Van Biesweerd tot Boeshei - Toponiemen in Swalmen en Asselt | ||
A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z | ||
Smabers 13 |
||
Landmeter Smabers (1774) tekende op kaart 13 het verckensgatt aan het eind van de Butsen steegh. Vermoedelijk in de Franse Tijd werd hier een huis gebouwd; dit staat voor het eerst aangegeven op de kaart van Tranchot en Von Müffling. De woning werd mogelijk gebouwd door Peter Geerlings en Sophia Clumpkens. Dankzij de kadastrale gegevens van 1843 weten we dat dit huis bij het Verkensgadt (sectie B 483) toen eigendom was van dagloner Jan Geerlings. Generaties lang bleef het huis eigendom van deze familie. |
||
VEESTRAAT |
Smabers |
|
Op het kadastraal minuutplan van 1843 (sectie C1) staat de Vehestraat aangegeven als naam voor de KROPPESTRAAT. |
||
Veeweide |
||
In 1687 klaagden de gezworenen van Swalmen en Asselt namens de gemeente klagen net als bij het voogdgeding van nogmaals dat zij grote schade leden door het niet vegen van de Leijgraef komend van het Schaepbroeck langs de Vheweyde tot in de Maese; tevens klaagden zij dat de schapen niet verder mochten komen dan binnen de weide en niet in het Voel noch over de Sijpe. | ||
Smabers 15 |
||
De Veltenbeck wordt voor het eerst vermeld in 1395. In 1625 kochten Nelis van Beeck en zijn vrouw Mercken Wolffs behalve een huis aan de Markt te Roermond in dezelfde koop ook nog een stuk land aan de Veltebeeck of Veltenbeeckh gelegen. In 1628 wordt de familie Aen de Beeck nogmaals vermeld als eigenaren van land aan de Feltenbeeck, waar het voetpat naar Hillenraet loopt. In 1631 droegen de schepenen van Swalmen en Asselt de Veltebeek over aan Arnold Dederick Schenck van Nydeggen, voor de weldaden die zij van diens voorouders ontvangen hadden. Zijn bezittingen daar waren echter niet onomstreden. Tijdens het voogdgeding van 1670 moest de Heer van Swalmen zijn onderdanen er op wijzen dat de Veltebeeck van hem was. Hij verzocht de inwoners dan ook om niet dichterbij te komen en zich terug te trekken uit het gedeelte dat zij reeds onterecht hadden ingenomen. Op kaart 15 van landmeter Smabers (1774) staat de Velte beeck aangegeven met een weggetje tussen HILLENRAEDERLAAN en GEVAREN.
In 1881 nam de koopman Hubert Tobben, zoon van burgemeester Lambert Tobben, een flink bedrag op van een hoofdingenieur van de Marine. Een jaar later verkocht hij een huis in het dorp. Kennelijk gebruikte de ondernemende jongeling dit geld voor de bouw van een molen, want weer een jaar later wordt hij vermeld als winkelier en molenaar. De molen werd aangedreven door "eene verticale locomobile van 6 paardenkrachten, welke tevens dient tot beweegkracht van eene aan dien molen verbondene houtzagerij", aldus de Maas- en Roerbode in maart 1884. Kennelijk vloog de burgemeesterszoon toch iets te hoog. Op 23 september 1884 vond de openbare verkoop plaats van een "goed beklante stoomgraanmolen met 2 koppels Duitsche steenen" te Swalmen op de Veltebeek gelegen (sectie C 1110) door de curator van het faillissement van Hubert Tobben te Swalmen. De molen werd voor fl. 3.300,- gekocht door Hubert Bongaerts te Roermond, een van zijn schuldeisers. Deze verkocht de molen op 27 april 1893 voor fl. 2.000,- (dus alweer met verlies!) aan Thomas Alers. Diens vader, de houtkoopman Willem Alers, wordt in 1886 al genoemd als pachter van de gebouwen. Bij de kruising van GEVAREN en MEESTERSWEG lag in de 19e eeuw de kapelanie van Swalmen (sectie C 337, 338 en 678). Deze werd op 23 oktober 1890 te koop aangeboden door het R.K. parochiaal kerkbestuur. Volgens de OAT van 1843 was het gebouw toen eigendom van de Gemeente. Op 28 juli 1891 verkocht J.W. van Dael huis, stal, schuur en erf alsmede een afzonderlijk herenhuis aan de Veltebeek langs de Rijksweg (sectie C 1034, 1035, 1040, 1039 en 1032). |
||
Veldmahr | ||
Benaming Veld Mahr voor het gebied tussen OUDE BAAN, Eppenbeek en HILLENRAEDERLAAN op de Rivierenkaart uit 1849. De benaming werd nog gebruikt tot tenminste het begin van de 20e eeuw. Zo werd in mei 1914 een perceel bouwland verkocht, gelegen aan Veldmahr, aan den rijkskiezelweg. | ||
Smabers 11 |
||
Landmeter Smabers noteerde op de rand van kaart 11 aen de Velt poort oudts aen Schutten boom. Deze opmerking suggereert dat de benaming Schuttenboom de oudste is van de twee. De straat die nu VELDPOORT heet, heette bij Smabers nog Koeijstraet, een naam die in oostelijke richting ook nog geldt voor de aansluitende BOSSTRAAT. De huidige rijksweg werd pas aangelegd rond 1840. De Velt poort staat aangegeven op de kruising van Koeijstraet en de Moolenwech. woning 11/196 = B 1059 woning 11/197 woning 11/198 woning 11/199 woning 11/200 = B 1054 woning 11/201 = B 1057 en 1058 woning 11/204 woning 11/205 woning 11/206 = B 532 woning 11/309 = B 518 en 519 woning 11/310 woning 11/317 |
||
Venlose Straatje |
Smabers 11 |
Google Maps |
In 1719 vond in Swalmen de openbare verkoop plaats van een huis op de Hooghstraete gelegen tussen de erfgenamen van Willem Cuijpers en de weg van het Nopperstraetien, met de korte zijden grenzend aan de openbare Vheestraet en het Venlose Straetien. | ||
Vennen, de |
||
In 1704 legateerden Jan Cuijpers en Merrij Raemeckers land aan de Vennen voor het houden van twee jaarlijkse missen. | ||
Vespersland |
Smabers |
Google Maps |
Al op het einde van de 16e eeuw genoot de kerk van Swalmen inkomsten uit land in den Voirvelde ahn der heiden, genant dat Vesperlandt. In 1715 droeg Anthoin Smeets een gedeelte van het land genaamd het Vesperslandt aan de Wolfsboom naast het land van de kosterij over in omberekend gebruik, om van de opbrengst van deze lening de ziektekosten, begrafeniskosten en schulden van zijn overleden broer te betalen. | ||
Dit toponiem wordt enkel vermeld in een akte van 13 mei 1657. Syl Cluevers, laatbode van de Asselterhof verklaarde dat hij uit de kerk was gekomen om naar huis te gaan, toen de scholtis de laatbank hem bij zich had geroepen en hem had meegenomen naar de Maas in de bemd genaamd de Legge waar de verdronken persoon had gelegen, 'noch met de voeten in de Maese, waer bij stonden dry ruyters ende den soon van Jan Coenen met naeme Coen'. Syl kreeg hier van de scholtis opdracht om de dode samen met de ruiters op te nemen 'ende tot Assell op den verloeren kerkhoff begraeven'. Zo werd de dode 'met witsen om sijn lieff gebonden ende daer door twee stacken gestecken' naar het verloren kerkhof gedragen. Vermoedelijk gaat het om een verloren gegaan gedeelte van het kerkhof. Daarbij moeten we weten dat de kerktoren van het kerkje van Asselt vroeger aan de andere kant lag, waar nu het koor is. De kerktoren verdween in de 16e eeuw in de golven van de Maas. Waarschijnlijk gebeurde hetzelfde met een lager gelegen gedeelte van het kerkhof. Loe Giesen: Lijkschouwingen in Swalmen en Asselt (1657-1749). In: Maas- en Swalmdal 16 (1996).
|
||
Verlorenkost |
||
Dit toponiem is vrij algemeen; we treffen het in de 19e eeuw aan in o.a. Haelen, Echt, Maasbracht en Thorn, maar ook in andere delen van België en Nederland. De benaming lijkt steeds te wijzen op een schamele opbrengst, een vruchteloze poging. Arme grond dus. |
||
Vestjensgriend |
||
In 1691 verklaarden scholtis en schepenen van de heerlijkheden Asselt en Swalmen dat zij die dag, in aanwezigheid van Arnold Schenck de Nijdeggen, heer van genoemde heerlijkheden, hadden gezien dat laatstgenoemde 'in de Maese heeft bevaeren ende beplandt dry diversche grienden off aenwaschen tot Asselt, waeronder is gevonden eenen steengriendt onder den Berghgrient gelegen tegens d'Asselsche Ohe, naer het vehr ende de twee andere tusschen Vestiens griendt ende den Boecxweert, de welcke den voors. heere sijn toecommende ingevolgh de gerechticheyt, die sijne hoogh ende welgeb. competeert in de aenwaschen ende middelgrienden in der Maesen van beyde kanten van de Maese van de Linge hegge aff tot in het middel van de Hansemer beeck, alles in conformiteyt van de segel ende brieven bij de fursten deses landts gegeven ende geratificeert, ende bij alle omliggende dorpen ende gemeynte onder eede betuyght in dato de sexto decimo calendas 7bris aº 1275 soo ende gelick ons gerichtspersoonen de voors. brieven ende privilegien respective voorgelesen ende geexpliceert sijn'. | ||
Vinkenkamp |
||
Als borg voor de pacht van Genaanhof stelden Stoffel Ramaekers en Maria Mevissen in 1785 o.a. akkerland op de Vinkencamp. De ligging is niet bekend. | ||
Visserspad |
||
In 1735 verkochten de erfgenamen Geerlings uit Asselt land op de Visscherspaet gelegen. Mogelijk wordt de Vissersweg bedoeld. |
||
Vissersweg |
Smabers |
|
Deze weg loopt tussen de Lichte Ohe en de Zware Ohe. Bij het begin van deze landweg werd bij een opvallende meander van de Swalm rond 1990 een picknickplaats ingericht, die vaak wordt gebruikt als startpunt van een wandeling. Landmeter Smabers noteerde de weg in 1774 als Visschers wech off paett. Op de Ferrariskaart uit dezelfde periode is mooi het veerpontje te zien dat aanlegde bij Maaswienerte, aan de Neerse zijde van de Maas. Zie ook: Visserspad. |
||
Vlakte der Kruiken |
||
Vlakte der Kruiken was, na grootschalige sloopwerkzaamheden waarmee het oude karakter van de Swalmer dorpskern voorgoed verloren ging, in de tweede helft van de 20e eeuw de benaming die werd gegeven aan het braakliggend gebied. Eind 20e eeuw werden er vier pijpaarden beeldjes gevonden daterend uit de 15e eeuw. Wiel Luys: Archeologische vondsten en opgravingen in Beesel - Reuver - Belfeld - Swalmen (1987-1991). In: Jaarboek Maas- en Swalmdal 12 (1992). |
||
Vlaskamp |
||
In 1725 verpandden Peter Naus en Christina Spee land in de Vlascamp te Asselt gelegen. Volgens een openbare verkoop uit 1907 lag het perceel sectie E 1984 eveneens in de Vlaskamp. | ||
Smabers |
||
De oudste vermelding van het het Vlinckenbroeck is op het kadastraal minuutplan van 1843 (sectie D2). Het Vlinkenbroek ligt ruwweg tussen BOVEN BOUKOUL, ELMPTERBAAN, HOENDERBERG en BLANKWATER. Tegenwoordig is het een straatnaam tussen HOENDERBERG en BERGSTRAAT. |
||
Vloedgraaf |
||
In de opsomming van openbare wegen en voetpaden van 1588 lezen we "van den Floetgrave off Leygrave is gewroecht unnd opentlicht geteught vann der
gantzer gemeynten dat die Carthuiser herren schuldich sein den selven Leijgraveto fegen und open to halden mitten brucken bij gemelten herren opgericht und
doin macken, aengaende boven den hoeve van den Scharbroeck und Tichelerien in
dat broick to Assell ahn der Hoger Hecken unnd dorch dat broick langs die erven
dorch biss in gen Mase, und dat maill jehr die Carthuijser herren der gemeinden
van Assell ein aem biers off meher off myn geschenckt heft, unnd hoen gebeden
den voorss. grave te helpen opmaeken unnd fegen wie auch geschiet were". Daaruit volgt dat vloedgraaf een oud woord voor de Leygraaf is. |
||
Volmolenweg |
||
Langs de Limburgse rivieren lagen diverse volmolens. Zo hoorde bij de Wylrehof ten zuiden van Venlo in 1509 ook al een volmolen. In een volmolen werden geweven wollen stoffen 'gevold': de stof werd hierbij uren- of dagenlang gekneed met behulp van houten stampers die werden aangedreven door het waterrad. Om het vervilten te bevorderen werden vaak tevens aarde, urine of zeep toegevoegd. Swalmen kende in 1380 al een molen, maar we weten niet zeker waarvoor deze werd gebruikt. Toen de stadsvolmolen in Roermond in 1549 werd verkocht, werd o.a. bepaald dat de molenaar geen hoger loon mocht vragen dan de molenaar in Swalmen. In het beleid van 1588 lezen we: "Am folgenden dage hebben scholtis unnd schepen beleydt gehalten und angegangen op den Folmullenwech ... ". En enkele regels verder: "In diesen vurss. Folmullen wech moet aen beiden enden als ahn inganck aen Heinrich aen der Beeck bentgen und uytgaende aen den broecksken moet der wech gemaeckt sein dat wederom daer dorch to faren und to fleutten ist". In 1683 gaf het Hof van Gelder in Roermond toestemming voor de overdracht van een huis langs de Swalm bij de volmolen. |
||
Voorveld |
Smabers 12 |
|
Landmeter Smabers noteerde in 1774 op kaart 12 Het Voohr Velt, Beginnende mit eene hoff aen den mistwech naer den Laeckbergh, het andere hooft de wolfsgraeven eene sijde de venlosche baene, Hollestraet en vehedrift, de andere sijde de vehestraet comende van Schutten Boom. Dit is tegenwoordig het gebied ruwweg begrensd door RIJKSWEG, SPORTPARKLAAN en BOSSTRAAT. | ||
Smabers 2/55 |
||
In 1652 verkocht de rechtsgeleerde Antoin Vorstermans zijn hof op die Ray gelegen aan kolonel Francois Bitot, gouverneur van Rormond, en Margaretha Muton, tevens eigenaren van de Tegelarij in Maasniel. In 1699 liet jonker Philip Bitot beslag leggen op de in Swalmen gelegen bezittingen van zijn zussen. Een jaar later verpandden de erfgenamen Pitot, te weten Frans Werner Weits, landschrijver van het ambt Bruggen en Daelen, als man en voogd van Anna Elisabeth de Bitot, en Johan Gerard van der Smitsen, licentiaat in de beide rechten en advokaat van de Souvereine Raad in Gelderland, als gevolmachtigde van Johan Noé de Bitot, gewezen kapitein ten dienste van Zijne Majesteit, Isabella Charlin de Bitot en hun afwezige zuster Louise de Bitot, hun landerijen en boomgaard onder Asselt recht tegenover de Tegelarij gelegen, een perceel dat in 1774 eigendom was van Matthis van Uffelt. In 1712 werden veel landerijen van de familie Vorstermans in Swalmen openbaar verkocht. In 1724 verpachtten burgemeester en schepenen van Swalmen de Vostermanscamp. Smabers (1774) gebruikt de naam Vorstermans Camp voor de percelen 55 en 56 op kaart 2. Beide percelen, dan eigendom van Dirck en Joannes Joosten ieder voor de helft, liggen aan de noordzijde van de RAAYSTRAAT en worden tegenwoordig aan de achterzijde begrensd door de bosjes van de Haak. De benaming Vorstermanskamp nabij de Raai werd het laatst aangetroffen in 1871. |
||
Smabers 6/117 | ||
In 1588 lezen we: "Der twede foetpatt lut van den Foeskensbergh aff achter Beckerhouve op die
oliehsmullen, van daer aff dorch den Hoefacker, uuyten Hofacker inn die straet
to Middelhoven, und also neffens Jan Hergodtschalcks goudt, bij Gerken Goetzen
goudt oever den Papenwegh recht op ghen eycksken." Tegenwoordig wordt dit gebied doorsneden door de spoorlijn Roermond-Venlo en de autosnelweg A73. Vooruitlopend op de aanleg van deze weg werd archeologisch onderzoek gedaan. Hierbij werden restanten van een hoeve uit de periode 950-1225 aangetroffen die mogelijk mogen worden gezien als een soort voorloper van Genaenhof en Genoenhof. De benaming 'Voskensberg' verwijst ongetwijfeld naar de familie Vosken van Swalmen. Daarmee ligt een relatie tussen de middeleeuwse bodemvondsten en de Heren van Swalmen voor de hand. Jacob Schotten: Een middeleeuwse nederzetting nabij de Nieuwenhof te Swalmen. In: Jaarboek Maas- en Swalmdal 22 (2002), blz. 90-103. |
||
VOSKINERF |
Smabers |
|
In 1314 verkocht Willem van Cranendonck zijn allodium (vrij eigen goed) bestaande uit het hoge gerecht en de gruit van Swalmen aan graaf Reinald van Gelre. Dit goed werd in leen gehouden door Seger Vosken van Swalmen, maar deze had zijn bezittingen inmiddels aan de graaf verkocht. Ridder Sieger van Kessel, die kennelijk een zeer hoge leeftijd bereikte, verklaarde nog in 1378 dat hij aanwezig was geweest bij de verkoop van het hoge gericht te Swalmen, de klokkenslag en de rechtspraak "tuschen hals und buick" door zijn neef Sieger Vusken van Swalmen aan de hertog van Gelre. Ook Mechtelt von Beecke, vermoedelijk eigenaresse van de Beeckerhof en eveneens zeer oud, kon zich in 1378 herinneren hoe deze verkoop ongeveer was gebeurd. Sieger Vusken was op dat moment vruchtgebruiker ("tachter") van de heerlijkheid Swalmen en had op gegeven ogenblik de oorlog had verklaard aan de heer van Kuke (Cuyck), die o.a. heer van Herten was. "Om gebreecks wille" (kennelijk was Sieger in geldnood geraakt) had Sieger het "overste gericht end den klocken slaegh" van Swalmen en Assel, behoudens de rechten van de laten van Sieger en van de overige inwoners, toen verkocht aan de toenmalige graaf van Gelre. Toen Margaretha van Heinsberg-Blankenberg in 1337 tot abdis van Thorn werd gekozen, was ridder 'Wernero dicto Vosken de Sualmis, milite' daarbij getuige. Ook toen Reynolt, hertog van Gelre, in 1344 de handvesten, privileges, vrijheden en rechten van de stad Roermond bevestigde, was ridder Werner Vosken van Swalmen daarbij aanwezig. Warnerus Voeskyn de Swalmen was in 1369 zelfs bemiddelaar ten behoeve van een verbond tussen koning Eduard van Engeland en hertog Eduard van Gelre. In 1372 werd Werner Voesgin van Swalmen door aartsbisschop Frederik van Keulen beleend met inkomsten uit o.a. de tol te Neuss. Werner Vosken zou op 17 januari 1380 zijn overleden. Een akte uit 1348 noemt overigens ook een Geraert Vusken van Swalmen en zijn vrouw Guede van Elmpt. Seger van Swalmen, zoon van Werner Vusken van Swalmen, stond in februari 1363 Godart van Loon, heer van Heinsberg, de inlossing toe van enkele verkochte renten. In mei van datzelfde jaar werd Seger van Swalmen, nog knape, beleend met het goed Dilborn (bij Brüggen, D) met toebehoren. Zijn wapen staat afgebeeld in het Wapenboek van Gelre.
|
||
Vossengalg |
||
In 1765 kochten Jan Huyben en Agnes Verhaegh ongeveer 1 morgen nabij de Vossegalge gelegen. In 1771 verpandden Joannes Conrardus Herwegh en zijn vrouw Maria Agnes Schreurs land aan de Vossegalge gelegen. | ||
Vroege Dienst, de |
Smabers |
|
Soms werden landerijen genoemd naar hun eigenaren, maar soms ook naar de bestemming van de opbrengst van de landerijen. Dat is het geval bij de vroegen dienst in de Biesweerd gelegen en op kaart 7 als zodanig door landmeter Smabers ingetekend bij perceel 6. In 1741 gaf Smabers al de benaming den vroegen dienst aan een perceel (x) langs de verdwenen Hillenraderweg. Zie ook: Donderdagse mis. In 1698 is sprake van een bemd op de Coebelt gelegen tussen de vrueghmisse baent en Willem Faessen gelegen, met de korte zijden grenzend aan de Swalm en het Weydeclooster te Venlo. |
||
Smabers 5 |
||
In de beschrijving van openbare wegen, voetpaden en waterlopen uit 1588 worden de Foulenbenden al genoemd. Tijdens het voogdgeding van 1687 werd opgemerkt dat de schapen niet verder mochten komen dan binnen de weide en niet 'int Voel nochte over de Sijpe'. Op kaart 5 van landmeter Smabers (1774) staan de percelen 1 tot en met 20 bij de oude Maasarm aangegeven als Vuijle Bembden. De meeste gronden worden slechts licht belast, wat vaak wijst op matige kwaliteit van de grond. Aan de oostzijde loopt vanaf de scheijtlinie tusschen Maesniell ende Leeven ter eenre, ter andere Swalmen en Asselt, een Leijgraeff door het gemeene broeck tot Asselt tot aan het kerkje, waar het beekje uitkomt in de oude Maese. Ter hoogte van de Sijperhof wordt nog de Leijgraaf opgenomen die van Tegeleraij en Schaarbroek komt. In 1775 worden de Vuijle Bemden opnieuw genoemd, in 1811 als Vuyle Bemd. Ook in de Oorspronkelijk Aanwijzende Tafel (OAT) behorend bij het kadastraal minuutplan van 1843 (onder sectie E) en op de Rivierenkaart van 1849 worden de Vuilbemden genoemd. In 1857 werd er een openbare verkoop gehouden van canadabomen, in 1872 van elsen hakhout. |
||
A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z | ||
© Loe Giesen, Reuver 1983-2015 |