Van Biesweerd tot Boeshei - Toponiemen in Swalmen en Asselt
 
A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z
 

ZANDERSSTRAAT, PASTOOR

Smabers
Google Maps

Joannes Josephus Carolus Zanders was pastoor van Swalmen tussen 1841 en 1853: roerige jaren wegens o.a. de zogenaamde Bosstrijd waarin de gemeente verwikkeld was. Tijdens dit geschil met de nu Pruisische buurgemeenten Brüggen en (Mül)Bracht liepen de gemoederen soms hoog op, waarbij de pastoor diverse malen een leidende rol had.
Volgens de oudste kadastergegevens was Jan Jacob Zanders, pastoor te Swalmen, in 1843 eigenaar van een huis (sectie D 89) langs de huidige RIJKSWEG in Reuver.

Joseph Sanders, zoals hij ook wel staat ingeschreven, zou zelf zijn geboren in Mülbracht in 1799 als zoon van Antoon Sanders en Gertrudis van Dijk, maar zijn geboorteakte is daar onvindbaar. Hij overleed op 16 augustus 1853 in Swalmen.

Vastgesteld bij raadsbesluit van 30 september 1964.

 
ZANDKUIL  
Google Maps

Zand werd ook vroeger al gebruikt voor allerlei doeleinden, zoals voor de bouw. Zo lezen we in het voogdgeding van mei 1700: "Willem Janssen claeght dat aen sijn erve aen de Laeckbergh wordt gemaeckt een sandtkoul."
Op de landkaarten van landmeter Smabers (1774) zien we meerdere zandkuilen:

Foto: Loe Giesen1. kaart 3 perceel 44, aan de noordzijde van de GRAETERBAAN, aangeduid als Grather hoff santkuijle. De zandwinning ging hier ook na Smabers nog door en de laagte is dan ook goed te zien op hoogtekaarten. In 1789 verkochten Hendrick Naus en Sophia Tessers akkerland in het Gratervelt gelegen met de korte zijden grenzend aan Grater Santskuil en Graeterdries.

 

 

 

 

Foto: Loe Giesen2. kaart 4 perceel 70, aangegeven als santkuijle achter de grote wijher van de Beeckerhof.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3. kaart 15 een kuijle op de hoek van de KROPPESTRAAT en de ZANDKUILWEG, die inderdaad werd genoemd naar deze zandafgraving. Ook in 1774 liep deze weg al tussen KROPPESTRAAT en Heijstraet. Ook op het kadastraal minuutplan van 1842 (sectie C1) staat het gebied aangegeven als achter de sand kuil.

Dwars op de ZANDKUIL vinden we (van noord naar zuid) de BURGEMEESTER HEIJNENSTRAAT, BUIRGEMEESTER JANSENSTRAAT, BURGEMEESTER TOBBENSTRAAT en BURGEMEESTER HENDRICKXSTRAAT.

 
Zandstraat    

De Zandstraat wordt al genoemd in het voogdgeding van 1588: Van wegen der gemeyner foetpede ist erkleirt dat ein gemeyn foetpat ist, der aengeit an der Schatzkoulen nae der Deuffelseicken nae gen Houterfeldt, vann danne in die Sandtstraete uitter Sandtstraete opt Voerfelt dorch dat Venlonischer straetgen achter Peeter Smeetz goudt op ten Mortel, van den Mortel durch den Hoeffacker neffens Bouten goudt op die oliehsmeulen, van der oliehsmullen langhs den Nouwenhof oever den Aldenhoever patt op Boekesstap unnd van danne in gen Mase.

In 1629 verkocht Nelis Keupers met toestemming van zijn vrouw Drutgen huis en hof in de Sandtstraet aan de Krop gelegen. Ook in latere akten zien we de Sandtstraet (1666), Sandtstrate (1676), Sandtstraete (1686) , Santstraet (1727) geregeld terug. Christiaen Bongarts en Maria Reijners verpandden in 1706 land op de Meulenwegh aan de Santstraete gelegen. In 1711 verkochten de erfgenamen van wijlen Peter Beeck land op de Sandtstraete gelegen. De exacte ligging is niet bekend.

 
Zevenberg  
Google Maps

Foto: Loe GiesenBenaming Sevenberg op twee kaarten uit circa 1830. Deze heuvels liggen volgens de kaart op Duits gebied, ongeveer op de plaats van de Kahlberg, met 67,4 m + NAP het hoogste punt. De lijnen waarmee de kartografen de heuvels hebben aangegeven, kloppen echter niet helemaal, want ze strekken zich uit tot op Nederlands grondgebied.

Op eerdere en latere kaarten komt de naam niet voor, zodat we weinig vergelijkingsmateriaal hebben. De naam is echter mogelijk ontleend aan de grafheuvels uit de Midden Bronstijd (2000-1500 v. Chr.) die hier aan Swalmer zijde op het hoogterras liggen. Als de heuvels hiermee inderdaad apart genoemd worden, geeft dat aan dat ze in de eerste helft van de 19e eeuw goed herkenbaar waren in het landschap. Het gebied was toen nauwelijks bebost en vooral bedekt met heide en gras. Overigens zijn er meer dan zeven grafheuvels, hetgeen het weer onzeker maakt dat de naam hiermee te maken heeft.

Zie ook Elmpterbos voor het andere kaartje waarop de Sevenberg vermeld staat.

Foto: Loe Giesen

 
Zijp    

Foto: Loe GiesenDe oude benaming voor de Leijgraaf gaf tevens de naam aan de Syperhof. In de hoofdschat (een soort belastinglijst) van Swalmen en Asselt uit 1686 treffen we pachter Gerken op gen Sijppe aan. In 1687 klaagden de gezworenen dat zij grote schade leden door het niet vegen van de Leijgraef komend van het Schaepbroeck langs de Vheweyde tot in de Maese; tevens klaagden zij dat de schapen niet verder mogen komen dan binnen de weide en niet 'int Voel nochte over de Sijpe.' In 1721 wordt de boerderij genoemd als hof op de Sijpen.

 
Zjwaamvallei, de  
Google Maps
Foto: Loe GiesenOp het eind van de SCHOOLBERG staat een eigenaardige verzameling fantasiehuisjes onder de naam 'De Zjwaamvallei'.
 
Zomp Smabers 10/99
Google Maps

Foto: Loe GiesenIn de late 16e eeuw had het Maria-altaar in de kerk van Swalmen o.a. inkomsten uit een stuk land in’t Wilre Veldt ahn den Somp gelegen.
In een lijst uit 1671 van landerijen behorend tot de boerderij van het klooster Maria Weide in Middelhoven zien we een toponiem aen de Somp. Volgens een pachtcontract van de boerderij uit 1679 maakte de Somp toen deel uit van deze landerijen. Tevens had het klooster land op de Breeden Naers tegen de Somp.

Smabers (1774) geeft bij perceel 99 op kaart 10, eigendom van Arnoldus Pollaert, het woordje somp aan. Aan de aangegeven begroeiing te oordelen was de bodemgesteldheid van het zuidwestelijk ervan gelegen perceel 79 weinig anders.

Bij de aanleg van de A73 moesten hier, ter hoogte van de opslagsilo's van de moutfabriek, de meest uitgebreide maatregelen worden genomen tegen het grondwater.

 
ZONNEDAUW  
Google Maps

De ZONNEDAUW is een kleine verbindingsweg tussen de BOSSTRAAT en de MEANDER. Het straatje is genoemd naar de Zonnedauw (Drosera), een familie van vleesetende planten.

De Kleine Zonnedauw wordt niet meer dan 10 cm hoog en heeft kleverige tentakels op de bladeren. De plant komt voor op stikstofarme, natte en zure heidevelden en veengrond zoals we die ook op enkele plaatsen aantreffen langs de oevers van de Swalm, zoals in het Elmpter Bruch.

Rond Swalmen treffen we ook de Ronde Zonnedauw aan. Deze is eveneens zo klein dat de plant gemakkelijk over het hoofd wordt gezien. De Ronde Zonnedauw is een zogenaamde 'kensoort' voor hoogveenbulten en natte heidegronden.

 
Zuydtwijcks Spick  
Google Maps
Foto: Loe GiesenZuydtwijcks Spick (ook: Zuidewijkspick) is een veelgebruikte benaming voor hoeve de Spick (klik op de foto). De naam is ontleend aan de familie Heereman van Zuydtwijck, die de omgrachte boerderij van 1725 tot 1818 in bezit had en verantwoordelijk was voor veel mooie details.
 
Zwaan, de Smabers 15/23
Google Maps

Foto: Loe GiesenHerberg de Swaen werd in 1700 gebouwd door Aret Smeets, op een stuk land aan de Crop dat in 1695 eigendom was van de erfgenamen van wijlen de schepen Jacob Smeets. Jacob Smeets was tweemaal gehuwd: eerst in 1658 met Agnes Meuter en in 1671 met Judith Bulders.
Jacob pachtte in 1672 samen met zijn tweede vrouw Judith Bulders de Asselterhof. Jacob Smeets was niet onbemiddeld en liet na een grote brand in 1674 twee huizen herbouwen. In 1676 verlengden zij het pachtcontract van de Asselterhof.

Aret Smeets, geboren in 1660, trouwde in 1686 in Asselt met Mathia Spee. De bouwplaats voor de nieuwe herberg was goed gekozen: kort voor de bouw was de doorgaande weg van Roermond naar Venlo verlegd. Eerder liep deze hoofdroute via de MOLENSTRAAT, maar met deze verandering zag Aret goede kansen om hier, langs de huidige RIJKSWEG maar toen nog Kropperstraet geheten, een goed belegde boterham te verdienen. Deze eerste bouwfase kende overigens enkel de onderste verdieping; de bovenverdieping werd pas toegevoegd in het begin van de 19e eeuw.
Areth Smeets en Tijsken Spee, die op de Asselterhof bleven boeren, kochten in 1706 ook zelf een huis in Asselt. In februari 1708 verpandden zij de Zwaan; het geleende geld werd mogelijk gebruikt voor de aankoop van nog een tweede huisplaats aan de Cropperstraet, het gedeelte van perceel 23 grenzend aan Hendrick Slabbers op nr. 24. Aan de andere kant, op nr. 22, woonden overigens Hendrick Wuts en Agnes Gubbels, die deze huisplaats in 1695 hadden gekocht.
Arnoldus Smeets overleed in 1709 en werd begraven bij het kerkje tegenover 'zijn' Asselterhof. Zijn weduwe Matthia Spee hertrouwde een half jaar later met Geurt Spee en zou nog korte tijd boeren op de Graeterhof.

De Zwaan werd eigendom van de erfgenamen Smeets. De belangrijkste voor ons verhaal is de oudste zoon Jacob, in 1707 in Asselt getrouwd met Elisabeth Spee, geboren en getogen in het Gebrouwhuis. Dit huwelijk had nog heel wat voeten in aarde want Elisabeth was eerder verloofd met Joannes Hoets aan de Broekhin, ontvanger van Maasniel. Uiteindelijk viel de keuze van Elisabeth echter op Jacob Spee. Toen Hoets bij de pastoor van Swalmen bezwaar maakte tegen dit huwelijk, probeerden ze eerst in over de grens in Gulik te trouwen, maar dit lukte niet. Daarop bemoeide Tilmanus Spee, pastoor van Meijel en broer van de bruid, zich ermee en toen ook dit mislukte probeerden ze de pastoor van Swalmen te overreden. Toen ook deze weigerde, knielden zij voor hem en verbonden zich zelf in de echt onder protest van de pastoor. In de kerkregisters van Asselt staat netjes dat het huwelijk werd voltrokken door Tilmanus Spee met toestemming van de pastoor van Asselt, maar de uitvoerige processtukken van de kerkelijke rechtbank vertellen het hele verhaal en illustreren nog eens hoe belangrijk het is om niet alleen blind te varen op registers van dopen, trouwen en begraven (DTB).

Het jonge gezin woonde na deze rumoerige start eerst enkele jaren in Swalmen maar verhuisde rond 1714 en woonde daarna jarenlang in Echt. In november 1731 kochten Jacobus Smeets en Elisabeth Spee het Gebrouwhuis in Asselt en in 1739 kocht Jacob tevens de overige aandelen van de Zwaan. Zoon Jacob (Echt, 1720) zou later het Gebrouwhuis erven dat hij samen met zijn tweede vrouw in 1761 verkocht nadat hij was verhuisd naar Stevensweert. De oudste zoon, Arnoldus, erfde de herberg langs de rijksweg.

Tussen 1745 en 1747 werd opnieuw een proces gevoerd voor de kerkelijke rechtbank (officialaat) in Roermond, ditmaal door Anna Gelissen uit Echt tegen Arnoldus Smeets uit Swalmen. Smeets woonde op de hof van de Munsterabdij bij de ouders van het meisje. Ze hadden contact gehad en samen geslapen onder belofte van huwelijk. Ze zouden de volgende lente met Pasen trouwen, maar intussen was Smeets teruggekeerd naar Swalmen waar hij wilde gaan trouwen met ene Sibilla Smets. De gedaagde bekende de gemeenschap met haar, maar ontkende iedere belofte van trouwen en liet verder verstek gaan.
In juni 1746 voerde de promotor (de kerkelijke aanklager) een proces tegen Jacobus Smeets. Toen de bode namelijk de dagvaarding was gaan brengen bij zijn zoon Arnold Smeets als gedaagde van Anna Gelissen, viel vader Jacob de bode zodanig lastig en dreigde hem te slaan met een hellebaard, dat hij zich moest laten opsluiten in een kamer om daarna stilletjes terug te keren naar Roermond. De promotor vroeg dan ook een strenge straf.

Foto: Loe GiesenUiteindelijk zouden Arnold Smeets en Anna Gelissen toch nog trouwen. In 1751 en 1753 verpandden zij tot tweemaal toe huis en brouwhuis genaamd de Zwaan. Na het overlijden van Aret werd de herberg eigendom van zijn zus Cornelia Smeets, in 1757 gehuwd met Joannes Wolf. Hun enig kind overleed kort na de geboorte en in 1761 verpandden zij de Zwaan, uitgezonderd de daarnaast gelegen schuur in het dorp tussen Peter Wuts en Frans Slabbers, aan hun zwager en broer Joseph Smeets. Toen Joannes Wolf in 1764 overleed, stond Cornelia Smeets er alleen voor en een jaar later bood zij de herberg te koop aan.
De Zwaan werd gekocht door Anna Maria van Baexen, die in november 1765 trouwde met Gerardus Derex uit Maasniel. Het huwelijk bleef kinderloos en Anna Maria overleed in 1779 en werd begraven in de kerk. Haar man zette de zaak voort en voegde in 1809 (zie jaarankers) een verdieping toe.
Toen ook Gerardus Derix overleed, liet hij de Zwaan bij testament na aan zijn nicht Maria Catharina Derix, in 1819 gehuwd met Daniel Heijnen, van 1833-1844 burgemeester van Swalmen. Bij deling van 1861 werd de Zwaan toegedeeld aan hun enige zoon, Jan Willem, die echter al in 1864 overleed. De herberg werd nu eigendom van zijn zus Helena, in 1859 getrouwd met Christiaan Wuts. In 1897 erfde hun jongste zoon Hendrik de herberg, die in 1920 de brouwerij sloot en in 1928 de herberg verkocht aan Severinus Geraedts. Hij is ook verantwoordelijk voor de verbouwing in 1951 van de voormalige schuur (toen paardenstal) tot slijterij. De jaarankers 1716 op dit gedeelte (tot 1951 een blinde gevel) zijn bedrieglijk: ze zijn afkomstig van het in 1951 gesloopte pand Schoonhoven aan de markt, waar ze het jaartal 1719 vormden.

In 1983 werd de Zwaan gekocht door Theo Mouwens, die eigenaar en uitbater bleef tot 2008. Het pand is tegenwoordig eigendom van Vastgoed 2-duizend. Vanaf oktober 2009 is er een hostellerie gevestigd.

Giel Geraedts: "Herberg den Swaen" in Swalmen en de familie Smeets. In: Jaarboek Maas- en Swalmdal 4 (1984).
Giel Geraedts: "De Zwaan" te Swalmen. In: Jaarboek Maas- en Swalmdal 9 (1989).
Giel Geraedts: De Zwaan in Swalmen en het ankerjaartal 1716. In: Periodiek MHVS Jrg. 13 (1993), nr. 4.

 
Zwaanskamp   Google Maps
De Zwaanskamp staat als zodanig ingetekend op een kaart van landmeter Dupont uit 1858. Het perceel lag ten noorden van de KROPPESTRAAT (op de kaart aangeduid als Koestraat) en ongeveer 200 meter ten westen van DE LANK.
 
Zwaar Veld, het    
Het Swaer Veltt wordt al in 1624 genoemd. Rond 1629 verkocht Nelis Janssen ongeveer 2 morgen land aan de Esselstraet in het Schwaer Velt gelegen. In 1667 wordt het Swaer Velt opnieuw genoemd.
 
Zware Ohe Smabers 7
Google Maps

Foto: Loe Giesen

De Swaere Ohe liggen op kaart 7 van landmeter Smabers in 1774 tussen de Lichte Ohe en den Weerth.

Op de foto kijken we over de Zware Ohe richting Swalmen, met in het midden de St.-Lambertuskerk en rechts de Schroefstraat.

Het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) laat mooi zien dat de Lichte en Zware Ohe eigenlijk één geheel vormen. Oostelijk ervan stroomde ooit de Maas, die in de Romeinse tijd nog onder langs de Wielerhof stroomde.

 
A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z
 
© Loe Giesen, Reuver 1983-2015