Van Biesweerd tot Boeshei - Toponiemen in Swalmen en Asselt | ||
A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z | ||
RAAYER LUYCKWEG |
Smabers 1-4 |
|
Op kaart 1 van landmeter Smabers (1774) staat de Raeijer Lijckwech of Moolenwech aangegeven als verbindingsweg tussen de Raeijer wech en de St. Urbanuswech ofte Laetwech, de huidige ELMPTERWEG. Op kaart 4 wordt de Raeijer Lijckwech voortgezet tot aan waar nu het kruis bij de lindebomen staat. Tegenwoordig loopt de weg door tot aan de PASTOOR PINCKERSSTRAAT bij de Asselterhof. |
||
Raayer poortje | Smabers 1-2 | |
Op de kaarten 1 en 2 van landmeter Smabers (1774) staat het Raeijer poortie aangegeven waar de Raeijer Lijckwech uitkomt op de Raeijer wech. | ||
Raayerveld | Smabers | |
Het kadastraal minuutplan van 1842 laat op blad D4 het Raeyerveld zien als het hele gebied tussen ELMPTERWEG en RAAYSTRAAT, vanaf de Leijgraaf tot aan het Kartuizerbos. | ||
RAAYERVELDWEG | Smabers 2 | |
Op kaart 2 van landmeter Smabers (1774) staat deze weg aangegeven als een naamloos karrespoor dat vanaf de RAAYSTRAAT noordwaarts loopt. Aan de westzijde van de T-splitsing lag het huis van Matthis van Uffelt. Het meest in het oog springende gebouw is hier ongetwijfeld de van talloze dakkapellen voorziene woning van de familie Bonten, eigenaren van een boomkwekerij. |
||
RAAYSTRAAT | Smabers 2 | |
Dit gebied wordt door Swalmenaren vaak 'de Rao' (oppe Rao) genoemd. Langs de RAAYSTRAAT lagen al vroeg enkele grote boerderijen, waaronder de Armenhof en de Spick, die beide apart worden beschreven. Een van de boerderijen hier was in de 17e eeuw eigendom van Peter Geenen op gen Raay en Lucia aan gen Broeck, die elkaar in 1637 het jawoord gaven. In 1700 droegen de erfgenamen Geenen een huis op de Raay gelegen tussen de armen en Geerken op gen Raay over aan Daem Daemen, Willem Janssen en Jan Lemmen. In 1668 klaagden Jonker Duersdael en de naburen op gen Raeij klagen dat de Raeijerstraet niet werd onderhouden. Op kaart 2 van landmeter Smabers (1774) staat de Raeijerwech off Raeijerstraete tussen Schaarbroek en Spick aangegeven. |
||
Raetheym | Smabers | |
Met het huis Raetheym (1395) wordt de oude burcht van Swalmen aangeduid, later vooral bekend als Oudborg of Naborch. | ||
REINALDSTRAAT, GRAAF | Smabers | |
Deze straat in het uitbreidingsplan Martin Giesen heette bij raadsbesluit van 7 januari 1963 Eksterstraat. De huidige naam werd vastgesteld bij raadsbesluit van 30 september 1964. De naam Reinald (ook: Reinoud) werd gedragen door diverse graven en hertogen van Gelre. Graaf Reinald I werd in 1255 geboren als zoon van graaf Otto II van Gelre en diens tweede vrouw, Filippa de Damartin. Op 10 januari 1271 volgde Reinald zijn overleden vader op. Reinald trouwde met Irmgard van Limburg, dochter van hertog Walram IV van Limburg en Judith van Kleef. Reinald gaf in 1275 de opdracht om de rechten van ridder Rutger van Asselt vast te leggen, een belangrijke aanwijzing dat hij belangen had rond Swalmen. In deze akte over het lijnpad van Asselt, een leengoed van Horn, wordt Beesel voor het eerst genoemd, dat toen overigens ongetwijfeld al eeuwenlang bestond. In 1276 kocht de graaf een gedeelte van het Elmpterwald en in 1279 kocht Reinald het graafschap Kessel, waartoe ook uitgebreide bezittingen op de oostoever van de Maas behoorden. In 1280 overleed Reinald's schoonvader Walram van Limburg en na de dood van Irmgard (1283) regeerde Reinald tevens enkele jaren over Limburg. In 1284 erfde Reinald tevens de Heerlijkheid Montfort, nadat zijn oom Hendrik III van Gelre (bouwheer van het kasteel van Montfort rond 1260) tussen Linne en Montfort werd vermoord. Twee jaar later, in 1286, hertrouwde Reinald met Margaretha van Vlaanderen, dochter van de graaf aldaar. Via zijn eerder kinderloos huwelijk was Reinald vanaf 1283 een van de partijen die aanspraken op de Limburgse troon. Deze Limburgse Successieoorlog leidde op 12 juni 1288 tot de Slag bij Woeringen, waarbij Reinald aan het kortste eind trok: Limburg kwam uiteindelijk in 1289 in handen van de hertog van Brabant. Reinald I werd gevangen genomen en naar Leuven gebracht, waar hij pas werd vrijgelaten tegen betaling van een hoge lossom. Een verzwakte graaf van Gelre zag zich zo tussen 1288 en 1293 gedwongen om het graafschap te verpanden aan zijn schoonvader. In de jaren daarna herstelde Reinald zich en de rekening van 1294-1295 laat o.a. grafelijke inkomsten zien te Sualmen en Besel. In 1313 kocht hij van Seger Vosken van Swalmen het recht om bier te brouwen plus de hoge jurisdictie, het recht om recht te spreken inzake halsmisdrijven. Omdat brouwambt en hoge rechtspraak een leengoed waren van Willem van Cranendonck, gaf deze begin 1314 zijn goedkeuring aan deze verkoop. In 1318 kreeg Reinald I een conflict met zijn zoon Reinald II, die vond dat zijn vader het graafschap niet meer goed kon besturen. Reinald II zette zijn vader aanvankelijk gevangen op de Veluwe maar bracht hem in 1320, als reactie op een eis om vrijlating door graaf Willem van Holland, over naar de Grauwert, een van de torens van het kasteel Montfort. Ook Reinald II onderhield goede contacten met Swalmen. Zo trad Willem van Swalmen in 1325 en 1326 voor hem op als onderhandelaar en getuige. Na zes jaar gevangenschap overleed Reinald I in het kasteel van Montfort. Hij werd op 21 oktober 1326 begraven in het cisterciënzerklooster Graefenthal, in 1248 gesticht door zijn grootvader Otto II. Reinald II liet na het overlijden van zijn vader nog eens duidelijk op papier zetten wat zijn bezittingen waren en door wie die in leen werden gehouden. Dit verklaart ook het grote aantal vermeldingen uit 1326 van Gelderse leengoederen in de zogenaamde Leenaktenboeken. Om zijn zuidelijke gebied te versterken gaf hij in 1326 stadsrechten aan Erkelenz. Graaf Reinald II zag zich in 1327 gedwongen om geld te lenen van de Gerard van Gulik, waarvoor hij het Land van Montfort verpandde. In 1331 was Reinald betrokken bij een conflict, waarbij ook Seger van Swalmen weer van de partij was. Zijn zoon Werner van Swalmen leende in 1342 geld van de inmiddels (1339) tot hertog verheven Reinald II. De hertog gaf in 1343 stadsrechten aan Venlo in een kennelijke poging om ook dit gebied sterker economisch te ontwikkelen. Reinald III (1333-1371) blijkt in 1346 leenheer van de Wielerhof (dan nog opmerkelijk genoeg onder Beesel gelegen), die hij in leen gaf aan Seger van Kessel. Reinald trouwde op 14-jarige leeftijd met Maria van Brabant, dochter van Jan III van Brabant en Maria van Évreux. Reinald stond onder grote druk van zijn jongere broer Eduard (1336-1371), aan wie hij in 1352 de stad Roermond en de heerlijkheid Kessel gaf. In 1353 werd Gerard Bake door Reinald III beleend met de latere Klerkenhof in Rijkel. Na een veldslag bij Tiel in 1361 werd Reinald door zijn broer Eduard verslagen en gevangen gezet. In 1363 beleende Eduard zijn leenman Seger van Swalmen met Schloss Dilborn bij Brüggen (D). Eduard werd in augustus 1371 bij de Slag bij Baesweiler dodelijk getroffen. Zijn broer Reinald, volgens de legende tijdens zijn gevangenschap inmiddels zo corpulent geworden dat hij niet meer uit zijn cel kon en moest worden vrijgehakt, werd opnieuw uitgeroepen tot hertog van Gelre. Lang mocht hij niet meer genieten van de titel: hij overleed kinderloos in december 1371. Zijn dood leidde tot de Gelderse Successieoorlog. Uiteindelijk werd de plaats van de overleden hertog ingenomen door zijn neef Willem III van Gulik, zoon van Willem II van Gulik en Maria van Gelre, halfzuster van zowel Reinald als Eduard. Hertog Willem zou in 1378 en 1379 samen met zijn moeder een proces voeren tegen Robijn van Swalmen over belastingheffingen in Swalmen en Asselt. |
||
Renboom | Smabers | |
In een akte uit 1717 is sprake van een stuck 'landt aen den Renboom, de siede naer de Woolfskel', alsmede aen den Renboom, de sijde naer de Heijer huysen'. Een renboom of reinboom was een grenspaal- of boom. Gezien de gesuggereerde ligging tussen de Wolfskeel en de huizen van Swalmen-Heide gaat het vermoedelijk om de boom die elders wordt aangeduid als Wolfsboom. | ||
REUBENBERG | Smabers | |
Af en toe treffen we voorbeelden aan van hoe een toponiem in de loop van de jaren van plaats veranderde, zoals bij den Ruebben berch, al vermeld in een 15e-eeuwse lijst van keurmedige goederen. In 1629 wordt land verkocht op de Ruebenbergh gelegen. In 1651 is opnieuw sprake van land in het Voirveld op de Ruebenbergh, in 1688 geschreven als Reubenbergh, in 1699 als Ruijbenbergh. In de Oorspronkelijk Aanwijzende Tafel (OAT) behorend bij het kadastraal minuutplan B van 1842 is sprake van de Reubenberg of Rubenberg. Projectie van de kadastrale minuutplans levert nevenstaande lokatie op: langs de PEELVELDLAAN. Helaas is kaart 14 van landmeter Smabers niet bewaard, zodat we niet exact weten waar hij dit toponiem plaatste. |
||
Reypkenskamp | Smabers 17/38 | Google Maps |
Landmeter Smabers (1774) tekent de Reijpkens Camp in als perceel 38 op kaart 17, op de hoek van BENEDEN BOUKOUL en GRAETERHOFWEG. De herkomst van deze veldnaam is onzeker. De familie Reypkens (Reipkens, Reijpkens) had vanaf het eind van de 16e eeuw bezittingen in Swalmen. In 1673 kreeg Gertrudis Bisschops, weduwe van Johan Reipkens, land in het Asselterveld in onderpand voor een lening. Mogelijk had zij ook bezittingen op de Boukoul. Ook Martinus Reijpkens (gehuwd met Maria Spee, dochter van Leonard Spee en Catharina Bisschops) kan de naamgever zijn. |
||
Riet, achter de | Smabers 17/15 | |
De benaming Achter de Riet werd in de 18e eeuw gebruikt voor het gebied ten zuidoosten van de Riet, oftewel het gebied aan weerszijden van de huidige GRAAF WOLFF METTERNICHLAAN. In 1774 was hier opvallend veel grond in bezit van de Swalmer schutterijen. De Sint Jansbroederschap (J), Sint Antoniusbroederschap (A) en Sebastianusbroederschap (S, ook wel Asselder schutterie genoemd) hadden hier flinke percelen aan beide zijden van de beek. We zien dit toponiem terug als zowel Riet als Rijt. De -ie klank is Nedersaksich, de -ij klank Nederfrankisch. In beide gevallen is de betekenis te zoeken bij de woordstam *ri, wat stromen betekent, en het daarvan afgeleide woord rîde: stroomgeul. Door het gebied achter de Riet stroomde vroeger een beekje dat op bovenstaand kaartfragment nog goed herkenbaar is. |
||
Riet, Nieuwe | Smabers 17/12 | Google Maps |
In 1770 verkocht de gemeente Swalmen 60 morgen onvruchtbare heide aan de Nieuwe Riet gelegen voor een speciale prijs aan Lotharius Franciscus markies van en tot Hoensbroek in ruil voor eeuwig onderhoud van enkele nieuw aangelegde beken. De beken dienden vermoedelijk voor de ontwatering van de zuidelijker gelegen ontginningen rond de Boukoul. | ||
Riet, Oude | Smabers 17/13 | Google Maps |
In het begin van de 17e eeuw kocht Jan Quiten bij openbare verkoop heide aan gen Reidt bij Hillenraad, die later (z.d.) werd overgedragen aan Seger Jacobs en Catharina Steinen en weer later met de heer van Hillenraad werd geruild tegen daar tegenover gelegen heide. |
||
RIET | Smabers 17 | |
In 1765 werd in het bosgebied van de Rieth (in sylva dicta De Rieth) een vondeling gevonden die de naam Franciscus kreeg. Lotharius Franciscus markies van en in Hoensbroeck en Sophia gravin De Leijen, de bewoners van Hillenraad, werden peter en meter voor het kind. Landmeter Smabers (1774) geeft deze weg op kaart 17 aan zonder naam. Ten noorden van de weg liggen de nieuwe Riet (perceel 12) en de oude Riet (perceel 13). |
||
Rieterveld | Smabers 15 | |
Op het kadastraal minuutplan van 1843 wordt de benaming Rieterveld gebruikt voor een groot aantal percelen op de hoek van Meestersweg en Heydstraat. | ||
RIETERWEG | Smabers | |
In 1745 verkochtt Joannes Hooghstraeten akkerland aan de Ritterwegh gelegen. Deze weg loopt van BENEDEN BOUKOUL naar de Bisschopskamp. In het bosgebied ten westen van de weg liggen de restanten van een draf- en renbaan waar in de 20e eeuw zelfs struisvogelrennen werden gehouden. Henri Smeets: De Swalmen-Roermondsche Ruiterclub en haar renbaan in Boukoul. In: Jaarboek Maas- en Swalmdal 6 (1986). |
||
RIJKSWEG NOORD | Smabers 12 | |
Op kaart 12 van landmeter Smabers (1774) wordt nog de Venlose Baene weergegeven vanaf de Schuttenboom tot aan de Wolfsboom bij de Wolfsgraven. Coöperatie De Voorzorg. |
||
RIJKSWEG ZUID | Smabers | |
Op het kadastraal minuutplan van 1842 staat de nieuwe Rijksweg al aangegeven. Aan de westzijde van de weg, met de rug naar de Leucker, de woning die Frans Geraedts en Wilhelmina Thomassen in 1879 lieten bouwen. |
||
Rijsse, de | Smabers | |
In 1460 was Derick van Oest, kasteelheer van Hillenraad, eigenaar van 4 bunder land geheyten die Rijsse, gelegen boven Asselt midden in in die velde, zoals dit eerder eigendom was geweest van zijn vader, Johan van Oest. Het woord 'risse' of 'rysse' betekent wel 'riet', maar er zijn geen aanwijzingen dat het hier een gebied met rietland is geweest. | ||
ROBIJNSTRAAT | Smabers | |
De ROBIJNSTRAAT dankt haar naam aan Robijn van Swalmen. In 1358 kocht hij een woning binnen het klooster van Sint Servaas in Maastricht, waar Robijn kanunnik werd. Samen met zijn broer Werner van Swalmen schonk Robinus in 1376 o.a. de Genaanhof in Swalmen aan de het kartuizerklooster te Roermond. In 1379 werd Robijn, als medeerfgenaam van zijn broer Werner van Swalmen, heer van Swalmen en raakte hij verwikkeld in een proces tegen de hertog en hertogin van Gelre over de diverse oude rechten van de heerlijkheid. Bij deze gelegenheid moest Robijn het benoemingsrecht van de Swalmer pastoor inruilen tegen dat van een kerk in Zutphen. In mei 1381 verkocht Robijn zijn Swalmer bezittingen aan zijn neef Dirk van Oest. Een lijst van leden van de broederschap van de H. Geest te Roermond noemt in 1381 Robijn van Swalmen en Hillegont, zijn huisvrouw. De kerk van de parochie Het Woord Gods (opgericht 26 september 1963) werd gebouwd naar een ontwerp van architectenbureau Van der Grinten & Heydenrijk onder de supervisie van kapelaan Niessen, die was benoemd tot bouwpastoor van de nieuwe parochie. In 1966 kon de eerste steen worden gelegd. De kerk is inmiddels alweer buiten gebruik gesteld en werd in april 2008 afgebroken. |
||
Rochusweg | Smabers 10 | |
Tijdens het voogdgeding van 1686 klaagde Sebastiaen Heijnen, pachter van de Bacxhove, dat het veehek van de Rochuswegh niet behoorlijk werd onderhouden en gebruikt door de eigenaren, waardoor schade ontstond voor de naburen. | ||
Rode Haan | ||
In 1866 en 1869 verkocht Jacob Burghoff uit Roermond, o.a. eigenaar van De Spick op de Boukoul, slaghout aan de Rooden Haan op de Boekkoel (ook: Roodenhaan) en in de Hoenderberg. Ook zijn zoon Frans Burghoff verkocht in 1891 hout aan de Roodenhaan. De Rooden Haan wordt ook nog genoemd in december 1913. | ||
Rode Hoef | Smabers 13/30 | |
In 1712 werd land genoemd in de Roede Hoeff gelegen, terwijl in 1761 land werd verkocht in de Rode Hoeve gelegen naast het bos. Landmeter Smabers (1774) tekent de Roode hoeff over houtere steegh op kaart 13. Ook op de kadastrale minuutplans (sectie B blad 2) staat de Rode hoef aangegeven. Het betreft de percelen 30 tot en met 43, ongeveer waar nu DE KOLK ligt. |
||
Roermondseweg | Smabers | |
Een tiendlijst uit 1395 vermeldt al enkele malen die Ruremunsche straete. In 1690 verkochten Henderick Cox en Margaretha van der Heijden uit Roermond land onder Asselt aan de Swaemer Hegge langs de Ruremundtschen weg gelegen. |
||
ROOKHUIZEN | Smabers | |
De buurtschap Rookhuizen bestaat tegenwoordig slechts uit enkele huizen. De naam wordt nu ook gebruikt voor de weg die vanaf WIELER naar de gemeentegrens met Beesel loopt. De plaatsnaam is een verbastering van de voornaam Rochus. Uit deze voornaam ontstond al vroeg een gelijknamige achternaam. Jacob Rochus wordt in 1529 en 1531 genoemd als schepen van Swalmen. Dezelfde Rochus was in 1554 schepen van Beesel. Zijn kinderen waren op dat moment eigenaren van een boerderij die eerder Visschers Haiff werd genoemd.
Landmeter Smabers geeft op kaart 9 vier woningen aan bij Roockhuijsen en de Baers camp. Zie ook: Baarskamp. |
||
ROROWEG | Smabers | |
Sommige toponiemen raken door de jaren heen vrijwel onherkenbaar verminkt. Dat zien we o.a. bij de Roro, ooit begonnen als Roer ohe: de ohe van de Roer, oftewel de hooilanden langs de Roer. Vreemd genoeg vinden we de Roer ohe (1823) nauwelijks terug in geschreven bronnen. Op kaart 5 van landmeter Smabers (1774) staat de weg aangegeven als wech naer Leeven. Volgens de Rivierenkaart van 1849 lag de Roro langs de Buggenummerweg in Leeuwen, tussen de Ligte Ohe en de Schilberg. Strikt genomen valt dit toponiem buiten het kader van deze webpagina, aangezien het gebied niet op Swalmer maar op Leeuwens (Maasniels) grondgebied ligt. De Roer ohe strekte zich uit tot Melick en Herkenbosch. |
||
Rouwbroek | Smabers 17/8 | |
Bij landmeter Smabers (1774) draagt perceel 8 op kaart 17, ten noorden van Hoppenraedt, de naam rouwbroeck. | ||
RUIT, AAN DE | Smabers 17 | |
Benaming Aan het Ruit voor perceel 610 en verder van sectie D, volgens de Oorspronkelijk Aanwijzende Tafel (OAT) behorend bij het kadastraal minuutplan D van 1842; bij perceel 645 en 660 en verder staat evenwel de Ruit. In 1873 werd een perceel land aan het Ruit verkocht door Frederic Kessels; in 1885 werd opnieuw land aan het Ruit verkocht. Ruit of roet is een oude benaming voor onkruid of ruigte, in het bijzonder langs de waterkant. |
||
Ruitbroek | ||
Het Ruitbroek wordt vermeld in een openbare houtverkoop in december 1913. Het land behoorde toen tot de bezittingen van hoeve Zuydewijcks Spick. | ||
RYTERVELD | Smabers | |
Zie: Rieterveld. | ||
A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z | ||
© Loe Giesen, Reuver 1983-2017 |