Van Biesweerd tot Boeshei - Toponiemen in Swalmen en Asselt | ||
A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z | ||
Smabers 4/38 |
||
Dit toponiem wordt mogelijk al vermeld in 1395: Item eyn stuck lants geheiten die Kysse op der Ruremunde straten. In 1699 droeg Jan Smeets met toestemming van zijn vrouw akkerland tussen de erfgenamen Peter Nootermans en de markies De Schenck gelegen, genaamd 'Kees en Broodts landt', met een korte zijde grenzend aan land van de kosterij te Asselt, over in onberekend gebruik. Smabers (1774) noteerde op kaart 4 bij enkele percelen ten noorden van de Sijperhof: Carthuijs alternerende, Kaes en broot alternerende. Dit betekent dat beide tiendheffers ieder jaar wisselden. |
||
Karrikensbemd | ||
In 1430 droeg het kartuizerklooster in Roermond zijn aandeel in een beemd genaamd Karrikens Baendt, gelegen bij Wijlre aan te Swalm in het kerspel van Swalmen, waarvan het andere deel toebehoorde aan Herbert Rouwen, over aan het klooster Maria Weide uit Venlo. | ||
Kartuizerbos | Smabers 1/36 | |
In 1669 klaagden de kartuizers in verband met droogte dat de Leigraeff die langs hun bos loopt en langs jonker Dursdal langs Graterhoff naar het Boeckuler broeck niet goed werd onderhouden. Het P.P. Carthuijsers bosch staat op Smaberskaart 1 nr. 36 aangegeven, achter de woning die eigendom is van de paters. |
||
Keizersbaan | Smabers 17 | |
De Keizersbaan is een onderdeel van de oude Romeinse heerbaan tussen Xanten aan de Rijn en Heerlen. Landmeter Smabers (1774) tekent de soo genaemde Keijsers baene in op kaart 17. Deze weg, in Beesel bekend onder de namen Prinsendijk, Keizer Karelsweg of Steenweg, liep vroeger in een kaarsrechte lijn vanaf grenspaal 426 oftewel de Vijf Eiken naar de Steinput, een doorwaadbare plaats in de Swalm, even ten oosten van de Hout. Vanaf de Steinput krijgt de weg een andere, meer zuidelijke oriëntatie. Wiel Luys: Romeinse wegen en bewoning in Swalmen-Beesel-Belfeld. In: Jaarboek Maas- en Swalmdal 4 (1984). |
||
Kellerbosje | Smabers 2/129 | |
Smabers gebruikt de benaming Kellerbosken, dan eigendom van Hillenraad, in 1774 voor perceel 129 op kaart 2. In 1785 werd land verkocht in de zogenaamde Kelder Boskens gelegen. Het bosje, nu akkerland met daarin een hoogspanningsmast, lag aan de noordzijde van de RAAYSTRAAT tussen de Eppenbeek en BOVEN BOUKOUL en met de noordzijde grenzend aan de K…ij boskens. In 1902 verkocht mr Ferdinand Verscheure, advocaat en procureur te Roermond, slaghout in Kelderbosch. |
||
Kempke | ||
In 1707 verpandden Sebastiaen Heijnen en Mechelt Smeets land te Asselt gelegen, Op het Kempken genaamd. In 1715 verpandden Jacob Nijssen en Anna Beeck akkerland op het Kempken tegenover de Meulencamp gelegen. |
||
Kerk | ||
1. Sint Lambertuskerk | ||
Op bovenstaande foto uit november 1895 zien we dat in tenminste een van de zijbeuken ronde hypocaustumtegels zijn verwerkt. Dit soort tegels ondersteunde de holle vloeren van Romeinse woningen. We zien deze versiering tegenwoordig ook nog in de voorgevel van de St.-Dionysiuskerk in Asselt. Zouden de tegeltjes van de St.-Lambertuskerk, die immers twee decenia voor de grote verbouwing van het Asselter kerkje werd gesloopt, misschien daar herbruikt zijn? Van de kerk werden in 1895 niet alleen foto's gemaakt, maar het gebouw werd ook helemaal (inclusief hypocaustumtegels!) opgemeten en ingetekend door Ad Mulder, die twintig jaar eerder al elders tekeningen maakte voor architect Pierre Cuypers en in 1902 zou worden benoemd als Rijksbouwmeester. Tijdens het voogdgeding van 1624 klaagde de pastoor dat de kerk zo vol kisten was gezet dat de kerkdienst hiervan hinder ondervond; hij verzocht om deze sitatie te verbeteren. pastoors van Swalmen In de archieven komen we heel wat pastoors van Swalmen tegen, soms met naam en toenaam, vooral in het begin echter meestal anoniem of met slechts de voornaam: heer Willem. Enkele van hen werden later herdacht met een eigen straatnaam. 1300: Willem van Swalmen, een broer van Seger Vosken van Swalmen en oom van Robijn van Swalmen. 1380: Vosken van Swalmen; hij werd voorgedragen door Werner van Swalmen. De hertog van Gelre claimde echter ook het recht van collatie op en droeg Wambuys van Elmpt op. Na een proces bleef Wambuys pastoor en oefende de hertog het patronaatsrecht uit; Werner van Swalmen kreeg als compensatie een geldbedrag. 1381-1384: Claes Liefger van Goch. Hij werd al na enkele jaren opgevolgd, nadat hij zelf tot rentmeester van Gelre was benoemd. 1384: Wilhelmus de Caminata, ook wel aangeduid als Willem van der Kemenade. Hij werd door de hertog van Gelre voorgedragen aan de aartsdiaken van Kempenland. 1431: Winandus Haben van Montfort. z.d.: Johan van Oest, zoon van Dirk van Oest, heer van Swalmen, en Aleid van Tüsschenbroich genaamd Eggenrade. Zijn broer Willem had waarschijnlijk heer van Swalmen moeten worden, maar deze keerde nooit terug van een reis naar Rome. Daarom vererfde Hillenraad later op zijn zwager, Arnold Schenck van Nijdeggen. 1483-1519: Lambert van Stalbergen. Hij wordt in de Venlose stadsrekeningen vermeld als pastoor van Swalmen. 1519-1553: Lambertus Mercator. Een bloedverwant van hem, Cornelis Mercator, bepaalde in 1588 bij testament dat na zijn dood jaarlijks op Sint Cornelisdag een half malder rogge moest worden uitgedeeld aan de armen. 1553-1571: Wilhelmus Willekens. 1591-1600: Gerard Hengst. Eerder was hij kanunnik te Nijmegen, maar na de verovering van de stad door Prins Maurits in 1591 moest hij de stad verlaten. Later werd hij pastoor van Horst, waar hij in 1621 overleed. 1602-1628: Reinerus Paludanus. Waarschijnlijk was zijn oorspronkelijke achternaam Van den Broeck (palus = broek, moeras). In de laatste jaren dat hij pastoor was, werden aanzienlijke werkzaamheden aan de kerk uitgevoerd door metselaar, leidekker, smid, glasmaker en houtsnijder. Zo werd 21 gulden betaald voor gebeelde lackens tot behoff des hoghen altars en ruim 92 gulden voor een zilveren kelk. 1628-1630: Gerardus Greef. 1630: Gerard Heinstins. 1630-1643: Antonius Mennius. 1643-1650: Joannes Ritsen. 1650-1675: Joannes van Haeff (ab Haef). 1675-1677: Adolphus Volquin van Venlo. 1678-1681: Leonardus Louverix. Hij werd later pastoor van Niederkrüchten. 1682-1685: Petrus van de Parst. 1685-1717: Gerardus Dolmans. Hij overleed in 1717 aan een besmettelijke ziekte. 1717: Wilhelmus van Cuyk. Ook hij overleed, zelfs al binnen enkele maanden na zijn benoeming, aan de besmettelijke ziekte die ook talloze andere Swalmenaren het leven kostte. 1718-1760: Joannes Assuerus Bosman. Hij was tevens landdeken van het dekenaat Montfort. 1760-1780: Joannes Josephus Cox. Net als zijn voorganger was hij tevens landdeken van Montfort. 1781-1796: Joannes Arnoldus Hennen uit Voerendaal. 1797-1805: Petrus Augustinus van Cruchten uit Roermond. 1806-1825: Antonius Jacobus Clocquet uit Roermond. 1825-1841: Aloysius Otto Winders uit Amsterdam. 1841-1853: Carolus Zanders uit Mulbracht. 1853-1866: Petrus Driessen uit Ottersum. 1866-1883: Leonardus Hubertus van den Eertwegh uit Heythuysen. 1883-1890: Herman Alberigs uit Geulle. 1890-1900: Henricus Joosten uit Weert. 1900-1921: Petrus Willems uit Roermond. De St.-Lambertuskerk in 1941. De oude toren, hier nog op de foto, werd in 1945 opgeblazen door Duitse soldaten. Daarmee verdween ook het laatste restant van de kerk zoals die in de 15e eeuw werd gebouwd. Johanna Cox-Geraedts e.a.: H. Lambertuskerk Swalmen 1897-1997 (1997). |
||
|
||
2. Het Woord Gods | ||
Op 26 september 1963 werd de parochie 'Het Woord Gods' officieel opgericht, met als tweede naam 'Maria, Moeder van de schone liefde'. Kapelaan Niessen te Swalmen werd benoemd tot bouwpastoor. Zijn eerste zorg was de bouw van een noodkerk, die werd gevestigd in de materialenloods van aannemer Wijnands. Hierin stonden op het supedaneum een tweetal sokkels, met op de ene sokkel een tabernakel en op de andere een opengeslagen Bijbel. Dit motief is in de latere kerk opnieuw gebruikt. In 1966 werd de eerste steen gelegd voor een nieuw multifunctioneel kerkgebouw. De kerk kreeg bewust niet het uiterlijk van een sacrale ruimte, maar leek meer op een supermarkt. Dwars door de kerk liep een passage met daaraan de doopvont, zodat de kerkbezoekers deze zouden passeren als bij een doopkapel. Via enkele trappen kwam men in de grote gebedsruimte, die in een soort grote gemetselde 'kuil' lag. De mis werd opgedragen vanaf het priesterkoor, een lichte verhoging van slechts enkele treden, waarbij de priester met zijn rug naar de passage stond. Dr A. Jacobs en Drs. A.A. Wiekart: Kerken na 1940. Inventarisatie en waardenstelling kerkelijke bouwkunst na 1940, Roermond, Stichting Monumentenhuis Limburg, 2003. |
||
Kerkbroek | Smabers 9-13 | |
Tijdens het voogdgeding van 1672 klaagden de kerkmeesters dat de kerkenbroeken aldaar geheel bedorven waren door batten (beschoeiingen) en houwen. Deze benaming wordt door landmeter Smabers (1774) veelvuldig gebruikt. 1. Kerckbroeck op kaart 9 op de rechteroever van de Swalm ter hoogte van de papierfabriek. 2. Kerckbroeck op kaart 9 op de rechteroever van de Swalm bij MIDDELHOVEN. 3. Kerckbroeck op kaart 9 op de rechteroever van de Swalm tussen de Wielerbrug en de Teutebeek. Schomers noemt dit gebied in 1785 de Steenacker. 4. Kerckbroeck op kaart 11 op de linkeroever van de Swalm bij de monding van de Eppenbeeck. 5. Kerckbroeck op kaart 11 waar nu DE HÄÖFKES liggen. 6. Kerckbroeck op kaart 11 ten oosten van de watermolen. 7. Kerckbroeck op kaart 11 op de rechteroever van de Swalm bij de BRUGSTRAAT. 8. Kerckbroeck op kaart 11 op de linkeroever van de Swalm, stroomafwaarts van de verdwenen oliemolen. 9. Kerckbroeck op kaart 13 op de rechteroever van de Swalm stroomafwaart van het verckens gatt. Schomers noemt dit gebied elf jaar later het Weerwolfs broeck. 10. Kerckbroeck op kaart 13 op de rechteroever van de Swalm stroomafwaarts van het verckens gatt. Schomers noemt dit gebied elf jaar later Bubbebroeck. |
||
Kerkbrug | Smabers 11 | |
In 1697 klaagde de pastoor dat de kerckebruggen niet behoorlijk gerepareerd waren. In 1699 vroeg Gerard Dolmans, pastoor van Swalmen en Asselt, om voor de vergroting van de moesgaard van de pastorie een gedeelte van het Kerckenbroecxken achter deze moesgaard gelegen met de kerk te mogen ruilen tegen een gelijkwaardig gedeelte van een broekje tussen de beide kerkbroeken gelegen, door de pastoor aangekocht van Sil Smeets. Scholtis, schepenen en gezworenen van de heerlijkheid Swalmen stemden na toestemming van de heer toe in deze grondruil, maar wel onder enkele voorwaarden. De grootte van het perceel, beginnend vanaf een wilg staande nabij de grote kerkbrug tot aan het einde van het erf van de pastoor naast het erf van Metien Mooren, zou aan de pastoor worden aangewezen en gemeten. Hiertegen gaf de pastoor 28 roede gelijkwaardig 'lattbroeck' naast de Leucker, tussen de kerkbroeken gelegen, aangekocht van de erfgenamen Jennis Keuven. In 1725 verpandden Peter Naus en Christina Spee hun huis en hof te Swalmen aan de Kerckbrugge gelegen. Hermanus Naus en Joanna Gijsberts ruilden hun ouderlijk huis aan de Kerckbrugge in 1770 met Peter Crijnen en Maria Heijnen tegen akkerland in de Weerd. |
||
KERKEBROEKWEG | Smabers 15 | |
Kerkekamp | ||
Volgens een register van inkomsten van de kerk van Swalmen uit de late 16e eeuw betaalde Jencken Schroeder jaarlijks een sester rogge wegens vier morgen land geheitten der Kirckkamp. | ||
Kerkesteeg | ||
In 1696 klaagde de scholtis namens de heer van Swalmen dat door het stellen van 'eenen grooten staeck off post' in de Kerckestege de nodige doorgang werd belet. | ||
KERKPAD | Smabers | |
Vastgesteld bij raadsbesluit van 22 december 1947. | ||
KERKSTRAAT | Smabers | |
Dit is slechts één van de straten die naar de St.-Lambertuskerk leidt en de keuze om juist deze straat deze naam te geven lijkt daarmee op zijn minst wat willekeurig. Vastgesteld bij raadsbesluit van 13 januari 1931. |
||
KERKWEG | Smabers | |
Op .. 1933 werd ten bate van de nieuwe kerk van Boukoul een groot tuinfeest gehouden op kasteel Hillenraad. Op onderstaande foto metselt gravin Wolff Metternich symbolisch een eerste steen voor de kerk. In mei 1935 legde pastoor A. Hoen van Swalmen op zijn beurt 'de eerste steen' voor de Sint Theresiakerk. Rechts de kerk in aanbouw, augustus 1935. |
||
Kesselse Baan | Smabers | Google Maps |
In het Plan der Buurtwegen en Voetpaden wordt de weg met nummer 53 omschreven als 'Weg langs de Hoenderberg genaamd Kesselsche Baan'. Op de bijbehorende kaart staat de weg intekend als 'weg van Kessell naar Vlodrop'. Bij Smabers (1774) wordt de weg aangegeven als 'wech van Vlodrop naer Kessel'. Het noordelijke gedeelte van deze weg heet tegenwoordig HOENDERBERG. De weg liep door het Haambroek naar de Nielder galg. |
||
Keutelstraatje | Smabers 11 | |
Landmeter Smabers (1774) geeft het Keutelstraetien aan tussen de HOOGSTRAAT en de Swalm. Aan dit straatje grensde vrijwel uitsluitend de achterkant van tuinen van MARKSTRAAT en Mortelstraetien. De percelen ten oosten van de noordelijke helft van het straatje worden door Smabers aangeduid als behorend tot het straatje. Het gebied daarnaast wordt aangeduid als Camp aen de Swalm. In 1905 kreeg Swalmens Coöperatieve Stoomzuivelfabriek toestemming om vanaf de Fuu een waterlossing aan te leggen naar de Swalm via het zogenaamde Keutelstraatje. |
||
Kist, de | ||
In 1705 verpandden Geurt Pecx en Elisabeth Vermeulen land te Assel op de Kist gelegen. | ||
KLEIN HEI, DE | Smabers 15 | |
Klein Hofje | Smabers 3/99 | |
De Nieuwenhof bij Hillenraad treffen we voor het eerst aan op een eenvoudige schets uit 1741. In 1746 verpachtte de rentmeester van Hillenraad 'den nieuwen hoff Klein Hoffken genoemt achter het huis Hillenraet', met alle bijbehorende weilanden voor een periode van 12 jaar aan Hendrijck Schrijnewerckers en zijn vrouw Bert Beck. Bij landmeter Smabers (1774) treffen we vreemd genoeg geen gebouwen aan op deze plaats. |
||
Kleine Biesweerd | Smabers 8/4 | |
In 1714 verkochten Ummel Crompvoet, weduwe van Areth Aebus, en haar kinderen land in de Kleijnen Bissert gelegen. Op de landmeterskaart van Smabers staan Cornelis van Keken en consorten ingeschreven als eigenaren van de Kleijn Biesweerth. |
||
Kleine Swalm | Smabers | |
Oude meanders van de Swalm worden door landmeter Smabers op drie plaatsen met deze benaming aangegeven. 1. Bij de ruïne van de Naborch op kaart 6 noteert Smabers in 1774 het gebroken slot mit cleijn Swalmken. Voor een afbeelding zie Gebroken Slot. 2. Op kaart 11 noteert de landmeter een cleijn Swalm waar nu DE HÄÖFKES liggen.
3. Eveneens op kaart 11 tekent Smabers een cleijn Swalm in het Kerckbroek tussen de St.-Lambertuskerk en de gewone Swalm. Deze zijtak van de Swalm begint enkele tientallen meters stroomopwaarts van de BRUGSTRAAT en eindigt bij de watermolen. |
||
Klein Meerten | Smabers | |
In 1890 vond op verzoek van Eugène graaf van Hoensbroek een openbare verkoop plaats van schansen, takhout en elsenschaarhout wassend op landerijen behorend tot Hillenraad, te weten op Boekesdriesch, Klein Meerten en aan Genoenhof. | ||
KLOOSTERHOF | Smabers | |
De KLOOSTERHOF is een zijstraat van de MARIA THERESIASTRAAT. | ||
Kloostershof | Smabers | |
De hoeve van de zusters van het klooster Maria Weide te Venlo, gelegen in Middelhoven, werd ook wel Kloostershof genoemd. In 1679 was Hendrick Beeck pachter van de Swamenhoff.
Boven de dichtgemetselde poort een replica van de sluitsteen met de initialen van Antoon Janssen en Petronella Theelen, die elkaar in 1838 het jawoord gaven. Loe Giesen: Tot Swamen op den Cloesters hoff. In: Jaarboek Maas- en Swalmdal 11 (1991). |
||
Klootje, het | Smabers 3/83 | |
De oudste vermelding van dit toponiem vinden we in een laat 16e-eeuws register van inkomsten van het altaar van het H. Kruis in de kerk van Swalmen: Item Hellenraider Cloitgen oder Borghkempken groitt sijnde ontrent ii½ morgen, theindt allein in den altair. Smabers gebruikt de benaming het Clootie of het Cloodtien twee keer voor twee gebieden die weliswaar vlak bij elkaar liggen, maar toch net verschillend zijn. Op het kadastraal minuutplan van 1843 wordt op blad D4 de benaming het Kleutjen gegeven aan de percelen tussen de Eppenbeek en de GRAETERWEG. In dit gebied ligt alleen het Jagershuis. Op de foto een gedeelte van het Klootje tussen RIJKSWEG en HILLENRAEDERLAAN, met links de BURGEMEESTER STRENSLAAN. |
||
KLUITMANSSTRAAT, LEI | Smabers | |
Leonardus Johannes Hubertus Kluitmans werd op 11 april 1907 in Swalmen geboren. In de Tweede Wereldoorlog - hij was toen slager - nam hij deel aan verzetswerkzaamheden. Hoeve Baxhof was in deze roerige tijden een echte verzetshaard. Kluitmans deed mee aan de verspreiding van het in Swalmen gedrukte illegale blad 'Chistophoor. Hij hielp onderduikers en hield zich bezig met een vluchtlijn voor geallieerde piloten. In 1951 werd op de begraafplaats aan de BOSSTRAAT een oorlogsmonument onthuld dat herinnert aan enkele Swalmer oorlogsslachtoffers, waaronder Lei Klutmans. Het monument werd gemaakt door Sef Crompvoets. |
||
Koekoeksberg | Smabers 13/69 | |
Landmeter Smabers (1774) tekent de Kouckouksbergh of Kouckkouxsbergh in als detail van perceel 69 op kaart 13. Dit perceel (eigendom van de deken Dispa uit Roermond) ligt aan de rechteroever van de Swalm tussen Groenewoud en 't Luitenbrökske.
Enig zoeken is nodig om deze bescheiden oneffenheid in het landschap terug te vinden; meer dan anderhalve meter hoog is het heuveltje niet. Waarom Smabers de naam heeft ingetekend, is dan ook een raadsel. |
||
KOEL | Smabers | |
Dit weggetje wordt door Smabers (1774) aangegeven als moolen wech. Het straatje voert van de Velt poort naar de verdwenen olij moolen aan de Swalm. | ||
Koenraadskampje | ||
Zie: Conrardkampje. | ||
Koestraat | Smabers | |
1. Landmeter Smabers (1774) noteert op kaart 11 de benaming Koeijstraet voor VELDPOORT en een gedeelte van de BOSSTRAAT.
2. Smabers noemt in 1774 op kaart 15 een gedeelte van de KROPPESTRAAT Koeijstraet waer door anno 1740 de Roure, deborderende door het Melicker vin, geloopen heeft. |
||
Koet, In de | ||
De Koet, "veur d'r in, achter d'r oet", in Swalmen was het jarenlang een gevleugelde uitspraak. Café In de Koet aan de HOLLESTRAAT werd in 1942 geopend dooor Frenske Lintjes. Op zondag 28 september 2003 sloot de Koet voor het laatst haar deuren. Het café van John en Netje Lintjes moest toen na ruim 50 jaar definitief wijken voor de aanleg van de tunnelbak van de A73. |
||
KOLK, DE | ||
Over DE KOLK als straatnaam valt nog niet zoveel te vertellen; daarvoor is deze straat nog te nieuw. De naam is natuurlijk ontleend aan de kolken die in de Swalm soms zeer verraderlijk konden zijn. Door de eeuwen heen verdronken tientallen kinderen en volwassenen in het riviertje dat Swalmen zijn naam gaf. | ||
Konijnenhoek, in de | Google Maps |
|
In 1935 verkochten de eigenaren van kasteel Hillenraad slaghout in de Konijnenhoek. | ||
Konijnenkamp | Smabers 15/192 | |
Op het eind van de 16e eeuw genoot de kerk van Swalmen inkomsten uit een stuk land beneven Hellenraede Lichte Veldt und schuit op den Knijnenkamp. Een pachtcontract van hoeve Boekweitsdries uit 1672 noemt een stuk land tussen "den wech langs den Coninencamp gaende naer Swalmen ende den voetpaet treckende op den polfermackerhuys". In 1730 verkochten Janis Beeck en Maes Nijssen land aan de Conijnencamp gelegen tussen het huis Hillenraedt en de paters kartuizers. Landmeter Smabers (1774) tekende de Conijnen Camp in als perceel 192 op kaart 15. Langs de latere rentmeesterswoning van 1743 liep toen een pad langs de Veltebeeck naer Gevaeren. Toen Smabers in 1788 opnieuw een kaart van Swalmen tekende, stond deze woning ingetekend als schuijr. |
||
Konijnsberg | Google Maps | |
Landmeter Dupont tekende in 1858 alle percelen in het Haembroek, met als perceel 3 de Konijnsberg. OP 25 november 1858 werd de Konijnsberg aan het Hambroek te koop aangeboden door de Gemeente Swalmen. | ||
KONINGSHOF | ||
Deze straatnaam is niet genoemd naar het koningshuis maar naar machinefabriek en ijzergieterij Konings. Het bedrijf werd in ... verplaatst naar de BOSSTRAAT. Een krantenbericht (inclusief een foutieve naamsvermelding) naar aanleiding van het diamanten huwelijk van Michael Konings en zijn vrouw Jacomina Geraedts in januari 1899 vat de vroegste jaren van de fabriek kort samen. "Maandag 23 januari hopen de echtelieden M. Konings-Verstappen (sic) hunne 60jarige echtverbintenis te vieren. De heer Konings, trouw bijgestaan door zijn gade, heeft het door zijne kordaatheid ver weten te brengen. Toen hij zich hier vestigde, richtte hij zijne werkplaats op bescheiden voet in. Met de jaren breidde die werkplaats zich uit, en thans heeft ze zoodanige afmetingen aangenomen, dat ze onder alle dergelijke inrichtingen in Limburg eervol mag worden vermeld. Met zijne talrijke werklieden stond de heer K. steeds op den besten voet. Al oefende hij over hen controle uit, deze ontaarde nooit in spionage, zoals vaak elders wel eens onder andere omstandigheden geschiedt. Hij was altijd een goed gastheer, en als zoodanig vertrouwde hij zijne gasten, in dit geval zijne ondergeschikten. Door zijn hartelijke omgang is de heer K. onder alle standen bemind, en in die liefde deelt zeker niet het minste zijne zorgzame echtgenoote. Dit zal duidelijk blijken, wanneer over eenige dagen de dag hunner diamanten bruiloft aanbreekt. Want dan willen allen uiting geven aan de sympathie, die ze voor het waardige paar gevoelen. Tot zolang dus!" Op het feest ontving het echtpaar van het personeel "een prachtige sofa" plus een schenking voor de armen. Jacomina Geraedts overleed op 18 maart 1900, haar man op 23 juli 1906. |
||
Koondertenhof | Smabers 6 | Google Maps |
Misschien niet zo oud als sommige andere boerderijen, maar daarom niet minder fraai: de Koondertenhof in Asselt, die samen met de omgeving een mooi beschermd dorpsgezicht vormt. Toen landmeter Smabers in 1774 zijn serie landkaarten tekende, stond hier nog niets. Tien jaar later, in 1784, trouwde Joannes Ramakers, de pachter van de Asselterhof, met Wilhelmina Sanders. Haar ouders woonden in het Gebrouwhuis, een stukje verderop, voorbij de kerk. Geld trouwt geld, zo ging dat in de 18e eeuw en misschien hielden ze wel gewoon heel veel van elkaar. Het echtpaar kreeg acht kinderen. In 1787 werd hun dochter Catharina geboren. Ze kwam in het gezelschap van een broertje: Jacobus. Jan en zijn vrouw boerden zo goed dat ze in 1796, twee jaar na de geboorte van hun jongste kind, een nieuw huis lieten bouwen. Een sluitsteen met het jaartal herinnert nog steeds aan dit ongetwijfeld feestelijke moment. Jan Ramakers kon met recht trots zijn op z'n boerderij. In 1808 trouwde dochter Catharina Ramakers met Conrard Janssen. Koondert, want zo wordt Conrardus in de wandeling genoemd, was in 1779 geboren in Beesel aan de Plaats, maar verhuisde mogelijk rond 1792 naar Bussereind, waar zijn ouders een ander huis hadden gekocht. Vader Hendrik was in 1796 een van de iniatiefnemers voor de bouw en exploitatie van de windmolen op de Meuleberg. Inderdaad, het ging hen voor de wind, dat mag je wel zeggen. In 1802 kochten ze zelfs de Wijerhof in Maasniel. Koonderts ouders overleden allebei in Beesel, vader Hendrik in 1809 en zijn moeder Wilhelmina Geraets in 1815. Koondert woonde in 1817 in Asselt, zo blijkt uit een akte waarbij hij samen met zijn broers en zussen een schuldvordering regelde. Maar het zat Koondert ook wel eens tegen.Toen zijn vrouw Catharina Ramakers overleed, stond Koondert er alleen voor. Met zoveel kinderen móest er wel een vrouw in huis. In 1827 hertrouwde Koondert in Beesel met de zestien jaar jongere molenaarsdochter Maria Petronella Driessen, geboren en getogen bij de molen van Ronckenstein. Ook met haar had hij enkele kinderen. De erfgenamen Janssen verkochten de boerderij uiteindelijk op 10 september 1884 aan Antoon Hendricks, pachter van de Asselterhof. En zo was de cirkel rond: was het immers niet een pachter van de Asselterhof die de Koondertenhof in 1796 liet bouwen? In de 20e eeuw werd de voorgevel van het woonhuis gecementeerd, maar deze gevelbekleding werd later (na 1965) weer verwijderd. |
||
Kortebroek | ||
In 1881 verkochten de erfgenamen Coorens land in het Kortebroek aan Frederik Kessels. | ||
KOULEWEG | Smabers 9/181 | |
In 1692 verkopen de erfgenamen van Hans Adam Goltslaegers en Anneken Raemeeckers land in het Wijldervelt aan die Coulen gelegen. Bij perceel 181 van kaart 9 noteert landmeter Smabers in 1774: Wijler hoff, leemkuijle. De weg liep toen dwars door de laagte waar leem werd gewonnen voor bijvoorbeeld lemen binnenwanden en vloeren. Het gedeelte vanaf de BEESELSEWEG wordt door Smabers eenvoudig aangeduid als mistwech, vanaf de PAPENWEG heet hij Wijler wech. Bij WIELER was een veehek aen pinxt falder. |
||
Kousenkampje | Smabers 13/29 | |
In 1706 verkochten de erfgenamen Thomassen uit Maasniel 1 morgen genaamd de Cuysencamp in Swalmen; in 1708 verkocht ook Areth Aelen zijn aandeel in de Cousencamp. Op kaart 13 tekende landmeter Smabers in 1774 als perceel 29 het Kousen Kempken, een enkel percel dat dan eigendom was van Joannes Geraedts. Dit perceel (volgens Smabers groot 1 morgen 38 roede 85 voet) ligt tegenover het eind van de PEELVELDLAAN op de westhoek van BOSSTRAAT of Veehstraet en de houtere steegh. | ||
Kreijtboskens, de | Smabers 2/123 | |
Smabers gebruikt in 1774 de slecht leesbare benaming Kr…boskens op kaart 2 voor het perceel 123, tussen de dwershegge en het Keller bosken. Het perceel kent dan liefst zes eigenaren. Van dit bosperceel tussen BOVEN BOUKOUL en Eppenbeek is tegenwoordig nog maar de noordelijke helft over.
|
||
Kromme Morgens, de | Smabers 11/38 | |
Landmeter Smabers (1774) noteert op kaart 11 bij de percelen 38 tot en met 51 de benaming de crom morgens. Dit gebied ligt in een lange strook tussen de Mortel en de percelen aan de noordzijde van de huizen aan de Bouten straet off Hoog straet. Binnen dit gebied draagt nog een perceel de naam Hostie lant. Gezien de enigszins gebogen vorm van de percelen 38 tot en met 41 is het niet uitgesloten dat Smabers de benaming enkel heeft bedoeld voor deze laatste percelen. |
||
Kromvoor | Smabers 7/150 | |
Eyn boenre lants genant die Kroeme Voer was in 1395 eigendom van Johan van Wylre, die hiervoor tiend moest afdragen aan Steven van Oerade. In een lijst van keurmedige goederen uit de 15e eeuw is opnieuw sprake van land die Kromvoer genaamd. |
||
Kromvoorweg | Smabers | |
Deze zandweg tussen Obersgat en de Maas wordt nauwelijks nog gebruikt. De slagboom op het eind van de weg lijkt dan ook wat overbodig. Vanaf de slagboom loopt de weg nog een klein stukje richtig Maas, waar hij doodloopt tussen twee waterplassen die zijn ontstaan door afdamming. |
||
Krop, de | Smabers 11/324 | |
Al in 1635 liet Jan Gielen bij testament een huis na gelegen aen de Crop opten berch. In 1688 kocht Herman Delissen een huisplaats aan de Crop gelegen, met de verplichting om er een huis te bouwen. In 1740 verkochten de erfgenamen Roosen hun vervallen huis met het land daarachter gelegen op de Crop recht tegenover de oliemolen. | ||
Kropperbroek | Smabers 11 | |
Al in een lijst uit 1395 vinden we het Kropber Broke vermeld. Het Cropperbroeck wordt ook genoemd in een akte uit 1705. In 1731 is sprake van een huis aan het Cropperbroeck nabij de oliemolen. Deze lokatie wordt door Smabers in 1774 aangegeven als Kerkbroeck. Aan de overzijde van de Swalm lag toen de schietroede. Tegenwoordig gaat de RIJKSWEG op dit punt over de Swalm. | ||
KROPPESTRAAT | Smabers 11, 15 | |
Deze weg wordt al in 1395 vermeld als Kropperstraten. Landmeter Smabers tekent de Kropperstraet in op de kaarten 11 en 15. Hij laat de benaming beginnen bij de BRUGSTRAAT. Het gebied tussen de Kropperstraet en Swalm wordt door Smabers aangeduid als Den Crop over den Swalm. |
||
KRUISKAMP | Smabers 11 | |
In een register van inkomsten van de kerk van Swalmen vinden we in de late 16e eeuw al land up den Kruitzkamp vermeld.
Op kaart 11 geeft landmeter Smabers (1774) de benaming Cruijs Camp aen den Beselschen weg aan voor het gebied ten noorden van de KRUISKAMP tot aan de BREDEN ARS. Dit hele gebied is in 1774 nog onbebouwd.
In januari 1872 diende Leonard Theelen, koopman te Swalmen en pachter van de Genoenhof, bij het Provinciaal Bestuur zijn plannen in om op de Kruiskamp graan- en oliemolen te bouwen. De ronde bovenkruier langs de STATIONSTRAAT was 17 meter hoog en lag bovendien op een kunstmatige belt. Tijdens een hevig onweer in augustus 1882 sloeg de bliksem in een van de wieken. Toen Leonard Theelen in 1884 overleed, namen zijn drie zonen aanvankelijk de molen over. Zoon Mathijs Theelen erfde uiteindelijk de windgraanmolen maar kon, ondanks investeringen in de vorm van een stoommachine, de molen niet draaiend houden. In 1894 werd ze na een openbare verkoop eigendom van Judocus en Louis Joosten uit Weert; zij bleven slechts kort eigenaar en verkochten de molen - met verlies - in 1897 door aan Peter Matthis Adams uit Herten. Toen hij in 1912 overleed, werd zijn nalatenschap gedeeld, waarbij zoon Renier Adams hoofdeigenaar werd. Samen met zijn zoon Giel nam hij de exploitatie voor zijn rekening. Toen Giel in november 1937 overleed, zag vader Renier Adams zich genoodzaakt om de molen te verkopen aan George Hilkens uit Lerop. Deze molenaar maakte geen gebruik meer van de windkracht en maalde nog uitsluitend op electriciteit. Hij sloopte te kap en verkocht de nog overgebleven wieken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de molen door de Duitsers als uitkijkpost gebruikt, maar ondanks beschietingen door de Engelse en Amerikaanse troepen aan de overzijde van de Maas bleef de molen gespaard. In 1959 werd de molen definitief gesloopt en de molenbelt afgegraven. Wiel Luys: De voormalige windgraanmolen te Swalmen. In: Jaarboek Maas- en Swalmdal 11 (1991). |
||
Kuilbunder | ||
In 1708 verpandden Geurt Peecx en Elisabeth Vermeulen land op het Coelboender tussen het oud manhuis te Ruremonde en het Kapittel. In 1713 verpandden kapitein Aegidius Ignatius van Buggenum en zijn vrouw Maria Elisabeth de Wittenhorst akkerland deel uitmakend van het Coelboender onder Asselt. | ||
Kullerskamp | Smabers 15/231 | |
Bij de verkoop van de Wilde Zijde in 1548 werd vermeld dat deze gronden grensden aan de Koelertz kampt, op dat moment eigedom van de kinderen van Jan van Elmpt. Jochim Fredricx en Gertruyd Sillen verpandden in 1729 land op de Culderscamp gelegen; in 1754 wordt dit perceel opnieuw vermeld. Een jaar later werd grond in de Cullerscamp verkocht. Landmeter Smabers (1774) gebruikt de naam Kullers Camp voor de percelen 231 tot en met 244 op kaart 15, het gebied tussen Heijstraet en wech langs het Riet en ten oosten van het Boeckweijtsdriesvelt. Oostelijk van dit gebied ligt de St. Clara Camp. In 1782 wordt de Kullerscamp opnieuw genoemd. |
||
A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z | ||
© Loe Giesen, Reuver 1983-2017 |