1970 de titel ''Ereburger van Swalmen". Inmiddels was zijn werkgebied vrijwel geheel verdeeld over zijn zonen Fred en Wiek Crasborn en zijn neven George en Ruud Franssen. De legendarische plattelandsdokter overleed op 7 februari 1975. Het plein werd naar hem genoemd bij raadsbesluit van 18 november 1976.

Op 29 mei 1982 onthulde Wenny Cammaert-Crasborn, de oudste dochter van de huisarts, op het DR. CRASBORNPLEIN een monument als herinnering. Het kunstwerk werd gemaakt door Frans Peeters uit Swalmen. Precies drie maanden later werd in Beesel van dezelfde kunstenaar een plaquette onthuld op de voorgevel van het Groene Kruisgebouw.

Frans G.J. Geerlings: Dokter Harrie Crasborn - De 'Zjwamer dokter'. In: Jaarboek Maas- en Swalmdal 2 (1982).

 
CRUCHTENSTRAAT, PASTOOR VAN Smabers
Google Maps

Petrus Augustinus van Cruchten werd op 2 september 1751 in Roermond geboren als zoon van Renerus van Cruchten en Anna Catharina Theyssen. Hij koos, net als zijn peetoom Adam van Cruchten, voor de geestelijke stand en noemde zich later J.U.L.

Van Cruchten kwam in de zomer van 1797 naar Swalmen. Het waren roerige tijden. Ingevolg het Haags Verdrag van 16 mei 1795 waren de Oostenrijkse Nederlanden, waartoe ook Swalmen sinds 1715 behoorde, op 1 oktober 1795 ingelijfd bij Franse Republiek. Op basis van de republikeinse wetten moesten geestelijken de eed van trouw aan de republiek en haat aan het koningschap afleggen, op straffe van verbanning naar een Franse strafkolonie. Net als veel andere priesters weigerde Van Cruchten om de eed af leggen. De kerkelijke inschrijvingen in Swalmen werden in de nazomer van 1797 gestaakt, net als in bijvoorbeeld Beesel. In augustus kwam er een verbod op het lezen van de mis, in november werden de kerken gesloten. In december 1797 werden de klokken van Beesel en Belfeld al geinventariseerd, in januari kwamen ook de drie klokken gewijd aan Sint Lambertus, Maria en Jan Baptist in Swalmen op een lijst te staan, net als die van Maria en Dionysius in Asselt. Van Cruchten was intussen uit de pastorie gezet en hij had zijn intrek genomen in herberg De Zwaan. De missen gingen intussen door, ondanks het verbod. Swalmenaren weken uit naar Asenray, waar op zon- en feestdagen de mis werd opgedragen. In april 1798 deden liefst 23 jongens en 18 meisjes daar in een schuilkerk van stro hun eerste H. Communie. Twee maanden later werd de eredienst echter hardhandig afgebroken door Franse gendarmes en gedurende tweeëneenhalf jaar moesten de inwoners van Swalmen naar Pruisen om de mis te horen. Onder de dreiging van arrestatie vluchtte Van Cruchten in juli 1798 naar Deurne; een maand later werd hij bij verstek veroordeeld tot deportatie.

Pas in februari 1801 waagde de pastoor zich weer in Swalmen. De kerk was nog gesloten en verzegeld, Van Cruchten moet zich gedwongen schuilhouden. Bij Concordaat van juli 1801 werd de vrijheid van godsdienst hersteld. Pierre Augustin van Cruchten overleed op 19 december 1805, 54 jaar oud.

Vastgesteld bij raadsbesluit van 30 september 1964.

 
CUYKSTRAAT, PASTOOR VAN Smabers
Google Maps

Hoewel Wilhelmus van Cuyck nog geen half jaar pastoor was van Swalmen, wordt hij toch herinnerd met een straatnaam. Van Cuyck was tevens gedurende zestien jaar kapelaan van Asselt, waar hij in december 1703 zijn eerste begrafenismis opdroeg. In oktober 1704 noteerde hij als kapelaan zijn eerste trouwmis in Swalmen.

Toen pastoor Gerard Dolmans in oktober 1717 overleed, werd hij al snel opgevolgd door Willem van Cuyck. Deze werd op 3 mei 1718 begraven zonder dat hij veel wapenfeiten achterliet.

Vastgesteld bij raadsbesluit van 30 september 1964.

 
A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z
 
© Loe Giesen, Reuver 1983-2015